De wieg der koningen w -In de schaduw der tronen LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 5 Augustus 1939 Derde Blad No. 24344 80ste Jaargang De geboorte van Prins Willem Frederik George Lodewijk (later koning Willem II) op 6 December 1792. (Naar een teekening van C. Schreurs.) 1772 I# schrijven 24 Augustus 1772. Een drievoudig salvo, afgevuurd door de troepen, die zich op de Maliebaan in den wapenhandel oefen den, verkondigde Den Haag de gelukki ge verlossing van H. K.H. Prinses Fre- derika Sophia Wilhelmina van Pruisen gemalin des Erfstadhouders Willem V. Een zoon was haar geboren, Willem Frederik, die voorbestemd was de eer ste drager van de Nederlandsche Ko ningstroon te worden; hij, die jaren in ballingschap zou rondzwerven, terwijl zijn vaderland onder vreemde over- heersching gebukt ging, Koning Willem I, zag op deaen dag het levenslicht op het Huis ten Bosch. Het geschut davert, de klokken luiden, overal wapperen oranjevlaggen. Maar van grootsche feestelijkheden wordt afgezien: de tijden zijn er niet naar. Reeds bij de ge boorte van Willems zusje Frederika Louisa Wilhelmina, twee jaar eerder, hadden de Staten van Holland openbaar afgekondigd, „dat Zijne Hoogheid uit aanmerking van de tegenwoordige bezwarende omstandig heden en in het bijsonder de groote duurte der levensmiddelen, van oordeel was, dat de Illuminatien zoo in 's-Gravenhage als die verder in dit Gewest zouden kunnen ge schieden, behoorden agter gelaten te wor den". Beter zouden de kosten van zoodanige vreugdeblijken besteed zijn ten bate der ar men en behoeftigen. En ook nu, bij de ge boorte van den Erfprins, verzocht de Stad houder af te zien van kostbare verlichtin gen en groote vuurwerken. In de .Maandelijkse Nederlandsche Mer- curius" lezen wij over de Blijde Gebeurtenis het volgende „Op Maandag 24 Augustus 's morgens een kwartier voor 5 uren, is Hare Koninklijke Hoogheid zeer spoedig van eenen welge schapen Prins verlost. H. K. H. was den vorigen avond ten 6 uren nog met Hare Da mes een tour naar Scheveningen gaan rij den, en zag 'er vrolijk en wel uit. De Prinses en de jonggeborene zijn, na tijd en omstan- digheeden, zeer welvarende. Een courier van 't Huis in 't Bosch of d' Orange-Zaal, al waar het Stadhouderlijke Hof den gant- schen Zomer verblijf gehouden heeft en de Kraam-Kamer in gereedheid was, bragt deze heughhjke tijding aan. Verscheiden Expressens zijn naar de met het Stadhou derlijke Hof vermaagschapte Hoven afge vaardigd. Vervolgens hebben op Hoge order alle de klokken geluid en is 't Canon gelost. Terstond wierd door de Staaten-Trompet- ters het bekende Lied: Wilhelmus van Nas- souwen uit eene der Vensters geblaazen. Ondertusschen is de vreugde van deze ge denkwaardige dag zo groot en zo algemeen dat dezelve alle uitdrukkingen te boven gaat". Het „Echte Hofberigt" meldt nog dat de Jonge Prins „goede tekens van gezondheid geeft" Wat men daaronder heeft te ver staan. blijkt uit wat den volgenden dag of ficieel wordt gemeld: „De tweede dag steld zich wederom voor spoedig in, hebbende H. K. H. zeer wel ge rust, en de jonggeboren Prins ook wel, doch zijnde deze nacht een weinig lastig geweest" Gelukkig kon men op 26 Aug. het volk ge ruststellen: „Ook is de Erfprins veel stiller en meer slapende, volmaakt rustende en iraag in 't zuigen". Eenige dagen later: „de Erfprins is zeer gelukkig in schoonheid en sterkte toegenomen" en Zijn moeder brengt de dagen door „zonder bij komst van smar telijke toevallen, koortzen of ongemakken, maar met gelukkige aangroeiing van krach- t<jn" Blijkens dit verslag heeft men verder alleen een soort parade gehouden „onder [jet speelen van het aangenaame Air: Wil- uelrrus van Nassouwen". i-"ïn I7en September werd de jonggebore- [Je oor den Stadhouder zetf ten doop ge- n&uden. 1792 Wij sohwj-ven 6 December 17-00. Weer don dert het geschut en de wensch van Neder- Jj, die het volgende, goedbedoelde cre dent vertolkt, is in vervulling gegaan Neg maar weinig, weinig dagen, Neerland! welk een hoop