Chamberlain verdedigt zijn beleid
in het Britsche parlement
Hoofdpijn
Hartjes
De Amsterdamsche
erfpachtkwestie
LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 1 Augustus 1939
Derde Blad No. 24340
Een militaire missie naar Moskou
Tweede deel van het rapport
80ste Jaargang
Anti-Britsche agitatie hinderpaal voor
overeenkomst met Japan
Eden spreekt
Chamberlain's antwoord
Scherpe critiek der commissie
LUCHTVAART
In het Britsche Lagerhuis heeft Cham
berlain medegedeeld, dat de Russische,
Fransche en Britsche regeeringen het
tot nog toe niet eens zijn kunnen wor
den ten aanzien van een definitie van
den term „indirecte agressie", hoewei
alle drie inzien, dat een indirecte agres
sie even gevaarlijk kan zijn als een di
reete en hoewel alle drie wenschen. een
bevredigende methode te vinden, om
tegen die agressie op te treden.
Voorts deelde Chamberlain mede dat
zoo spoedig mogelijk, waarschijnlijk nog
deze week, Britsche en Fransche ver
tegenwoordigers naar moskou zulten
worden gezonden voor het houden van
militaire besprekingen. Aan het hoofd
der Britsche delegaties zullen staan ad
miraal Sir Reginald Drax, luchtmaar-
schalk Sir Charles Burnett en majoor
Heywood.
Het debat over de buitenlandsche politiek
lil liet Lagerhuis werd gistermiddag ge
opend door den liberalen afgevaardigde,
Sinclair. „Laat mij het ronduit zeggen", al
dus deze, „dat de indruk bestaat, dat Cham
berlain nog sterker dan de minister van bui
tenlandsche zaken naar pacificatie neigt en
nog minder resoluut ls in zijn verzet tegen
agressie. Het is ten zeerste noodig, dat de
premier aan sommigen zijner aanhangers
duidelijk maakt, dat het verzet tegen agres
sie en de organisatie van een vredesfront
de politiek van hemzelf en van de regeering
is". Sinclair zeide vervolgens, dat het Huis
eigenlijk niet voor een lange periode ver
daagd mag worden, alvorens de onderhan
delingen met Rusland voltooid zijn. Reeds
lang te voren had men het huls volledig
verslag over de onderhandelingen moeten
uitbrengen. Sinclair zeide ervan overtuigd
te zijn, dat de sovjets een overeenkomst in
het belang van Rusland achten. Engeland
wenscht de hulp van Rusland, maar daar
voor moet het het waas van wantrouwen
jegens de sovjet-unie verscheuren.
Sinclair Juichte tenslotte de afvaardiging
van admiraal Drax toe en betoogde, dat men
al was het maar voor enkele dagen, een
man van de grootste_polltleke standing, die
toegang zou hebben' tot de invloedrijkste
autoriteiten op het Kremlin, naar Moskou
moest sturen, om de besprekingen te be
spoedigen.
..Het is boven eiken twijfel verheven", al
dus besloot Sinclair, „dat Engeland Polen
moet steunen bij een aanval tegen Danzig,
doel) wanneer begint die aanval? Is er iets,
behalve een volledige bezetting van Danzig,
bijvoorbeeld de uitdrijving van alle Pool-
sche ambtenaren uit de vrije stad en de
proclamatie van Danzig tot deel van
Dultschland, dat de Engelsche regeering als
een agressie zou beschouwen? De regeering
moet het Lagerhuis en Danzig zeggen, welke
gedragslijn zij ten aanzien van Danzig zal
volgen."
