DE CONFERENTIE TE TOKIO LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 5 Augustus 1939 Vierde Blad No. 24344 De Pers over de opdracht aan Jhr. De Geer. gOsie Jaargang B BUIIENL. WEEKOVERZICHT Xusschen hoop en vrees „Ik wilde eens rustig met u praten over den hinder, dien ik van uw jongens heb". Roomsch Katholieken blijkbaar tot medewerking bereid VRAGENRUBRIEK Men kan nu wel optimist zijn en ten ioste van alles optimist willen blijven, het neemt niet weg, dat het steeds goed is de situatie nuchter onder de oogen te zien en voor wie dit doet, is er o.i., helaas, wei nig reden voor optimisme. Waarheen men den blik ook richt, er is geen licht-- punt aan den horizon te ontdekken Nu sla men evenwel ook weer niet over tot het zwaarste pessimisme, van oordeel, |bt aan een herhaling van 1914 geen ont komen meer aan is, men bedenke de waar heid van de zinspreuk: zoolang er leven is, is pr hoop! Toegegeven, dat dit niet be paald hoopgevend klinkt, anderzijds komen er soms de meest onverwachte oplevingen voor Het meest malle van het geval is onte genzeggelijk wel dit, dat als men overal een vrije volksstemming zou kunnen houden, geen der volken zich voor den oorlog zou uitspreken, zich welbewust van de meer dan gruwelijke gevolgen daarvan. Zijn het aan alleen de leiders? Ook dat is weer te simplistisch voorgesteld men zit als in een vicieuzen cirkel en draait rond en rond! Algemeen ziet men daarnevens het ge vaar al nader en nader komen, doch men voelt zich blijkbaar onmachtig het gevaar te keeren. Wanneer de ramp over ons we relddeel zou losbarsten, dan kan men nooit leggen, dat men den baaierd niet heeft zien aankomen, integendeel De z.g. zenu wen-oorlog wordt doorgezet tot het uiter ste, ia de hoop, dat aan een van beide zij den een inzinking zich zal voordoen, doch roodoende speelt men met vuur. Komt die inzinking niet, dan wijze men den uitweg eens aanHet is een zeer onverantwoor delijk spel, dat de Westersche beschaving tot in diepste nerven beroert en haar bij een uitbarsting met ondergang bedreigt! ■Alles blijft zich in de eerste plaats con- centreeren om Danzig. Blijkbaar is daar van Duitsche zijde de tweede phase van de verovering ingezet' die langs economi- schen weg. De politieke strijd was niet ver der te voeren zonder over te gaan tot een beslissingsdaad; deze durfde men nog niet aan en nu wordt het over anderen boeg gegooid. Doch wederom nadert het beslis sende moment ook in deze phase reeds! Polen houdt voet bij stuk en geeft nog in geen enkel opzicht krimp. Wat dan weer ral volgen? Langzamerhand nadert men echter van Duitsche zijde het einde van deze uitputtingsmethode, die totdusver niet het succes opleverde als bij de kwestie van Tsjecho-Slowakije. Daarover gesproken, zou Polen thans niet betreuren ooit aan die Duitsche beweging steun te hebben ver leend? Met de meeste beslistheid weigert Polen af te zien van zijn rechten op Danzig, langs den weg van minnelijk overleg zou gepraat kunnen worden over een regeling, doch voor geweld zal nimmer uit den weg worden gegaan, lederen dag kan men op nieuw deze verzekering vernemen en deze Is niet ijdel bedoeld. Polen weet zich daar bij inderdaad gesteund door zijn Wester sche bondgenooten, waarvan Engeland bij monde van zijn premier de Poolsche hou ding als voorzichtig nog zoo warm prees Voor het einde van het jaar is Danzig Duitseh, deed Hitier door Goebbels beioven, de tijd begint te nijpen, wanneer geen re geling wordt getroffen. Een merkwaardig feit is ongetwijfeld het