Ernstige bomaanslag in het King's Cross-station te Londen Hand in hand met Mariene 80sfe Jaargang LEIDSCH DAGBLAD tweede Blad FEUILLETON DE STADSMEISJES IN ENGELAND WORDEN OPGELEID VOOR LANDBOUWARBEID TUSSCHEN DE RIJPENDE KORENVELDEN LEIDDE DE WEG DER teneinde in tijd van oorlog de ontbrekende arbeidskrachten op het land te kunnen vervangen. Meisjes met tractorploegen VIERDAAGSCHE TIPPELAARS. EEN GROEPJE KRANIGE FRANSCHE aan den arbeid op een land bouwschool in East Sussex. WANDELAARS IN DE OMGEVING VAN HERNEN. DE DEELNEMERS aan de wereldconferentie voor de Christ, jeugd door oud-min. Slotemaker de Bruine in het Rijksmuseum ontvangen. De Afrikaansche delegatie voor de oud-Holl. meesters EEN ZEER GESLAAGDE FOTO VAN KONIN GIN ELISABETH gemaakt op een garden- partij te Londen, welke voor een liefdadig doel gehouden werd. EEN WERKJE VOOR LEGPUZZLE-ENTHOUSIASTEN. De vloer van de groote zaal van de Koopmansbeurs te Rotterdam wordt belegd met verschillend gevormde tegels. Een werkje van passen en meten. IN DEN WIERINGERMEERPOLDER begint men met den korenoogst. Het gewas bereikte 2 meter hoogte. IERSCHE TERRORISTEN HEBBEN EEN BOMAANSLAG GEPLEEGD IN HET BAGAGE-DEPOT VAN KING'S CROSS-STATION TE LONDEN. Een persoon kwam daardoor om het leven en 15 personen werden gewond. De verwoesting in het gebouw. EEN ZWARE WOLKBREUK ONTLASTTE ZICH GISTERMIDDAG BOVEN HILVERSUM. De doorgang van de Prinses Beatrixtunnel kwam zelfs anderhalve meter onder water te staan. door HANS HXRTHAMMER. 25) ..Ik kan niet meer terug!" riep Lorenz gemarteld. Neen hij kon niet meer terug. Nu niet meer, nu zij thuis met alles op hun aanstaand vertrek hadden gerekend. ..Ach, dat zegt u maar zoo! U moet 'Mug, omdat er nu eenmaal geen andere ™ogelijkheid is". De professor stond op en hegon het vertrek op en neer te loopen. Na een poosje bleef hij dicht voor Burmes- w staan. ..Luistert u eens, ik wil u helpen, lk zal u vijftig mark geven. Beschouwt u da', geld dan maar als een voorschot op nog 'e leveren bijdragen, maar ik verbind er deze voorwaarde aan, dat u nog van- daag Berlijn verlaat en naar uw gezin te- rugkeert. Accoord?" Op dit oogenblik voelde Lorenz Burmes- 'er een intens verlangen in zich opwellen, haat Mariene, naar zijn geliefd circus, haar de bosschen, die daar rond zijn huis hun eeuwig lied zongen en naar het atldere kabbelende water van de bergbeek. Het "as, alsof Hopfelt's woorden een dam om- ver hadden geworpen, die uit stijfhoofdig heid, misplaatste trots en eigenzinnigheid was opgebouwd. Plotseling zag alles er heel anders uit. Wat was Berlijn? Een wanstaltig, razend, alles vernietigend, bloeddorstig monster! Heidmühle daaren tegen een toonbeeld van vrede en rust. Het viel Lorenz niet gemakkelijk zich bij dit onweerstaanbare gevoel van helm wee te beheerschen. O. vandaag nog ln den trein te mogen zitten, die hem naar het Zuiden zou brengen! Niet meer in dat asyl der ellende te behoeven in te ademen, die troostelooze, bedompte huizenzee voor goed achter zich te kunnen laten! Alles wat het leven mooi en waard maakte geleefd te worden, lag ln deze opwelling van zijn bezwaard gemoed. Het was, of professor Hopfelt lets van Burmester's moeilijken tweestrijd bemerk te. Hij legde althans zijn beide handen op diens schouders en zei ernstig en over redend: ,,Nou, mijn waarde, ik geloof, dat we naar huis gaan, niet? De rest komt dan vanzelf wel. Misschien kan ik bij den Studiekring wat belangstelling voor uw wetenschappelijken arbeid opwekken. Ik ken een paar heeren van het bestuur: het lijkt me lang niet onmogelijk, dat zij. zich bereid zullen toonen u een subsidie voor het doen van verdere onderzoekingen te verleenen." ,,Ach, professor, ikik ben u wer kelijk zeer „Geen dankbetuigingen, alstublieft!" viel Hopfelt hem in de rede „Dat lk u behulp zaam wil zijn, is zuiver egoisme. Ik zou u weer graag als medewerker aan ons me disch tijdschrift verbonden zien. dat ts alles! Maar nu zullen we eerst eens even nazien, wanneer de eerstvolgende trein naar Beieren gaat. Ik moet toch nog hier of daar een spoorboekje hebben. Hope lijk hebt u genoeg tijd om met ons het mid dagmaal te gebruiken." Hij begon te zoeken, eerst in de vakken en laden van zijn schrijfbureau, daarna ln de boekenkasten. Het was tevergeefsch. Na tien minuten gaf hij het op. „Mijn vrouw schijnt weer eens te hebben opgeruimd. Gewoonlijk