Twee meisjes en een vacantie
Een erge teleurstelling voor Roosje en Greet
Maar ze houden zich dapper!
len;
door
R. DE RUIJTERV. d. FEER.
q
Het zou écht heerlijk worden bij
Roos en bii Gret
Ze legt haar schrijf bloc voor zich en begint
Op het grasveld voor het huis, in de
schaduw van de brume beuk, d e altijd zoo
heertijk koel boven je hoofd ru'st, zit Ro-
semarie. Ze heeft het hele tuinameuble-
mentje, dat anders altijd achter het huis
staat, hier naar toe gesleept, want ze
heeft véél te doen en één stoel met een
tafeltje vindt ze niet gezellig
„Waarom zo'n gesjouw, kind?" vraagt
moeder, die in de keuken bez'g is.
„Ik moet netjes zitten, hoor! Ik ga een
brief aan Greetje schrijven en dan w'l ik
niet zo slordig zitten, of ik er maar zó
neeTgegoo d ben! Het mag toch wel, hè?"
„Natuurlijk, Roosje. Ais je alles maar weer
netjes op z'n plaats brengt!"
..Daar kunt u van op aan!" En Rosema-
rie gaat nog even het huis in en haalt een
aardig gebloemd kleedje, dat ze over het
tafeltje legt. Ziezo, nu is het knus. Ze legt
haar schrijfbloc voor z*ch en beg'nt:
Lieve Greet
Hoe gaat het met je? En met je Vader en
Moeder en met die lieve kleine Wiesje?
Met ons gaat het best. Allemaal blakend.
Maar de jongens een beetje te èrg blakend,
want ze plagen vreselijk! Vanmorgen had
ik net m*n haar opgemaakt en dat is zo'n
werk, want het wordt al zoo mooi lang,
toen Kees opeens het lint eraf rukte. Ik
kon het net niet meer overdoen voor
school. Vals hè? Ik benijd jou, dat je geen
broers hebt, al zijn ze soms ook weieens
goedig (vooral als ik jarig ben en op tof
fees tracteer!).
Maar, Greet, wat ik zeggen wou: moeder
heeft gevraagd of je in Augustus weer
veertien dagen komt logeren Ltefst van 1
tot 15. Zou je mogen?
Het is hier nu reuze-gezell g, zeg! We
hebben een nieuw zwembad en daar gaan
we haast iedere dag heen En heel achter
in de tuin bij de sloot zit een eend op
e eren. D:e zullen wel zowat uit zijn als je
komt. Snoez g hè, die kleintjes? En de
kruisbessen zijn rijp, de pruimen nog n et
helemaal. Ik zal zorgen, dat er wat kru s-
hersen voor je aan blijven zitten, hoewel
dat erg moeilijk is met de jongens Als
je komt, breng dan je badpak mee en nog
iets voor het zonnebad. Ik heb een scha1 tig
strandpantalonnetje met een blousje, wit
met rood gestreept
Als je komt. bemoeien we ons helemaal niet
met de jongens, we zijn lekker de hele dag
samen. Ze hebben een kano, maar daar
willen ze ons tóch niet inlaten. We hebben
hen ook niet nodig hè? Pff, wat jij? Ik
weet een heel leuk, enig gehe mz:nn'g
plekje hier in de tuin Dat weet ik alleen
en jij dan ook natuurlijk en we kunnen er
samen zitten lezen.
Zeg, ik ben nu bij de padvindsters, net
als jij Ik vind het. wim zou zeggen
„jofel", maar dat is geen meisjeswoord.
Bedenk jij maar een beter, Greet!
Dag, dag, dag, da-a-ag! Is dit geen lange
br.ef geworden? Schrijf gauw. of je mag.
Heel veel groeten en kusjes voor Wiesje en
een dikke voor jou en hartelijke groeten
aan je vader en moeder van
Rozemarie."
Ziezo, dat is af! Roosje rekt zich eens uit,
bekijkt de lange brief met voldoening en
veegt haar vingers, d e vol inkt zitten, af
aan het vloeitje. Ze is heus stijf geworden
en een oogenblik later rent ze het gras
veld over en het huis binnen om aan moe
der een envelop te vragen. Er zullen wel
twee postzegels op de brief moeten, zó
zwaar is hij geworden.
„Greet, Greetje!"
„Ja, Moes!"
