Nieuwe ministers - Zeilwedstrijden op het IJsselmeer - Ital. manoeuvres
Hand in hand
met Mariene
jO<ie taflar.fi
LEIDSCH DAGBLAD
Tv;:cde B!ad
!W <|3
HI Vi
FEUILLETON
DE GROOTE LEGERMANOEUVRES IN ITALIË. DE ENGELSCHE KONING BEZICHTIGT DE RESERVE-
De Italiaansche koning en de kroonprins bij de manoeuvres VLOOT. DE KONING GAAT AAN BOORD VAN HET
in Piêmont. VLIEGTUIG-MOEDERSCHIP „COURAGEOUS'!.
OP HET IJSSELMEER WERD DE „FLEVO-RACE" VERZEILD, EEN INTERNATIONALE
AFSTANDWEDSTRIJD, GEORGANISEERD DOOR DE KON. NED. ZEIL EN
ROEIVEREENIGING. DE JACHTEN GAAN DOOR DEN START.
NIEUWE MINISTERS. Na de constitueerende vergadering op het departement van Binnenlandsche Zaken. V.l.n.r. de minister van
Defensie, luit.-kolonel A. Q. H. Dyxhoorn, de minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, de heer G. Bolkestein, de minister van
Buitenlandsche Zaken, mr. E. N. van Kleffens, de minister van Binnenlandsche Zaken, de heer H. v. Boeijen, en de minister van Justitie,
prof. mr. P. S. Gerbrandy.
NA EEN LAATSTE BESPREKING OP HET DEPARTEMENT VAN BINNEN
LANDSCHE ZAKEN verlaten de nieuwe ministers het Binnenhof. Op de
foto ziet men links den heer Ch. J. I. M. Weiter (Koloniën) en rechts den
heer ir. J. W. Albarda, (Waterstaat).
JIIR. MR. D. J. DE GEER VERLAAT HET PALEIS NOORDEINDE,
NADAT HIJ H.M. DE KONINGIN DE LIJST
VAN NTEUWE MINISTERS HAD
VOORGELEGD.
door
HANS HIRTHAMMER.
37)
Heb ik dan nu al vergeten, waarom lk
naar Berlijn ben gekomen? Of dacht ik
misschien in een paradijs te zullen be
landen?
Ik ben naar Berlijn getrokken om Lo-
fenz te helpen. Om hem een klein stukje
van zijn omgeving te brengen, zoodat hij
een thuis heeft en zic-h geborgen weet. Om
hem. een beetje liefde en vrede te geven,
als hij 's avonds vermoeid naar huis komt.
Mariene steunde haar hoofd op den rand
van het bed. Zij sloot haar oogen.
Op dat oogenblik werd er gebeld.
Met een sprong was Mariene overeind,
tij snelde naar de kamerdeur en drukte
haar oor tegen het paneel. Ze voelde haar
hart in de keel bonzen. Heer in den Hemel,
Beef, dat hij het ls
Op het portaal klonken de sloffende
voetstappen van mevrouw Kiilcke, die de
deur van de étage opende. „U wensoht?"
'roeg ze.
Een gedempte mannenstem drong tot
Mariene door, maar een bepaalde klank
was niet te onderscheiden. Nochtans, dat
kon niemand anders dan Lorenz zijn..
„Nee, dank je wel, jongeman! Wat moet
ik met bretels en sokophouders? Een on
beschaamdheid om daar een eerzame we
duwe mee lastig vallen!"
Zij sloeg de deur met een slag dicht.
Toen zij naar haar kamer wilde terug-
keeren, was het, of ze in die van haar
huurster een onderdrukten kreet hoorde.
Tegelijkertijd vernam ze een geluid, alsof
er iets ziwaars op den grond viel.
Mevrouw Kiilcke luisterde een paar se
conden, maar alles bleef stil. Enfin, ze kon
wel eens binnen loopen om te vragen, of
het eten goed gesmaakt had.
Zij klopte. Niemand bewoog zich. Zij
klopte nog eens. Daarna drukte zij den
knop omlaag, maar de deur bleek niet
zonder meer open te kunnen; er lag het
een of ander tegen aan.
Mevrouw Kiilcke moest geweld gebruiken
en toen zij eindelijk haar hoofd om een
kier van de deur kon steken,
deinsde zij met een kreet van schrik ach
teruit. Op den grond achter de deur lag
Mariene.
„Ach, mijn lieve hemel, die arme vrouw!"
jammerde moeder Kiilcke, terwijl zij zich
nu geheel naar binnen werkte en daarna
met veel moeite de bewustelooze naar het
ledikant sleepte. Zij knoopte de blouse van
het slachtoffer los, trok haar schoenen uit
en wist aanvankelijk van opwinding niet
wat zij met de vrouw moest beginnen.
Eindelijk bedacht ze, dat ze van haar
verjaardag nog een flesch eau de cologne
in huis had. Dat zou wel goed zijn.
