BINNENLAND Ons Kort Verhaal Ritmeester LESDSCH DAGBLAD - Derde Blad Zaterdag 5 Augustus 1939 De diagnose Delfzijl 125 jaar onafhankelijk, GEVEILDE PERCEELEN srgarert De boringen te Bentheim Zeker was er verschil in godsdienst, in op voeding, in levensinzicht. Het moet op de jonge Kroonprinses, toen zij in 1816 haar in trede deed in Den Haag, wel een vreemden indruk hebben gemaakt, dat de menigte haar en haar gemaal geheel omstuwde, de paarden van de koets spande en deze zelf voorttrok In Rusland was zij nooit met de bevolking in aanraking gekomen. Zij heeft hier te lande natuurlijk dadelijk kennis gemaakt met haar zwagei, prins Frederik en met haar schoonzuster Ma rianne. Frederik was toen een jonge man hij was in 1797, dus in de jaren der balling schap geboren. Door vader Willem werd hij sterk boven zijn ouderen broer voorgetrok ken en dat gaf natuurlijk moeilijkheden waarin Frederik bemiddelde en suste, zoo veel hij kon. Vele jaren van zijn lange leven wijdde hij aan de Maatschappij vat. Wel dadigheid en aan de Orde van Vrijmetse laren. waarvan hij grootmeester was. Prinses Marianne, eenige dochter van Willem I. dat is nu merkelijk het zorgenkind uit onzen roman. Een verbroken verloving eerst, dan een huwelijk dat een mislukkin'. wordt en eindigt met een scheiding; vele benoemde hem tot Stadhouder in Luxem burg. waarvan immers de Koning van Ne derland Groothertog was. Tot zijn dood heeft de Prins zijn beste krachten aan de I.uxemburgsche belangen geschonken, zon- Sophie, Groothertogin van Saksen Weimar Eisenach, geboren Prinses van Oranje Nassau. der echter ooit Nederland uit het oog te ver liezen. Zoo zien wij hem met zijn vrouw in 1869 aanwezig bij de opening van het Suez- kanaal. Mede door zijn financieelen steun kwam te Port Said het Nederlandsch Han delsetablissement tot stand en twee jaar later werd hij eere-voorzitter van de pas op gerichte Maatschappij Nederland, de vaste stoomvaartlijn op Indië. Tweemaal is Prins Hendrik getrouwd ge weest, maar beide huwelijken bleven kin derloos. Juist was hij voornemens uit zijn Luxemburgsche lustslot Wolferdingen naar Waldeck Pyrmont te reizen, om het huwelijk van zijn broer met Prinses Emma bij te wo nen. toen de dood hem wegnam. Prins Alexander, zoon van koning Willem m reizen in het buitenland: de huwelijken barer kinderen gesloten zonder dat zij daar bij aanwezig kon zijn; conflicten met de fa milie van haar man, die ook den lijkstoet van haar vader volgt, terwijl zij in Rome vertoeft; de dood van haar oudste dochter, die na een huwelijk van vijf jaar haar man met twee kindertjes achter laat het is eigenlijk alles even triest. Maar dan zijn er gelukkig nog lange rustige jaren te midden van hare vele kunstschatten op het kasteel Reinhartshausen bij Wiesbaden en op haar buiten „Rusthofbij Voorburg, waar zij da gelijks gasten uit de hooge Haagsche krin gen aan haar tafel vereenigde. Uit het huwelijk van Anna Paulowna en Willem II zijn vijf kinderen geboren. Een er van stierf onder het jaar, maar drie zonen en een dochter groeiden voorspoedig op. Het is zoo begrijpelijk en zoo teekenend tevens, dat hun vader aan hun opvoeding zeer veel zorg besteedde. Hij moet in dat opzicht zelf veel zijn te kort gekomen. Merkwaardig mo dern doet het paedagogische systeem van Willem II aan: geen overlading met feiten kennis. vooral geen verhalen over het „roemrijk voorgeslacht", lichamelijke opvoe ding, eenvoud Opmerken en leeren begrij pen. dat is belangrijk, zegt Willem. II. Wij blijven „in de schaduw" en spreken dus niet over den Kroonprins ,den lateren Willem m. De tweede zoon, Alexander, snel bevorderd tot generaal-majoor bij de cava lerie, schijnt