De erfpachtskwestie te Amsterdam LEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad Vrijdag li Juni 193) Beleid van wethouder De Miranda afgekeurd Wijziging ongevallen- en Land- en Tuinbouw wet Dagbladreclame KREYMBOPG IS WAARBORG Geen corruptie maar „ernstig in verzuim' De zaak-De Miranda De zaak-Gulden De zaak-Matthijsen Waarborg-kleeding Publieke werken Communiqué van den wethouder Vergadering der Tweede Kamer is niet te vervangen LUCHTBESCHERMING ift&ék- De heer Gulden ongeschikt als raadslid. Als bijlage van het Amsterdamsche ge meenteblad van gisteravond is verschenen het eerste gedeelte van het rapport der raadscommissie van onderzoek inzake erf pacht. Zooals men zich herinnert is deze com missie ingesteld in de raadsvergadering van 11 Januari j.l. op voorstel van het ge meenteraadslid. den heer J. W. Matthijssen. nadat het raadslid C. Kitsz in die bijeen komst tot B. en W. een interpellatie had geacht naar aanleiding van de bekende opzienbare publicatie ten opzichte van wet houder S R. de Miranda en het raadslid Z Gulden in een der Amsterdamsche dag bladen. Je commissie, tot welker leden benoemd we.den de raadsleden W. Bo'ssevain. J. H. Crucq. A. J. Dingemans. J. ter Haar Jr., L. Seegers en C. Woudenberg, aan wie door B. en W. de heer J. Winkelman, chef van de afdeeling gemeenteblad als secretaris werd toegevoegd, kreeg tot opdracht een onderzoek in te stellen naar en op korten teimijn een rapport omtrent haar bevin dingen uit te brengen aan den raad over de wijze, waarop de uitgifte van erfpacht gronden heeft plaats gehad en wat daar mede in den ruimsten zin genomen verband houdt. Met inbegrip van de bü het ge meentebestuur betrokkenen werden in to taal tot 31 Mei 1939 81 personen gehoord, van wie een aantal meer dan één maal. zoodat het aantal verslagen der verhooren 89 bedraagt. Tot en met 15 Juni hield de commissie 67 vergaderingen. Reeds sposdig bleek de commissie, dat het materiaal, hetwelk op haar onderzoek betrekking had. van buitengewoon grooten omvang was. Uit deze schriftelijke stukken en de naar aanleiding daarvan mondeling verstrekte inlichtingen, moest geval voor geval worden gereconstrueerd. Het werd dan ook woldra duidelijk, dat. indien de comissie ook maar eenigermate zou willen voldoen aan den door den raad uitgespro ken wensch, om hem op korten termijn een rapport omtrent haar bevindingen uit te brengen, zij. bijzondere gevallen voorbehou den. haar onderzoek over een periode van niet langer dan ongeveer de laatste vijf jaran diende uit te strekken. Maar zelfs bii deze beperking zou het niet mogelijk zijn, omtrent de haar opgedragen taak binnen enkele maanden in vollen omvang te rapporteeren. Daarom besloot de commissie reeds in het begin van haar onderzoek, omtrent de kwesties van prin- c.pieeien aard ten aanzien van de grond- u tgifte. te rapporteeren in een tweede dee* van haar rapport en in het eerste deel zooveel mogelijk de persoonlijke aange legenheden te bespreken. Van dit voornemen wijkt de commissie nu in zooverre af. dat zij. nu daartoe van verschillende kanten de wensch te kennen is gegeven, heeft besloten, den raad dat gedeelte van haar onderzoek aan te bieden, waaromtrent zij met haar bevindingen en conclusies is gereed gekomen, al bevat dit dan nog niet al hetgeen de commissje z ch had voorgenomen in het eerste deel te zullen behandelen. Zij stelt zich echter voor omtrent de overige gedeelten zoo spoedig mogelijk rapport uit te brengen. in het gedeelte van het rapport, dat de commissie den raad thans aanbiedt, wor den behandeld: a. De brief van wethouder de Miranda aan de S.D. raadsfractie, houdende bezwa ren tegen het raadslid Gulden en de daarop betrekking hebbende correspondentie. b. De verhouding van