Vervolgens kwam de labourafgevaardigde
Dalton aan het woord, die de vertraging in
ce onderhandelingen te Moskou ernstig
noemde en zeide: „Indien wij konden be
reiken, dat Rusland naast Frankrijk en ons
staat, dat een pact. uitgewerkt door solda
ten, zeelieden en vliegers van de drie lan
den, wordt geteekend, en indien Hitier daar
van zeker was, dan is het geen overdrijving
te zeggen, dat wij dit jaar en misschien
relfs voor een lange periode geen oorlog
zouden hebben. Dit diplomatieke getreuzel
- aldus vervolgde Dalton is zonder pre
cedent. Zij, die er voor verantwoordelijk zijn,
dragen ook de verantwoordelijkheid voor
het. in gevaar brengen van den wereld
vrede". Dalton sprak de hoop uit, dat de
militaire vertegenwoordigers voor Moskou
den politici een voorbeeld zullen geven en
spoedig tot een resultaat zullen komen.
Het zou het beste zijn, aldus spr., wan-
jeer Hallfax een bezoek aan Molotof ging
brengen, of Molotof tot een bezoek aan
tonden iiltnoodigde. Men verkeert thans in
het stadium, waarin men tot persoonlijk
contact zou kunnen komen en het zou voor
treffelijk zijn, wanneer Halifax Molotof zou
ontmoeten en Chamberlain met Stalin van
gedachten zou wisselen."
Tenslotte gaf Dalton nog zijn misnoe
gen te kennen over den langen duur van de
onderhandelingen met Polen, zeggende, dat
het in het belang van Engeland is, dat Polen
spoedig machtig wordt, terwijl hij den mi
nister van buitenlandsche zaken, lord Hali
fax beklaagde, die volgens hem, de gevan
gene is van zijn collega's.
Uit Dalton's rede blijkt, dat het vredes
front voor hem slechts één mogendheid
van eenige beteekenls inhoudt, namelijk
Rusland. Zoowel Dalton als Sinclair hebben
laten doorschemeren, dat, naar hun mee
ning, de schuld voor de vertraging in de
onderhandelingen met Rusland geheel bij
Engeland ligt.
Indien ik mij echter beperk, indien ik
weiger, in discussie te treden over de ver
schillen, die het tot stand komen van een
overeenkomst tot dusverre verhinderd heb
ben, dan is dat een maatstaf voor de op
rechtheid van mijn verlangen, om tot een
overeenkomst te komen. Ik kan het huis de
verzekering geven, dat het eenige zelfbe-
heersching heeft gevergd niet over te gaan
tot correctie van den verkeerden indruk,
dien Dalton heeft trachten te doen ont
staan. Om diezelfde reden zal ik geen his
torisch overzicht van de onderhandelingen
met Rusland geven. Ik weet zeer wel, dat
er in andere landen menschen zijn, die zeer
naijverig de vorderingen onzer overeenkom
sten gadeslaan en zeer verheugd zouden zijn
met alle munitie, die zij zouden kunnen ge
bruiken, om verdeeldheid tusschen de sov-
Jet-regeerlng en ons te zaaien. (Applaus).
HET POLITIEK GESCHILPUNT
TE MOSKOU.
Het is natuurlijk geen geheim, dat de Rus
sische regeering en de samenwerkende
Fransch-Brltsche regeeringen er tot dus
verre niet in geslaagd zijn, tot een voor alle
partijen bevredigende definitie van den
term „indirecte agressie" te komen, of
schoon de drie regeeringen beseffen, dat
een indirecte agressie even gevaarlijk als
een directe kan zijn en alle drie regeerin
gen verlangen een bevredigende methode te
vinden, om tegen die agressie op te treden.
Tezelfdertijd hoeden wij er ons ten zeerste
voor ook maar den schijn op ons te laden
dat wij inbreuk willen maken op de onaf
hankelijkheid van andere staten.
Indien Engeland en Frankrijk het niet
met de sovjet-regeering eens zijn over de
definitie van de „indirecte agressie", dan
is dat juist, omdat de .formule, die zij be
pleit. naar onze meening die, door ons ver
worpen, beteekenis heeft. Ongetwijfeld ge
bruiken de Britsche en Fransche regeerin
gen meer tijd voor haar antwoorden, doch
Molotof voert zijn onderhandelingen ter
plaatse, terwijl de ambassadeurs van Enge
land en Frankrijk zich tot hun regeeringen
hebben te wenden en ook onderling over
leg hebben te plegen.