voorbestemd „prince consort" te worden. In 1836 ondernam zijn vader al thans met hem en zijn broer een reis naar Engeland, naar prinses Victoria. Maar van deze plannen is niets gekomen. Alexander was niet sterk en in 1847 openbaarde zich bij hem een ernstige borstkwaal. Begeleid door zijn jongsten broer, Hendrik, reisde hij naar Madeira, waar het zachte klimaat, naar men hoopte, genezing zou brengen. Het volgend jaar is hij daar overleden. Prins Hendrik was de zeeman. Onze Oranjes zijn nooit erg reislustig geweest, maar deze prins zwierf over alle zeeën. Hij bezocht West-Indië, een jaar later maakte hij via Zuid-Amerika een reis naar de Oost, hij werd commandant van een Russisch Prins Hendrik, de „Zeevaarder". linieschip (dat was een attentie van zijn oom. den Czaari en nam deel aandevloot- manoeuvres in de Finsche Golf. Zoo ging dat leven door tot den dood van zijn vader. Willem III. nu koning geworden, had een andere bestemming voor Prins Hendrik; hij een weinig litterair vorst. Een kring van ge leerden en kunstenaars had zij in den loop der jaren om zich verzameld: Liszt, Motley. Ranke, Macaulay. klinkende namen van graag geziene gasten op het Huis ten Bosch. Maar een droevige trek op haar gelaat is niet te miskennen. Haar heengaan in 1877 was het eerste van een droeve reeks van sterfgevallen. 's Konings broer Hendrik en Kroonprins Willem stierven beiden in 1879. Over den dood van den laatste is veel te doen geweest Hij had zich weinig met staalzaken bemoeid mede omdat hij andere inzichten koesterde dan zijn vader. De laatste Jaren van zijn le ven woonde hij in Parijs en daar is hij ook vrij eenzaam overleden. 's Konings oom Frederik stierf twee jaar later, in 1881. Alexander, Kroonprins ge worden na den dood van zijn broer, volgde zijn oudoom op als Grootmeester van het Nederlandsch Groot Oosten. Hij had een zwakke gezondheid, deze prins, maar van zijn moeder had hij den litterairen en artis- tieken aard geërfd. Beroemd was zijn ver zameling handschriften en steeds breidde hij zijn collecties oudheden, miniaturen en schilderijen uit. Voor zijn broer Willem koesterde hij groote bewondering: de eer bied van den zwakke voor den sterke. Tegen aanvallen in de pers nam hij hem meerma len in bescherming. Toen zijn moeder ge storven was, trok hij zich steeds meer terug. Veelal vertoefde hij buitenslands en hij was ook in Parijs, toen Willem daar stierf. Vijf jaar later werd de grafkelder te Delft ook voor hem geopend. En de zeven-en-zestig jarige Koning had zich al zijn mannelijke verwanten zien ontvallen. Maar onze roman is nog niet ten einde. Het laatste hoofdstuk heft ons weer op uit het leed der rouw. Uit 's Konings tweede hu welijk werd in 1880 een dochtertje geboren. Prinses Wilhelmina. Met dit vorstenkind dat op tien-jarigen leeftijd Koningin der Nederlanden werd. komen wij in den eigen tijd. En tevens treden wij dan uit de scha duw in het volle licht dat op de Vorstin, op Prinses Juliana en Prinses Beatrix schijnt. Naar menschelijke berekening is de thans geboren Oranjeprinses voorbestemd in de schaduw te leven, in de schaduw der troon. Maar wij weten hoe dikwijls „menschelijke berekeningen" heeft gefaald en wij weten eveneens dat ook in de schaduw het men- scheUjk geluk is te vinden. Moge de jongge borene dat deelachtig worden! Dan is er nog de dochter, Sophie. Op 18- jarigen leeftijd reisde zij met haar man Karl Alexander van Saksen op een stoomboot Rijnopwaarts naar haar nieuwe vaderland. Die Karl was opgevoed door Goethe, op Goe- thes geboortedag werd hij ingehuldigd als Groothertog en na het sterven van Goethes kleinzoon Walther kwam het huis van den dichter aan den