De nieuwe ministers
CEBUTO
Het Leidsche Vacantie-Kinderfeest
IEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad
Maandag 24 Juli 1939
NAGEKOMEN BERICHTEN
I Ik Italië
Een vacantie aan zee?
Buitenland
Wij laten hier de levensbeschrijvingen
volgen van de leden van het nieuwe kabi-
net-Colijn. Aangezien wij nog dezer dagen
uitvoerige bijzonderheden hebben vermeld,
omtrent den formateur zelve, laten wij zijn
levensbeschrijving achterwege
DR. IR. M. H. DAMME.
Dr. Ir. M. H. Damme is 16 November 1876
te Breda geboren. Na aan de H.B.S. te Arn
hem eindexamen te hebben gedaan studeer
de hij aan de polytechnische school te
Delft. Het diploma voor werktuigkundig in
genieur behaalde de heer Damme in 1898.
waarna hij een aanstelling als ingenieur
bij de staatsspoorwegen op Java kreeg. Na
de verschillende rangen te hebben door-
loopen, volgde de heer Damme in 1913 ir.
H. F. van Stipriaan Luiscius op als hoofd
van de staatsspoor- en tramwegen in Ne.-
Indië. Na een onderbreking van 2 jaar 11919
—192U toen de heer Damme een particu
lier bedrijf leidde, de oliefabriek Insulinde,
keerde hij in gouvernementsdienst terug en
wel als gedelegeerd lid van de Semarang-
sche spoorwegcommissie met tot taak eer.
oplossing te vinden voor het vraagstuk der
spoor- en tramlijnen te Semarang, die aan
vaardbaar zou zijn voor de belangen van
overheid en die van particulieren. De heer
Damme vond de oplossing en kreeg toen
een nieuwe taak. Als voorzitter van de sa
lariscommissie voor burgerlijke landsdiena
ren ontwierp hij een herziening dier bezol
digingen. Na een bespreking in Nederland
met den toenmaligen minister van koloniën
den heer S. de Graaff, keerde de heer
heer Damme naar Indië terug om het ont
werp als regeeringsgevolmachtigde in den
Volksraad te verdedigen De raad aan
vaardde het ontwerp en de heer Damme
ging na 25 tropenjaren met pensioen.
Lang heeft hij van zijn rust niet geno
ten. want in 1925 werd hij directeur-gene
raal der P.T.T., welk staatsbedrijf hij tot
heden met groote energie en succes heeft
geleid.
Sinds 1935 is de heer Damme eere-lid en
vice-president van het Koninklijk Instituut
voor Ingenieurs en voorzitter van de Ver-
eeniging Nederlandsch Fabricaat. In 1938
promoveerde hij tot doctor honoris causa in
de technische wetenschappen aan de tech
nische hoogeschool te Delft. Hij is lid van
den raad van bestuur van de K.L.M.
De heers Damme is in het bezit van de
volgende onderscheidingenhij is ridder in
de orde van den Nederlandschen Leeuw,
commandeur in de orde van Oranje Nassau
commandeur in de orde van den Nijl, en
groot-officier in de kroonorde van België.
MR. J. A. DE VISSER.
Mr. J. A de Visser is een zoon van wij
len den oud-minister van onderwijs, dr. J.
Th. de Visser en is evenals zijn vader dit
was. de Chr. Hist, beginselen toegedaan
Hij is te Leusden geboren in 1883. bezocht
de gymnasia te Amsterdam en Tiel, stu-
steerde aan de Utrechtsche universiteit in
de rechten en promoveerde in 1909. Zijn
ambtelijke loopbaan begon hij als adjunct
commies aan het departement van kolo
niën. Vervolgens trad hij in rechterlijke
loopbaan als ambtenaar van het openbaar
ministerie te Assen. Na in die functie naar
Amsterdam te zijn overgeplaatst, kwam hij
te Assen terug, thans als substituut officier
van justitie. Van 1920 af was hij gedurende
tien jaren substituut officier van justitie te
Rotterdam.
In 1930 werd hij benoemd tot advocaat
generaal bij het gerechtshof te 's-Graven-
hage. Van 1935 af treedt hij op als procu
reur-generaal bij het gerechtshof te Arn
hem. Ook in het politieke leven heeft mr.
De Visser een rol gespeeld. Gedurende ze
ven jaren was hij lid van den raad van
Rotterdam, gedurende acht jaren lid van
de provinciale staten van Zuid-Holland en
korten tijd lid van den Haagschen raad.
ook was hij voorzitter van den Chr. Hist.
