Feestbanket in het stadhuis te Londen - Militaire feesten te Batavia
80sie Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
Timotheus Klein
op het oorlogspad
FEUILLETON
DE TE ROTTERDAM GELEGÉRDE MILITAIREN woonden op uitnoodiging van
de directie van het Grand Theatre de revue „Een beetje van dit en een beetje
van dat" bij. Na afloop bood een der militairen namens zijn wapenbroeders aan juf
frouw Snip en juffrouw Snap een fijn e doos sigaretten aan.
DE EEUWENOUDE MARKER-KLEEDING - ondergaat
eens in 't jaar een verandering. Als het zomer is, trek
ken de mannen en jongens de witte zomerbroeken aan.
DE OUDE ZEEDIJK van Medemblik naar Enkhuizen, die overbodig
geworden is, wordt onder de gemeente Wervershof geslecht De brug
getjes, welke van den dijk naar den zolder loopen, zullen dan niet meer
noodig zijn.
DE OFFICIEELE OPENING van het nieuwe raadhuis van Steen
bergen. Tijdens de zanghulde der jeugd. Op het bordes de burge
meester van Steenbergen (met ambtsketen), naast hem de comm.
der Koningin in N.-Brab., jhr. mr. dr. A. B. G. M. van RijckevorseL
HET BRITSGHE KONINGSPAAR WERD GISTEREN IN HET LON-
DENSCHE STADHUIS EEN FEESTBANKET AANGEBODEN. DE
BURGEMEESTER, SIR FRANK BOWATER, BEGROET HET
VORSTENPAAR BIJ AANKOMST AAN HET STADHUIS.
DE MILITAIRE FEESTEN IN BATAVIA. Het eeuwfeest van het 10de, 11de, en
12de bataljon werd gevierd met een militair schouwspel op het Waterlooplein. Het
slotnummer: een oranjevlag van manschappen. Op den achtergrond vuurwerk.
MET GROOTE NAUWKEURIGHEI D worden in het Olympisch Stadion
te Amsterdam de hindernissen opgesteld voor het volgende week te houden
internationale Concours Hippique.
door
KEES ANDRIESSE.
43)
Maar hoe? Weer langs den weg door de
gang teruggaan zou te veel tijd kosten en
een ontsnapping door het raam van de stu
deerkamer was thans uitgesloten. Maar dat
was toch niet de eenige uitgang! De com
missaris zou toch wel een keukendeur heb
ben, waardoor hij het huis aan de achter
zijde verlaten kon! Het was natuurlijk
eenlgszins riskant, maar zijn boodschap
was dringend en Timotheus besloot zijn
goede gesternte op de proef te stellen en
het er maar op te wagen. Het geluk was
dien avond zeker met hem, want hij slaag
de er in ongezien en ongehoord de keuken
te bereiken, waar de sleutel van de buiten
deur in het slot stak, zoodat hij dien maar
behoefde om te draaien, om het huis te
kunnen verlaten, doch wijs geworden door
de ervaringen van den vorigen avond, on
derzocht hij eerst of hij ook alarmdraden
kon vinden, die hier echter gelukkig afwe
zig bleken. Daarna stapte hij welgemoed
de duisternis in, doorkruiste den tuin en
klom zonder eenigen overlast te ondervin
den over het hek, om daarna als een laat.
doch rechtschapen burger zijn weg over
het trottoir voort te zetten. Doch hij was
nog geen honderd meter van het huis van
den commissaris verwijderd, toen vanuit
de schaduw der boomen plotseling een ge
daante op hem afschoot. Hij hoefde ech
ter niet opnieuw slag te leveren, want het
was de inspecteur.
„Goddank," verzuchtte hij, „ik was al
bang dat ze je te pakken hadden gekregen
en overwoog al de kansen om desnoods het
huis weer binnen te dringen. Hoe ben je
ontsnapt?
„Dat zal ik later wel vertellen. Waar is
Thea?"
„Veilig thuis, bij mijn vrouw. Zij is on
der geleide van een politie-agent er naar
toe gebracht. Ik heb namelijk vanuit de
gindsche telefooncel het bureau opgebeld,
waar nog niemand iets van mijn ontslag
scheen te weten. Bij het huis aan de Qual
de Saint Jean staat ook een mannetje op
post om je op te vangen als je daar mis
schien naar buiten zou komen. Maar eer
ik nu ingrijpende maatregelen kan nemen,
moet ik daar eerst toestemming van den
minister voor hebben."
„Dan gaan we onmiddellijk naar hem
toe," besloot Timotheus. „Want we moeten
snel handelen als ze ons toch nog niet ont
snappen zullen."
„Nu, om nog geen vijf uur in den mor
gen?"
„Ja," zei Timotheus beslist, terwijl hij
den inspecteur aan diens mouw met zich
meetrok. „We zullen hem uit zijn bed moe
ten halen." En hij bracht in het kort ver
slag uit van hetgeen hij gehoord bad.
„Gelukkig, dat we dicht bij het huis van
den minister zijn." hijgde Koerber, terwijl
hij zijn pas versnelde „Maar wie zou die
gevangene zijn, die absoluut niet gevonden
mag worden? Begrijp jij daar iets van?"