merk ik dat pas als ik niets meer kan vinden. Gaat het bij u ook zoo?" Mariene! dacht Lorenz. Morgen zou hij weer bij haar zijn na langen tijd van schei ding. Volkomen verrassend zou hij bet huis binnen gaan en haar naam noemen en zij zou niet kunnen begrijpen, dat hij weer thuis was. Hij zou dan meteen nog eens een ernstig woordje praten met Erwin Volkmann. De knaap was weliswaar wat arrogant, maar tenslotte was hij toch geen onmensch. Als hij hem van alles op de hoogte bracht, zou hij toch wel bereid zijn een regeling te treffen. Erwln moest Heid mühle aan hem overlaten, terwijl hij dan een.zelfde toezegging zou doen met betrek king tot Waldkirchen. Natuurlijk, die pro fessor Hopfelt had gelijk, het moest immers gaan. En als hij dan daarnaast zijn onder zoekingen kon voortzetten Hoe eenvoudig leek alles nu opeens! Waarom had zich eigenlijk met dat dwaze Berlijnsche avontuur ingelaten? Intusschen had professor Hopfelt tenmin ste het telefoonboek gevonden. Hij belde een reisbureau op en vernam, dat de eerst volgende D-treln naar Passau 's avonds om zeven uur van het Anhalter station vertrok. „Prachtig, dan hebben we nog volop lijd! Van die gelegenheid moet u gebruik maken om de stad nog wat te bekijken. Ik doe u een voorstel! Na tafel pak ik u in mijn wagen en laat u het meest beziens waardige zien. Bent u al in Potsdam ge weest? Neen? Nou dat moet u toch tn ieder geval gezien hebben. Afgesproken?" „Mijn hemel, professor, u kunt niet verwachten, dat lk neen zeg!" „Accoord! en doet u me nu één genoe gen: laat u dat dwaze „professor" weg! „Hopfelt is voldoende. En „collega" klinkt nog beter!" „Zooals u wilt, waarde collega!" stemde Lorenz verheugd toe. Het gesprek kwam nu op medische on derwerpen en het werd pas een vol uur later onderbroken, toen buiten de huisdeur ging. „Een oogenblik!" verzocht Hopfelt en haastte zich naar de deur. „Hallo. Inge, kom eens even hier!" „Direct!" klonk de warm getlmbreerde stem van de vrouw des huizes. .Laat me tooh eerst even mijn goed afleggen." Daarna kwam zij de kamer binnen, een charmante verschijning in een smaakvol zomertoiletje, dat haar bijzonder flatteer de. Wie haar niet kende, zou haar voor een jong meisje hebben gehouden. Zij ging lachend op Burmester toe en reikte hem haar kleine, gebruinde hand ..Mijn compliment, dokter! Gewoonlijk houden de bezoekers het bij mijn man niet zoo heel lang uit. Weet u, hij is zoo „Luister eens even, vrouwtje en laat die onvriendelijke opmerkingen nu maar. Col lega Burmester heeft zich laten overhalen bij ons te blijven eten." De jonge mevrouw Hopfelt trok een kwasl bedenkelijk gezicht. „O, u ongeluk kige! Heeft mijn man u ook verteld dat ik heelemaal niet kan koken?" „Dat acht ik uitgesloten!" protesteerde Burmester galant. Hij voelde zich buiten gewoon gelukkig, want de gastvrijheid van dit huis te mogen genieten, beteekende voor hem de wederopneming in die andere wereld, waaruit hij zich reeds verstooten had gewaand. „Je zult eens extra je best moeten doen! Als het heelemaal niet anders gaat, roep je mij maar, U moet weten", vervolgde Hopfelt, zich tot zijn gast wendend, „dat ik het ben, die deze jonge huisvrouw de edele kookkunst heeft oljgebracht." „Ach, Heinz, dat had je nu weer niet mogen verraden. Wat moet meneer Bur mester wel van me denken!" „Och, zoo erg is het niet met Je! En nu nog eens wat! Onze gast is slechts tij delijk in Berlijn en. moet vanavond weer vertrekken. Ik heb hem voorgesteld om tot besluit van zijn verblijf hier een tochtje naar Potsdam te maken." „Fijn, dat vindt Inge bijzonder prettig." „Hoho, het is nog heelemaal niet gezegd, dat Inge meemag! Zij zal eerst eens bui tengewoon lekker moeten koken en dan zullen we wel eens verder zien." „Inge zal ongeloofelijk lekker koken", be loofde ze met een knipoogje in de richting van Lorenz. „Dat zullen we dan maar afwachten. In ieder geval zullen we wat vroeger moe ten eten, misschien om een uur, zoodat we voldoenden tijd hebben. Het is nu half twaalf, en je behoeft je dus niet te haas ten." Het jonge vrouwtje vroeg verlof zich in de keuken te mogen terug trekken en Hopfelt wendde zich weer tot zijn gast. ,,En wat doen wij tweeën? Zal ik u mijn postzegelverzameling laten zien of voelt <1 er wat voor op het balcon een krantje te gaan lezen?" (Nadruk verboden). IWordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 5