Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde Jaarvergadering te Leiden 80ste Jaargang WOENSDAG 21 JUNI 1939 No. 24305 Ouden van dagen, maar als kinderen zoo blij HET VOORNAAMSTE NIEUWS VAN HEDEN De Bilt Dr. Wobbe de Vries wint den Meesterschapsprijs Toekenning van prijzen Een strijd van water en vuur Dit nummer bestaat uit DRIE bladen EERSTE BLAD verwacht LEIDSCH DAGBLAD DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN PRIJS DER ADVERTENTIES: 30 Cis. per regel voor advertenties uit Lelden en plaatsen waar agentschappen van ons Blad gevestigd zijn. Voor alle andere advertenties 35 ets. per regel Voor zakenadvertenties belangrijk lager tarief. Kleine advertenties uitsluitend bij vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 50 ets. bij maximum aantal woorden van 30. - Incasso volgens postrecht. Voor opzending van brieven 10 ets. jjorto te betalen. - Verplicht bewijsnummer 5 ets. Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor Directie en Administratie 2500 Redactie 1507. Postcheque' en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54. PRIJS DEZER COURANT: Voor Lelden en gemeenten, waar agentschappen gevestigd Zijn: per 3 maanden - t. 3.39 per weet .'iT.'"". t.0.1® per 3 maanden portokosten, (voor Binnenland f. 0.00 per 3 mnd> franco- per post - t. 2:35 Aan den vooravond der heden in ',,'t Schuttershof" alhier gehouden jaarver gadering der Mij. der Ned. Letterkunde heeft prof. dr. R. Post uit Nijmegen in de commissie voor geschied- en oudheid kunde gesproken over het onderwijs in de Noordelijke Nederlanden vóór de Refor matie. Spr. toonde aan, dat in de steden ook toen reeds lagere en hoogere scholen In zooverre konden onderschelden worden, dat de leer lingen, die voor de eerste maal de poorten van de stadsschool binnen traden, reeds te voren lezen en schrijven hadden geleerd. De lagere scholen, bestemd voor kinderen van 6 en 7 jaar en vaak geleid door vrou wen, konden vrij worden opgericht en in de sleden werden er gewoonlijk verschei dene aangetroffen. De parochieschool, die ook groote-, stads-, Latijnsche- of particuliere school werd genoemd, was het eigenlijke onder wijsinstituut, dat gaarne alle leerlingen tot zich trok, door de regeering werd begun stigd en voor alle jongens, die iet6 meer dan het alphabet wilden leeren, was be stemd. Haar leerprogram was in alle ste den ongeveer gelijk. Vóór het Humanisme beperkte zij zich tot het onderricht in La tijn, logica en wat kerkzang, waaraan dan in den tijd van het Humanisme het Grieksch en de rhetorica toegevoegd wer den. Boven dit algemeen program uit gin gen slechts de scholen van Zwolle en De venter in de 15de en de Hieronymusschool van Utrecht in de 16de eeuw, hetgeen toe le schrijven is aan het bezit van twee kop- klassen (de prima en secunda), die elders ontbraken. In andere steden was n.l. de tertia de hoogste klas. Aan de hand van de algemeen gebruike lijke schoolboeken schetste spreker den aard en de hoeveelheid van de gedoceerde stof. De methode van het onderwijs werd gezien in verband met de ongunstige ver houding van het aantal docenten tot dat der leerlingen. Gewoonlijk werkten er naast den rector slechts drie vijf leeraren In scholen met rond vijfhonderd leerlingen. Klassen van honderd jongens waren nor maal. In dergelijke omstandigheden kon de leeraar slechts wat- leiding geven en was de leerling op zelfstudie aangewezen, waar bij hij dan geholpen werd door zijn ouderen of meer onderwezen makker. Het was een methode van voorzeggen, repeteeren, me- moriseeren en overhooren. waartoe trou wens ook de duurte van boeken en de schaarschte van het schrijfmateriaal dwon gen. Ofschoon deze scholen voor alle jongens bestemd waren, was het program meer ge schikt voor de toekomstige geestelijken dan voor aspirant-kooplieden. Vandaar de sterke behoefte aan practische scholen. waar meer rekenkunde en vreemde talen werden geleerd Welnu, op het einde der 15e eeuw kwa men in grootere steden scholen op, die handels- of Fransche scholen zouden kun nen worden genoemd, en de Fransche taal en boekhouder op haar studieprogram had den. Rede van den voorzitter, prof. dr. J. de Vries. De voorzitter, prof. dr. J. de Vries, open de hedenmorgen de vergadering met een toespraak, waarin hij enkele der voor naamste gebeurtenissen van het afgeloopen jaar in herinnering bracht. De verplaatsing van den zetel der Maat schappij naar het Snouck-Hurgronje-huls beteekent een