en troost. Als gij# 't Vorstlijk paar hoord juichen In het'nakroost van zijn kroost, Bat was het bijzondere: Willem V was Rootvader geworden, hetgeen de Republiek ^dat geslagt nog niet gezien heeft", gelijk e Nieuwe Nederlandsche Jaarboeken voor het jaar 1792 het uitdrukken. Het Huis van Oranje scheen bevestigd: Willem V was 44 jaar oud en dus in de volle kracht van zijn leven; zijn zoon was 20 en reeds spartelde weer een kleine Oranje in de wieg. Met Prui sische hulp was het gezag van het Stad houderschap hersteld en had men duchtig opruiming gehouden onder de Patriotten of Keezen. „Willemijntje de Schoonmaakster" noemde men de echtgenoote van Zijne Doorluchtige Hoogheid spottend, maar niet geheel ten onrechte. Weinig kon men ves- moeden dat nauwelijks drie jaar later de Fransche revolutie ook hier te lande haar uitwerking zou doen gelden en Nederland van zijn Oranjes zou berooven. Onbewust van deze dreiging: vierde men het feest der geboorte van Willem Frederik George Lodewijk, den lateren Koning Willem II. De vurige Oranje klant Bilderdijk dichtte zijn Geboorte zang, aanvangend met de regels: Doorluchtig Zuigling, vrucht van liefde en huwelijkszegen, Door duizend zuchten, van Gods menschen-min verkregen! Die thands, geliefkoosd- aan de moeder lijke borst, Slechts mensch, slechts zuigling zijt, uzelv' niet kent als Vorst! Beminlijk Wicht, Gij, in dees kommer volle dagen 't Verzeek'rend onderpand van 'sHoog- sten welbehagen. Voor ons, uw Volk, uw Kroost, uw vrijgemaakt gezin! Ai, duld de blijken van onze ongeveinsde ïwfri! Een aardigen inval had de teekenaar Q. Scheurs die den kleinen Willem voorstelde als een cadeautje, dat onzen ationale heilige, St. Nicolaas, op zijn verjaardag in de armen van de Nederlandsche Maagd legt. Grootvader Willem en zijn schoondochter, eenigszins eigenaardig in 't gezelschap van God Mars, kijken blijmoedig toe. terwijl op den achtergrond de Nijl op de vlucht slaat. Het onderschrift luidt: Al buldren ook de Staatsorkanen, Al wappren bloedige oorlogsvanen, St. Nikolaas vergeet Prins WiUem niet, Wien hij zijn eersten kleinzoon biedt. De luister van de Oranjezon moog tanen, Zy rijst wêer schooner in 't verschiet. Bkfl-kbaar was 't toen ook al de gewoonte van de Nederlandsche jeugd haar vreugde te uiten door het afsteken van vuurwerk. Kort na de geboorte van zijn kleinzoon vaardigde Willem V tenminste een nieuw „verbod van schieten" uit: „Alzo nog dage lijks bevonden word, dat verschelde Jonge lingen en andere Personen hen niet ont zien alhier in den Hage in het Voorhout, op den Vijverberg, Kneuterdijk en andere plaatzen meer, Swermers en Voetzoekers, niet alleen des avonds, maar ook des daags voor en onder de Koetzen en Paarden te werpen, ook met Busschen en Snaphaanen te schieten, daar door ligtelijk een groot ongemak zoude kunnen ontstaan, zo is 't dat Wij nog wel expresselijk verbieden aan alle Persoonen, van wat qualiteit, ouderdom of conditie die zouden mogen wezen, voortaan te werpen eenige Swermers, Voetzoekers of andere dusdanige brandende machines". Wie „contrarie dezes" doet, verbeurt telkens 3 guldens „welke boete zal worden geëxecu- teert met het afneemen van het opperste kleed en Schietgeweer." Waarschijnlijk zullen in die dagen nog heel wat Haagsche knaapjes in hun onder broekjes zijn thuisgekomen de oud-va- derlandsche baldadigheid liet zich nu een maal niet gemakkelijk onderdrukken. Den 28en December is de jonge Prins plech tig in de Groote of St. Jacobskerk gedoopt. Een waarlijk vorstelijke stoet, waarin de volledige Staten-Generaal, die als peters optraden meeliepen, gevolgd alsof 't nog niet genoeg was door 25 peters en meters uit Brandenburg. Brunswijk, Nassau en Hessen, begaf zich te paard, per koets en te voet naar het bedehuis, waarin tegenover den preekstoel een „pragtige Armstoel met eenen lessenaar stond, behangen met een rood fluweelen kleed met goud gegalon neerd. voor den jonggeboren Prins; met een weinig ter linkerzijde een Pedestal, waar op het zilveren