Kamerkieskring Rotterdam.
De heer De Visser is ridder in de orde
van den Nederlandschen Leeuw.
C. VAN DEN BUSSCHE.
De heer C. van den Bussche, die 2 Maart
1884 te Bergen op Zoom is geboren, heeft
een merkwaardige en eervolle loopbaan
gevolgd. Aanvankelijk voor de houtvesterij
bestemd, werd hij daartoe te Wageningen
opgeleid. In 1905 ging hij als aspirant
houtvester naar Nederlandsch-Indië. Eerst
in Semarang geplaatst, daarna te Cheri-
bon, kwam hij in Buitenzorg, waar hij in
1918 tijdelijk ter beschikking werd gesteld
van den directeur van landbouw, nijverheid
en handel.
In 1919 kwam hij aan financiën. Na se
cretaris van de bezuinigingscommissie en
thesaurier te zijn geweest, werd hij in 19'26
thesaurier-generatal en nog in hetzelfde
Jaar directeur van financiën. In 1933 werd
hij lid van den raad van Nederlandsch-
Indië en in 1936 vice-president van dien
ratad. Met ingang van 21 November van het
vorige jaar is hem, op zijn verzoek, eervol
ontslag uit 's lands dienst verleend, onder
dankbetuiging voor de zeer gewichtige ge
durende vele jaren aan den lande bewezen
diensten.
De verdiensten van den heer Van den
Bussche. voornamelijk als financier, zijn
alom erkend. Hij is ridder in de orde van
den Nederlandschen Leeuw en groot-offi
cier in de orde van Oranje-Nassau.
Verder is hij commandeur in de orde van
den witten olifant van Siam en dragen van
het kruis van verdienste met de ster van
de orde van den Duitschen adelaar.
PROF. DR. B. J. O. SCHRIEKE.
Prof dr. B. J. O. Schrieke is 18 Septem
ber 1890 te Zandvoort geboren. Hij genoot
gymnasiaal onderwijs te Kampen, waarna
hij in Leiden in de taal en letterkunde van
den Oosterschen archipel ging studeeren.
In 1916 is hij cum laude gepromoveerd
tot doctor in de Oostersche letteren op een
proefschrift, getiteld: het boek vanBovang.
In hetzelfde jaar werd hij taaiambtenaar
aan het kantoor voor inlandsche zaken te
Batavia, in 1920 adjunct-adviseur voor in
landsche zaken. Sinds 1917 was hij lid van
de directie van het Bataviaasch genoot
schap. Hij was toen reeds belast met het
tpezicht op de ethnografische verzameling
kan het museum van dit genootschap.
In 1924 is dr. Schrieke benoemd tot hoog
leeraar voor de volkenkunde en de socio
logie aan de in dit jaar opgerichte rechts-
hoogeschool. In 1926 vertegenwoordigde hij
de regeering op het pan-pacific congres te
Tokio. In 1927 benoemde de regeering hem
in de commissie van onderzoek naar de on
rust onder de bevolking van Sumatra's
westkust. In 1928 volgt zijn benoeming tot
directeur van het departement van onder
wijs en eeredienst. als hoedanig hij tot 1935
werkzaam is geweest. Na zijn pensionnee-
ring in 1936 werd prof. Schrieke op 12 No
vember door den Amsterdamschen gemeen
teraad benoemd tot buitengewoon hoog
leeraar in de koloniale volkenkunde als
opvolger van wijlen prof. J. C. van Eerde.
Sinds 1938 is prof. Schrieke tevens direc
teur van de afdeeling volkenkunde van
het koloniaal instituut.
Prof. Schrieke, die een broer is van den
Leidschen hoogleeraar mr. J. J. Schrieke,
is ridder in de orde van den Nederland
schen Leeuw.
Hij is correspondeerend lid van het An-
thropologische Gesellschaft te Weenen, cor
respondent voor de Koninklijke Academie
voor Wetenschappen. Veel wetenschappe
lijke arbeid is van zijn hand verschenen.
PROF. IR. I. P. DE VOOYS.
Prof. ir. I. P. de Vooys is 3 Februari 1875
te Gouda geboren. Na de hoogere burger
school in zijn geboorteplaats te hebben
doorloopen. studeerde hij aan de polytech
nische school te Delft. In 1896 verkreeg hij
het diploma van werktuigkundig ingenieur.
