De erfpachtskwestie te
Amsterdam
LEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad
Vrijdag li Juni 193)
Beleid van wethouder De Miranda
afgekeurd
Wijziging ongevallen- en
Land- en Tuinbouw wet
Dagbladreclame
KREYMBOPG
IS
WAARBORG
Geen corruptie maar „ernstig in verzuim'
De zaak-De Miranda
De zaak-Gulden
De zaak-Matthijsen
Waarborg-kleeding
Publieke werken
Communiqué van den
wethouder
Vergadering
der Tweede Kamer
is niet te vervangen
LUCHTBESCHERMING
ift&ék-
De heer Gulden ongeschikt
als raadslid.
Als bijlage van het Amsterdamsche ge
meenteblad van gisteravond is verschenen
het eerste gedeelte van het rapport der
raadscommissie van onderzoek inzake erf
pacht.
Zooals men zich herinnert is deze com
missie ingesteld in de raadsvergadering
van 11 Januari j.l. op voorstel van het ge
meenteraadslid. den heer J. W. Matthijssen.
nadat het raadslid C. Kitsz in die bijeen
komst tot B. en W. een interpellatie had
geacht naar aanleiding van de bekende
opzienbare publicatie ten opzichte van wet
houder S R. de Miranda en het raadslid
Z Gulden in een der Amsterdamsche dag
bladen.
Je commissie, tot welker leden benoemd
we.den de raadsleden W. Bo'ssevain. J. H.
Crucq. A. J. Dingemans. J. ter Haar Jr.,
L. Seegers en C. Woudenberg, aan wie door
B. en W. de heer J. Winkelman, chef van
de afdeeling gemeenteblad als secretaris
werd toegevoegd, kreeg tot opdracht een
onderzoek in te stellen naar en op korten
teimijn een rapport omtrent haar bevin
dingen uit te brengen aan den raad over
de wijze, waarop de uitgifte van erfpacht
gronden heeft plaats gehad en wat daar
mede in den ruimsten zin genomen verband
houdt. Met inbegrip van de bü het ge
meentebestuur betrokkenen werden in to
taal tot 31 Mei 1939 81 personen gehoord,
van wie een aantal meer dan één maal.
zoodat het aantal verslagen der verhooren
89 bedraagt.
Tot en met 15 Juni hield de commissie
67 vergaderingen.
Reeds sposdig bleek de commissie, dat
het materiaal, hetwelk op haar onderzoek
betrekking had. van buitengewoon grooten
omvang was. Uit deze schriftelijke stukken
en de naar aanleiding daarvan mondeling
verstrekte inlichtingen, moest geval voor
geval worden gereconstrueerd. Het werd
dan ook woldra duidelijk, dat. indien de
comissie ook maar eenigermate zou willen
voldoen aan den door den raad uitgespro
ken wensch, om hem op korten termijn een
rapport omtrent haar bevindingen uit te
brengen, zij. bijzondere gevallen voorbehou
den. haar onderzoek over een periode van
niet langer dan ongeveer de laatste vijf
jaran diende uit te strekken.
Maar zelfs bii deze beperking zou het niet
mogelijk zijn, omtrent de haar opgedragen
taak binnen enkele maanden in vollen
omvang te rapporteeren. Daarom besloot
de commissie reeds in het begin van haar
onderzoek, omtrent de kwesties van prin-
c.pieeien aard ten aanzien van de grond-
u tgifte. te rapporteeren in een tweede
dee* van haar rapport en in het eerste deel
zooveel mogelijk de persoonlijke aange
legenheden te bespreken.
