De Kabinetscrisis - De Koningin en Prins Bernhard in den Bosch
80sfe Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad
Hand in hand
met Mariene
FEUILLETON
DE KABINETSCRISIS. Links dr. H. Colijn, die van H.M. de Koningin de opdracht tot vorming van een nieuw kabinet gekregen
heeft, verlaat het ministerie van Algemeene Zaken aan den Kneuterdijk in de residentie. Rechts prof. mr. C. P. M. Romme, met
wien dr. Colijn gistermidd ag nog een onderhoud heeft gehad, bij aankomst aan het departement van Al gemeene Zaken.
H.M. DE KONINGIN bezocht gisteren de nationale tentoonstelling van ..Het
Nederlandsche Trekpaard" te 's-Hertogenbosch. H.M. reikt de zilveren medaille uit
aan den winnaar A. H. de Milliano uit Waterlandkerkje (Zeeland) voor zijn bruin-
schimmel, de merrie Comtesse de Lombiseuil.
DE AMERIKAANSCHE FILMSTER MARY PICKFORD arriveerde uit
Kopenhagen op Schiphol, waar zij werd verwelkomd door de girls van de
Nationale Revue. Naast Mary Pickford haar echtgenoot, de bekende band
leider Buddy Rogers.
DE TENTOONSTELLING „HET LEGER" IN DE HOUTRUSTHALLEN IN DEN HAAG, WELKE HEDEN OFFICIEEL 00K Z' K" H' PRINS BERNHARD
bracht gisteren een bezoek aan de tentoonstelling van „Het Nederlandsche
GEOPEND IS. EEN HOEKJE VAN DE TENTOONSTELLING. m
Trekpaard De Prins bij éen der inzendingen.
door
3)
hans herthammer.
..Wel, wat beraam je voor duistere plan
nen? zeide Ei-win en onwillekeurig kromp
Lorenz ineen onder deze scherts. Hoewel
hij zich weldra wist te herstellen, was zijn
lachje nog wat verwrongen, toen hij zich
omkeerde.
„Zoo, al klaar? Dat valt mee! Jij hebt
het, geloof ik. goed getroffen, wat?"
„Ach, ja, ik mag niet klagen. En hoe
staat het met jou? Dat was werkelijk een
verrassing, toen ik hoorde dat jij je in
Heidmühle had gevestigd. Ik heb je al een
paar maal willen opzoeken, maar je weet,
hoe dat met ons werk gaat.Een medi
cus is nu eenmaal geen baas over zichzelf!"
Hij liet zioh met een zucht in een stoel
vallen en grabbelde een sigaar uit het
kistje. „Ga toch zitten, Lorenz! Wil je niet
rooken Het praat wat genoeglijker, als je
wat te dampen hebt
Terwijl Lorenz een sigaar uit het kistje
nam, voelde hij weer dezelfde antipathie
van zoorven tegen zijn gastheer in zich
o n Zooals hij daar eenigszins ver
veeld in z.jti stoel hing, een welvoldaan en
van alle idealen gespeend mensch, verte
genwoordigde hij het type, dat Lorenz
haatte en deze overwoog dan ook reeds
met een paar formeele woorden afscheid
te nemen, toen hij plotseling weer aan
Mariene dacht. Neen, hij mocht niet met
leege handen terugkomen en haastig van
wal stekend, begon hij te spreken.
„Ik zal je kostbaren tijd niet al te zeer
in beslag nemen, Erwln! Om direct maar
met de deur in huis te vallen ik wou je
vragen mij te helpen. Weet je, de praktijk
gaat niet al te best, van het begin af heb
lk het verduiveld moeilijk gehad.... Je
zult dat mischien niet zoo kunnen begrij
pen, maar
„Aha!" viel Erwin, wiens gezicht reeds
bij de eerste woorden van zijn gast een
algeheele verandering had ondergaan, hem
in de rede. ,,M'n waarde heer, voor je ver
der gaat: je schijnt je van de inkomsten
van een kleine plattelandspraiktijk wat al
te veel voor te stellen. Eerlijk gezegd, heb
ik mij met eenige verbazing afgevraagd,
hoe je op het dwaze idee bent gekomen
om je In Heidmühle te vestigen! Daar zit
toch niet de minste toekomst in. Zelfs als
ik in de gelegenheid was om je te helpen,
zou ik mij nog wel een paar maal beden
ken alvorens daartoe te besluiten. Begrijp
me niet verkeerd, Lorenz. Je weet, dat
ik
„Het is wel goed!" zei Lorenz, opstaan
de. „Neem me niet kwalijk, dat ik je lastig
heb gevallen."
„Ben je gek, kerel! Geen sprake van las
tig vallen. Integendeel, het doet me ple
zier, dat je aan mij hebt gedacht. Het zal
wel in orde komen, Lorenz! Jij behoort nu
■nmaal niet tot de soort die er zich ge-
akkelijk onder laat krijgen!"
„Daar is geen sprake van!" laohtte Lo
renz, maar het liefst zou hij den man te
genover zich een klap in diens pafferige,
welvoldane gezicht hebben gegeven. Hij
verliet het huis. dwaalde doelloos door de
straten en liet, daar hij nog ruim den tijd
had voor zijn trein vertrok, tenslotte het
stadje achter zich. Weldra bereikte hij het
bosch en na een korte wandeling vlijde hij
zioh op een zonnig plekje in het mos neer.