Wij toonen zeker groot vertrouwen en
een oprecht verlangen tot een overeen-
gers naar Rusland te zenden, om te
bespreken, hoe wij militaire plannen
kunnen opstellen, nog vóór wij de ver
zekering hebben, dat wij op de politieke
punten tot overeenstemming zullen
komen.
De Russische commissaris voor bui
tenlandsche zaken heeft echter als zijn
meening te kennen gegeven, dat, wan
neer wij een begin zouden maken met
militaire besprekingen waaraan hij
groote waarde hecht de politieke
moeilijkheden niet onoverkomelijk
zouden blijken te zijn.
Die verklaring heeft bij ons den
doorslag gegeven, toen wij tot dit zeer
ongewone besluit kwamen.
Het is de oprechte hoop van de
Fransche en van de Britsche regeerin
gen, dat de verwachtingen van Molotof
bewaarheid zullen worden.
DANZIG.
Ten aanzien van Danzig zeide Chamber
lain: „De bezorgdheid in Europa heeft op
het oogenblik de neiging, zich rondom
Danzig te concentreeren.
Op 10 Juli jl. heb ik in het huis een ver
klaring over Danzig afgelegd. Ik besef, dat
een toevoeging aan die verklaring haar
geenszins zou versterken en ik wensch niets
te doen, om haar te verzwakken. De plaat
selijke toestand te Danzig heeft veel be
zorgdheid onder het publiek veroorzaakt
en vereischt klaarblijkelijk de zeer nauw
lettende aandacht.
Sommige persberichten over de militari-
satie, die heeft plaats gehad, waren echter
ongetwijfeld overdreven.
Sedert lord Halifax de verklaring
heeft afgelegd, dat hij zich niet onnoo-
dig bezorgd maakte, hebben zich
grensincidenten voorgedaan, die de
spanning eer hebben versterkt dan
verminderd, doch de Poolsche regee
ring, die de meest bewonderenswaar
dige kalmte heeft getoond (algemeene
toejuichingen) kan men, daarvan ben
ik overtuigd, toevertrouwen, dat zij zal
volharden in een wijs staatsmanschap
en wijze zelfbeheersching".
POLITIEK JEGENS CHINA
ONGEWIJZIGD.
Sprekende over het Kterre Oosten, zeide
de minister-president: „Ook hier wil ik
zeggen, dat het onze zaak niet bevordert,
wanneer men suggereert, dat in de for
mule van de overeenkomst te Tokio din
gen moeten worden gelezen, die de regee
ring reeds heeft tegengesproken, die aan
leiding moeten geven tot bezorgdheid en
verslagenheid in China en die niet een
voorzichtig en onpartijdig onderzoek van
de formule doen veronderstellen.
De formule is de vaststelling van een
komst te komen, wanneer wij er in toe-1 feit. Zij beteekent geen wijziging in de po-
stemmeh, soldaten, zeelieden en vne- litiek, noch de toekenning van de rechten
van oorlogvoerende aan Japan. Zij is ook
geen verraad aan de Britsche belangen in
China en bedoelt niet de rechten van derde
partijen af te staan.
Ongetwijfeld zijn er vele moeilijkheden
bij de kiesche onderhandelingen, die wor
den voortgezet en niet de minste van die
moeilijkheden is het aanhouden van de
anti-Britsche agitatie in Noord-China,
welke geleid wordt door menschen, die door
de Japanners beïnvloed, geïnspireerd en
gecontroleerd worden.
Ik voel mij verplicht te zeggen, dat
de Britsche regeering genoodzaakt zal
zijn, den toestand zeer ernstig onder
oogen te zien, indien deze agitatie, deze
aanvallen op Britsche belangen en
Britsche rechten ongebreideld voort
duren. Dat zou een succesvol einde der
onderhandelingen zeer moeilijk maken.