rumoer, dat men in Engeland waarneemt tegenover de stilzwijgendheid, die daar an ders pleegt te worden bewaard. Er gaat geen week voorbij, dat niet een- of twee maal door de leidende figuren moet worden gesproken in antwoord op vragen uit het parlement. Uit den aard der zaak kan de iegeering dan niets nieuws meer brengen, zoodat al die verklaringen eenzelfden on dergrond dragen, doch de oppositie ver trouwt de regeering Chamberlain na het echec van Muenchen nog altijd niet, trots de vele geruststellende verklaringen, dat die tijden voorbij zijn en zij vindt daarbij steun bij een niet onbelangrijk deel van Chamberlain's eigen aanhang, ook al durft deze bij stemmingen nog geen kleur beken nen. Dat dit de Brltsche eenheid eenigszins ondermijnt, behoeft zeker geen nader be toog. Hetgeen te betreuren is, want juist In deze tijden komt veel, zoo niet alles aan °P het geloof in wat er zal gebeuren bij sen of andere „daad" op het politiek ter- win. 8tel daartegenover eens Frankrijk, dat nog zoo kort geleden een waar beeld van verdeeldheid scheen te bieden. Daar hoort men schier niets meer over hetgeen er Plaats vindt, daar werkt men in alle stilte om zich voor te bereiden op alle gebeurlijk heden. Men mag zelfs wel zeggen, dat het e?n merkwaardige stilte is, die over Frank rijk zich heeft uitgebreid, gelet op hetgeen van elders wordt vernomen. Duitschland neeft eenlge millloenen onder de wapenen r hoort men van oefeningen, Ita- «e houdt groot manoeuvres in de Po-vlak- to met nieuwe vechtwagens, naar met groot ophef wordt verteld, Polen is vrijwel gemobiliseerd, Roemenië houdt vervroegde groote manoeuvres, Engeland heeft zijn hzerve-vloot bemand en oefent en Frank- Dat Frankrijk gereed is, het behoefde niet meer de aankondiging, zooals Chamberlain «ee week aflegde bij het debat over de rerdaging van het parlement. En dat preekt voor zich zelf! "mt bij genoemd debat in het Britsche wnement bleek nog eens ten overvloede ïi riWantrouwen tegenover het huidig be- rJÜ, l Geenszins kan men zeggen, dat tof 'n rechtstreeks aanleiding daar- fiin door zÜn verklaringen, maar deze i 'jrh ook weer niet van dergelijken ben i die we'nig vertrouwen heb- n in zijn standvastigheid, kunnen wor- n overtuigd. Wijziging in het kabinet zou Coch0jertuiBmg wellicht kunnen brengen, zirh aartegen verzet de Britsche premier t., nof rnet hand en tand! En juist die 5,] ,?'lri Engeland geeft ongewild voed- altiiH nui Duitsche kringen, die het nog Baranii voorstellen, alsof op Engelsche Ewuto geen staat is te maken, m.a.w. dat bf,in op het beslissende moment weer zal halen Was- en Magnesiumfakkels - Illumineer- glazen en vulling - ERATO - Oude Singel 14, Tel. 20889 - Costuums voor Herauten - Op tochten - Gec. Voetbalwedstrijden - Ruiter feesten - Zwarte kleren en hoge hoeden. 45,75 (Ingez. Med.) Het wil ons voorkomen, dat zoodoende een gevaarlijk spel wordt gespeeld, mede gelet op den gang der besprekingen met de sovjets te Moskou. Rusland heeft opnieuw zijn zin doorge zet, militaire missies uit Engeland en Frankrijk vertrekken heden naar Moskou om met de Russen militair alles voor te bereiden voor een mogelijke botsing. On- noodig te zeggen, dat zoodoende de kansen op een overeenkomst aanzienlijk stijgen, ook al wordt erkend, dat inzake het vraag stuk der Indirecte agressie nog verschilpun ten aanwezig zijn. Komen de militairen echter tot een regeling, dan is al het an dere slechts bijzaak geworden Juist in dit opzicht verdienen de Duit sche maatregelen in het vroegere