Van dit voornemen wijkt de commissie
nu in zooverre af. dat zij. nu daartoe van
verschillende kanten de wensch te kennen
is gegeven, heeft besloten, den raad dat
gedeelte van haar onderzoek aan te bieden,
waaromtrent zij met haar bevindingen en
conclusies is gereed gekomen, al bevat dit
dan nog niet al hetgeen de commissje z ch
had voorgenomen in het eerste deel te
zullen behandelen. Zij stelt zich echter
voor omtrent de overige gedeelten zoo
spoedig mogelijk rapport uit te brengen.
in het gedeelte van het rapport, dat de
commissie den raad thans aanbiedt, wor
den behandeld:
a. De brief van wethouder de Miranda
aan de S.D. raadsfractie, houdende bezwa
ren tegen het raadslid Gulden en de daarop
betrekking hebbende correspondentie.
b. De verhouding van wethouder de Mi
randa tot den dienst der publieke werken,
waarmede verband houdt een aantal af
zonderlijk. in bijlagen tot dit rapport te
bespreken gevallen.
c. De integriteit van den in het onder
zoek betrokken wethouder en leden van
den raad.
Het rapport komt tot de volgende alge-
meene conclusie:
betrekking tot de voorbereiding van de
bebouwing van Bosch en Lommer:
5e. Dat naar het oordeel van den wet
houder de afdeeling grondbedrijf van den
dienst der publieke werken blijkbaar niet
wist te vatten alle mogelijkheden om zich
aanmeldende gegadigden, die bouwen wil
den en konden, goed te bedienen.
Al deze omstandigheden te zamen waren
volgens den wethouder oorzaak van een
steeds verm'nderende activiteit in het
bouwvak, in een periode van toch reeds
abnormale werkloosheid.
De commissie is gekomen tot de mee
ning, dat deze omstandigheden wel
kunnen gelden als een verklaring voor
een grootere persoonlijke activiteit van
den wethouder, doch niet als een
rechtvaardiging van de wijze, waarop
hij in bedoelde bijzondere gevallen zelf
standig is opgetreden, noch voor het
niet volledig inlichten van het college
van Burgemeester en Wethouders en
het onthouden van de waarheid aan
den raad
Voor de commissie is komen vast te
staan, dat den wethouder ernstige be
leidsfouten moeten worden aangere
kend en dat de wethouder in meerdere
gevallen ernstig in verzuim is gebleven.
Het persoonlijk ingrijpen van den
wethouder in een aantal gevallen, zon
der dat hij, naar door hemzelf is ver
klaard, wist, wat er bij den dienst
omging, moest onvermijdelijk leiden tot
bevoorrechting van de bouwers die bij
die gevallen betrokken waren. Dit was
niet bevorderlijk voor den goeden gang
van zaken bij het grondbedrijf.
Het is de commissie niet gebleken,
dat overwegingen van corruptieven
aard den wethouder hebben geleid bij
zijn doen en laten.
Ten aanzien van den heer Gulden is de
commissie gebleken, dat hij, met name in
het geval van de N.V. Hoogbouw-Landlust.
zijn beroep van architect niet voldoende
heeft gescheiden van zijn functie van lid
van den gemeenteraad en van de commis
sie van bijstand voor de publieke werken
en de volkshuisvesting. Omtrent de andere
gevallen, waarin de commsisie mededeelin-
gen omtrent en beschuldigingen tegen den
heer Gulden heeft onderzocht, zal zii haar
oordeel geven in het gedeelte van het rap
port, waarin die gevallen worden behan
deld.
Thans reeds wenscht zij echter het vol
gende op te merken:
Hoewel de heer Gulden een welbekend
architectenbureau beheerde, waaruit hij
groote inkomsten trok, verkeerde hij voort
durend in financieele moeilijkheden, welke
ten slotte in 1935 leidden tot een surséance
vat betaling, welke eindigde met een ac-
coord van 8 pet., waartoe hij mede door
een financieel aanbod van den heer Ege-
man in staat werd gesteld
De lijst van crediteuren in de surséance
van betaling wijst erop. dat de heer Gulden
o.a. in zijn financieele nooden voorzag,
door op ruime schaal geld te leenen van
bouwers en leveranciers van bouwmate
rialen. De heer Gulden was daarmede zijn
vrijheid van handelen als raadslid kwijt.
Vooruitloopende op de behandeling
van de bovenbedoelde gevallen, meent
de commissie dan ook te mogen uit
spreken, dat de wijze, waarop de heer
Gulden in opspraak is gekomen en de
sfeer, die er om hem is geschapen, hem
voor de uitoefening van het raadslid
maatschap ongeschikt hebben gemaakt.