wethouder de Mi randa tot den dienst der publieke werken, waarmede verband houdt een aantal af zonderlijk. in bijlagen tot dit rapport te bespreken gevallen. c. De integriteit van den in het onder zoek betrokken wethouder en leden van den raad. Het rapport komt tot de volgende alge- meene conclusie: betrekking tot de voorbereiding van de bebouwing van Bosch en Lommer: 5e. Dat naar het oordeel van den wet houder de afdeeling grondbedrijf van den dienst der publieke werken blijkbaar niet wist te vatten alle mogelijkheden om zich aanmeldende gegadigden, die bouwen wil den en konden, goed te bedienen. Al deze omstandigheden te zamen waren volgens den wethouder oorzaak van een steeds verm'nderende activiteit in het bouwvak, in een periode van toch reeds abnormale werkloosheid. De commissie is gekomen tot de mee ning, dat deze omstandigheden wel kunnen gelden als een verklaring voor een grootere persoonlijke activiteit van den wethouder, doch niet als een rechtvaardiging van de wijze, waarop hij in bedoelde bijzondere gevallen zelf standig is opgetreden, noch voor het niet volledig inlichten van het college van Burgemeester en Wethouders en het onthouden van de waarheid aan den raad Voor de commissie is komen vast te staan, dat den wethouder ernstige be leidsfouten moeten worden aangere kend en dat de wethouder in meerdere gevallen ernstig in verzuim is gebleven. Het persoonlijk ingrijpen van den wethouder in een aantal gevallen, zon der dat hij, naar door hemzelf is ver klaard, wist, wat er bij den dienst omging, moest onvermijdelijk leiden tot bevoorrechting van de bouwers die bij die gevallen betrokken waren. Dit was niet bevorderlijk voor den goeden gang van zaken bij het grondbedrijf. Het is de commissie niet gebleken, dat overwegingen van corruptieven aard den wethouder hebben geleid bij zijn doen en laten. Ten aanzien van den heer Gulden is de commissie gebleken, dat hij, met name in het geval van de N.V. Hoogbouw-Landlust. zijn beroep van architect niet voldoende heeft gescheiden van zijn functie van lid van den gemeenteraad en van de commis sie van bijstand voor de publieke werken en de volkshuisvesting. Omtrent de andere gevallen, waarin de commsisie mededeelin- gen omtrent en beschuldigingen tegen den heer Gulden heeft onderzocht, zal zii haar oordeel geven in het gedeelte van het rap port, waarin die gevallen worden behan deld. Thans reeds wenscht zij echter het vol gende op te merken: Hoewel de heer Gulden een welbekend architectenbureau beheerde, waaruit hij groote inkomsten trok, verkeerde hij voort durend in financieele moeilijkheden, welke ten slotte in 1935 leidden tot een surséance vat betaling, welke eindigde met een ac- coord van 8 pet., waartoe hij mede door een financieel aanbod van den heer Ege- man in staat werd gesteld De lijst van crediteuren in de surséance van betaling wijst erop. dat de heer Gulden o.a. in zijn financieele nooden voorzag, door op ruime schaal geld te leenen van bouwers en leveranciers van bouwmate rialen. De heer Gulden was daarmede zijn vrijheid van handelen als raadslid kwijt. Vooruitloopende op de behandeling van de bovenbedoelde gevallen, meent de commissie dan ook te mogen uit spreken, dat de wijze, waarop de heer Gulden in opspraak is gekomen en de sfeer, die er om hem is geschapen, hem voor de uitoefening van het raadslid maatschap ongeschikt hebben gemaakt. De oommissie is van oordeel, dat de heer Matthijsen buitengewone bemoeiingen heetft gehad met het verkoopen van scholen en door hem pressie is uitgeoefend op den wethouder voor de publieke werken, ten einde een school te verkoopen aan den heer C. Elderenbos met uitschakeling van andere gegadigden. Deze handelingen moesten leiden tot bevoordeeling en hebben