Tsjecho- Slowakije alle aandacht. Deze wijzen on dubbelzinnig op een voorbereiding voor een opmarsch in het Oosten, waar in het Wes ten een verstarde krijg zeker heet te zijn, dank zij de Maginot- en Siegfriedlinies. Steeds sterker wordt ook de Duitsche druk op Hongarije, dat zich bij de as heeft aangesloten, al voelt men instinctmatig, dat van die zijde groote gevaren dreigen. De incidenten met Roemenië behoeven ge lukkig niet al te tragisch te worden geno men. En nu nog het Verre Oosten. Langza merhand is steeds duidelijker geworden, dat Engeland geenszins de groote concessies heeft gebracht als van Japansche zijde werd beweerd. Zelfs los van de onverwach te Amerikaansche steunverleening. De Ja pansche pers voelt het thans ook volko men en gaat daarom des te meer te keer. Ofiicieel houdt Tokio zich echter nog ge dekt; daar voelt men blijkbaar, dat het gevaarlijk zou zijn te hard van stapel te loopen! Berichten over een aansluiting bij de as, gesuggereerd door conferenties van de daarvoor geporteerde Japansche gezan ten te Rome en Berlijn neme men dan ook voorloopig met het bekende korreltje zout. Het past in het spel, dat thans over de g3nsrhe wereld wordt gespeeld Een ge vaarlijk spel. dat ieder oogenblik tot on gewilde conclusies zou kunnen leiden Maar eens zal dit spel toch zijn einde moeten vinden; geen land kan op den duur de inspanningen dragen, waartoe het mo menteel is gedwongen. Hoe zal dit einde zijn? Men kan slechts hopen! Over de aan jhr. De Geer verleende op dracht tot kabinetsformatie schrijft de Nieuwe Rotterdamsche Courant c lib. i o.a „De heer De Geer, die, naar verluidde, tijdens de opdracht aan mr. Kooien mede werking aan een minderheidskabinet van r.kv.d. en c.h. had geweigerd, zou thans, hoewel de opdracht tot vorming van „een kabinet" hem alle mogelijkheden laat, naar men aanneemt beproeven een kabinet sa men te stellen met personen uit zooveel mogelijk partijen. In hoeverre hij daarin slagen zal, dan wel het ten slotte over een anderen boeg zal gooien, valt af te wachten. De roomsch-katholieken schijnen in elk geval teruggeschrokken te zijn voor de con sequenties van hun houding op 27 Juli tegen het vijfde kabinet-Colijn, dat nauwelijks opgetreden, alweer werd heengestuurd. Een samengaan van de r.-k. met de s.-d plus de v.d. secondante moet spanningen in de R.K Staatspartij hebben opgeroepen, die deze partij niet zou kunnen doorstaan, indien de r.k. Tweede Kamerfractie op haar weg naar een roomsch-rood-rose verbond was voort gegaan. Dit is voor haar wel een jammerlijk slot. De grootste teleurstelling zal echter wel de s.D.A.P. boeken, die de lang en vurig be geerde samenwerking met de R.K. Staats partij reeds tot stand meende te zien komen. Dat met dat al de heer de Geer. wil hij, in welke richting ook, slagen, een zware taak zal hebben, kan blijken uit het feit. dat zijn politieke denkbeelden ongeveer met die van dr. Colijn overeenstemmen". Het Alg. Handelsblad (lib.) zegt o.m.: „Na de adviezen, welke in de afgeloopen week door de zes fractieleiders en de ge wone adviseurs aan H.M. de Koningin zijn uitgebracht, moet de Kroon tot de over tuiging gekomen zijn, dat jhr. De Geer in de huidige politiek situatie in staat zal zijn velerlei tegenstellingen te overbruggen. Men kan veilig aannemen, dat een of meer der zes fractieleiders en zeker de roomsch- katholieke dr. Deckers aan de Kroon het advies hebben uitgebracht om niet de stricte consequenties te trekken uit het Kamer votum van den voorlaatsten