„Een brief voor je. Van je vriend!n
Roosje
„O, ik kom, ik kom!" En Margreet springt
bij twee treden tegelijk de trap af, glijd uit
over het matje en valt prec'es voor moe
der 's voeten.
.Greet wat ben je weer wild! Foei!"
Maar in mocder's bruine ogen, die prcies zo
vrolijk lachen kunnen als die van Greet,
vonkt het.
„U bent niet écht boos!" roept Greet. Ze
grijpt de dikke brief en holt er neuriënd
mee naar haar kamertje.
„Die Roos is toch een enigerd!" denkt
Greet, als ze de brief van A tot Z gelezen
en herlezen heeft. Vlug naar beneden om
moeder te vragen, of het mag! Denken en
doen zijn één bij Margreet. Ze loopt al naar
de deur. maar. dan bedenkt ze z'ch op
eens, dat moes altijd zegt: ,Maak altijd
eerst af, waar je aan bezig bent en begin
dan iet- n'euws" En ze is immers bezig
met de bedden op te maken, omdat ze
moes zo graag helpen wil! Vooruit dan
maar.
En Greet begint gehoorzaam weer in te
stoppen alleen maakt ze eerst nog de
kievitspas door de kamer en balt ze een
poosje met een kuisen van louter vreugde!
's Avonds, als Margreet met haar moeder
afgewassen heeft natuurlijk heeft haar
mond die dag geen seconde stilgestaan over
de logeerpartij! gaat ze rust g zitten om
aan Rozemarie te schijven
En hier komt haar brief-
L*-ve Roosje.
Wat een reuzebrief heb je me geschre
ven! Jij kunt het hoor! ik zou het niet
klaarspelen zó lang! Dat komt zeker, om
dat je later schrijfster wil worden! Of is
dat a'weer overgegaan? Als ik groot ben,
word ik verpleegster Ik kan al heel netjes
Wiesje helpen ais moeder uit is Ik moet
moes ook heel erg goed helpen met de
huishoud ng, want we hebben nu geen
meisje meer. Cor is weg, omdat vader
n et zooveel meer verdient.
Maar ik v:nd het niet erg hoor! Juist
leuk om je moeder te helpen. Daar ben je
padvindster voor Ken jij de wet al? Nu,
daar staat het in.
Wat ben ik toch een domoor: ik vergat
nog te schrijven, dat ik heel, heel, héél èrg
dolgraag wM komen! En moeder vraagt of
je dan daarna een weekje bij mij komt.
j We hebben hier in Amsterdam we 1 geen
kano (waar je niet in mag!) en geen broe
dende eend, maar we kunnen toch wel
sch'k hebben. We gaan eens naar Artis en
met vader naar Schiphol op de f ets.
Schrijf gauw of je mag Ik zal twee bad
pakken meenemen. Nee hoor. de jongens
hebben we helemaal n;et nod'g We kunnen
ze missen als.je weet wel.
Nu weet ik n'.efcs meer. Dag. dag, dag,
daaaaaag!
Heel veel groeten voor de hele familie,
maar een klein groetje voor Wim en Kees,
omdat ze jou zo plagen van
Greet.
P.S. Mijn haar is eraf. Het krult uit
zichzelf. Leuk hè?
Als Margreet klaar is met haar briellrkt. Z
juist het vloeitje zoekt, komt moeder laan
nen. lens et
„Kind, weet je wel hoe laat het is?|hebbc
moet direct naar bed, hoor!" Ide aj
„Hè Moes, nu al?" zegt Greet, uitI dood
woonte tegensprekend. Maar ze schrikt,It ech
ze op de klok kijkt. Het is bij half tien. 1 Maai
vliegt een avond om, als je een lange blgauw
aan je beste vriendin moet schrijven Is de d
dan nog bovendien telkens je gedachljl hij
laat afdwalen en jezelf ziet rondplassenl-st ul
een heerlijk zwembad, ziet neerhurken In hel
een troepje jonge eendjes, pas uit hetloordt
of met een fijn luchtig vacantiejurkje aft alle
op de fiets door het bos ziet rijden! |?r's s
„Je ziet er moe uit, Greet" zegt mo
„U ook'* vindt Greet. Ja, nu ze haar mjeet^
dertje eens goed aankijkt, vindt ze, |aft".
