Het concours hippique te Amsterdam - Feesten in Dordrecht - De T.T. LEIDSCH DAGBLAD Tv:asue Blad Hand in hand met Mariene Sösfe Jaargang FEUILLETON HET INTERNATIONALE CONCOURS HIPPIQUE IN HET STA DION TE AMSTERDAM. Z.K.H. Prins Bernhard reikt den zilve ren molen uit aan den aanvoerder van de Duitsche deelnemers. EEN DRIE-STEDENWEDSTRIJD werd in den Haag gehouden in verband met het jubileum van den Turnkring 's-Gravenhage en om streken. De Amsterdamsche dames keurploeg A.T.B. in actie aan de brug. TE ROTTERDAM is door jonge werkloozen een tentoonstelling „Rotterdam-Batavia" ingericht, welke ten doel heeft het nauwe verband van Nederland met Indië te doen uitkomen. Een der inzen dingen: „de Souburg", een koopvaardijschip uit vroeger tijd. TE ZANDVOORT werd een inter-ge- westelijke landdag gehouden door den Bijz. Vrijw. Landst De afd. Marken defi leert voor de autoriteiten. ALS ONDERDEEL VAN DE FEESTELIJKHEDEN ter gelegenheid van de opening van de nieuwe verkeersbrug te Dor drecht, werd Zaterdag een groote historische en allegorische optocht gehouden, welke veel belangstelling trok. HOORN HEEFT EEN NIEUW CARILLON. Zaterdag werd het door de carillon-commissie aan de gemeente overgedragen. Op het bordes van het stadhuis (rechts) luisteren de burgemeester (met ambtsketen) en de com missie naar het nieuwe klokkenspel. HET HUWELIJK VAN DEN HERTOG VAN SPOLETO, broeder van den onderkoning van Abessynië, met Prinses Irene van Griekenland. Draad loos overgebrachte foto van het bruidspaar, bij 't verlaten van de kathedraal van Florence. DE T.T. IN ASSEN Willy van Gent (Ned.) op Velocette 500 cc. M., nationaal kampioen, in actie op het door den regen zeer zware circuit VOOR DE TROEPEN IN DE GARNIZOENSTAD ALDER- SHOT (ENG.) Is een serie schuilkelders gemaakt be staande uit beton tn staaL Soldaten met gasmaskers en helm begeven zich in de schuilplaatsen. door HANS HIRTHAMMER. 4) Lorenz maakte een hulpeloos gebaar met zijn handen en zocht tevergeefs naar een passend antwoord. „Laat u mij eerst even uitspreken, dr. Burmester. Vandaag ontving ik antwoord van mijn man. Hij schrijft me, dat uw naam hem bekend is uit eenige publica ties in vaktijdschrften. Hij heeft die' met veel belangstelling gelezen en hij houdt u voor iemand met groote begaafdheid, wien slechts de mogelijkheid ontbreekt om zich tenvolle te kunnen ontplooien. Om kort te gaan, dokter, zoudt u er wat voor voelen naar Berlijn te gaan om daar in de kli niek van mijn man als diens medewerker op te treden?" Lorenz was door dit verrassende aanbod zoo verbaasd, dat hij niet onmiddellijk een antwoord vond. „Ja maar. mijn beste mevrouwmijn hemel, dat is toch „U kunt mijn voorstel rustig overwegen. Tenslotte zal toch ook uw vrouw nog wel een stem in het kapittel hebben. Over morgen echter keer ik naar Berlijn terug en dan zou ik mijn man wel gaarne van uw besluit in kennis stellen. Mijn man biedt u vrij wonen in de kliniek en een sa laris, dat voorloopig nog wel niet overwel digend zal zijn, maar u een behoorlijk be staan zal waarborgen." „Het.het klinkt als een sprookje, me vrouw, maarUw man kent me toch ab soluut niet. Ik kan me niet voorstellen, dat „Mijn man weet, dat hij zich in dat soort dingen geheel op mij kan verlaten. En nu, dokter, zou ik het bijzonder prettig vinden eens met uiw vrouw en kinderen kennis te mogen maken." Lorenz stond onmiddellijk op. „Mariene vermaakt zich met het circus ergens daar boven in het bosch. Als u.zin hebt „Graag!" zei mevrouw Gerold en ze lachte om dat „circus". Maar u moet met me meegaan: anders ziet het er al te veel naar uit, dat ik haar kom overvallen". Lorenz knikte en verliet met zijn be zoekster het huis. Zij beklommen samen den heuvel en het leek hem, of-de wereld nog nooit zoo mlooi was geweest. Zoo werd het geloof in ziehzelf en zijn ver trouwen in de toekomst dan toch eindelijk beloond. Berlijn!Natuurlijk, hij had wel eens van Berlijn gedroomd, zooals. de acteu" van het dilettantengezelschap van een of andere negorij er van drocgnt nog eens als ster de wereld te zullen veroveren. En nu zou dat alles werkelijkheid worden?.. Toen zij beiden in de schemering van het bosch traden, hoorden zij reeds het gejuich van de kinderen en op dit geluid afgaande, kregen zij de gezochten weldra in het oog. Het was een eenigszins zonderling tafe reel, dat zij in het eerste oogenblik te aanschouwen kregen. Mariene kroop op handen en voeten over het mos en stiet een geluid uit, dat aan het huilen van een wolf deed