Donderdag. Ware dit wel geschied, dan zou stellig de opdracht naar een r.k. staatsman zijn uit gegaan. Men moet nu afwachten in welke richting de thans aangewezen formateur de oplossing van de crisis zal zoeken. De opdracht spreekt van „een" kabinet en geeft dus vrijheid van beweging. Jhr. De Geer is stellig een diplo matiek en plooibaar man. Toch mag men hopen dat hij over voldoende ruggegraat be schikt, om invloeden terzijde te stellen die bijv. zouden aansturen op een quasi-natio- naal. maar in wezen roomsch-rood kabinet, waarbij zijn naam slechts als vlag zou die nen voor een andere lading". De Standaard (a.r.) is van meening dat de gang van zaken, welke in de opdracht aan jhr. De Geer tot uiting komt, in menig opzicht onduidelijk is. Het blad vervolgt: „Waarom is aan den leider der oppositie tegen het vijfde Kabinet-Colijn, dr. Deckers, niet een opdracht tot Kabinetsformatie ge geven? Waarom is, in het algemeen, een R.K. niet in de gelegenheid gesteld een Kabinet te formeeren? Waarom is juist jhr. mr. de Geer. die tegen de motie-Deckers heeft gestemd en die in het Kamerdebat van verleden week ern stig tegen het uitlokken van zulk een votuni heeft gewaarschuwd met de opdracht tot vorming van een Kabinet belast? Op deze en soortgelijke vragen kan geen bevredigend antwoord worden gegeven. Of dit later, n.l. wanneer meer bekend zal wor den over het verloop van de Kabinetscrisis tot heden, het geval zal kunnen zijn, be twijfelen wij zeer. De heer De Geer heeft zich in den laat- sten tijd meer dan eenmaal onbewimpeld over het financieel beleid uitgelaten en met betrekking tot dat beleid duidelijk voor het standpunt der Regeering gekozen. Daarover hebben we ons verheugd, maar dit feit stelt hem thans voor een uiterst moeilijke, naar het schijnt onoplosbare taak". De Maasbode (R.K.) zet boven haar be schouwing „Naar een nationaal kabinet". Het blad schrijft: „Voorop kan staan, dat aan terugkeer van het demissionnaire kabinet niet kan worden gedacht, alleen reeds hierom niet, wijl de indruk zou kunnen worden gewekt van een strijd tusschen Kroon en Kamer, die er zeker niet is. De overheerschende indruk is, dat de meerderheid van de adviezen aan de Kroon in de richting van een kabinet op zoo breed mogelijken grondslag zijn gegaan. Dit in verband met den nog steeds gespannen in ternationalen toestand en de op den voor grond staande kwesties van weermacht en werkloosheid, benevens de voor de hand lig gende moeilijkheid, met een meerderheids- of minderheidskabinet een andere politieke richting in te slaan dan het vierde kabinet- Colijn tot minister De Wilde's aftreden volgde en daarvoor nu, op de helft van de reis. nieuwe ministers bereid te vinden. Deze overwegingen hebben blijkbaar de voorkeur doen geven aan een kabinet op zoo breed mogelijken grondslag". Aan het slot zegt het R.K. orgaan: „Nu de Koningin aan jhr. De Geer blij kens de bewoordingen van de opdracht een zoo ruim mogelijke vrijheid van handelen heeft verleend, ligt de conclusie voor de hand. dat deze kans ziet een nationaal kabinet, althans een kabinet op zoo breed mogelijken grondslag, samen te stellen. Wij kunnen niet anders dan de hoop uit spreken. dat de heer De Geer snel moge slagen in een opzet, die zeker aanbeveling verdient en die bij slagen in elk geval In breeden kring vertrouwen zou wekken Overeenkomstig de bekende opvattingen van de christelijk-historischen op het punt van kabinetsformatie zal jhr. De Geer ver moedelijk meer met personen dan met par tijen in contact