Van 18961899 was hij eerst adjunct-in
specteur en daarna inspecteur van den ar-
arbeid achtereenvolgens te Breda, Arnhem.
Deventer en 's-Gravenhage.
Van 19091917 was hij gewoon hoog
leeraar en van 19181930 buitengewoon
hoogleeraar in de mechanische technologie
aan de technische hoogeschool te Delft,
Van 19141923 was prof. De Vooys voorzit
ter van het Koninklijk Nationaal Steunco
mité en van 19171930 directeur der Ne-
landsche Maatschappij tot ontginning van
steenkolenvelden, later de N.V. Mijnbouw
genaamd.
Sinds 1930 is prof. De Vooys directeur
van de algemeene kunstzijde unie te Arn
hem en sinds 1933 voorzitter van den eco-
nomischen raad.
Van zijn publicaties kunnen genoemd
worden: leerboek der mechanische technolo
gie. geschreven in samenwerking met prof.
L. A. van Royen, dat in 1914 verscheen en
in 1928 een 5en druk beleefde; Socialisatie-
problemen in 1920; Techniek en Maatschap
pij 1921; Duurte en Duurte-bestrijding'22;
Technisch Economische grondslagen der
steenkolenmijn-industrie 1926; De bloei
eener onderneming 1927; Het sociaal ka
rakter eener onderneming 1929 en Redac-
tioneele bijdragen, tusschen 1905 en 1920.
in het tijdschrift ..De Beweging".
Verder schreef prof. De Vooys verschil
lende gedichten: van de armen 1903: ach
ter de taak 1928 en tijdschriftartikelen
deels onder het pseudoniem van J. Molen
maker of G Burger.
Prof. de Vooys is ridder in de orde van
den Nederlandschen Leeuw en comman
deur in de orde van Oranje-Nassau.
C. W. BODENHAUSEN.
De heer C. W. Bodenhausen is 24 Juni
1869 te Leeuwarden geboren en is dus 70
jaar oud.
Na eindexamen HBS. te hebben gedaan
wijdde hij zich aan de studie van belas
tingambtenaar. In 1891 werd hij surnume
rair der directe belastingen, invoerrechten
en accijnzen; in 1895 ontvanger; in 1896
adjunct-inspecteur en in 1899 inspecteur.
Van den rijksdienst ging de heer Boden
hausen in 1914 over naar den gemeentelij
ken dienst van de hoofdstad, want in dat
jaar werd hij benoemd tot directeur der
gemeente-belastingen te Amsterdam. Tot
1921 bekleedde de heer Bodenhausen deze
functie, waarna hij directeur van finan
ciën in Nederlandsch-Indië werd. In 1929
benoemd tot lid van den raad van Neder
landsch-Indië was hij van 19311933 vice-
president van dit hooge college. Na zijn re-
patrieering vestigde de heer Bodenhausen
zich te Baarn. Bij herhaling deed de regee
ring een beroep op zijn kennis en ervaring
als belastingdeskundige door hem tot voor
zitter van verschillende ministerieele com
missies te benoemen, o.a. leidde hij de
werkzaamheden van het commissoriaal on
derzoek in zake het complex van nieuwe
belastingontwerpen. die nog niet door de
staten-generaal zijn behandeld.
Toen nu ongeveer anderhalf jaar gele
den in het Vredespaleis de Internationale
Verceniging voor Financieel en Fiscaal
Recht werd opgericht, aanvaardde de heer
Bodenhausen het voorzitterschap dier Ver
ceniging. In die hoedanigheid opende hij
het congres voor belastingwetenschap, dat
zoo juist te Scheveningen, onder presidium
van prof. Bruins, Ls gehouden.
De heer Bodenhausen is ridder in de
orde van Oranje-Nassau.
DR. J. J. C. VAN DIJK.
Dr. Van Dijk vervult thans voor de derde
maal de functie vans minister van Defen
sie. Het eerst nam hij deze portefeuille
waar in 1921 toen hij als bewindsman op
trad in het kabinet-Ruys de Beerenbrouck.
I De tweede maal onder dr. Colijn in 1937.
Jannes Johannes Cornells van Dijk werd
geboren in 1871 te Leeuwarden. Hij bezocht
de militaire school te Haarlem en werd in
1392 officier Na drie jaar reeds was htj
leeraar aan de school waar hij zelf had ge
studeerd. In 1898 bezocht de heer Van Dijk
de Universiteit te Leiden voor het volgen
van colleges in de rechten en in hetzelfde
jaar werd hij benoemd tot leeraar aan de
militaire academie te Breda.