Doopbekken". Achter de baby zat de Stadhouderlijke familie, daar omheen stonden de „gevaders". En de tekst van de preek luidde: ..Uw Huis zal bestendig zijn 1817 Wij schrijven 19 September 1817. Na de stormen der revolutie en der Napoleontische oorlogen zijn de Oranjes in het vergroote Nederland teruggekeerd. Willem I is koning geworden, zijn zoon, de kroonprins, de held van Quatre-Bras, woont met zijn gemalin Anna Paulowna, dochter van wijlen den Russischen czaar Alexander I, te Brussel. En vandaar schreef een journalist op 17 September 1817: „Elk oogenblik verwacht men het berigt van de verlossing Harer K.H. de Prinses van Oranje te zullen vernemen. Indien de jonggeborene een prins is, zal zulks door 101 kanonschoten den volke wor den bekend gemaakt. Zoo het eene prinses is, is het aantal der schoten op 34 bepaald" En het werden 101 schoten; onze latere Koning Willem III werd op 19 Fe bruari des avonds te kwart voor elf geboren. Maar pas met het aanbreken van den dag hoorde men het geschut bulderen. BMjkkaar wilde het Hof de Brusselaren niet in hun slaap storen. „Deze verlossing vervult <ie hoop van alle Nederlanders met aan dezelve een erfgenaam te geven van Z. K. H. Alexander Paul Frederik Lodewijk, Erfprins van Oranje. de dapperheid en de deugden van zijnen doorluchtigen Vadbr", schreef een courant. Latere berichten melden „dat de jong geborene van een sterk gestel schijnt te zijn. Hij heeft eene zeer gezonde minne van het land bekomen. Groot is de vreugde welke deze gelukkige verlossing alom ver spreidt. De eerste professor bij de Ant- werpsche schilders-akademie heeft eene vergulde medaille uitgeloofd voor den genen der kwekelingen, welke de beste schets, betrekkelijk deze gebeurtenis, ont werpt". Wellicht is de zinneprent die hier bij gereproduceerd is, met den eersten prijs beloond. Wij zien daarop den kleinen Willem zittend in een opengesprongen Oranje-appel. Een klok met het opschrift; „II est né" staat op kwart voor elf. Men be speurt nog juist de hand van den Ti. dgod die op deze woorden wijst. Op den voorgrond prijken het Nederlandsche en het Russi sche wapen met een kroon. Des morgens van den 20en begaf zich Z.K.H. de Prins zeer eenvoudig gekleed naar Z.M. den Koning; aan den uitgang van het park werd hij door de gezamenlijke kaai werkers opgewacht „welke hoogstdenzelven op de hartelijkste wijze begroetteden". Op 2 Maart werd in de St. Gudule een plechtig Te Deum aangeheven door den voormaligen Bisschop van Roermond. Tal van ministers, grootofficieren van de kroon, kamerheeren des konings, burgerlijke en militaire overheden in groot gala woonden deze plechtigheid bij. In deze dagen hooren wij ook het zware geluid van den „door Apollo geheel beziel den" Tollens: Wappert, vlaggen! van de stengen, Brult kartouwen, baldert luid. Spreekt de vreugde krachtig uit, Gaat de blijmaar overbrengen; Zegt dat Anna Nassaus troon Heeft vereeuwigd door een' zoon. Velden, vloeden, steden, streken, Schalt en schatert, juicht en looft! Spitse torens, heft het hoofd. Laat de vlaggen hooger steken! Wimpels, wappert hemelwaart: Anna heeft een zoon gebaard! En in dien trant gaat het nog acht cou pletten voort. Den 29en Februari 1817 werd in de Neder- duitsche Protestantsche Kerk te Brussel Willem Alexander Paul Frederik Lodewijk ten doop gehouden en 's avonds werd in den geillumineerden schouwburg een zinne beeldige pantomime gegeven: De geboorte van den zoon van Mars en Flora, waarin veel Russische costuums, Cupido's, bloemen en dansen voorkwamen. (Door dr. P. H. Schroder). Om dc figuren onzer Koningin uit het Huis van Oranje groepeeren zich telken male de prinsen en prinseaeen uit dat Huis, die door het volle licht, dat steeds op de vorsten is gevallen, min of meer in de schaduw zijn gebleven. Op den dag der geboorte eener nieuwe Oranje-telg richten wij nu de zoek lichten onzer belangstelling eens op hen. Want te veel wordt vergeten dat een koning ook vader, ook zoon, ook broeder ia, dat ook aan koninklijke hoven een fa