De geur van de vochtige aarde prikkelde
hem en deed zijn zinnen terugfceeren. Hij
keek o(m zich heen, zag de groene sche
mering, het spel van de zon in het loover
en voelde in zijn diepe ademhaling de
kracht van het leven, den lust om te
leven, terug keeren.
Mariene! Het werd hem warm om het
hart., toen hij dacht aan haar, die op zijn
thuiskomst wachtte, die in hem geloofde
en in zijn leven leefde.
Na een poosje stond hij op om naar het
station te gaan. Hij kocht een kaartje en
terwijl hij opiden trein wachtte, keerde zijn
vertrouwen terug, groeide zijn wil om des
noods het laatste offer te brengen, dat
Mariene en zijn circus voor den ondergang
zou kunnen behoeden. Hij stapte in den
trein en toen deze zich eindelijk in bewe
ging zette, staarde hij door het portierraam
naar het voorbij glijdende landschap. En
wederom voelde hij zich klein worden, om
dat hij geen middel zag zijn wil in een
daad om te zetten. Het was ook alles zoo
ontmoedigend: hoe moest het nu verder
gaan? Wat voor troost moest hij Mariene
brengen? De luid vermanende stem van
den conducteur wekte hem uit zijn over
peinzingen.
Hij gaf zijn kaartje af en toen hij wat
later in Hedmühle den bergweg opliep, die
naar zijn woning leidde, vervulde de oude,
vertrouwde omgeving, intiemer nog in het
licht van de zon, hem met nieuwen moed.
Voor zich uit kijkend, zag hij Mariene
met de drie kinderen hem tegemoet ko
men. Hij hief zijn hand op en riep den
zijnen vroolijk een paar woorden van her
kenning toe, Gretel maakte zich van het
groepje los, rende hem tegemoet, zoodat
haar bonte rokjes om haar beentjes flad
derde en liet zich juichend door hem om
hoog tillen. Mijn kind! dacht Lorenz, mijn
meisjeinnig gelukkig voelde hij de
armpjes van het kind om zijn hals, zag hij
haar heldere, bruine oogen en haar la
chend, lief gezicht.
Intusschen was Mariene met de beide
anderen naderbij gekomen, „Goddank, dat
je weer terug bent, Lorenz! Ik heb een
verrassing voor jevader heeft ons
geld gestuurd, nu zal alles weer goed wor
den. Kom. je zult wel honger hebben, ik
heb wat fijns klaar gemaakt"
Zij nam hem bij de hand en zoo gingen
ze samen hun woning binnen. Naar het
resultaat van zijn reis vroeg ze niet.
Op dr. Burmester's spreekuur verscheen
een zeer goed gekleede dame, die sinds
eenigen tijd in het Kurhaus haar intrek
had genomen.
„Wel, wat scheelt er aan, mevrouw?"
vroeg Lorenz, toen zijn bezoekster in de
spreekkamer tegenover hem zat.
„Ik moet U helaas eenigszins teleurstel
len, dokter! De ben volkomen gezond, voor
zoover men dat althans van een groote
stadsmensch kan beweren. Er is iets an
ders, dat mij aanleiding gaf U eens te ko
men opzoeken."
Lorenz ke«k de vreemdelinge nu met wat
meer belangstelling, maar ook met eenige
verbazing aan. Zij had een wat bleek, maar
zoer verzorgd gezicht, groote donkera
oogen en een smallen, mooi gevormden
mond, waaromheen toen zij voortging een
innemend lachje speelde.
.Afijn man is medicus, evenals u, kinder
arts om het nauwkeuriger te zeggen. Hij
leidt een particuliere kliniek in Berlijn-
West. Dokter Gerold, Hij heeft zich van
klein af moeten opwerken. De eerste jaren
heeft het heel wat gekost den moed niet
te verliezen".
Mevrouw Gerold zweeg even, terwijl zij
wat verlegen met de sluiting van haar
taschje speelde. Daarna vervolgde ze: „Ik
heb in het Kurhaus een en ander gehoord,
dat mij tot nadenken stemde. U hebt u
pas kort geleden hier gevestigd, niet
waar? En de praktijk schijnt niet overwel
digend te zijn?"
„U hebt het zoo ongeveer geraden, ja.
Maar ik begrijp niet goed, waaraan ik de
eer van uw bezoek te danken heb".
„Ik heb mijn man het een en ander over
u meegedeeld; ik meende hem eens te
moeten schrijven in welk een weinig be
nijdenswaardige positie u zich hier be
vindt. Ik verzoek u vriendelijk, dokter, dit
niet als een opdringerige inmenging in uw
particuliere aangelegenheden te willen be
schouwen. Wat mij tot deze handelwijze
dreef, was slechts een zuiver menschelijke
belangstelling, die dat verzeker ik u
niets met een zeker goedkoop medelijden
gemeen heeft. Als men dat alles zelf eens
heeft doorgemaakt, dan voelt men zich
onwillekeurig aangetrokken tot hen, die
thans dezelfde moeilijkheden hebben te
overwinnen en met dezelfde hoop bezield
zijn."
(Nadruk verboden). (Wordt vervolgd).