denken. Gretel liep er naast met een mandje aan haar arm, terwijl de beide andere blagen door een luid gebrul van hun enthousiasme blijk gaven. „Er wordt blijkbaar Roodkapje ge speeld constateerde mevrouw Gerold glimlachend. „Ik geloof, dat we nog juist op tijd komen om de rol van de arme grootmoeder en den dapperen jager op ons te nemen" Eerst nu werden zij door de anderen opgemerkt. Mariene kwam haastig over eind. streek mos en dennennaalden van haar japon en trad lachend op Lorenz toe, die echter de handen vol had om zich tegen een gezamenlijken aanval van zijn drie spruiten te verdedigen. „Willen jelui wel eens uitscheiden, ondeugende rak kers!" steunde hij lachend en het vol gende oogenblik rolde hij met het drietal over den grond. Het circus was uitgelaten en toonde dat door een waar Indianen- gehuil aan te heffen. Mevrouw Gerold trad glimlaohend op Mariene toe. „Uw man wordt dusdanig door zijn vaderlijke plichten in beslag ge nomen, dat wij het maar met. onszelf moe ten klaar spelen. Ik ben Mevrouw Gerold uit Berlijn en logeer een paar weken in het Kurhaus om weer eens wat van het buitenleven te genieten. Ik had zooeven een kort zakelijk onderhoud met dr. Bur mester en verbond daaraan den wensch u en uw kinderen te leeren kennen. Dat is werkelijk een kostelijk gezelschap. U moet wel heel gelukkig zijn!" „Dat ben ik inderdaad!" gaf Mariene toe, zij het op wat gereserveerden toon, omdat zij niet wist, wat dit onverwachte bezoek beteekénde. „Af en toe maken zij het echter wel eens heel bont. Hebt u geen kinderen?" „Helaas niet! Ik heb geleerd mij er in te schikken, maar als vrouw leid je toch eigenlijk maar een half leven." Intusschen was Lorenz er in geslaagd zich van zijn belagers te ontdoen. „En nu rustig, jongens zeg mevrouw Gerold eens netjes goeden dag! Jó, toch. Geef je altijd iemand je linkerhand? Wanneer zul je dat eindelijk eens leeren?" „U kunt trotsoh op ze zijn, dokter! Mijn man zal buitengewoon in zijn schik zijn; hij is dol cp kinderen. U mag wel oppas sen, dat hij u uw circus niet afhandig maakt!" Mariene keek verbaasd van den een naar den ander. „Is uw man ook van plan naar Heidmühle te komen?" „Ach, Mariene, als je eens wist wat voor aanbod mevrouw Gerold mij heeft gedaan! Ik kan het zelf nog niet gelooven". Mevrouw Gerold drukte Marlene's hand. „Zorgt u er maar voor, dat uw man ja zegt. Of hebt u geen zin om naar Berlijn te ver huizen?" „Naar Berlijn? Lorenz vertelde wat er gebeurd was. „Stel je voor, kind, ik zal weer kunnen werken. En jij zult het heel wat gemakkelijker krijgen. Het beteekent een geweldige verandering." Mariene gaf geen antwoord. Wat zij zoo juist gehoord had, was zoo onbegrijpelijk, zoo overweldigend. Het wekte bij haar eer der angst op dan blijdschap. Mevrouw Gerold scheen te vermoeden, wat er in Mariene omging. ,.U behoeft niet bang te zijn, mevrouwtje. U kunt in ons huis uw intrek nemen en ik ben er van over tuigd, dat wij het even goed met elkaar zul len kunnen vinden als de beide mannen. En Berlijn zal u zeker uitstekend bevallen. Wij zullen samen veel concerten en schouwbur gen bezoekenO, ik verheug me werke lijk nu al op uw komst." „Ja, ik kan me wel voorstellen, dat het heerlijk moet zijn! Maar desondanks voel ik iets van angst, een totaal onverklaarbare angst. Begrijpt u, wat dat kan zijn?" „Hoe kun je nu zoo praten?" ging Lorenz geërgerd er tegen in. „Het is een zeldzaam geluk, dat ons daar in den schoot wordt ge worpen. Wij kunnen er mevrouw Gerold niet dankbaar genoeg voor zijn. In plaats daar van „Laat u toch!" suste mevrouw Gerold. „Ik kan uw vrouw heel goed begrijpen. Waar schijnlijk heeft ze al te veel teleurstellingen beleefd om niet eenigszins wantrouwig te staan tegenover deze nieuwe verandering. Nog heeft ze geen overtuigend bewijs, dat deze nieuwe verwachtingen ook werkelijk in vervulling zullen gaan". Zij wendde zich tot Mariene. „Ik hoop evenwel, dat de schrif telijke bevestiging van mijn man aan dr. Burmester, die zeker niet lang meer op zich zal laten wachten, u die overtuiging zal schenken". „U moet het mij maar niet kwalijk ne men, maar nietwaar wij vrouwen zijn nu eenmaal zoo vastgeroest in het bestaan de. Het is vooral in verband met de kin deren. Den man lokt het nieuwe, onbekende, hij wil vechten, veroveren en overwinningen behalen, terwijl de vrouw er steeds instinc tief op uit is den huiselijken haard te be schermen en dien beschermd wil weten'. (Nadruk verboden). (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 5