Viering van den Nationalen feestdag - Lambrichts gehuldigd Hand in hand met Mariene LEIDSCH DAGBLAD Tv;:ec3e Blad 80<le k?W] FEUILLETON GONDELVAART DOOR DELFT'S GRACHTEN OP DEN NATIONALEN FEESTDAG. ZANG MET KLOKKENS"EI - Voor het monument voor wijlen Koningin Emma te Soest werd met bege- De regen verhinderde den autoriteiten en bestuursleden van Oranje-vereenigingen niet met leiding van carillonspel door den Amsterdamschen stadsbeiaardier J. Vincent, een zanghulde gebracht. Eea den hoogen hoed op een rondvaart te maken. overzicht van dit gebeuren, met op den achtergrond het monument HET BRITSCHE LEGIOEN IN PARIJS. Generaal Sir Frederic Maurice (links), eere-president van de British Legion, neemt afscheid van den heer Champetier de Ribes van het Fransche ministerie van Oorlog, na zijn bezoek aan Daladier. DE STRIJD IN CHINA. JAPANSCHE SOLDATEN SLAAN EEN VOETBRUG OVER DE TAMA-RIVIER. NA DE GEBOORTE-AANGIFTE VAN PRINSES IRENE MILITAIREN TB AMSTERDAM JAN LAMBRICHTS IN ZIJN GEBOORTEDORP GEHULDIGD. in verlaten de beide getuigen, dr. H. Colijn en jhr. mr. op den nationalen feestdag aan een feestmaaltijd. De jongens het kleine Limburgsche dorpje Bunde werd de Tour de France-renner, F. Beelaerts van Blokland, het paleis Soestdijk. tijdens het aansnijden van de feesttaart. Jan Lambrichts, geestdriftig ingehaald en gehuldigd. door HANS HIRTHAMMER. 35) ..Natuurlijk, als u even hiernaast wilt gaan!" De Jongeman was de voorkomend heid zelf. „u wilt meneer Melssner waar schijnlijk opbellen, vermoed ik. Als ik mis schien even de verbinding voor u tot stand ton brengen ..Maar dat Is werkelijk .Nee, nee, met genoegen. Hoe was het nummer ook weer?" Hij raadpleegde nog tons het Jaarboekje. Ah, juist, E. 53189!" reeds spoedde hij zich naar het toestel. „Hallo, is meneer Melssner aanwezig? meneer Melssner zelf!" De bediende waakte een lichte buiging. „Meneer Melss- hcr, lüer is een heer, die u wenscht te spreken." En hierop ontspon zich het volgende, tocals later zou blijken zeer belangrijke telefoongesprek tusschen Lorenz en den schrijver van detectiveromans Arno Melssner .Hallo, Arno, ben Je het werkelijk?" .,-Met Arno Melssner! Met wlen spreek „Kerel, Arno, natuurlijk ben je het. Nog diezelfde knoedelstem van vroeger." „Knoedelstem? Meneer, wie bent u eigenlijk?" „Jongen, Stample, raad dat nou eens!" „Bij Zeus, zaliger gedachtenis, kerel, als je Stompie zegt dan ben je er een van het gym in Landshut. Vooruit, zeg op je naam!" „Eigenlijk kon je me tooh ook wel aan mijn stem herkennen. Stompie! Of moet lk je aan de Cicerolessen herinneren, die je altijd zoo netjes van me hebt over ge schreven?" „Mensch nee hou me vast! Toch zeker niet Lorenz? Lorenz Burmaster?" „Goed geraden, Stomp!" „Lorenz! Hoe is het mogelijk? Zit jij in Berlijn?" „Voorloopig wel, Ja!" „Kerel, hang direct die telefoon op en snel ln mijn armen! Kom aan mijn hart! Vooruit, neem een taxi! Ik verwacht je binnen een kwartier, wat zeg ik binnen vijf minuten! Hopelijk kan je een poosje blijven." „Dat zal moeilijk gaan, Stomp! Ik ben namelijk op het oogenblik bezig jullie ver waarloosde straten opnieuw te asfalteeren. Je personeel zou waarschijnlijk wel eenig bezwaar maken om mij tot Je toe te laten!" „Wat is dat nu voor dwaasheid, Lorenz? Het zou me hoogstens respect kunnen in boezemen! Met spoed dus, ja' Ik betaal den ritl Voor mijn part verschijn je in je zwembroek. Binnen vijf minuten verwacht ik je hier. Nog net tijd genoeg om een bord met „Welkom!" voor de huisdeur te hangen. Nou, hoe denk je er over?" „Goed, ik zal komen, Stomp!" „Dat is je geraden ook!" Lorenz legde nadenkend den hoorn op den haak.Was het ondanks alles niet on zinnig in den toestand, waarin hij ver keerde, zijn ouden schoolmakker te gaan opzoeken? Of was het een speling van het lot, dat zijn aandacht op Arno's boek was gevallen? Juist op het oogenblik, dat hij aan de waarde en de doelmatigheid van zijn handelwijze was begonnen te twijfelen? Ach. wat. hij zou maar een paar uur met Arno samen zijn; het zou wel spoedig blij ken. wat er bij de huidige omstandigheden van den vriend van vroeger was