Timotheus had echter geen gelegenheid
meer om te antwoorden. Ze hadden de
woning van den minister van justitie be
reikt en de inspecteur luidde de bel alsof
er brand was. Niettemin duurde het gerui-
men tijd eer een slaperige huisknecht met
aohter zich aan sleepende bretels de deur
opende. Koerber stapte voorbij den ver
baasden man de vestibule binnen.
„Waar is de slaapkamer van Zijne Ex
cellentie? Ik ben van de politie en moet
hem dringend spreken."
„Maarmaar meneer slaapt toch
nog!" stotterde de huisknecht.
„Waar is zijn kamer, vroeg ik!" donder
de de inspecteur. „Het gaat om leven en
dood!"
Eerst nu scheen het tot den zoo ruw in
zijn slaap gestoorden man door te dringen
dat het Koerber werkelijk ernst was en
sidderend ging hij hem voor de trap op,
terwijl Timotheus in de vestibule bleef
wachten.
Na ruim twintig minuten, gedurende
welke hij van de bovenverdieping opge
wonden stemmen hoorden, zag hij de in
specteur weer haastig de trap afkomen.
„In orde!" zei hij voldaan. „Het kostte
in het begin wel heel wat moeite, maar
nu is hij toch overtuigd. Ik kan alle beve
len geven, die ik noodig acht en ik kan nu
direct vanuit de studeerkamer telefoneeren
om niet onnoodig tijd te verliezen."
De, nu volledig gekleede, huisknecht was
ook weer te voorschijn gekomen en wees
den weg naar het ministerieele sanctum
sanctorum.
„Dringende regeeringsgesprekkensnauw
de Koerber op zijn meest autoritairen toon
„Juffrouw, geeft U mij onmiddellijk het
politie-bureau en vraagt U daarna het
vliegveld voor mij aan. Zoodra U dat aan
de lijn hebt, onderbreekt U het gesprek met
de politie, opdat ik eerst met de lucht
vaartautoriteiten kan spreken. Begrepen?"
De juffrouw had het begrepen en enkele
seconden later goot de inspecteur een
stroom van bevelen over zijn verstomden
dlenstdoenden collega op het hoofdbureau
uit.
„Twintig man naar de Quad de Saint
Jean, vijf blijven buiten om de uitgangen
te bewaken, de anderen gaan naar binnen.
In den gang is een stalen deur, die tot een
lift toegang geeft. De bedieningsknoppen
bevinden zich op den bodem, waardoor je
ook de lift verlaat. Alle onderaardsehe
gangen doorzoeken; ieder, die je er vindt,
onverschillig wie, arresteeren. Aarzel niet
desnoods van vuurwapenen gebruik te ma
ken. Waarschuw meteen den G.G.D., want
je zult er diverse gewonden vinden. Even
eens twintig man naar het huis van den
commissaris, dat van kelder tot zolder on
derzocht moet worden. Alle bewoners ar
resteeren, ook den commissaris zelf. Jawel,
ook die! Treuzel geen minuut, maar doe
alles direct. Ik ben zoo juist door den mi
nister van justite tot commissaris inplaats
van mijn voorganger benoemd. Denk er
aan, dat niemand ontsnapt, want ik zal
niet aarzelen je persoonlijk verantwoorde
lijk te stellenJa, juffrouw. Vlieg
veld? U spreekt met het huis van den mi
nister van justitie. Met Koerber, de nieuwe
politie-commissaris van Genève. Onder
geen beding mag een vliegtuig opstijgen
voor U daartoe van mij verlof hebt gekre
gen. Geen enkel, begrepen?" Met een vol-
danen zucht legde hij de hoorn weer neer.
„Ziezoo, die ontsnappen ons niet meer!"
Maar Timotheus keek niet zoo overtuigd.
Hem was plotseling iets te binnen ge
schoten. „Is er iemand achter gebleven om
het huis van den commissaris te bewa
ken?" vroeg hij aarzelend.
Met groote oogen keek Koerber hem aan.
Daarna sprong hij. alsof een wesp hem ge
stoken had, uit zijn stoel, en liet zijn mist
met een daverenden klap op het tafelblad
neerkomen.
„Ezel, die ik geweest ben!" riep hij wan
hopig. Maar daarop verhelderde zijn gelaat
weer. „Ze kunnen toch niet weg!" stelde
hij Timotheus en zich zelf gerust. „Ik heb
toch tijdig het vliegveld gewaarschuwd!"
Op hetzelfde oogenblik rinkelde de tele
foon. Met een zijdelingschen blik op zijn
metgezel naam de nieuwbakken commissa
ris de hoorn op. Hij verwachtte onheil en
het kwam dan ook prompt.
„Hier vliegveld", klonk een stem. „Juist
vóór ons belde, is er een vliegtuig met
drie personen aan boord opgestegen. We
konden het niet meer bereiken, het is in
de richting van het meer verdwenen."
Koerber kreunde, maar daarop herstel
de hij zich.
„Ik moet onmiddellijk een vliegtuig heb
ben om ze achterna te kunnen gaan,"
snauwde hij. „Wanneer kan dat klaar
zijn?"
„Zoodra U hier bent."
„Maar dan is het te laat!" steunde de
ongelukkige politieman. „Dat is op zijn al
lervlugst in een half uur en dan zijn ze al
mijlen ver weg!"
„Een oogenblik. alstublieft," zei de stem
aan den anderen kant van de lijn. „Mis
schien kunnen we U nog op een andere
manier helpen."
(Nadruk verboden). (Wordt vervolgd).