Groote brand te Londen - President Lebrun brengt bezoek oan Luik
Twvocdd Blad
Hand in hand
met Mariene
80ste jfiarficng
LEIDSCH DAGBLAD
FEUILLETON
- - t m
DE MILITARY DER KON. MIL. SPORTVEREENIGING OP DE LEUSDER-
HEIDE TE AMERSFOORT. DE HEER E. KAHN
OP „KADISHA" TIJDENS DE CROSS.
Z.K.H. PRINS BF.RNHARD bracht gisteren een be
zoek aan midden- en Zuid-Limburg. Op de proefboerdeij
van de Limburgsene land- en tuinbouwschool te Beesel. Ir.
Timmermans, rijkstuinbouwconsulent, licht den Prins in
M
PRESIDENT LEBRUN VAN FRANKRIJK
bracht een bezoek aan de Watertentoonstelling te
Luik. Koning Leopold ontving den president. Op
het balkon van het slot te Luik nemen de president
en de koning de toejuichingen van het publiek in
ontvangst
DE BEKENDE VLIEGER EN INSTRUCTEUR VAN DE N.L.S., D. ASJES,
is gisteren per boottrein uit Den Haag naar Indië vertrokken, waar hij
werkzaam zal zijn bij de B.P.M. Kapitein Schmidt Cranz neemt
afscheid van den heer en mevrouw Asjes.
DE MAASTUNNELBOUW TE ROTTERDAM Aan den Westzeedijk zullen
het tunnelverkeer en het stadsverkeer elkaar op verschillend niveau kruisen,
zoodat hier een viaduct noodig is. Overzicht van de werkzaamheden.
EEN GROOTE BRAND VERWOESTTE EENIGE MARKTHALLEN
IN LONDEN, waardoor groote moeilijkheden ontstonden bij de
groenten-voorziening van Zuid-Londen. Een brandweerman aan den
arbeid in de nog rookende puinhoopen.
DR. COLIJN ONTVING GISTEREN BIJ ZIJN BESPRE
KINGEN INZAKE DE KABINETSFORMATIE O A. MR.
H. P. J. BLOEMERS burgemeester van Arnhem en
voorzitter van den A.N.W.B.
door
HANS HIRTHAMMER.
20)
..Dank u!" fluisterde hij met een zwakke
poging om te glimlachen. „Ik vind het bui
tengewoon onaangenaam, dat ik
..Als je wil preeken, moet je hier niet zijn,
vader."
De vrouw legde even haar hand op zijn
arm. „Ze zijn een beetje ruw in hun mond,
de jongens, maar ze meenen het zoo kwaad
niet. u komt zeker niet uit Berlijn?"
„Neen. Ik ben gisteren van., elders ge
komen. Maar., ik wil u nu werkelijk
niet langer
„In zoo'n toestand? Na tien passen zou
u weer ln elkaar zakken, Voorlooplg zullen
we eerst eens wat behoorlijks voor de maag
zien ln te slaan." De lange maakte een
veelbeteekenend gebaar met duim en wijs-
"nger. „Blut zeker, niet?"
„Ik ben op het oogenolik Inderdaad
„Komt voor mekaar!" Hij ging naar het
cutlet en keerde later terug met twee
flinke rookworstjes en een portie aard-
*ppelsla. Uit de zak van zijn gehavend
colbertje haalde hij vier broodjes te voor
schijn, die hij met een nonchalant gebaar
op tafel wierp.
Bij den aanblik van de nog dampende
en prikkelend geurige worst, zette Burmes-
ter zijn trots opeij; begeerig trok hij het
bord naar zich toe en begon te eten.
Een verkwikkende, kostelijke warmte
stroomde door zijn lichaam. Het leven
keerde terug en met het leven de moed.
Nu eerst leerde hij de onzelfzuchtige ka
meraadschap van deze menschen in haar
vollen omgang, waardeeren. Zij mochten
dan zijn, wie zij wilden, paria's, uitgestoo-
tenen van de maatschappij zij hadden
hem geholpen, toen hij niet verder kon en
daar zou hij hun altijd dankbaar voor blij
ven.
,,Wat denk je, Willem", wendde de
vróuw zich tot haar metgezel, „zullen we
hem maar niet met ons mee naar huis
nemen? Ik geloof, dat het geen kwaad kan.
als zijn jas eens onder den strijkbout komt
„Hm, ja, natuurlijk!" bromde Willem.
„D'r zal wel niet veel anders opzitten. Hij
ziet er uit, of ie het zoo weer zal afleggen."
Zoo verlieten zl], toen Lorenz klaar was
met eten en weer wat op krachten was ge
komen, met hun drieën de wachtkamer.
Lorenz nam hun aanbod met belde handen
aan; er bleef hem waarlijk geen andere
mogelijkheid om zijn uiterlijk weer wat tn
orde te brengen.
Buiten kleurde de hemel zich met hel
eerste vale licht van den nieuwen dag. Een
paar kleine, ongevaarlijke donderwolken
dreven traag 'usschen de verbleekende
sterren.
„Nou. kom op, laten we je maar inha
ken!" zei de lange Willem, goedmoedig
„Dan tippelt het een beetje gemakkelijker"
Ze namen hem tusschen zich in en Lorenz
liet zich gewillig leiden.