Staat, maar Groothertogin Sophie werd benoemd tot erfgename van al zijn papieren, de wetenschappelijke en ad ministratieve, de dichterlijke en letterkun dige. Later droegen Schillers erfgenamen ook diens schriftelijke nalatenschap aan haar over en op haar initiatief ontstond het „Goethe-Schiller-Archiv." De groote uitgave van Goethes werken waaraan men toen be gon. draagt terecht den naam „Sophienaus- gabe". Op den dag af 55 jaar na den groo- ten schrijver overleed zij. Wij komen in het derde Koningsgeslacht: dat van Willem III. Onze roman begint een tragische wending te nemen. In 1878 is de Koning nog omringd van Oranje-prinsen: zijn broer, Hendrik „de Zeevaarder", zijn zoons Willem en Alexander, zijn Oom Fre derik. Maar reeds was Koningin Sophie ge storven, de zeer litteraire echtgenoote van VOORTZETTING DER FEESTEN. De feestelijkheden ter gelegenheid van het 125 jaar onafhankelijk zijn van Delfzijl zijn gisteren, onder begunstiging van fraai zomerweer, voortgezet. Gistermiddag maakte een compagnie der bemanning van het in de haven liggende smaldeel, voorafgegaan door de stafmuzlek der koninklijke marine, een marsch door de stad. Groote belangstelling bestond ook voor de zeilwedstrijden op de Eems en van de gelegenheid om de schepen van het smaldeel te bezichtigen werd gretig gebruik gemaakt. Gisteravond om zeven uur ontvingen ten provinciehuize te Groningen de commissaris der Koningin met het college van gedepu teerde staten van Groningen de marine. Op het burgemeester Buiskoolplein tc Delfzijl hield de marine kapel gisteravond een taptoe, gevolgd door een muzikale rond wandeling, welke een groote menigte op de been bracht. De laatste dag der feesten, heden, wordt besteed aan admiraalzellen op de Eems en het slot der viering zal bestaan uit een grootsch vuurwerk op het strand. DE REGEERINGSTOMATENGOEP. HARTJES van MIJNHARDT bij hoofdpijn, kiespijn, zenuwpijnen rheumalische pijnen, periodieke pijnen, migraine, spierpijn, spit, kou en griep Bij apothekers en drogisten, koker 12 st. 50 ct. doosje 6 st 30 ct 4627 (Ingez. Med.) Ingrijpende voorschriften voor torna tenkweekers. De regeering werkt thans de plannen uit voor een nieuwe tomatensoepcampagne, waarvan de détails binnen enkele weken zullen worden bekend gemaakt. Als onder deel van deze plannen zijn thans ingrij pende voorschriften gegeven voor de West- landsche tomatenkweekers. Volgens een bekendmaking van de Ned. Groenten- en Fruitcentrale moeten de kweekers n.l. 30 pCt. van hun oogst voortaan aan de struiken geheel laten rijpen. Vorig jaar heeft de regeering soep ge maakt van uit de markt genomen export- rijpe tomaten, d.w.z. tomaten in halfrijpen toestand, zooals ze aan de WesMandsche veilingen algemeen worden aangevoerd. De tomaat rijpt dan n.l. op weg naar haar be stemming. De tomaat, die aan den struik rijpt, is echter veel zoeter en geuriger en j daarom beter geschikt voor verwerking in fabrieken. Hiermede is echter niet gezegd, dat de regeering 30 pCt. van den tomaten- oogst geheel uit de markt wil nemen Ook in den vrijen handel zullen deze, aan de struik gerijpte tomaten, afzet kunnen vin den voor verwerking tot purée e.d. Tot dus verre werd voor fabricage van purée veel de Italiaansche tomaat aangevoerd, die zoe ter heette te zijn dan de Nederlandsche. Dcor onderzoekingen, o.a. op den Proeftuin Zuidhollandsche Glasdistrict, is echter ge bleken. dat de Nederlandsche tomaat uit stekend geschikt is voor fabrieksdoeleinden. mits men het product aan de struik laat rijpen. De overblijvende 70 pCt. van den oogst zal inmiddels gemakkelijk aan de vraag van den normalen export blijven voldoen. Ten overstaan van notaris A. A, van