Vervolgens is de heer Van Dijk benoemd
tot directeur van den topografischen
dienst, een functie die hij tot 1921 be
kleedde en die vooral in de mobilisatieja
ren een post van groote beteekenis was. De
heer Van Dijk heeft verscheidene studies
gepubliceerd op het gebied der militaire
rechtspleging, krijgstucht e.d. Hij is voor
zitter geweest van de Nat, Chr. Officieren-
vereeniging en van het Chr. Militair Ver
bond. In 1935 ondernam hij een reis naar
Ned. Indië De Vrije Universiteit verleende
hem in 1938 het eere-doctoraat in de rech
ten.
JHR. IR. O. C. A. VAN LIDTH
DE JEUDE,
oud-minister van Waterstaat, ondervoorzit
ter van de Liberale Staatspartij, heeft zich
als waterstaatkundige een grooten naam ge
maakt, niet alleen in Nederland, maar tot
ver over de grenzen. Als ingenieur van den
Waterstaat, later als leider van de Neder-
landsche Maatschappij van Havenwerken
is hij in alle oorden der wereld geweest
voor het uitvoeren en controleeren van be
langrijke werken. Oost- en West-Indië
heeft hij eveneens vaak bezocht.
Jhr. Van Lidth de Jeude werd 7 Juli 1881
te Tiel geboren, bezocht de H BS. en stu
deerde te Delft. In 1903 trad hij in dienst
van den rijkswaterstaat. Onder zijn leiding
werd het kanaal 's-HertogenboschDron-
gelen gegraven. In 1909 nam hij verlof om
naar Curacao te gaan voor het ontwerpen
van een nieuw havenplan.
Hij was in den Waterstaat reeds een be
kend man. toen in 1913 zijn relatie ont
stond met de Nederlandsche Maatschappij
van Havenwerken. De Chineesche autori
teiten verzochten om een bekwaam inge
nieur voor het ontwerpen van een haven
plan te Chefoe. Terstond verzocht de direc
tie ir. Van Lidth de Jeude deze opdracht
te willen aanvaarden. Gedurende een ver
lof van een jaar heeft hij een plan ge
maakt, dat direct werd goedgekeurd en ter
uitvoering aan de Nederlandsche Maat
schappij werd opgedragen. Jhr. Van Lidth
de Jeude is toen in dienst dezer maat
schappij gebleven en werd in 1919 tot me
de-lid der directie benoemd. Daarna zijn
nog vele reizen gevolgd, naar het Verre
Oosten, Ned.-Indië, Portugal enz
Op politiek gebied bekleedt de heer Van
Lidth de Jeude verscheiden functies. Hij
heeft zitting gehad in den gemeenteraad
van Baarn. in de Provinciale Staten en is
lid van de Tweede Kamer.
In het kabinet, dat in 1937 moest aftre
den. was hij als minister van Waterstaat
een der krachtigste figuren.
H. VAN BOEYEN.
De heer H. van Boeyen is als politieke fi
guur eigenlijk eerst door zijn benoeming
tot minister van Binnenlandsche Zaken in
1937 op den voorgrond gekomen. Hij was
toen voorzitter van den radioraad, de ra-
dlo-omroep-controle-commissie en van de
Indië-programmacommissie.
(sinds de Middeleeuwen het be
roemdste toeristenlandl) Venetië,
Rome, Milaan, Turijn.. moeten wij
U nog meer zeggen? Een Italiaan-
sche reis per Cebuto Touringcar is
de mooiste vacantie die zich den
ken laatl
Uit de Cebuto Massakeus:
15 dg Fransche Rlvièra 112
10 dg Beieren en Tirol 81
8 dg. Zwitserland, luzern 69 50
12 dg. Zwitserland, Meer v. Genèvo 108.—
15 dg. Dolomieten 120
15 dg Praag-Weenon-Budapest 112
Inlichtingen en Reisgids bij:
JAC. HEEMSKERK TOURINGCARS
Agentschap:
Sigarenmag. H. Heestermans, leiden,
Steenstr. 24 bij Beestcnm.Tel. 21532
3962
(Ingcz. Med.)
De heer Van Boeyen werd in 1889 te
Putten geboren. Hij werkte eenigen tijd op
de provinciale griffie van Gelderland te
Arnhem, studeerde staatsinrichting en
werd in 1915 benoemd tot adjunct-com
mies bij het hoofdbestuur van PTT Daar
werkte hij in verschillende rangen, om in
1920 tot referendaris bevorderd te worden.