Het doel, dat wij ons voor oogen houden,
ls een billijke en rechtvaardige regeling
van den strijd in China".
Ten aanzien van de kwesties, welke zich
hebben voorgedaan naar aanleiding van de
uitlevering van het zilver in de concessie
van Tientsin, zeide Chamberlain, dat deze
kwesties niet beperkt blijven tot Tientsin,
noch Engeland alleen raken. „Daarom ls
het volkomen zeker, dat wij niet over kwes
ties van dezen aard kunnen discussieeren
zonder de meest volledige aansluiting met
andere landen, wier belangen op dezelfde
wijze als de onze daarbij betrokken zijn".
De regeering hecht een zeer groot belang
aan samenwerking, waar deze mogelijk en
wenschelijk is en wij hebben nimmer na
gelaten de regeering der Vereenigde Sta
ten op de hoogte te houden van al wat wij
doen of voornemens zijn te doen.
DE „WOORDENOORLOG".
„Helaas, aldus vervolgde Chamber
lain, kweekt een giftige propaganda in
de pers en uit andere bronnen dage
lijks een slechte gezindheid tusschen
de volken. Ik kan de gedachte niet van
mij afzetten, dat, wanneer wij slechts
een einde zouden kunnen maken aan
dezen „woordenoorlog" en in aanslui
ting daarop een actie zouden onder
nemen tot herstel van het vertrouwen
der volken in de vredelievende bedoe
lingen van alle Europeeschc staten, er
geen vraagstuk zou zijn, dat niet door
VTeedzame bespreking opgelost zou
kunnen en moeten worden.
Indien dat bereikt zou kunnen wor
den, zou de winst van alle betrokken
partijen onschatbaar zijn.
Indien daarentegen een oorlog zou
uitbreken, dan is welke partij ook
de eindoverwinning zou behalen
niets zekerder dan dit: overwinnaar en
overwonnene zouden een afschuwelij
ken oogst van menschelijk lijden en
menschelijke ellende hebben in te za
melen. Ik geloof dat die groote, diepe
en fundamenteele waarheid begint
door te dringen in den geest van de
regeerders en in dien van de volken
tegelijkertijd en slechts op dat geloof,
aldus besloot Chamberlain, steunt mijn
hoop, dat wij nog een middel zullen
vinden, om te ontkomen aan de nacht
merrie van het oogenblik en terug te
treden in het zonlicht van den vrede".
(Toejuichingen).
en alle andere pijnen
VAN MIJNHAROT
4360
(Ingez. Med.)
Verscheidene leden opperden vervolgens
nog de gedachte van opzegging van het
Britsch-Japansche handelsverdrag, in na
volging van de Vereenigde Staten.
Chamberlain antwoordde hierop: „Deze
aangelegenheid vereischt een nauwkeurig
onderzoek en tot mijn spijt ben ik niet in
staat, vandaag een verklaring af te leggen.
Overleg met de Dominions zou noodzake
lijk zijn".
De labour-afgevaardigde Henderson, be
toogde, dat Engeland en de Vereenigde Sta
ten ten aanzien van den Japanschen inval
in China dezelfde politiek moeten volgen.
De premier antwoordde, dat de doelein
den der regeeringen van Engeland en de
Vereenigde Staten in 't algemeen hetzelf
de zijn, doch dat de omstandigheden niet
geheel overeenkomen.
De labour-afgevaardigde, Noel Baker,
zeide toen, dat een van de verschillen daar
in bestaat, dat de Engelschen veel meer
uitdagingen te verdragen hebben. Hij drong
er op aan. dat onverwijld besprekingen met
de Dominions zouden worden geopend, om
tot een actie te komen, die evenwijdig zou
zijn aan die van de Vereenigde Staten
Chamberlain gaf de toezegging, dat hij
met de Dominions in contact zou blijven.
Hierop nam minister-president Chamber-
jain het woord die luide werd toegejuicht,
wen hij zich van zijn zetel verhief.