Haaften te Lelden: Het huis met voor- en achtertuin te Oegst- geest, Julfei mansspaal 18. in bod f. 4200. koo- per de heer H. Korswagrt-i Nwi. q.q te Lelden voor f4350. DE KARIMATA OP WEG NAAR INDIË. De Karimata op weg naar Indië, is giste ren Gibraltar gepasseerd. Alles is wel aan boord. -A3- door ELSA KAISER. Professor Veldersma had juist zijn ronde door het krankzinnigengesticht gemaakt en wilde in zijn studeerkamer nog even rustig aan een studie voor een medisch vakblad beginnen te werken, toen zijn bediende hem vertelde, dat er een jonge vrouw wachtte die hem dringend wenschte te spreken. Professor Veldersma zuchtte, haalde de schouders op en zeide: „Laat maar binnen!" Toen de dame binnenkwam, keerde de pro fessor zich geïnteresseerd naar haar om. Zij was kastanjebruin en tenger van gestalte en haar blauwe oogen waren bijzonder naïef. Haar kleeding was heel eenvoudig. Met een vriendelijk gebaar wees de medi cus haar een stoel. „Waar kan ik U mee van dienst zijn, mevrouw", vroeg hij en keek in haar blauwe onschuldoogen. De Jonge vrouw wrong met een zielig ge baar de handen en zeide, met haar groote blauwe oogen op den professor gericht: „Het gaat om mijn man, professor. Hij heeft tegenslag in zaken gehad, maar ik ben er van overtuigd, dat hij er weer bovenop zal komen. Plotseling echter is er iets vreese- lijks met hem gebeurd, hij is aan een waan denkbeeld gaan lijden. Dat komt zoo! Ik be zit een hanger die uit zeven groote briljan ten bestaat, hangend aan een platlnaket- ting. Wij hebben altijd tot elkaar gezegd, dat als wij eens geen raad meer zullen weten, wij dezen ketting kunnen verkoopen Zoover is het gelukkig echter nog niet. Maar het waandenkbeeld van mijn man nu is, dat deze ketting gestolen is. Soms staat hij mid den in den nacht op en loopt jammerend door het huis, aldoor roepend: „De briljan ten, de briljanten!" Overdag verlaat hij soms eensklaps het kantoor, rent naar huis en doorzoekt alles. Het is nu zóó erg met hem geworden, dat ik bang ben en niet meer alleen met hem durf te blijven". De jonge vrouw vouwde smeekend de handen. „Ach, professor, zoudt u zoo goed willen zijn mor genmiddag om drie uur naar hem te komen kijken?" Bij deze vraag keek zij den dokter, met haar groote oogen. smeekend aan. „Kunt U morgen niet met hem op mijn spreekuur komen?" vroeg de professor, vechtend tegen het wonderlijke gevoel, dat de blauwe oogen in hem hadden wakker ge maakt. „U moet hem in zijn eigen omgeving zien, bij anderen is hij heel gewoon. Bovendien zou het mij niet lukken hem bij U te bren gen, dat begrijpt U toch wel?" zeide de jonge vrouw zacht en keek den geleerde overredend aan, terwijl een glimlach over haar gezicht begon te lichten die het iets wonder stralends gaf. Hij was plotseling overrompeld. „Nu goed, lk kom morgen om drie uur", beloofde hij. De jonge vrouw stond op en gaf den pro fessor haar kaartje. „Dank u duizendmaal, professor." fluisterde zei en haar oogen stonden vol tranen. De juwelier Elders boog diep voor de ele gante, jonge vrouw die achteloos in de lede ren fauteuil naast de vitrine met kostbare steenen zonk. „U hebt verleden week een platina ketting met een hanger van zeven briljanten ten toongesteld. Hij behoorde tot de Juweelen van het vroegere Czarenhuls", begon ze en legde een blanke hand, waaraan een ring van groote waarde schitterde, op het glas van de vitrine. „Kunt U mij dien eens laten zien?" De juwelier haastte zich aan het verlan gen van de cliënte te voldoen. Met een nonchalant gebaar nam zij het collier uit het etui en liet het een oogenblik in de binnenvallende zonnestralen schitte ren. „Wat kost hij?" vroeg zij en glimlachte