In zijn woonplaats Voorburg was de heer
Van Boeyen een active figuur in de Chr.-
HistorLsche Unie. van welker hoofdbestuur
hij deel uitmaakte. Hij was raadslid voor
die partij en lid van Gedeputeerde Staten
van Zuid-Holland. Van verschillende kerke
lijke en ethische commissies maakte hij deel
uit, evenals van eenige staatscommissies.
Dr. Colijn bood hem in 1937 de porte
feuille van Binnenlandsche Zaken aan. Van
zijn beleid in die functie worden vermeld
zijn plannen ter bevordering van de Zon
dagsrust. de luchtbescherming, de wo-
ningpolitiek, de kwestie van wereldomroep
en televisie.
MR. J. A. N. PATIJN
werd op 9 Februari 1873 te Rotterdam
geboren, waar zijn vader mr. J. C. Patijn,
de latere burgemeester van Den Haag en
commissaris der Koningin in Zuid-Hol
land, toen officier van Justitie was. Hij stu
deerde te Leiden en promoveerde in 1897
op een proefschrift over Zondagswetgeving.
Na zijn promotie trad hij in diplomatie-
ken dienst en was achtereenvolgens werk
zaam in Siam en Parijs, terwijl hij reizen
maakte naar Oost-Indië. Japan en Ame
rika. Vervolgens was hij eenigen tijd als
chef der afdeeling gemeentebedrijven te
's-Gravenhage in functie en vervolgens als
referendaris aan de afd. Arbeid van het
departement van Landbouw. Nijverheid en
Handel onder minister Talma. In 1911 werd
hij benoemd tot burgemeester van Leeu
warden en in 1918 tot burgemeester van
Den Haag, een functie, die hij tot 1931
bekleedde. Betrekkelijk onverwacht kwam
toen zijn benoeming tot gezant te Rome,
een diplomatieken post, dien hij in Augus
tus 1936 voor dien van gezant te Brussel
verwisselde. Dr. Colijn bood hem in 1937
de portefeuille van Buitenlandsche Zaken
aan.
Dan Purol meenemen! Dit geneest zonne
brand en voorkomt vervellen. Doos 30 ct.
3962
(Ingez. Med.)
Foto Van Vliet.
BOMAANSLAG IN BEIROET.
In de Jodenwijk van Beiroet is vannacht
een bomaanslag gepleegd.
Eenige personen werden gewond, en van
twee hunner is de toestand ernstig. De uit
stalkasten van verscheiden winkels werden
beschadigd. De pleger van den aanslag wist
te ontkomen.
DE TOESTAND AAN DE MONGOOLSCHE
GRENS.
Bezorgdheid in Moskou.
De Moskousche correspondent van de
Dally Telegraph and Moniingpost meldt,
dat het Kremlin ten zeerste bezorgd is over
den toestand aan de Mongoolsche grens,
waar Russische en Mongoolsohe troepen
staan tegenover de Japansche strijdkrach
ten in de omstreden grenszone langs de
Khalka.
Bij geruchte verluidt, dat generaal Koe
lik. de vice-commissaris voor defensie en
voormalig directeur van de artülerie-
mechanisatie van het sovjetleger, is uitge
zonden om het opperbevel op zich te nemen
van de Russisch-Mongoolsche troepen.
Volgens het laatste communiqué van het
hoofdkwartier komen weer grootere vijan
delijkheden tot ontwikkeling na een be
trekkelijk rustige periode, die gevolgd is op
den recenten veldslag van negen dagen.
UIT HET PROTECTORAAT.
De Praagsche correspondent van de
„Daily Telegraph and Morning Post" meldt
aan zijn blad, dat in het weekeinde een
aantal geüniformeerde Duit.sehe politie
manschappen de hoofdstad van het pro
tectoraat zijn binnengerukt, om, naar ver
wacht wordt, binnenkort het werk over te
nemen van de Tsjechische politie.
Het departement van politie van het pro
tectoraat heeft reeds acht weken aange
drongen op het nemen van een tforgelijken
stap in verband met de herhaalde botsln-
ge met doodelijkr gevolgen tusschen de
verschillende politietroepen te Nachad en
Pïlsen en de tallooze incidenten van min
der grooten omvang.
Gemeld wordt echter, dat de Tsjechen in
dienst gehouden zullen worden voor ver
keerscontrole en dergelijke taken, aange
zien ongeveer 40 procent van de Tsjechische
bevolking geen Duitsch spreekt.