belangrijke verbetering ln de huisvesting. Een gevolg daarvan was nu ook, dat voor de jaarvergadering een an dere en passende lokaliteit gezocht werd. Hij verwelkomde vervolgens een groep Vlaamsche leden, die voor de jaarvergade ring overgekomen waren en hoopte dit te mogen beschouwen als een bewijs van groeiende belangstelling in het Zuiden. De leden, die gedurende het afgeloopen jaar waren heengegaan, werden herdacht en een bijzonder woord werd gewijd aan Alle van WijheSmeding, prof. van Blom en Victor de Meyere. Bij de bespreking van de taak der Maat schappij als verdedigster der nationale cul tuur werd de brochure in herinnering ge bracht, die in het najaar over het onder wijs in het Nederlandsch op gymnasia en hoogere burgerscholen uitgegeven werd; illusies over een spoedige verbetering in de huidige beschamende regeling behoeft men daarom nog niet te koesteren. Met vreugde werd vastgesteld, dat de „Bibliotheek der Nederlandsche Letteren" door pers en publiek met geestdrift ontvan gen Is. De herdenking van het feit, dat de „Ca mera Obscura" honderd jaar geleden ver schenen is, deed het bestuur besluiten een tentoonstelling in te richten van drukken, vertalingen, kritieken e.d. van dit merk waardige boek, waardoor men tevens een beeld krijgt van den rijkdom van de biblio theek van de Maatschappij. Het is haast een wonder, dat deze bundel schetsen, door een student in uren van verpoozing ge schreven, een der weinige boeken werd, die niet alleen klassiek zijn, maar ook nog ge lezen worden. De critiek had er natuurlijk anders over beschikt, maar de voorspelling, dat het wel gauw in vergetelheid zou raken, bleek een koddige vergissing. Potgieter had het althans juister gezien. In een bespre king, die niet zuinig was met aanmerkin gen, verklaarde hij, dat de stijl boven allen lof verheven was. De losse vlotte verhaal trant doet zelfs na honderd jaar nog even frisch aan als toen het geschreven werd; daardoor verdiende de Camera de blijvende volksgunst. Daarnaast heeft daartoe bijge dragen de milde en begrijpende kritiek van de burgerlijke maatschappij; hij zag haar tekortkomingen, maar hij voelde zich met haar ook innig verwant. Potgieter ken schetste deze kunst juist als copieerlust des dagelijkschen levens, maar dit behoeft geen karen gistel-middag de ruim 400 deelnemers aan den jaarlijkschen autotocht, welke ditmaal naar de buitenplaats „Groenendaal" onder Heemstede voerde. Een kijkje in één der autobussen. afkeuring in te houden; Hildebrand moge daardoor niet beantwoorden aan de eischen die Potgieter voor de litteraire kunst ge liefde op te stellen, hij bleef geheel in de lijn van het echt-Hollandsche realisme. Het valt niet te ontkennen, dat de burgermaat schappij, zooals Hildebrand die geteekend heeft, klein en benepen was; daarom kan het ons verwonderen en soms ook ergeren, dat hij zoo gemakkelijk dit leven aanvaar den kon; het diakenhuismannetje wekt bij hem geen verontwaardiging, maar slechts sentimenteele deernis. Dit begrijpend aan vaarden heeft echter ook tot gevolg, dat deze zedenschildering geen dissonanten kent en ons met toegevende belangstelling het leven onzer grootouders doet bezien. De rimpellooze rust van dit Hollandsche bin nenhuisje is een bekoring voor de latere geslachten gebleven. De voornaamste re den van het blijvend succes Is echter wel de naïeve eenvoud van zijn verhaal. Vele boeken, met meer pretentie geschreven en van grooter talent getuigend, zijn snel ver geten; deze bundel, onopgesmukt en eer lijk, heeft het hart van ons volk getroffen. Daarom krijgt deze herdenking een die pere beteekenis: die van den triomf der eenvoud. Jaarverslagen. Na de openingsrede werden de onder scheidene jaarverslagen behandeld en goedgekeurd. De maatschappij telt aan het eind van dit jaar 640 leden en 51 buitengewone leden De bibliothecaris, dr. A, v. Rijnbach, maakt in zijn verslag melding van het ver loren raken van een zeldzaam boekje reeds vele jaren geleden geschied doch kan daar tegenoverstellen, dat dit verlies gTootendeels vergoed is door de waarde volle aanwinst van een zeer zeldzame ver zameling ..Straat- en Volksliedjes" uit het einde der 17e en het begin der 18e eeuw. de z.g. liedjesdrukken van Klem-Jan. een bekend venter van zulke liedjes te Amster dam in dien ijd. Na vermelding van vele geschenken van boeken en curiosa, ontvangen van leden en niet-leden en na dank voor den steun van vele Nederlandsche uitgevers ontvan