plotseling, een heel teederen, wondermooien glimlach. De juwelier stond haar een oogenblik aan te staren, zichtbaar verward en mompelde toen. op bijna verontschuldigende toon, den exhorbitant hoogen prijs. De jonge vrouw maakte geen enkele be weging, maar de glimlach bleef om haar lippen toen zij zeide: „Wilt U vanmiddag tegen drie uur even bij mij aan huis komen, met het collier? Ik kan natuurlijk niet al leen beslissen, het collier is zeer kostbaar, mijn man zal het even moeten zien. Ik stel er echter prijs op, dat U persoonlijk komt" „Ik ben geheel tot uw dienst, mevrouw", antwoordde de juwelier, „lk zal zorgen om even vóór drie uur bij u te zijn". Precies tien minuten voor drie uur schelde juwelier Elders .aan het opgegeven adres Een keurig dienstmeisje opende de deur en liet hem in een salon. Nauwelijks was hij gezeten of de jonge vrouw kwam binnen. „Hebt U het collier bij u?" vroeg zij en haar heele gezicht straalde door den wonderen glimlach. Hij overhandigde eenigszins plechtig het etui. Zij wierp er even een blik in. „Een oogenblik", verzocht zij, „mijn man is hier naast, ik kom dadelijk terug". En voordat hij kon tegenspreken was zij de kamer al uit, het etui meenemend. Enkele minuten later sloeg zacht ergens een deur Juwelier Elders wachtte geduldig en keek intusschen rond. De kamer was kostbaar gemeubeld en getuigde van veel smaak. El ders liep heen en weer, het wachten duurde lang en de doodelljke stilte verontrustte hem. Hij opende voorzichtig de deur en keek in de gang. Niemand te zien. Hij trad in de kamer terug, liep naar het venster en keek uit in de straat. Ergens sloeg een klok drie uur. De juwelier wachtte nog vijf minuten en toen luidde hij met een tafelschel, die hij zag staan. Het dienstmeisje kwam haastig aangeloo- pen. „Waar is mevrouw?" vroeg Elders ang stig. „Mevrouw? Wel, mevrouw is een kwartier geleden uitgegaan", was het antwoord. „En mijn briljanten!" schreeuwde mijn heer Elders Het meisje keek hem dom aan. „Mijn briljanten, o, mijn briljanten!" jammerde mijnheer Elders Hij wilde het meisje opzij duwen maar zij wenkte iemand. Een heer trad binnen. „Professor Vel dersma", stelde deze zich voor. „Mijn briljanten, mijn briljanten!" jam merde de juwelier zonder op de formaliteit te letten. „Aha, dit is dus de echtgenoot", mompel de de professor en toen luid. „Ja, juist, uw briljanten". Woedend schreeuwde de juwelier, op den dokter toespringend. „Mijn briljanten heeft zij meegenomenmet een glimlach en met wat voor oogen1" Professor Veldersma wenkte het dienst meisje. Deze scheen den wenk onmiddellijk te begrijpen, want zij opende de straatdeur en riep iets. „Oplichters, dieven, help!" schreeuwde mijnheer Elders. Twee mannen traden binnen en namen den Jammerenden man tusschen zich in. „Afdeellng onrustigen", zeide de profes sor kalm en volgde de groep naar de gang. Buiten stond een auto. De twee oppassers duwden den spartelenden Juwelier in den wagen, sprongen er eveneens in en toen reed de auto pijlsnel weg. „Je kunt mevrouw zeggen, dat het in orde is", zeide de professor tot het dienstmeisje. „Als mevrouw wil, kan zij straks even komen kijken en anders morgen, dan zal hij wel wat rustiger zijn". Fijntjes glimlachend sloot het meisje de deur achter den professor. „Jullie hebt haar alle twee voor het na kijken", mompelde zij en begon haar man tel aan te trekken. (Nadruk verboden). (Auteursrecht voorbehouden). NIEUW GEDEELTE VAN HET AMSTERDAM-RIJN-KANAAL GEREED. Nauwelijks was een zware baggermolen gisteren eenige uren bezig met het weg. graven van den ouden verkeersweg Utrecht- Jutphaas, ter hoogte van de scheepswerf „De Licsbosch", welke nog de eenige