De oommissie is van oordeel, dat de heer
Matthijsen buitengewone bemoeiingen heetft
gehad met het verkoopen van scholen en
door hem pressie is uitgeoefend op den
wethouder voor de publieke werken, ten
einde een school te verkoopen aan den
heer C. Elderenbos met uitschakeling van
andere gegadigden.
Deze handelingen moesten leiden tot
bevoordeeling en hebben geleid tot be
voorrechting van den heer C. Elderen
bos, waardoor het belang der gemeente
niet is gediend.
De commissie acht deze voor een
raadslid niet toelaatbaar.
Wie bij KLEEDING over
goode KWALITEIT spreekt
moet wel denken aan
1799
(Ingez. Med.y
Ten aanzien van den dienst der publieke
werken wenscht de commissie er de aan-
daoht. op te vestigen, dat zij geen enkele
aanwijzing heeft gekregen van eenlge cor
ruptie bij dezen dienst.
De commissie meent te dezer plaatse ook
haar oordeel te moeten geven over de door
den heer De Miranda in zijn communiqué
van 6 Januari 1939 vermelde punten.
Zij is van oordeel:
1. Dat zij geen reden heeft te twijfelen
aan de juistheid van zijn mededeeling. dat
hem tot 6 Januari 1939 van een justititieel
onderzoek niets was gebleken.
2. a. Dat de mededeeling. dat noch door
den wethouder, noch door den dienst van
publieke werken den heer Fuldauer grond
is toegewezen, juist is.
b. Dat de mededeeling. dat de uitgifte
van bedoelde terreinen geschiedde op nor
male wijze tegen den normalen canon aan
de bona fide bouwers Venemans c.s. for
meel juist is. maar dat zoowel deze mede
deeling, als die vermeld onder 2a gezien die
nen te worden in het lióht van de feiten
en omstandigheden vermeld in bijlage 1.
Hierin wordt o.m. vastgesteld, dat de reser
veering van het terrein bestemd voor
de Coöperatieve Algemeene Joodsche Wo-
ningbouwvereeniging door B. en W. niet
op de gebruikelijke wijze is opgeheven en
het terrein niet op de gebruikelijke wijze
weder ter besohikking van het grondbe
drijf is gesteld.
Het feit, dat dit door vele bouwers be
geerde terrein werd uitgegeven door tus-
sdhenkomst van den makelaar Fuldauer.
die op zeer luidruchtige wijze reclame
maakte voor zijn bemiddeling en de
waarde van zijn relaties, deed in onge
woon sterke mate bij de bouwers de mee
ning post vatten, dat nieuwe wegen waren
ontsloten om erfpachtsgrond te bekomen,
wanneer men hem maar betalen wilde. De
heer Fuldauer is voor zijn bemiddeling door
den heer Venemans een som van f. 3700 uit
betaald geworden.
Door den heer Fuldauer is een bedrag
van f. 750 of van f. 600 aan mr. De Miranda
betaald voor rechtskundige adviezen. Mr.
De Miranda heeft hiervoor geen declaratie
ingediend en het honorarium voor deze
adviezen door mr. De Miranda, op het
oogenblik dat de heer Fuldauer de mede
werking van hem inriep voor het verkrijgen
van grond, werd op niet hooger dan f. 50
getaxeerd.
3. Dat haar gebleken is, dat de mededee
ling, dat tusschen den wethouder en zijn
Door wethouder de Miranda is aan de
comm ss e een aantal oms and gheden
medegedeeld die hem aanleiding hebben
gegeven tot zijn optreden in de bijzondere
gevallen, waarin de commissie over zijn
beleid geen gunstig oordeel kan vellen.
Deze omstandigheden waren: over art. 1 van het ontwerp, dat met
le. Het besluit van Amstels Bouwver- tegen 27 stemmen werd aangenomen.
(Van onzen parlementairen medewerker).