Zij liepen langs houten omheiningen,
waarachter de stalen geraamten van hoo-
ge bouwwerken omhoog rezen en na een
kwartier bleef het tweetal staan voor dc
lage deur van een kelderwoning, waarmee
het doel van den tocht bereikt scheen te
zijn.
„Erg sjiek is het hier niet", lachte Wil
lem, terwijl hij den sleutel in het slot stak.
..maar een mensch weet tenminste, dat
hij een dak boven zijn hoofd heeft."
Een oogenblik later stond Lorenz Bur-
mester in een muffe, sombere kamer, wel
ke door een koekoekraam slechts spaar
zaam werd verlicht. Het vertrek deed
dienst als woonkamer, maar was levens
als keuken ingericht', er stond slechts het
allernoodzakelijkste meubilair en de muffe
atmosfeer werd nog ondraaglijker door
een scherpe etenslucht, die bij gebrek aan
voldoende ventilatie hier wel steeds bleef
hangen.
Terwijl de vrouw onmiddellijk het strijk
ijzer warm begon te maken, duwde Willem
de deur van een aangrenzend vertrek open
„Hier maar in, mijn jongen, in de mooie
kamer. Trek daar je natte spulletje maar
uit! Waar heb je je badjas, Dina?"
„In de kleerenkast, links!" riep de vrouw
het tweetal na, ergens uit een donkeren
hoek een strijkplank opdiepend.
Willem opende de kastdeur, haalde er
een lichtblauwe badjas uit en wierp deze
over den rand van het bed. Als je Tiaar
bent, kom je maar weer bij ons. Of je kunt
ook gaan pitten, als je dat liever will
Het volgende oogenblik was Lorenz ai
leen. Slapen!In een echt bed weer
eens slapen... Alle goden, ja... dat moest
iets heerlijks zijn!
Niets belette hem het welwillende aan
bod van dien Willem aan te nemen. Hij
kleedde zich uit en beschouwde het als een
weldaad zich van zijn natte, kleverige
plunje te kunnen ontdoen. Hij vond een
handdoek en wreef daarmee zijn lichaam
tot het gloeide. Daarna trok hij de badjas
aan, die hem wat te klein was.
Toen hij de deur opende, zag hij het twee
tal aan tafel zitten, ln een fluisterend ge
sprek gewikkeld. De man stond direct op
en trad op hem toe.
„Als u het goed vindt, zou ik wel graag
een oogenblikje gaan liggen ik heb
twee nachten in den Tiergarten geslapen."
„Vooruit dan, mensch, onder de wol!"
Lorenz glimlachte dankbaar, trok zich
in de slaapkamer terug en was, toen hij
de lichte donzen dekens over zich heen
trok, zijn omgeving en zijn geheele bestaan
reeds vergeten.
Van een nabljen kerktoren sloeg het
vijf uur
Hij ontwaakte, doodat iemand hem aan
zijn schouder heen en weer schudde maar
het duurde eenigen tijd voor hij geheel tot
de werkelijkheid terugkeerde. Een wat ver
legen lachend vrouwengezicht boog zich
over hem heen.
„Ik zou je graag nog wat langer heDben
laten slapen, maar het ls al laat :n den
middag."
..Om 's hemels wil!" schrok Lorenz ..U
had me allang moeten wekken. Het is ge
weldig onhebbelijk van me van uw vrien
delijke gastvrijheia zoo schandelijk mis
bruik te maken..."
Dlna maakte een afwerende beweging
„Welnee, onzin! Maar sta nou maar op.
Je kleeren liggen daar op die couch, tt
heb nog een kleinigheid voor Je klaar ge
zet."
Lorenz keek haar verwonderd na, maar
nauwelijks had zij de kamer verlaten, of
hij sprong uit bed en begon zich haastig
aan te kleeden.
Na een poosje werd er geklopt. Op zijn
..Binnen!" stak Dlna haar hoofd om de
deur. „Ik heb warm water. Als je je soms
wilt scheren het gereedschap ligt in de
la van de waschtafel."
Ach ja, verdraaid, dat was wel noodig.
„Als ik mag, heel graagl" verzocht hij.
Zij bracht hem direct het water. Daarna
legde ze het scheerapparaat voor hem
klaar, dat ze van een nieuw mesje had
voorzien.
Een half uurtje later zat hij als de oude
Lorenz Burmester voor de gedekte tafel.
Zijn pak was keurig geperst, zijn boord
gewasschen en gestreken, zijn banden
waren schoon, in zijn haar lag een onberis
pelijke scheiding niets herinnerde meer
aan den verwaarloosden zwerver, die den
vorigen nacht in het station Alexander-
plein ineen was gezakt.
Dina had kafbonaden gebakken. Boven
dien stond er nog een schaal met roode
kool en gebakken aardappelen, alles bij
elkaar dus genoeg om zijn leeuwenhonger
te stillen.
Dina zat zwijgend tegenover hem en hij
meende althans van zijn waardeering voor
haar goede zorgen te moeten blijk geven.
..U kunt voortreffelijk koken! Het zal
mij na dal Lucullusmaal niet gemakke'ijk
vallen mijn riem weer wat nauwer aan 'e
halen."
iNaaruk verboden), (Wordt vervolgd).