Een mislukte poging de „Squales te lich ten - Amerikaansch vlootbezoek
Hand in hand
met Mariene
80sfe Jaarssr.g
LEIDSCH DAGBLAD
Tjocuj Blad
FEUILLETON
IN HET OLYMPISCH STADION te Amsterdam zijn de wieler
wedstrijden om het kampioenschap van Nederland begonnen. De
finale sprint voor professionals tusschen v. d. Vijver en Arie van
Vliet, die hier 80 m. voor de eindstreep nog in tweede positie ligt
DRIE AMERIKAANSCHE OORLOGSBODEMS
brengen een bezoek aan Rotterdam. De schepen aan de kade: links de lichte
kruiser Trenton" en daarnaast de torpedojager „Jacob Jones".
DE KAAGWEEK.
het hoogtepunt van het zeilseizoen, is be
gonnen. Een moment uit den strijd in de
regenboogklasse.
DE BELGISCHE KONINKLIJKE FAMILIE slaat te
Brussel op den nationalen feestdag een optocht gade.
V.l.n.r. Prins Boudewijn, Koning Leopold. Prinses Jose
phine-Charlotte en Prins Albert.
HET NATIONALE KAMPIOENSCHAP
van den Nederlandschen Bond tot het redden
van Drenkelingen, dat op de Boschbaan te
Amsterdam gehouden werd.
NA VELE WEKEN VAN INGESPANNEN ARBEID IN EEN MODEMAGAZIJN TE ZWOLLE in de Diezer-
was men zoover gekomen, dat de voor de kust van New Hampshire gezonken Amerikaansche straat brak door onbekende oorzaak brand uit. De brand-
duikboot „Squales" gelicht kon worden. Nauwelijks was de boot boven water of de bevestiging weer slaagde er in het vuur tot dit eene pand te beperken,
brak af en ze zonk opnieuw. dat echter geheel uitbrandde.
door
HANS HIRTHAMMER.
22)
Lorenz schudde ontkennend zijn hoofd.
..Daar begin Ik niet mee. Aangezien de op
volger van dr. Gerold van elk gevoel voor
recht en billijkheid gespeend schijnt te
zijn, is er voor mij geen aanleiding mij
verder met deze kwestie bezig te houden.
Misschien vindt u mijn standpunt vrij
dwaas, maar enfin, laten we daar verder
over zwijgen. Hoe is het: kunt u mij aan
een onderdak helpen? Ik voel geen be
hoefte voor de derde maal in de open lucht
te overnachten."
De man krabde zich verlegen achter het
oor. ..Mijn hemel, ik kan u toch niet naar
het asyl voor dakloozen verwijzen! Ik zou
eens kunnen probeeren, misschien in het
Josefheim of in het Boidelsehwinghaus
Hij nam de telefoon van den haak en
draaide aan de schijf.
Het resultaat van zijn onderhandelingen
was, dat Lorenz Burmester een bewijsje
kreeg voor drie nachten gratts onderdak.
•.Het Josefsheim is in de Krautstraat,
nummer 38. Ais u lijn 74 of 112 neemt en
aan het Strausbergerplein uitstapt, be
hoeft u nog maar een paar minuten te
loopen. Zoo en voor het overige
wensch ik u dan alles goeds. Ik hoop van
harte, dat het u spoedig mag gelukken uw
moeilijkheden te boven te komen." Hij gaf
zijn cliënt voorzichtig een hand; het was
duidelijk op zijn gezicht te lezen, dat hij
aan diens gezond verstand twijfelde.
Lorenz betuigde zijn dank en verliet het
glazen kantoortje. Hij spoedde zich naar
de dichtstbijzijnde tramhalte en overtuig
de zich daar, dat de genoemde tramlijnen
er inderdaad stopten. Hij behoefde nu maar
de rails te volgen om zijn doel te bereiken.
Het bleek intusschen nog een heele wan
deling te zijn, want de electrische klok op
het Strausbergerplein wees reeds half tien,
toen hij eindelijk de Krautstraat insloeg.
Dit was een nauwe, slecht verlichte zij
straat, welke op het eerste gezicht geen
bijster vertrouwenwekkenden indruk
maakte.
Lorenz versnelde zijn schreden en vond
eindelijk het gezochte nummer. Het was
echter een vaalgrauwe huurkazerne, zoo
als alle andere huizen in de straat en
niets duidde er op, dat hij hier gelegenheid
zou vinden te overnachten.
Een klein mannetje van middelbaren
leeftijd met een stalen bril op, kwam voor
bij, keek hem vluchtig aan en trad daarna
op hem toe. ..Josefsheim?"
„Ja!" antwoordde Lorenz, zichtbaar op
gelucht. „Gaat u maar mee. De ingang is
op de binnenplaats, maar het gebouw
wordt om negen uur gesloten en zelfs de
stamgasten krijgen helaas geen sleutel.
Wij zullen broeder Vincent moeten trach
ten over te halen ons binnen te laten."
„Kan men hier dan ook voor Iangeren
tijd zijn intrek nemen?"
„Zoolang als u wilt, jongeman en zoo
lang u de vijftig pfennig voor eiken nacht
logies kunt betalen. Er zijn menschen, die
er al Jaren wonen."