Beide hierboven genoemde wetten moeten
op enkele punten worden gewijzigd; het
daartoe strekkend ontwerp kwam gisteren
aan de orde.
Bij de algemeene beschouwingen kwamen
verschillende speciale punten ter sprake,
die zich voor een overzichtelijke behande
ling minder goed leenen
Een uitzondering maken wij voor één
punt, o.a. door de heer Drees ter sprake
gebracht, namelijk de uitschakeling van de
ongevallen-verzekering voor arbeiders, die
bij een gewapend conflict bij de vervulling
van hun arbeid een ongeval krijgen. De
heer Drees meende, dat dit punt uit de her
ziening moest worden verwijderd', hij had
er ernstig bezwaar tegen. Maar Minister
Romme echter bleek volstrekt overtuigd,
dat het risico van zulke ongevallen, het
oorlogs-risico dus, niet ten laste van het
bedrijfsleven kan worden gebracht, en niet
met het gewone beroeps-risico mag wor
den gelijkgesteld. Hij meende, dat dit een
te zware last voor de bedrijven zou zijn,
doch verklaarde zich bereid een herziening
te overwegen met betrekking tot de gevol-
gen voor de betrokken personen.
De heer Drees hield echter zijn bezwa
ren staande en vroeg daarom stemming
hM MM 50
eeniging waarbij haar leden verboden werd
te touwen op ae erfpachtsgronden in het
z g plan-Landlust en de agitatie in Amstels
Bouwvereeniging. gevoerd tegen het bouwen
in het z.g. plan-Bosch en Lommer;
2e De actie van directeuren van hypo
theekbanken om geen hypotheek te nemen
op huizen, te bouwen op erfpachtsgronden;
3. Het gebrek aan medewerking van de
regeering en van Gedeputeerde Staten van
Noord-Holland bij het verstrekken van
rijksvoorschotten en het verleenen van
gemeentelijke garantie voor het bouwen
van woningen door woningbouwvereeni-
gingen:
4e, De langdurige onderhandelingen met
Er werd nog even geschermutseld over
twee amendementen van dr. Vos. onderdee-
ien van het ontwerp betreffend, waarvan
het een met groote meerderheid (69—7)
werd verworpen en het andere door den
Minister overgenomen.
De Kamer heeft zich tenslotte zonder
hoofdelijke stemming met het wijzigings-
ontwerp vereenlgd.
WETSONTWERP INZAKE KINDER
BIJSLAG-VERZEKERING.
„Zeer vele leden betuigden hun instem
ming met het beginsel, dat aan dit wets
ontwerp ten grondslag ligt
Zoo begint het Voorloopige Verslag over
het ontwerp eener wettelijke regeling van
de kinderbijslag-verzekering. En dat „zeer
vele leden" wijst ai op een groote meer
derheid. De naam van het ontwerp wijst
het al uit: de wet gaat kinderbijslag op
het loon verplicht stellen. Er zijn reeds ver
scheidene collectieve contracten waarin
zulk een bijslag wordt voorgeschreven, en
daarnaast vele gevallen, waarin hij ook
wordt verleend. Het Rijk, de meeste pro
vincies en ongeveer 300 gemeenten doen
het evenzeer. Maar het ontwerp voert den
bijslag over de heele linie in, althans voor
loontrekkenden, d.w.z. voor arbeiders in
dienst van een onderneming of in daarmee
gelijkgestelden loondienst maar niet tij
dens ziekte, ongeval of werkloosheid; daar
voor moet een afzonderlijke regeling wor
den getroffen). Bijslag zal worden gegeven
te beginnen met het derde kind imits het
gezin meer dan 2 kinderen beneden de 15
jaar heeft). De bijslag bedraagt van 10 tot
25 cent per werkdag en per kind; het be
drag is afhankelijk van het loon. De 25
cent worden bereikt bij loonen van meer
dan f. 200 per maand. De premie voor de
zen bijslag moet door de werkgevers wor
den betaald en bedraagt ongeveer 1%> van
het loon.