Zij rende, voor zoover haar bedenkelijke
lichaamsomvang dat toeliet, naar haar
slaapkamer en keerde weldra terug met
een flacon, waarvan de inhoud voldoende
was om een geheel regiment soldaten te
verkwikken. En daar zij aannam, dat een
flinke hoeveelheid slechts een snellere uit
werking ten gevolge zou kunnen hebben,
goot zij een waar stortbad over Mariene
uit. De scherpe eau de cologne liep in
straaltjes van haar voorhoofd en wangen in
haar hals. Zooveel moeite kon niet onbe
loond blijven en het duurde dan ook niet
lang, of Mariene sloeg haar oogen op. Even
keek zij verbaasd om zich heen, daarna
kreeg mevrouw Külcke een dankbaar glim
lachje, maar plotseling scheen de herin
nering terug te keeren. Snikkend wierp zij
zich op haar zijde en verborg zij haar ge
zicht in haar handen.
„Maar mevrouwtje, wat is er dan toch
aan de hand? Wat hebt u?"
„Hij is., niet gekomen!" stamelde Mar
iene door haar snikken heen.
„Ach zoo! Nu begrijp ik het! Weest u
maar kalm! Hij komt heusch nog wel. U
moet niet direct zoo den moed verliezen.
Natuurlijk komt hijHij is stellig door het
een of ander opgehouden. Als een man
eenmaal alleen is tja, dan neemt hij
het niet zoo nauw met naar huls gaan. Hij
heeft misschien een paar kennissen ont
moet, vrienden of zoo, waar hij nog een
poosje mee naar een café is gegaan. In
Berlijn is dat nu eenmaal iets heel ge
woons. Wat denkt u wel, mevrouwtje, dat
iemand, die in Halensee achter een glas
bier zit binnen vijf minuten maar weer in
de Frankfurter straat is? Als hij moet
gaan loopen, komt hij er niet voor morgen
ochtend. U zal zien, dat uw man vanavond
of morgen nog wel zal komen opdagen. Als
het nacht wordt voor hij thuis ls, komt hij
toch zeker niet voor morgenochtend
Een oogenblik leek het, of de gerust
stellende verklaringen van mevrouw
Külke een kalmeerende uitwerking had
den, maar nauwelijks zweeg zij even om
opnieuw adem te scheppen, of Mariene
geraakte opnieuw aan haar wanhoop ten
prooi.
„Dat is immers., alles., niet waar!!"
snikte ze. „Mijn man ls niet zoo, die ver
slingert zichzelf niet.In café's. Nee, nee,
hij komt heelemaal niet meer. Er ls hem
wat overkomen."
Ha, nu had mevrouw Külcke weer een
aanknoopingspunt. „Overkomen?" begon
zij, na nog eens diep adem te hebben ge
haald. „Wat zou hem dan wel overkomen
zijn? Ach, mevrouwtje, hebt u daar een
idee van! Als hij werkelijk een ongeluk
had gekregen, dan zou u het Immers al een
uur later hebben geweten! Ja zeker, dat
komt de politie immers direct ter oore! Ik
heb eens gelezen, dat er van de duizend
dooden maar twee zijn, die ze niet kunnen
identificeeren, dat beteekent, waar ze den
naam niet van te weten komen. Dat zit
'm namelijk zoo En gedurende het
daarop volgende kwartier werd Mariene
volledig Ingewijd in de geheimen van den
opsporingsdienst, waarbij mevrouw
Külcke's ongebreidelde fantasie haar on
schatbare diensten bewees. Maar wederom
was alle moeite tevergeefsch en op dit
oogenblik, juist toen zij zich ln wanhoop
begon af te vragen, waarmee zij hier dan
wel den zoo noodlgen troost zou kunnen
verschaffen, werd er opnieuw gebeld, dit
maal eenige keeren achtereen.
„Hél riep mevrouw Külcke in blijden
schrik. „Dat ls Magda! Mijn dochter, weet
u!"
Zij haastte zich naar de deur en Mar
iene hoorde een enthousiaste begroeting,
welke allengs overging in een fluisterend
gesprek, dat een heel poosje duurde En
daarop kwam mevrouw Külcke weer bin
nen en achter haar volgde een jonge keu
rig gekleede dame met bruin haar en
twee zwartbruine schelmsche oogen.
Magda had op het eerste gezicht iets
schuchters, maar als men met haar sprak,
kwam men al spoedig tot de ontdekking,
dat deze verlegenheid slechts een soort
masker was, waarmede zij zich al te op
dringerige klets tantes van het lijf hield.
Moeder Külcke straalde van trots. „Dit
is mijn dochter, Magda Helling. En dit
ls mevrouw Burmester! Kijk je dien
jongen toch eens aan, Magda! Is het
geen heerlijke blaag?"
Aanvankelijk toonde Mariene zich
eenigszins gereserveerd. Het was toch wel
wat heel opdringerig van die jonge vrouw
om zoo maar bij haar binnen te komen
stappen.
Maar daar trad Magda Helling reeds
met een Impulsieve beweging op haar toe
en reikte haar hartelijk de hand. „Neemt
u mij niet kwalijk, dat ik hier zoo onge
vraagd bij u binnen dring! Moeder ver
telde mij zoo juist.en daar ik weet hoe
onhandig zij zich bij dergelijke gelegen
heden gedraagt, dacht ik Zij maakte
den zin niet af, maar het trillen van haar
mondhoeken en een wat hulpeloos, goedig
lachje verrieden, wat zij wilde zeggen.
(Nadruk verboden), (Wordt vervolgd).