Dalton bewijst het land geen goeden
toenst door voortdurend te suggereeren, dat
öe regeering verdeeld is ten aanzien van de
groote politieke lijnen. Wat de bewapening
oetreft hebben wij, daarvan zal het Huls
jjch Inderdaad bewust zijn, een goed ge-
oruik van onzen tijd gemaakt. Onze de-
ensie is thans inderdaad formidabel. De
togelingen, die wij in samenwerking met
^nlu-ijk. hebben getroffen met Polen en
rurkije. zijn van belang bij den opbouw
la d.Yrec*esfront. Wij hebben Grieken-
- en Roemenië de verzekering gegeven,
zij niet zonder vrienden in de wereld
staan
I dat zij het niet behoeven te stel-
Wj ?*n den steun van degenen, die be-
'0 hebben hun ter hulp te komen, in-
n Z1J zouden worden aangevallen.
De Amsterdamsche raadscommissie van
onderzoek inzake erfpacht heeft het ver
volg van haar rapport van 15 Juni JJ. aan
den gemeenteraad aangeboden.
Ten aanzien van de integriteit van de
ambtenaren in het onderzoek der commis
sie betrokken, ls zij. op grond van alle door
haar onderzochte gevallen van oordeel dat
de ambtenaren van den dienst der publieke
werken, In het onderzoek betrokken, bij
hun werkzaamheden en handelingen niet
anders beoogd hebben, dan het gemeente
belang te dienen en dat geenerlei twijfel
gewettigd is aan de integriteit van deze
ambtenaren.
BIJ de commissie zijn nog 19 verschillen
de klachten van bouwers ontvangen over
het niet toewijzen van grond. Naar het
oordeel der commissie zullen deze klachten
wel altijd blijven bestaan, zoolang de drang
tot bouwen te groot ls in verhouding tot
den beschikbaren bouwrljpen grond
Ten aanzien van de integriteit van de
ambtenaren van het grondbedrijf hebben
ook deze klachten geen twijfel bij de com
missie gewekt.
Vervolgens behandelt het rapport den
brief van wethouder de Miranda aan de
S.D. raadsfractie en verschillende ingeko
men klachten.
De commissie is van oordeel, dat het on
juist moet worden geacht, dat wethouder
de Miranda, voordat door burgemeester en
wethouders ter openbare kennis was ge
bracht, dat aanvragen om grond in erf
pacht op Bosch en Lommer konden wor
den ingediend, de aanvrage van den heer
Borst om grond voor 1000 woningen in be
handeling nam, hoewel de reeds eerder in
gekomen aanvragen door den dienst der
publieke werken waren afgedaan met de
mededeeling, dat wanneer te zijner tijd tot
uitgifte in erfpacht van grond op Bosch
en Lommer zou worden overgegaan, hier
aan publiciteit zou worden gegeven.
Dat bovendien de wethouder een groo-
tere voorzichtigheid had moeten betrach
ten, daar het aantal in de aanvrage ge
noemde woningen belangrijk grooter was,
dan door bouwers in den regel wordt ge
vraagd.
Dat ten slotte deze aanvrage geer. ver
dere gevolgen heeft gehad, doordat burge
meester en wethouders het advies van den
dienst der publieke werken ter zake hebben
gevolgd.
Ten aanzien van de rol, welke de heer
Gulden ln de onderhavige zaak heeft ge
speeld, stelt de commisle vast, dat dien
aangaande tegenstrijdige getuigenissen
voor haar zijn afgelegd. Aangezien aan de
commissie de middelen ontbreken, om uit
te maken, door wien in dezen de Juiste toe
dracht van zaken is medegedeeld, meent zij
zich van een oordeel over de aantijgingen
van den heer De Miranda ter zake, ln zijn
brief aan de sociaal-democratische raads
fractie te moeten onthouden.