De heer Kuiper heeft de lijnen van het
ontwerp, dat hij zeer toejuichte, nog eens
in het licht gesteld. Het groote gezin zoo
betoogde hij heeft behoefte aan der
gelijke regelingen; het behoefte-element is
in de loonregeling volstrekt geen novum en
het beginsel van loon naar prestatie wordt
er niet door losgelaten. Hij vreesde niet
voor daling van het loonpeil, wanneer deze
bijslagrcgeling er komt. Verbetering van de
positie der grootere gezinnen zoo zette
hij uiteen beteekent versterking van de
volkskracht. Maar hij was van oordeel, dat
ook de kleine zelfstandigen in een bijslag
regeling moeten worden opigenomen. De
heer Woudenberg van de N.S.B, was niet
zoo geestdriftig. Hij sprak van een „kinder
bijslag-fooi" en achtte het niet opnemen
van de kleine zelfstandigen een ernstige
leemte in het ontwerp. Ook verzette hij
zich tegen het feit, dat het ontwerp een
zekere verhouding legt tusschen loonbe
drag en bijslag-bedrag; volgens hem dient
die grens te vervallen en moet de bijslag
voor allen gelijk zijn. Aldus had de heer
Woudenberg, het ontwerp in principe toe-
Juichend, tegen de uitwerking nog al wat
bedenking.
Bij de overige sprekers deden zich ver
schillende duances voor.
Er was er slechts één. die zich radicaal
tegen het ontwerp verklaarde, en wel de
christeüjk-historlsche heer Weitkamp. Hij
moet er niets van hebben. Wie trouwt,
moet zijn kinderen kunnen onderhouden,
is zijn theorie. Maar onaanvaardbaar is het
ontwerp voor hem vooral, omdat het een
drukkende last zal leggen op de kleine be
drijven ten bate van de grootere gezinnen;
daaraan wenscht hij niet mede te doen.
Verschillende van zijn bezwaren werden
gedeeld door dr. Vos; ook hij achtte den
last, op de bedrijven geheven, niet verant
woord; hij meende dat het niet aangaat,
ten deele de staatsburgers te doen zorgen
voor groote gezinnen van anderen; hij
oordeelde dat zoodoende het verantwoor
delijkheidsgevoel bij de ouders wordt on
dermijnd en meende dat in ieder geval de
bijslag eerst bij het vierde kind zou moeten
ingaan. Dr. Vos verklaarde van de resul
taten van het debat te zullen laten afhan
gen, of hij voor het ontwerp zou stemmen.
Tot een soortgelijke conclusie kwam de
heer Drees Hij was niet warm voor het
ontwerp, hij was er ook niet koud voor, hij
zou door de resultaten der behandeling la
ten bepalen, hoe hij stemmen zou. Tegen
over steun aan groote gezinnen verklaarde
hij volstrekt niet onverschillig te staan,
maar de methode van bijslag op het loon
vond hij niet gelukkig.
De heer Smeenk heeft, ongeveer in ge
lijken zin als de heer Kuiper, het ontwerp
verdedigd; de heer Bakker achtte het stel
lig in beginsel goed, maar zou de uitwer
king hier en daar willen gewijzigd zien Er
had, meende hij, een loongrens gesteld die
nen te worden, en zou er een bepaling op
genomen moeten worden, die het mogelijk
maakt een deel van de premie op de arbei
ders te verhalen, want dat er een zware
last op het bedrijfsleven wordt gelegd kan,
volgens hem, niet worden ontkend.
Voor de kleine zelfstandigen namen ver
schillende sprekers het op. Ook voor hen
zal iets gedaan moeten worden, meen
den zij.
Verschillende wenken, in deze discussie
gegeven, zullen we straks bij de behande
ling der artikelen, ten deele in den vorm
van amendementen, zien terugkeeren.
zoon nimmer eenlge bespreking heeft plaats
gevonden omtrent uitgifte van grond, naar
de letter genomen juist is, maar dat hier
bij in acht dient te worden genomen, het
geen omtrent de bemoeiingen van mr. De
Miranda is vermeld.