milieleven bestaat met zijn menschelijke vreugden en zijn menschelijk leed. Een familieleven, waarvan de buitenwereld even weinig bespeurt als van wat zich bin nen de muren van onze woning afspeelt. Ook een koning kan treuren, ook een koning kan in angst verkeeren over het lot van zijn zoon, zich zorgen maken over het huweljjk zijner dochter. Ook een koning kan blij zijn en trotsch op wat zijn broeder heeft tot stand gebracht en op wat zijn zuster van haar leven maakt. Koningen hebben niet alleen oorlogen gevoerd en wetten oncHerteekend. Zij hebben gelééfd, zooals wij allen. prins de zuster van dan Russischen Czaar Alexander I. In deze jaren leeft nog altijd de „Oude Prinses", de moeder van Willem I, weduwe Als wij de figuren van ons Oranjehuls eens konden ontdoen van het majesteite lijke purper, van de uiterlijke schittering en luister, dan zouden zij uitnemend geschikt zijn voor een groot-opgezetten familie roman. Daar is Willem I. de hard werkende en zuinige vader van het gezin. Grootsche plannen heeft hij en voert hij uit Hij is groot grondbezitter en zijn landen moeten vrucht baar gemaakt worden. Kanalen wil hij gra ven, polders droogmolen, de scheepvaart be vorderen. Mij wil dat alles en weet dat hij het kan. Waarom willen dan anderen zich AHegorische voorstelling der geboorte van Willem Alexander Paul Frederik Lodewijk, Erfprins van Oranje Nassau. tNaar een schilderij van J. Frangols.j, Prins Frederik, zoon van koning WiUem I. met zijn werk bemoeien, hem controleeren, mede beslissen? Hij is een autocraat, deze familievader en met wien botst zulk een ader eerder dan r.-et zijn oudsten zoon? Vocral als dit z a jaren in het buitenland heeft gezworven, ged'-nd heeft onder vreemde vanen, met krijgsroem beladen naar huis is gekeerd De zoon is officier, is royaal en joviaal, hij houdt van feestvieren, zonder ook maar eenigszins een losbol te zijn. En nu komt de strenge vader en heeft huwelijksplannen voor zijn opvolger. De jonge Willem steigert als een jong paard dat voor het eerst den straffen teugel voelt maar schikt zich ten slotte. Charlotte van Engeland, de aanstaande Kroonprinses, blijkt echter al gauw een bij zonder nukkige, veeleischende en oneven wichtige jongedame te zijn. Plotseling ver breekt zij op bruuske wijze de verloving en een jaar later in 1816 htrwt de Kroon prins Willem van Oranje, oudste zoon van koning WiUem III. van stadhouder Willem V. Hildebrand ver telt In zijn boekje ..Na vijftig jaar", dat zij het Paviljoen in Haarlem bewoonde en dat de inwoners van de „indertijd erge Keezen- stad Haarlem haar bij voorkeur „Wille mijntje" plachten te noemen". Met haar hield 's Konings zuster, prinses Louise, daar verblijf. Deze .I.oulou" moet een zeer min zame en ontwikkelde vrouw zijn geweest. „Van harte het liefste mensch dat er leeft", noemt Van Hogendorp haar. Met haar stum- perigen man, den erfprins van Brunswijk, had zij moeilijke huwelijksjaren doorleefd en na zijn dood woonde zij met haar moeder samen. Beide dames hielden zich wat af zijdig. maar deelden van ganscher harte in de voor- en tegenspoeden van het groote ge zin, waarvan vader Willem zoo geheel de leiding had. Hoe gelukkig paste bü hem de Koningin. Wilhelmina van Pruisen, een zachtmoedige, volgzame vrouw, die vaak verzoenend optrad als de verhouding, vooral tusschen vader en zoon, weer eens gespan nen werd. Zes en veertig jaar lang waren zij gehuwd en de door der Koningin in 1837 was voor den bejaarden vorst een zwaar en smartelijk verlies. Hoe gansch anders werd het leven van het Oranje-gezin, toen in 1840 Willem II tot Koning werd gekroond. In het paleis aan den Kneuterdijk gaf men hoffeesten, zooals Nederland ze nog niet kende. De exotische figuur der statige Anna Paulowna in haar kostbare toiletten en met haar schat van diamanten vormde er het middelpunt.. Er was iets vreemds geweest in het huwelijk van deze afstammelinge der Romanows met den Kroonprins van het kleine rijkje aan de

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 9