Echter wenscht de commissie als
haar oordeel uit te spreken, dat zij het
principieel niet wenschelijk acht, dat
architecten en bouwers lid zijn van de
commissie van bijstand in het beheer
der publieke werken en der zaken van
volkshuisvesting. Immers, naar haar
meening is duidelijk gebleken, dat de
particuliere belangen van raadsleden,
die architect of bouwondernemer zijn,
herhaaldelijk bij te behandelen zaken
in geding kunnen komen.
Ten aanzien van den bouw van 500 wonin
gen tegen gereduceerden canon (aanvrage
De Vries-van Poelwijck-Alta) komt de com
missie tot de conclusie, dat het beleid van
den wethouder in deze zaak in elk opzicht
afkeuring verdient, omdat hy afgezien
van wat door zyn willekeurig ingrüpen, ten
aanzien van de overeenkomst met den mi
nister, is geschiedna het aanvaarden van
de voorwaarden van den minister, niet on
middellijk de wontngbouwindustrie in ken
nis stelde van de gelegenheid om grond
onder bepaalde voorwaarden te verkrijgen,
doch publicatie achterwege liet en daarna
met een combinatie onderhandelingen ging
voeren.
Bovendien heeft hy aan de commissie
van bystand in het beheer der publieke
werken en der zaken van volkshuisvesting
wel haar oordeel gevraagd over het afbre
ken der onderhandelingen met de combi
natie-De Vries, doch aan de commissie elke
mededeeling onthouden omtrent de motie
ven, waarop de combinatie-De Vries op
verlaging van den canon aandrong.
Door deze handelwüze is de commissie
van bystand in het beheer der publieke
werken en der zaken van volkshuisvesting
niet voldoende ingelicht en is haar oordeel
ln een bepaalde richting gedrongen.
Inzake andere gevallen concludeert de
commissie dat op geen enkele wüze is aan
getoond, dat van corruptie by raadsleden
kan worden gesproken.
De commissie stelt verder vast dat mr
De Miranda (zoon van den wethouder.
Red. LD.) by de heeren Elderenbos en
Wolff Beffle den indruk heeft gewekt, dat
zyn bemoeiingen een gunstig resultaat
konden opleveren ten opzichte van het ver
strekken van gemeentegrond.
Uit niets is echter de commissie geble
ken, dat mr. De Miranda over het verstrek
ken van grond aan den heer Elderenbos
besprekingen heeft gevoerd met wethouder
de Miranda, een der raadsleden of een der
ambtenaren van den dienst der publieke
werken.
Volgens aan de commissie verstrekte me-
dedeellngen, zou de heer Gulden aan ver
schillende bouwers hebben medegedeeld,
dat hy het terrein van de coöperatieve al
gemeene Joodsche woningbouwvereeniging
in handen had en dat, wanneer er bouwers
waren, die hiervan een gedeelte in erf
pacht wenschten te bekomen, hy hiervoor
zou kunnen zorgen, maar dat zü dan moes
ten beginnen met f. 500 aan hem te be
talen.
Als slachtoffer van deze handeling zou
de bouwondernemer G. Krelage het ge
noemde bedrag hebben gestort en daar
voor geen grond hebben gekregen, terwyi
hy evenmin zyn geld terug zou hebben ont
vangen.
De commissie is van oordeel, dat uit de
tegenstrijdige mededeelingen geen vast
staande conclusie kan worden getrokken.
Wel is komen vast te staan, dat de heer
Gulden f. 300 van den heer Krelage heeft
ontvangen, zonder dat gebleken is. uit wel
ken hoofde dit bedrag werd verstrekt.
Eden, die na Chamberlain het woord
voerde, zeide, dat de opmerkingen van
Chamberlain door haar openhartigheid, in
het byzonder wat de onderhandelingen met
Rusland betreft, slechts goed kunnen doen.
De huidige toestand is moeilyk, zorgwek
kend en dreigend. Er is geen verbetering of
ontspanning.