treden. De sondeeringen, die hij deed, wijzen ook reeds in deze richting". De Tijd (R.K.) acht het waarschijnlijk, „dat de nieuwe kabinetsformatie spoedig een feit zal zijn. De naam van jhr. De Geer. die tegen de motie-Deckers stemde en de daden van het vijfde kabinet-Colijn wilde afwach ten, maar van den anderen kant t.a.v. het optreden van dit kabinet zekere reserves uitsprak en ook zekere verwachtingen, welke ook als reserves konden worden opgevat, is in deze crisis reeds van meet af aan door velen naar voren gebracht als die van een mogelijke bemiddelende figuur tus schen de scherpe tegenstellingen. Of hij met zijn formatiepoging in dezen zin heeft ge werkt en is geslaagd, zal hopenlijk spoedig blijken". Het Volk (s.d.) schrijft: „Is onze kijk op het optreden van den heer de Geer de juiste een andere verkla ring schijnt niet mogelijk dan staan wij voor een verrassende wending. De vraag dringt zich op waarom niet de normale weg wordt gevolgd. Het had voor de hand ge legen de regelen van ons parlementaire stel sel in acht te nemen en te streven naar de vorming van een parlementair ministerie. In de beslissende vergadering van de Tweede Kamer bleek verleden week Donderdag, dat een stevige parlementaire meerderheid aan wezig is: deze meerderheid had uit verschil lende richtingen versterking kunnen krijgen. Minder dan ooit is er reden de beste, parle mentaire. oplossing van de crisis onbeproefd terzijde te stellen. Of de heer de Oeer in de gegeven om standigheden de aangewezen kabinetsfor mateur is? Wij zijn voortshands geneigd deze vraag ontkennend te beantwoorden. Juister ware het geweest als de formateur uit de meerderheid van Donderdagmiddag was voortgekomen. Zonder zich al te zeer te binden, heeft de heer de Geer zich toch in het algemeen doen kennen, als de voorstander van de finan- cieel-economische opvattingen van dr. Co- lijn opvattingen die voor de Kamermeer derheid zoo volstrekt verwerpelijk waren, dat zij onmiddellijk het doodvonnis over het vijfde kabinet-Colijn moest vellen". In het vervolg van zijn betoog houdt het blad echter een slag om den arm: „Intusschen ontbreken de gegevens voor het vormen van een definitief oordeel. De heer de Geer kent de inzichten van de Kamermeerderheid, met name ten aanzien van de werkloosheidspolitiek. De omstandig heid. dat hij zich ook tot figuren uit deze meerderheid heeft gewend, schijnt te duiden op de verwachting, dat hij met haar zou kunnen samenwerken. Het komt in de eerste plaats.aan op het program: op de d oeleinden, die een nieuw kabinet zich stelt. De kabinetsformatie moet passen op de Kameruitspraak van 27 Juli. Ons land heeft behoefte aan een krachtig ministerie, dat, zoowel op grond van zijn program, als krachtens zijn samenstelling en den gang van zaken bij de formatie, het vertrouwen en den steun van de parlemen taire meerderheid verdient". J. F. de G. te A. - Er vertrekt een boot van A'dam, De Ruyterkade steiger B, eiken Zondag om 10 uur voorm.; terug aldaar pl.m. 7 uur nam. Retour f.2; kinderen f. 1.25. Bovendien op Vrijdag en Zondag van De Ruyterkade steiger 2. Vertrek 8 u.40 voorm.; de boot blyft circa 1 uur te Urk liggen. Retour f. 1, 1ste klasse f. 1.25. J. A. U. te L. - Leiden, Voorschoten. Veur, Voorburg. Rijswijk. Wateringen. 's-Graven- zande. Hoek van Holland. Totaal 38 K.M. Het vertrekuur van de boot naar R dam is ons niet bekend; Rotterdam. Bergschenhoek. Benthui zen, Hazerswoude, Leiden. Totaal 35 KM.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 13