iMinister van Defensie bezoekt FokkerfabMek - Contróle Rijtijdenbesluit Hand in hand met Mariene LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad 80sfe Jaargang FEUILLETON IN DE OUDE ABDIJ VAN MIDDELBURG wordt door de Vereeniging tot behoud der Zeeuwsche kleederdrachten een tentoonstelling van Zeeuwsche kleederdrachten gehouden. Een medewerkster in Zeeuwsch costuum bezig met het aankleeden van een der poppen. IN DE RESIDENTIE IS DE POLITIE AL BEZIG MET DE CONTRÓLE VAN HET RIJTIJDENBESLUIT dat Zondag j.l. in werking trad. Het werkboekje van een chauffeur, waarin genoteerd wordt, hoe laat hij in dienst gekomen is, wordt nagezien. DE DRAAIBRUG OVER DE VECHT BIJ ZUYLEN WORDT OVER GEBRACHT NAAR FRANEKER, WAAR ZE VOORTAAN GEBRUIKT ZAL WORDEN. DE BRUG IN DE TAKELS. HET INTERIEUR VAN DE NIEUWE KERK TE AMSTERDAM waar m September Prinses Irene gedoopt zal worden. De kerk bestond reeds in de 15de eeuw, doch brandde tussch en 1400 en 1600 tweemaal af. VLIEGRAMP IN ZWEDEN. Een Britsch ver- keerstoestel stortte 90 k.m. van Stockholm bran dend in zee. Vijf persontn kwamen om het leven. Het bergingswerk. KONING PETER VAN ZÜID-SLAVIË beklom met 8 schoolvrienden onder leiding van een gids de hoogste berg van Zuid-Slavië, de Triglav (2864 meter). 2e van rechts de 17-jarige koning Peter. DE MINISTER VAN DEFENSIE, Z. Exc. A. Q. H. Dijxhoorn, bezocht de Fokkerfabrieken op Schiphol en aan den overkant van het Y. De minister (geheel links) op het vliegveld. PAUL HÓRB1GER de bekende filmacteur als keeper bij een voet balwedstrijd tusschen acteurs te Weenen. door HANS HIRTHAMMER. En wat dat beroerde pak betrof, dat hij had: Morgen vroeg zou hij het eerste •iet beste pandjeshuis opzoeken en het te- Sen een behoorlijk werkpak inruilen. Bij net eerste het beste loon, dat hij uitbe taald kreeg, kon hij dan Stamp's garderobe "Mr inlossen en het hem terug zenden. Zijn bank was onbezet. Lorenz ging zit ten en hij wilde zich Juist in zijn volle 'engte uitstrekken, toen iemand op hem toetrad en zijn naam noemde. lorenz sprong overeind, sperde zijn °°sen open, sloot ze weer, opende ze op- rjteuw en nog steeds kon hij niet gelooven, "at degene, wat hij daar voor zich zag, teen gezichtsbedrog was. ■Mijn hemel!" stotterde hij verbijsterd. »Eoe hoe komt u hier?" •■Ja, het was een behoorlijke wandeling". Dorothy Müller, terwijl zij naast hem °P de oank ging ziten ..Maar zij is mij Wed bekomen. Dus dit hier Ls het doel jan uw nachtelijken tocht? Of wilde u al ten maar een poosje rusten om van het "tooie weer te genieten?" „Juffrouw Müller u zult mij eerst eens duidelijk moeten maken, wat er u in 's he melsnaam toe gebracht heeft mij te vol gen. Ikhet is mij zoo volkamen onbe grijpelijk. „Ja, ja, ik weet, dat het een zeer beden kelijk licht op me werpt. Fatsoenlijke Jonge meisjes zouden zich eerst nog wel eens bedenken, alvorens een wildvreemden man een uur lang achterna te loopen om dan nog met hem in gesprek te komen en dat nog wel op een tijdstip, dat fatsoenlijke jonge meisjes allang op bed behoorden te liggen. Maar zonder gekheid, dokter: Ik zag u met uw vriend spreken. U scheen een meeningsverschil met hem te hebben en toen ging u er plotseling van door. Toen ik dat bemerkte, liet ik Lotte een voudig staan en snelde u na. Waarschijn lijk zal meneer Meissner uit den nood een deugd hebben gemaakt en Lotte naar een of andere keurige gelegenheid hebben ge bracht, waar je een beetje kunt dansen en desnoods ook wat kunt flirten Waarom ik u zoo geniepig tot hier achtervolgde, daarvan heb ik mij, om u eerlijk de waar heid te zeggen, pas onderweg rekenschap gegeven." „En het resultaat?" „Ik had het gevoel, dat u zich in gevaar zoudt begeven, dat dit misschien een van die momenten voor u was, waarin men iemand noodig heeft." „Nou, zoo erg was het niet. Maar hoewel Ik u nauwelijks ken, ben ik toch blij, dat u hier bent. U behoort tot dig kleine cate gorie van menschen, die men reeds na de eerste kennismaking met het volste ver trouwen tegemoet treedt." „Ik hoop niet, dat dit een beleefdheids- phrase is, dokter. Daartoe lijken mij het tijdtip en de omstandigheden minder ge