Wat het Verre Oosten betreft was het
volkomen duideiyk, dat Japan er niet ln
geslaagd was China te veroveren. Het ein
de van den oorlog was zelfs verder weg,
dan toen hy twee jaar geleden begon. Eden
twyfelde er niet aan, dat er ln Japan velen
waren, die het foutieve oordeel van Ja
pan thans diep betreurden Nu Japan er
niet in geslaagd is een volledige militaire
overwinning te behalen, tracht het op een
of andere manier gelyke resultaten te be
reiken. Het doel van Japan is de hulp of
het handlangerschap van Engeland'te ver-
krygen om de Chlneesche valuta ineen te
laten storten. Daarom verheugde Eden zich
over de categorische termen, waarin de
eerste minister zich hierover uitgelaten
had. Hij hoopte, dat de Engelsche regee
ring weinig verder zou gaan en het duide
lijk zal maken, dat wy een politiek voort
zetten waarby we alles doen wat we kun
nen om de Chlneesche valuta te steunen.
Hy juichte het besluit om een militaire
missie naar Moskou te zenden toe en
wenschte dat de regeering twee maanden
geleden er toe gekomen was om een zoo ze-
zaghebbend mogelyke missie naar Moskou
te zenden met een politieke persooniyk-
heid aan het hoofd.
Eden vroeg of de regeering indien er nog
nolitleke geschilpunten waren, nu nog niet
bereid was de militaire missie uit te brei
den en er een politieke van te maken, zoo
dat niet alleen generaals aan het woord
waren, maar er iemand was om met Stalin
te spreken om te zien of hy de zaak in een
week voor elkaar kon krijgen.
Over Danzig sprekend zeide Eden, dat
sinds de nazi's de stad besturen zy alle
andere politieke partyen en bladen onder
drukt hebben en de Joden hebben verdre
ven. Wanneer wy op deze manoeuvres let
ten. aldus Eden, is het dan mogelyk om
aan de conclusie te ontkomen, dat wy voor
precies dezelfde techniek staan als verleden
jaar? Niemand kan voorspellen wat de tac
tiek in de eerstvolgende weken zyn zal,
maar in wezen blyft de bedoeling der nazi's
om Polen dit jaar het lot op te leggen, dat
zy Tsjecho-Slowakye beschoren hebben.
Eden zeide er van overtuigd te zyn, dat
geen andere politiek dan die van het vre
desfront in staat was onder de huidige om
standigheden een oorlog af te wenden. Het
doel van deze politiek ls niet een oorlog te
winnen maar hem te voorkomen en de
beste bydrage welke wij er aan kunnen ge
ven is het vredesfront zoo spoedig mogelyk
te voltooien. Wanneer iedere eventueele
aanvaller zich realiseert dat een agressie
ln de toekomst niet rendabel kan worden
gemaakt, dan zyn wy op den weg naar een
duurzamen vrede.
MOTIE DER LIBERALEN
VERWORPEN.
De motie tot het verdagen van de be
grooting voor buitenlandsche zaken, welke
was ingediend door de liberale oppositie en
naar aanleiding waarvan de debatten over
de buitenlandsche politiek werden gehou
den, is tenslotte door het Lagerhuis met
266 tegen 130 stemmen verworpen.
DE POSTVLUCHTEN.
De ..Buizerd" is van Tjililitan naar Nederland
vertrokken. Twee passagiers vliegen mede tot
Amsterdam. Voor tusschentrajecten werden 20
passagiers geboekt, terwijl 5 passagiers voor
tusschentrajecten wegens plaatsgebrek moesten
worden geweigerd.
EEN ZESTIENJARIGE ZWEEFYTIEGER.
Hg maakte een vlucht van meer dan 100 K.M.
De 16-jarige Max Christern uit Apeldoorn
heeft gisteren van het vliegveld Teuge. waar-
een zweefvliegkamp wordt gehouden, een vlucht
van meer dan honderd kilometer gemaakt. Hij
startte door middel van de lier om half 2 en
landde omstreeks half 5 te Bargeroosterveld, in
de buurt van Emmen.