Moes er èrg moe uitziet: zo bleek en i*?t ee
donkere kringen onder de ogen. En lier h
is zo verdiept geweest in haar brief a|ot. E
Roosje, dat ze er eigenlijk helemaal nietfh hi
gelet heeft, dat Moes de hele avond \|teuze
was.
„Waar bent u toch aldoor gew*
Moes?"
„Boven. Ik had nog zoveel strijkwerk
Greet is een beetje beschaamd. Nu hel is e
z ij de hele avond zitten schrijven en zil zal
fijn op de vacantie verheugd, terwijl Mi
der zo hard gewerkt heeft!
„Moes, wanneer komt Vader thuis?"
„Ik weet niet, Greet. Je kunt er weinig
aan, met de motor. Ik ga vast dekken en
sla aanmaken". En Moeder wipt alweer
haar stoel, waar ze eventjes is neergevi
„He, Moes. laat mij nu eens Vader's etir 111
klaarmaken!" roept Greet en ze "rent la« J:
naar de keuken. I
„Geen sprake van! Jij gaat onmiddellijk G
naar bed. Vader zou boos zijn, als hij je nlacht
op vond" zegt Moeder. En Greet weet, dl het
tegenspreken niet helpt en wipt na e#r J
hartelijke nachtzoen de trap op.
e, ik
edei
angj
Gr
■ij bi,
vas
?t pi
te
it.
mc
•ris
let. t
g
and
luift
gele:
t
|tuir
ntj
Ier
.ve
Een
lei li.
:t Z
lui
it
ief
f
De volgende morgen, als Greet zich j
heeft aangekleed, hoort ze Vader's s'
zachtjes roepen „Greet, Greetje, kom eei
hier!"
Klink er niet iets verdrietigs, iets
zorgds in Vader's stem? Greet is er al!
Als ze de slaapkamer binnenkomt, li
Moeder nog in bed. Er hangt een geur v
eau de cologne en Moeder heeft een ns
doekje op het voorhoofd.
Greet begrijpt het al: hoofdpijn...
hard gewerkt! Dat gebeurt wel vaker m<
Moeder.
Vlug neemt Greet de maatregelen,
nodig zijn: ze neemt Wiesje uit haar ledi
kantje, doet haar een schoon broekje a;
en wast haar gezichtje en handjes. En
kamt ze de grappige krulhaartjes overei"*
op het hoofdje.
„lesje pap! lesje pap!'' praat het klei]
ding.
„Ja Wies. Nu gaat Greet pap maken]
zegt het meisje rustig. Ze zet Wiesje in
tafelstoel, zó dat ze nergens bij-kan, dek]
vlug de tafel, zet theewater op en gaat pal
koken.
Als Vader een kwartiertje later aan taf<
schikt en ziet hoe handig Greet Wies ha:
papje voert, tikt hij zijn groote docht
liefkozend tegen de wang. „Je bent een fiji
hulpje, Greet" zegt Vader en hij kijkt hei
al iets minder zorgelijk.
O, wat heeft Greet het die morgen druk1
Ze moet afwassen, stofzuigen, stofafnemenj
bedden opmaken, telkens naar de voordeui
lopen om open te doen: bakker, melkboer]
groenteman en dan nog allerlei ander(
mannen, die graag iets willen verkopen! En|
ondertussen telkens naar Moeder kijken,
een beschuitje klaarmaken en Wiesje zoet-|
houden. Ze heeft haar zusje maar dadelijl
in de box gezet, maar vergeten, haar speel-|
goed te geven en nu schreeuwt de jonge
dame opeens moord en brand!
Greet is een oogenblik wanhopig! 7a
stapt zelf in de box en neemt Wiesje op
schoot om haar te sussen (want als Moedei
dat gegil hoort, wordt ze zenuwachtig!) en
terwijl ze bij Wiesje zit en zingt van „suja
suja kindje" hoort ze in de keuken de melk
overkoken
O, die arme kleine huisvrouw-verpleeg
ster-kinderjuffrouw, wat moet ze omtob-
ben!
Om één uur merkt ze pas aan het huilen
'van Wiesje, dat het tijd is om koffie te
drinken. Vlug weekt ze het brood in het
papje en zelf eet ze maar een paar sneetjes
uit het vuistje.
Hè, hè! Toch fijn om even te zitten! Als
Greet op haar tenen naar boven sluipt, is
Moeder in slaap gevallen. Dat is een goed
teken
Na vier dagen is Moeder weer op, maar
nog slapjes en doodmoe. Greet heeft hard