gen, besluit het verslag met den wensch. dat spoedig voorzien moge worden in het nijpende gebrek aan plaatsruimte in de Universiteitsbibliotheek, waar de biblio theek der maatschappij gastvrijheid geniet. Vervolgens werd medegedeelddat de commissie voor taal- en letterkunde aan het bestuur heeft voorgedragen ter bekroning met den prijs voor meester schap dr. Wobbe de Vries te Groningen. De commissie voor schoone letteren heeft, na loting tusschen den voorge- dragene en de dichteres Clara Eggink. die een gelijk aantal stemmen verwierf, voorgedragen voor den C. W. van der Hoogtprijs voor poëzie den dichter Eduard Hoorn ik, voor zijn episch ge dicht ..Mattheus". Voor den dr. Wynaendts Franckenprijs voor het beste werk op het gebied van biographic en cultuurgeschiedenis werd voorgedragen M. D. Ozinga voor de biografie „Daniël Marot, de schepper van den Hollandschen Lodewijk XIV- stijl". De Meesterschapsprijs- De commissie vcor taal- en letterkunde zdgt in haar toelichting op het besluit dr. Wobbe de Vries te Groningen te bekronen met den Prijs voor Meesterschap: Deze geleerde kan bcgen op een reeks van belangrijke publicaties, die betrekking hebben op vele, ja bijna alle onderdeden van de Nederlandsche taalkunde. Na zijn academisch proefschrift van 1895 over het dialect van zij'n geboorteplaats Noordhorn, heeft hij verscheidene dialectolcgische stu diën in het licht gegeven, die zich vooral bezighouden met het Noord-Oosten van het Nederlandsche taalgebied, dat hem zco bijzonder vertrouwd is. Hij heeft verder de toponjonie met vrucht beoefend: vele aardrijkskundige namen zijn door hem ver klaard of historisch belicht. Ook op het gebied der etymologie heeft hij zich ver dienste verworven. In zijn toncmymischs en etymologische publicaties is, evenals in zijn dialectologische geschriften, een bijzondere belangstelling op te merken voor het Noordoostelijk deel van de Nederlanden. Intusschen is het oeuvre van de Vries geenszins regionaal beperkt. Hij heeft ook werken van blijvende beteekenis geschre ven, over uiteenloopende onderwerpen uit heden en verleden van het Nederlandsch in het afgemeen als: klank- en vormleer, syntaxis, woordvorming, mvlcea van vreem de talen. Wanneer de Vries tot nog toe niet de erkenning gevonden heeft, waarop zijn even veelzijdig als belangrijk werk hem De minister-president, dr. H. Colijn, wordt morgen 70 jaar. (Voor zijn levensbeschrijving zie men pag. 1 van het 3e Blad) Een felle brand heeft gistermiddag gewoed in het bovenhuis van het perceel Oude Rijn 84. waarvan de bewoners zich slechts met moeite door een raam aan de achterzijde over de daken in veiligheid konden brengen. De brandweer maakte gebruik van de Ma- girus-ladder om den vuurhaard zoo dicht mogelijk te naderen. aanspraak geeft, dan is dat voor een deel te verklarén uit zijn bescheidenheid, voor een ander dsel uit den minder aantrekke- lijken vorm van vele zijner geschriften. De commissie erkent dit tekort van de Vries, maar acht het gering tegenover zijn vele voortreffelijke hoedanigheden. De Vries is nooit oppervlakkig, hij verwaarloost geen enkel detail, zijn betoog is streng en zijn oordeel scherp. Het werk van de Vries getuigt van gron digheid. degelijkheid, nauwkeurigheid, om vangrijke kennis en groote belezenheid en wat- meer is dan dit alles: oorspronkelijk heid van gedachte en zelfstandigheid van methode Vooral om deze laatst? -igen- schappen en om het breede studieveld, waarop hij deze eigenschappen heeft ont plooid. beschouwd de commissie de Vries als een eminent geleerde, die zich verheft BINNENLAND. Minister Romme over de regeling der kin derbijslagverzekering. (3e Blad). Wijziging der leiding bij Philips. (3e Blad). De „Piet Hein" in de Zeeuwsche wateren (Binnenland. 3e Blad). AMSTERDAMSCHE BEURS. Ongeanimeerde markt - Gedrukte stem ming - Geleidelijk terugloopende koer sen - Philips goed prijshoudend - Amerikanen zeer kalm - Beleggingen nauwelijks prijshoudend. BUITENLAND. Nog altijd geen wijziging te Tientsin. De Japanners landen bij Swatau. (Buiten land. le Blad). Komt er schot in de Engelsch-Fransch- Russische besprekingen? (Buitenland, le Blad). Roosevelt dringt aan op spoed bij de be handeling der neutraliteitswet. (Bui tenland. le Blad). ZIE VOORTS LAATSTE BERICHTEN EERSTE BLAD. Iets warmer. Gedeeltelijk bewolkt Overwegend droog. Zwakke tof matige wind uit Oostelijke rich tingen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 1