4. Dat de mededeeling, dat de verhou
ding tussohen den wethouder en de hoofd
ambtenaren volkomen normaal is, ten tijde
van het uitgeven van het communiqué
juist was, gezien liet feit. dat Burgemeester
en Wethouders bij schrijven van 30 Dec.
1938 aan de gerezen geschillen tusschen den
wethouder en den directeur der publieke
werken formeel een einde hadden ge
maakt.
is een algemeen belang
en dus ook het Uwe
Meldt U aan als lid der Ned. Ver. voor
Luchtbescherming bij den secretaris der
afdeeling Leiden, den heer D. C. KOK.
Rapenburg 9, Tel. 807. - Contributie naar
draagkracht (minimum 25 cents 's jaars).
VOOR ZATERDAG 17 JUNI.
Hilversum I, 1875 en 415,5 M. KRO-Uit-
zending 8.009.15 Gramofoonmuzlek (Ca.
8.15 Berichten) 10 00 Gramofoonmuzlek
11.30 Godsdienstig halfuurtje 12.00 Berich
ten 12,15 Gramofoonmuzlek 1.15 Berich
ten, hierna: KRO-Melodisten en solist 2.00
Voor de rijpere jeugd 2.30 Gramofoonmuzlek
2.45 Kinderuurtje 4.00 KRO-Melodisten
en solist <4.30—4,45 Gramofoonmuzlek)
5,15 Internationale sportrevue 5.30 Gramo
foonmuzlek 5,45 KRO-Nach|;egaaltjes 0.15
Gramofoonmuzlek 6.20 Journ. weekoverzicht
6.45 Berichten, gramofoonmuzlek 7.00 Be
richten 7.15 Causerie „Bezetenheid en krank
zinnigheid" 7.35 Actueele aetherflitsen 8.00
Berichten ANP mededeelingen 8.15 Medita
tie met muzikale omlijsting 8.35 Gramofoon
muzlek 8.45 KRO-Operette-orkest en solisten
10.30 Berichten ANP 10.40—12,00 Gra
mofoonmuzlek.
Hilversum II. 301,5 M. 8.00 VARA 10,00
VPRO 10,20 VARA 7.30 VPRO 8.00—
12.00 VARA 8.00 Gramofoonmuzlek (Om
8.15 Berichten) 10,00 Morgenwijding 10,20
Voor arbeiders in de Continubedrijven 12,00
Gramofoonmuzlek (Om 12,15 Berichten)
2.00 Causerie over „Kanton" 2,20 Esmeralda
3.00 Reportage 3.30 Gramofoonmuzlek met
conférence 4,20 Gramofoonmuzlek 4,30
„Zoete most. De zuivere vruchtendrank", inter
view 4.50 VARA-orkest en solist 5,30 Film
land 6.00 Uit de roode jeugdbeweging 6.28
Berichten 6.30 Orgelspel 7.00 VARA-
Kalender 7.05 Felicitaties 7.10 Politiek
radiojournaal 7 308.00 Een halfuur met
ouders 8.05 Herhaling SOS-berichten 8.07
Berichten ANP. VARA-Varia 8.20 VARA-
orkest en soliste 9.00 Puzzle-uitzending
9.15 En nuOké" 10.30 Berichten ANP
10,40 VARA-koor 11.00 Radlotooneel 11.15
Orgelspel en zang 11.4512.00 Gramofoon
muzlek.
Droltwich 1500 M. 11,20 Pianovoordracht
11,50 BBC-Northern Ireland-orkest m.m.v.
solist 12,50 Gramofoonmuzlek 1.20 Repor
tage 1.50 Het Aston-Hippodrome-orkest
2.50 Cello en piano 3.20 Gramofoonmuziek
3.50 Reportages 4.35 Gramofoonmuziek
4,50 Billy Cotton en fctfn Band 5,50 Reportage
6,20 Berichten 6.50 Sportpraatje 7.05
Het Griller Strijkkwartet en solist 7.50
Radiotooneel 8,20 Cabaret-programma
9.20 Berichten 9.50 Uit Amerika: Ameri
kaanse!) overzicht 10,05 BBC-Theater-orkest
en solisten 10.55 Henry Hall en zijn Band
11,50 Dansmuziek (gr.pl.) 12,10—12.20 Be
richten.