al- scheiding vormde tusschen het oude en nieuwe gedeelte van het Amsterdam-Rijn. kanaal, of een tweetal vaartuigen van den rijkswaterstaat met de driekleur in top kwam het thans gereedgekomen gedeelte van het kanaal afvaren en passeerde de in middels gegraven geul. Door de openstelling van dit kanaal gedeelte, hetgeen vermoedelijk reeds heden zal geschieden, kan de scheepvaart op Am sterdam in één ruk door voortgang vinden, waarbij het hinderlijke schutten in hei nauwe kanaalgedeelte aan de grens van de stad Utrecht tot het verleden gaat behooren. Een woord van aanbeveling is niet meer noo- dig. De Ritmees ter Ideaal is alom bekend als de ideale 8 ets. sigaar. 3634 (Ingez. Med.) EXPLOSIES EN' BRAND TE OLDENZAA1 WAARNEEMBAAR. Eenigen tijd geleden hebben wij in een uitvoerig artikel melding gemaakt van bo ringen nabij Bentheim (D.). Er deden zich toen geweldige explosies voor, welke tot ver in den omtrek konden worden waargeno men. Enorme hoeveelheden gas trokken me: geweld naar de oppervlakte. Het gelukte aan het technisch personeel de explosies tot staan te brengen. Na dien werd niets meer vernomen. Op het terrein van de boringen en in de nabijheid van den boortoren werd niemand meer toegelaten, zoodat over de werkzaam heden daar ter plaatse niets meer tot de buitenwereld doordrong. De boringen werden weer voortgezet. Zw juist meldt men ons uit Bentheim, dat de explosies zich thans herhalen en dat de boventoren in brand staat. De explosies zij" te Oldenzaal duidelijk hoorbaar, terwijl ooi de roode gloed van den brand waarneem baar is. Uit Bentheim geeft men ons over deze gasexplosies de volgende lezing: in den loop van het jaar werd het boorgat met beton gestopt om aldus te voorkomen, dat de scha delijke gassen zich ln groote hoeveelheden naar bulten konden werken. Daarop ls men opnieuw gaan boren en opnieuw ontwikkelden zich de schadelijke gassen van een kwaadaardige soort, die hun uitwerking op de omgeving niet misten, z<*> zelfs, dat de boomen in de omgeving van het boorterrein o.a. het Benthetmer woud aezen zomer geen bladeren droegen. Men trachtte daarop en met succes, die gassen op te vangen en door middel van speciale buizen in het boorgat terug te lelden. Op nieuw echter kwamen deze gassen aan de oppervlakte, waarop ingenieurs een Instal latie zouden hebben aangebracht om deze gassen op een bepaalde plaats te laten ont snappen. Gistermiddag zou men deze gassen me' opzet hebben aangestoken met het doel d< boomen in de omgeving tegen den ze" schadelijken Invloed te beschermen. Ambtenaren, die uit Bentheim kwamen, gaven dezelfde lezing. Ook werd gezegd, dit de boringen geschieden, wijl men denk' helium te vinden of een soort gas. dat du zou kunnen vervangen. Er wordt in deze omgeving op verschillen de Diaatsen geboord, ook ln de omgeving Gildehaus. Bij Bentheim heeft men gebeerd tot op een diepte van 2000 tot 2500 meter- Tot zoover de lezing over den brand W den boortoren, welke echter door anderen zeer in twijfel wordt getrokken. Gisteren wes het geluid dat de brand veroorzaakte, te Oldenzaal duidelijk hoorbaar: het had vee' weg van een op eenigen afstand draaiende motor. Pree "se oprrnven zijn "iet te verkrü-en- daar niemand in de nabijheid van het ter- ïein der boringen wordt toegelaten, zei" geen personen uit Bentheim en omgevint Het was den laatsten tijd zelfs onder strene' straffen verboden het terrein met branden» rookmateriaal te betreden. NIEUWE DEENSCHE GEZANT BIJ HET NEDERLANDSCHE HOF. Dr. Knud Aage Monrad-Hansen, Dee"®! gezant te Buenos Aires, zal het Ingang 1 November a s. optreden als gezant in D"1 Haag. 2-?

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 10