ëigend." „Voor beleefdheidsphrases bestaat niet de minste aanleiding! Integendeel, ik heb veel meer reden om boos op u te zijn, want tenslotte hebt u mijn plan om mij geheel te onttrekken aan een milieu, waarin ik dooi*een noodlottigen samenloop van om standigheden terecht ben gekomen, ver ijdeld." „Ik begrijp u. Ik verwonderde er mij ook al over u als mart van de wereld te leeren kennen. Met eenige openhartigheid mag ik u wel zeggen, dat ik zeer teleurgesteld en ontnuchterd was. Uw verschijning ver toonde geen enkele overeenkomst met het beeld, dat mijn fantasie zidh van u had gevormd." ,.U zult u de zaak misschien wat roman tischer hebben voorgesteld een medicus als verhuizer, in een stevige overall en met zijn pet op een oor.." „Nee, nee, zoo mag u niet spreken! Als een ernstig, strijdvaardig man had ik mij u voorgesteld, maar niet als een modieuze fat, die getailleerde colberts met gewat teerde schouders draagt." Lorenz staarde haar aan, maar hij zag slechts de omtrekken van haar gelaat, dat zich vaag in het duister afteekende. Merkwaardigerwijze waren daarin echter haar stralende oogen en haar mond dui delijk te onderscheiden. In een plotseling opkomende behoefte een ander deelgenoot te maken van zijn dwalingen op dezen dag, vertelde hij haar wat er was voorgevallen van de ontdekking van Meissner's boek in de étalage tot aan zijn overhaaste vlucht. „Misschien was u het, juffrouw Müller. die mij de oogen opende. In ieder geval zag Ik steeds uw beeld voor mij, toen de waarschuwende stem zich plotseling had doen hooren. U bent nu eenmaalheel anders danal die anderen." Hij kon er later nooit een verklaring voor vinden, wat hem op dit oogenbiik den moed had gegeven haar te kussen. Het was geen plotseling opwellende harts tocht en met liefde had het evenmin iets te maken. In de seconde, waarin hij zijn arm om haar schouders legde en zijn lip pen de hare beroerden, dacht hij ln smach tend en niet te onderdrukken verlangen aan Mariene. En zoo was deze kus dan veeleer een geste van dankbaarheid voor haar deelname, die hem een toevlucht bood en het gevoel van alleen zijn althans voor een oogenbiik verbrak. Dorothy scheen de omhelzing eveneens aldus op te vatten. Zij verzette zich niet, maar moedigde hem evenmin aan en aan vaardde het Innige gebaar zonder merk bare verrassing. En terwijl hij haar hand in de zijne hield, vertelde hij haar van Mariene, van zijn kinderen en van zijn leven in Heid- mühle. Toen hij aan het eind was, bleef zij zwij - gen. Slechts haar vingers bewogen zich weifelend in de omklemming van zijn hand. Een beschonkene strompelde voorbij en bleef waggelend voor het tweetal staan. „Jawel!" zei hij met een dikken tong. .Al lemaal zwendel! Geloof d'r maar niks van juffer! De een hik ls al net als de ander!" Toen bijvalsbetuigingen uitbleven, verwijderde hij zich weer. „U moet wel heel rijk en.heel gelukkig zijn!" zei ze eenvoudig. „Nu begrijp ik ook, waaraan u de kracht ontleende om dezen strijd voort te zetten." „Ja, het eenige wat mij angst Inboe zemt, is de vrees, dat ae overwinning te laat zal komen. Marieneis aan het eind van haar krachtenVoor haar, de moeder, de eeuwig lijdende, was alles dubbel zoo zwaar. De strijd is nu eenmaal het element van den man, maar Mariene zit nu daar eigens in Beieren, weer loosen wachtend van den eenen dag op den anderen tot ik haar zal roepen. En mijn weg is nog zoo lang. Ikik ben bang voor haar". „Het is goed, dokter, dat u daar zelf over begint te spreken. Dat geeft mij den moed met een voorstel te komen. Ik.zou u gTaag een beetje behulpzaam willen zijn. Reeds toen Lotte mij van u vertelde, begon ik er over na te denken, of het niet mogelijk zou zijn uw streven te bevorderen. Begrijpt u mij niet verkeerd, alstu blieft!" voegde zij er smeekend aan toe, toen zij bemerkte, dat hij zijn hand on willig uit de hare trok. „Ik ga mijn weg alleen!" zei hij hard. innerlijk echter diep getroffen door haar bekentenis. „Of dacht u, dat dr. Burmest-er zich later zou willen verwijten, dat hij zich door een jong meisje had laten helpen?" (Nadruk verboden). .(Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 5