Er zijn pogingen in het werk gesteld om
Tsjechen te doen toetreden tot het Duit
sche leger en er zijn opdrachten gegeven
tot het maken van verscheidene duizenden
nieuwe uniformen, die gelijk zijn aan de
Duitsche, met uitzondering van een smallen
polsband, welke de Tsjechische nationali
teit aangeeft.
De Duitsche agitatie tegen de nationale
eenheidspartij neemt toe. Men vreest, dat
zij in de naaste toekomst ontbonden zou
kunnen worden, zoodat het land dan zelfs
niet meer de eenvoudigste partljregeering
zou hebben.
DE AMERIKAANSCHE POLITIE.
Edgar Hoover, de chef van de G.-men, de
Amerikaansche politie, heeft aan den at-
torney-generaal Frank Murphy gerappor
teerd, dat zijn agenten in het afgeloopen
dienstjaar 1651 gevallen van spionnage
hebben onderzocht en dat van de 156 ge
vallen van ontvoering, welke sinds 1832 zijn
voorgevallen, slechts twee onopgehelderd
zijn gebleven. In 154 gevallen welke sedert
de aanvaarding der „Federal Kidnapping
Law" zijn opgelost, zijn 317 personen schul
dig bevonden. Twaalf hunner zijn ter dood
gebracht, 43 werden tot levenslang veroor
deeld en de overigen tot gevangenisstraffen
van gezamenlijk 3649 Jaar.
EGYPTE's VERDEDIGING.
Men is thans bezig te Mersa Matroe met
den bouw van barakken, welke ruimte zul
len bieden aan een geheele divisie infante
rie van het Egyptische leger. Mersa Matroe
ligt, zooals men weet, in de westelijke
woestijn nabij de grens van Libye en vormt
een strategische post voor de defensie,,
waaraan het Egyptische ministerie van
landsverdediging bijzondere aandacht wijdt
De barakken, zoo wordt gezegd, worden ge
bouwd door gevangenen uit Alexandrië. Te
vens wordt een ziekenhuis gebouwd met
600 bedden, terwijl het vliegveld uitgebreid
wordt. Het kameelcorps van het grensge
bied zal versterkt worden. Tot dit doel is
een crediet aangevraagd door het ministe
rie van landsverdediging tot een bedrag
van 150.000 pond sterling.
Hedenmorgen te half acht is het 10e Leidsche Vacantie-kinderleest onder groot enthousiasme ingezet. Hierboven een opname
van een groep der leerlingen van de openbare lagere scholen, die aan deze reis, welke dit jaar naar Arnhem gaat, deelnemen.
De samenkomst was op de Veemarkt nabij de Valk. waar vanmorgen een gezellige drukte heerschte. De kinderen waren vol
verwachting voor alle heerlijke dingen, die hun vandaag te wachten stonden.
DE FRANSCHE PERS OVER HET
VERRE OOSTEN.
Ten aanzien van het Britsch-Japansche
accoord schrijft de République: wat Enge
land in het Verre Oosten aan prestige ver
liest. wint het aan kracht op het Europee-
sche front en wij daarbij. En dat is het
belangrijkste. De Ere Nouvelle verklaart:
Londen heeft gezien wat zijn plicht is. en
deze plicht bestaat hierin, dat geen enkele
kracht die voor de handhaving van den
vrede In Europa onmisbaar is, weggenomen
wordt.
De Justice betoogt, dat Duitschland re
kenende op een verergering van de moei
lijkheden tusschen de Engelschen en
Japanneezen om hetgeen het een „vreed-
zam eregeling inzake Danzig" noemt te ver
gemakkelijken. Zijn hoop is niet in vervul
ling gegaan. Engeland's aandacht is door
den Japanschen handlanger niet van
Europa afgeleid. Duitschland beschuldig'
Tokio bijna van verraad.
De Action francalse is van oordeel, da',
als de aangekondigde Godsvrede tusschen
Tokio en Londen doorgaat, hij een kostbare
aanwijzing kan verschaffen omtrent de
diepere gevoelens van Japan ten opzichte
i van de asmogendheden Men heeft hier
I nooit geloofd, aldus het blad. dat de Ja
pansche regeering vastbesloten was, als
uitstekende tweede van Berlijn op te tre
den. Een loyaal accoord tusschen Tokio en
Londen zou het bevestigen.
4—3