Zij waren intusschen op de binnenplaats
gekomen, waar boven een zware huisdeur
een enkel electrisch lampje een droefgees
tig licht verspreidde.
„Dat is de entrée van ons „Adlon"! spotte
de kleine onbekende, terwijl hij op de deur
afstevende. We zullen probeeren den
nachtportier te wekken!"
Hij bracht een zware, smeedijzeren bel
in beweging en het resultaat daarvan af
wachtend, nam hij de gelegenheid waar
den nieuwen gast eens wat nader op te
nemen.
„U schijnt ook betere dagen te hebben
gekend!" concludeerde hij openhartig. „U
ziet er tenminste niet naar uit, of u hier
thuis hoort."
„Dat kan van u ook niet direct gezegd
worden! Ik zou u eerder voor een gepensi-
onneerden postambtenaar of zooiets heb
ben aangezien."
„Zeer vleiend!" lachte de ander. „Enfin,
we zullen nog genoeg gelegenheid hebben
elkaar wat nader te besnuffelen."
De huisdeur was intuschen geopend.
Een man in een zwarten, langen talaar,
nam de beide binnentredenden onderzoe
kend op. Zijn gezicht, dat door roode bak
kebaarden werd ontsierd, had iets beden
kelijks.
„Zoo laat?" zei hij. afkeurend zijn wenk
brauwen fronsend. „Meneer Degener, u zult
u toch eindelijk eens moeten aanwennen
op tijd te komen."
„O, broeder Vincent in hoogst eigen per
soon!" Degener stelde zijn metgezel voor.
„Een lotgenoot, dien ik radeloos voor de
deur heb aangetroffen. Wanneer zal er nu
eindelijk bulten eens een verlicht bord
worden aangebracht?"
Broeder Vincent verborg zijn handen in
de wijde mouwen van zijn talaar. „Als re
gel wordt na negen uur niemand meer
binnengelaten. Misschien wilt u morgen
nog eens
„Ik ben door de Stationshulp hierheen
gestuurd!" viel Lorenz hem ongeduldig in
de rede, terwijl hij zijn vrijbiljetten te
voorschijn haalde.
„Aha, ja, ja.. Dan ls het goed! U bent die
dokter, nietwaar? Goed, goed, komt u
maar mee!"
Degener trok zijn gezicht in een verma
kelijke plooi. „Bent u dokter?! Bewaar me!
Nou, dan dan zal ik u tot mijn lijfarts
benoemen."
Lorenz lachte gedwongen en volgde broe
der Vincent naar boven.
„Misschien kunt u onzen nieuwen gast
nog op zaal 2 onderbrengen!" stelde De
gener voor. „Het bed boven me is nog vrij."
Broeder Vincent had er geen bezwaar
tegen.
De aan de opneming verbonden ver
plichte inschrijving in het gastenboek ver-
eisohte slechts enkele minuten. Lorenz
kreeg een metalen penning, waarna een
jongmensen werd geroepen om hem naar
zijn slaapplaats te brengen.
Zij hepen twee trappen op en vervolgens
over een lang, smal portaal.
„Zachtjes, alstublieft, alles slaapt al!"
vermaande de Jongen, terwijl hij schier ge-
rutschloos een dubbele deur opende. „Komt
u maar mee!"
Lorenz volgde zijn gids in een volslagen
duisternis, waaruit hem een walgelijk be
nauwde slaaplucht tegemoet sloeg. Het
was de uitwaseming van honderden men-
schelijke lichamen, de adem uit even zoo
vele open monden.
Lorenz deinsde achteruit, zoodat het
jongmensch zich verwonderd naar hem
omkeerde. „Aha, die lucht hier!" zei hij
grijnzend. „Dat is alleen maar in het be
gin! Gaat u maar mee, als u eerst maar in
de kooi ligt, merkt u daar niets meer van."
Met ingehouden adem drong Lorenz
moedig voorwaarts. Aan de eene hand
werd hij door den jongen voortgetrokken,
met de andere tastte hij wantrouwend om
zich heen en niet ten onrechte, want meer
dan eens kwam hij in onzachte aanraking
met een of ander hard voorwerp, wanneer
de smalle doorgang tusschen de rijen bed
den een hoek vormde.
Behalve de ondraaglijke atmosfeer was
er nog iets, dat het verblijf in deze zaal
tot een straf maakte: de groote verschei
denheid van geluiden, welke uit de kelen
van al deze slapende menschen opstegen.
Het klonk in de heerschende duisternis als
een spookachtige symphonie, die in haar
onwelluidendheid iets angstwekkends had.
Eindelijk bleef de gids staan. „Hier is
uw bed!" fluisterde hij. Burmester's hand
naar een kooi boven hun hoofd leidend.
,.U moet eerst uw schoenen uittrekken.
Dan klimt u naar boven en kleedt u daar
uit. Nou, u vindt het wel. Wel te rus
ten
„Merci!" mompelde Lorenz met droge
lippen, terwijl de schuifelende voetstappen
van zijn gids zich reeds verwijderden.
(Nadruk verboden). (Wordt vervolgd).
KROONPRINSES INGRID VAN DENEMARKEN vertoefde
enkele dagen in een kamp van padvindsters uit Denemarken,
Finland. Zweden en Noorwegen in de omgeving van Aarhuus.