overge bleven. In het ergste geval zouden ze el kaar vriendelij k de hand ten afscheid drukken en daarmee zou hij dan weer een ervaring rijker zijn. Hij betuigde den wei- willenden bediende zijn dank voor diens bemoeienissen en verliet den winkel. De voorman van de asfaltploeg keek be denkelijk, toen hij hoorde, dat Burmester voor de rest van den dag verlof vroeg. „Vooruit dan maar!" bromde hij tenslotte. „Maar denk er om dat we daar geen ge woonte van maken!" „Nee. nee, het zal niet meer gebeuren", beloofde Lorenz en hij haastte zich naar een leege taxi, die juist voorbij reed. De chauffeur scheen weinig vertrouwen te hebben in zijn vrachtje maar toen Lo renz hem nogal van uit de hoogte het adres opgaf, waar hij wenschte te worden heengereden, slikte de man de spottende opmerking, welke hij in den mond had, in en gaf gas. Waarachtig, boven do deur van Arno Melssner's zeer smaakvol en in den nieuw- sten stijl gebouwd landhuis prijkte een kleurig schild met de woorden „Hartelijk welkom!" Arno zelf stond aan het hek van den voortuin om zijn vriend te begroeten. Hij vertrok geen spier van zijn gezicht, toen hij den man zag, die uit de stil houdende auto stapte. Hij scheen het bedenke lijke, ja zelfs mln of meer onbegrijpelijke uiterlijk van den vroegeren schoolmakker niet eens te bemerken. .Lorenz!" riep hij, terwijl hij de hem toegestoken hand bijna fijn drukte. „Is dat even een verrassing! Een mensch onder vindt dagelijks, dat de wonderen de wereld nog niet uit zijn, maar dat ik jou nog eens zou zien.Kom mee naar binnen! Ik heb al een paar goeie flesschen laten klaar zetten". „Stompie, kerel! Ook lk vind het buiten gewoon genoeglijk. Mijn hemel, hoe lang is het wel niet geleden, dat wij elkaar voor het laatst gesproken hebben? „Ja, dat is al een heel poosje geleden!" Zij gingen het huis binnen. De hall was met denzelfden smaak gemeubileerd, die ook het buitenaanzicht van het huis had verraden. Bij de trap bleef Arno staan, terwijl hij zijn hand op den schouder van zijn vriend legde. „Direct maar even iets principieels, LcS-enz! Mij persoonlijk laat het natuurlijk steenkoud in welken toestand je mij gezel schap wilt houden. Ik heb hier al heel wat hansworsten op bezoek gehad, die er akelig netjes uitzagen, maar wier aanblik alleen al voldoende was om je heelen dag te be derven. Wanneer je je evenwel als zoo- genaamden gentleman wat. behaaglijker mocht voelen, dan wil ik Je rivet genoegen eerst de badkamer wijzen. Daarnaast is de garderobe. Aangezien wij zoowat hetzelfde edele figuur hebben, kan Je gerust wat kleeren van mij aantrekken." „Ik moet eerlijk bekennen, Stomp, dat ik je voorstel graag aanneem. Al schaam lk me dan niet ln het minst voor mijn werk. ik moet toch toegeven, dat een schoone boord en een behoorlijk pak heel wat waard zijn". .Accoord, Lorenz! Laten we dan eerst die kleine verandering maar even aan brengen!" Het bleek lntusschen een zeer groote verandering te zijn, welke met Lorenz had plaats gehad, toen hij een klein uur later zijn gastheer naar het terras aan de ach terzijde van het huls volgde. Hij was keurig geschoren, droeg een lichtgrijs pak dat hem uitstekend paste, bruine lage schoe nen en was daarmee van top tot teen een alleszins representatieve jongeman. De ar beider Burmester was weer de medicus dr. Burmester geworden. „Mijn respect!" zei Stamp. „Je zult me wel niet kwalijk nemen, als ik zeg dat je me zoo beter bevalt". Hij riep een of andere naam en direct daarop verscheen een vrouw van middel baren leeftijd met een witte schort voor. „Hoe staat het met het middageten, juf frouw Reschke? Hopenlijk blameert u mij niet! Mijn vriend, dr. Burmester, Is een ongeloofelijke fijnproever. Juffrouw Reschke is mijn huisdraak, Lorenz! En ze verbeeldt zich, dat zelfs de directie van „Adlon" geen betere kookster onder haar personeel telt." lntusschen had een jong, blond dienst meisje met een eigenwijzen wipneus de wijn geserveerd, waarbij zij van de gelegen heid gebruik maakte den onverwachten gast nieuwsgierig op te nemen. (Nadruk verboden), (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 5