Radio-Paris 1648 M. 9.00, 10,05, 10.30 en
11,20 Gramofoonmuziek 12,30 Zang 1.25
Van de Walle-orkest 2.35 Zang 3.35 Piano
voordracht 4.05 en 5.05 Zang 5.20 Vrooiyk
programma 5 50 Gramofoonmuziek 6.50
Pianovoordracht 7.25 Gramofoonmuziek
7.35 Cellovoordracht 7.50 Zang 8.50 Zie
Brussel 484 M. 10.50 Gramofoonmuziek
11.2013.50 Jo Bouillon s dansorkest.
Keulen 456 M. 6.50 Gramofoonmuzlek
7.35 Willi Genseler's orkest 8.50 Schupo-
orkest 12.20 Het Omroepkleinorkest 1.35
Het Gouworkest Weenen 2.30 Gramofoon
muziek 4.20 Leo Eysoldt's orkest 6.05
Pianovoordracht 6.30 Vroolijk programma
7.10 Zang 7.30 Keulsche mandolinevereenl-
ging „Harmonie" m.m.v. solist 8.50 Gramo
foonmuziek 9.20 Militair programma 10.55
Hermann Hagestedt's orkest m.m.v, solist
12.20 Gramofoonmuziek 2.203.20 Het Om
roepkleinorkest. SA-orkesten en solisten.
Brussel 322 en 484 M. 322 M.: 12.20 Gra
mofoonmuziek 12.50 Los Companeros-orkest
1,502,15 en 2.25 Gramofoonmuziek 4.20
Vlaamsch Cellokwartet 6.20 Omroeporkest en
solist 8.20 Gramofoonmuziek 8.45 Folklo
ristisch programma 9.05 Cabaret-programma
10.30 Populair concert 11.20—12.20 Gra
mofoonmuziek 484 M 12.20 en 1.30—2.15
Gramofoonmuziek 2.55 Jan Steurs' Musette-
orkest 3.20 Conservatorium-orkest van Luik
en solisten 4.20. 5.35 en 5.55 Gramofoonmu
ziek 6.05 Zang 6.35 Gramofoonmuziek
8.20 Reportage 8.50 Symphonie-orkest en
solist. In de pauze: Gramofoonmuziek 110°
Dansmuziek (gr.pl.) 11.201220 Gramofoon
muziek.
Deutschlandsender 1571 M. 8 35 Het Om
roeporkest en -koor en solisten 10.20 Berich
ten 10.40 Reportage 10.50 Pianovoordracht
11.05 Berichten 11.20—12.20 Het Omroep
kleinorkest en solist.
GEM. RADIO-DISTRIBUTIEBEDRIJF EN DE
R.O.V. RADIO-CENTRALE.
Voor Zaterdag 17 Juni.
le Programma: Tederen dag van 824 uur
A.V.R.O., V.A.R.A. enz.
2e Programma: lederen dag van 824 uur
K.R.O.. N.C.R.V enz
3e Programma: 8.00 Keulen 10.20 Radio
P.T.T. N. 11.20 Parijs Radio 11.50 London
Reg. 12.50 Brussel (VI.) 2.20 Keulen -
2.55 Brussel (Fr.) 4.20 Keulen 6.20 Brus
sel (Fr.) 8.20 Keulen 8.35 Raido P.T.T. N.
8.50 Brussel (Fr.) - 10.55 Keulen.
4e Programma: 8.00 Brussel (VI.)
Parijs Radio 9.30 Radio P.T.T. N. v™
Diversen 10.35 London Reg. 11-50 Drolt
wich 1.20 London Reg. 1.50 Droitwicn
2.50 London Reg. 5.20 Droltwich 5.50 ra-
rijs Radio - 6.05 Radio P.T.T. N. 6.20 Drolt
wich 6.50 London Reg. 8 20 Droitwicn
9.50 London Reg. 10.05 Droltwich.
Wijzigingen voorbehouden.
2—3