geleid tot be voorrechting van den heer C. Elderen bos, waardoor het belang der gemeente niet is gediend. De commissie acht deze voor een raadslid niet toelaatbaar. Wie bij KLEEDING over goode KWALITEIT spreekt moet wel denken aan 1799 (Ingez. Med.y Ten aanzien van den dienst der publieke werken wenscht de commissie er de aan- daoht. op te vestigen, dat zij geen enkele aanwijzing heeft gekregen van eenlge cor ruptie bij dezen dienst. De commissie meent te dezer plaatse ook haar oordeel te moeten geven over de door den heer De Miranda in zijn communiqué van 6 Januari 1939 vermelde punten. Zij is van oordeel: 1. Dat zij geen reden heeft te twijfelen aan de juistheid van zijn mededeeling. dat hem tot 6 Januari 1939 van een justititieel onderzoek niets was gebleken. 2. a. Dat de mededeeling. dat noch door den wethouder, noch door den dienst van publieke werken den heer Fuldauer grond is toegewezen, juist is. b. Dat de mededeeling. dat de uitgifte van bedoelde terreinen geschiedde op nor male wijze tegen den normalen canon aan de bona fide bouwers Venemans c.s. for meel juist is. maar dat zoowel deze mede deeling, als die vermeld onder 2a gezien die nen te worden in het lióht van de feiten en omstandigheden vermeld in bijlage 1. Hierin wordt o.m. vastgesteld, dat de reser veering van het terrein bestemd voor de Coöperatieve Algemeene Joodsche Wo- ningbouwvereeniging door B. en W. niet op de gebruikelijke wijze is opgeheven en het terrein niet op de gebruikelijke wijze weder ter besohikking van het grondbe drijf is gesteld. Het feit, dat dit door vele bouwers be geerde terrein werd uitgegeven door tus- sdhenkomst van den makelaar Fuldauer. die op zeer luidruchtige wijze reclame maakte voor zijn bemiddeling en de waarde van zijn relaties, deed in onge woon sterke mate bij de bouwers de mee ning post vatten, dat nieuwe wegen waren ontsloten om erfpachtsgrond te bekomen, wanneer men hem maar betalen wilde. De heer Fuldauer is voor zijn bemiddeling door den heer Venemans een som van f. 3700 uit betaald geworden. Door den heer Fuldauer is een bedrag van f. 750 of van f. 600 aan mr. De Miranda betaald voor rechtskundige adviezen. Mr. De Miranda heeft hiervoor geen declaratie ingediend en het honorarium voor deze adviezen door mr. De Miranda, op het oogenblik dat de heer Fuldauer de mede werking van hem inriep voor het verkrijgen van grond, werd op niet hooger dan f. 50 getaxeerd. 3. Dat haar gebleken is, dat de mededee ling, dat tusschen den wethouder en zijn Door wethouder de Miranda is aan de comm ss e een aantal oms and gheden medegedeeld die hem aanleiding hebben gegeven tot zijn optreden in de bijzondere gevallen, waarin de commissie over zijn beleid geen gunstig oordeel kan vellen. Deze omstandigheden waren: over art. 1 van het ontwerp, dat met le. Het besluit van Amstels Bouwver- tegen 27 stemmen werd aangenomen. (Van onzen parlementairen medewerker). Beide hierboven genoemde wetten moeten op enkele punten worden gewijzigd; het daartoe strekkend ontwerp kwam gisteren aan de orde. Bij de algemeene beschouwingen kwamen verschillende speciale punten ter sprake, die zich voor een overzichtelijke behande ling minder goed leenen Een uitzondering maken wij voor één punt, o.a. door de heer Drees ter sprake gebracht, namelijk de uitschakeling van de ongevallen-verzekering voor arbeiders, die bij een gewapend conflict bij de vervulling van hun arbeid een ongeval krijgen. De heer Drees meende, dat dit punt uit de her ziening moest worden verwijderd', hij had er ernstig bezwaar tegen. Maar Minister Romme echter bleek volstrekt overtuigd, dat het risico van zulke ongevallen, het oorlogs-risico dus, niet ten laste van het bedrijfsleven kan worden gebracht, en niet met het gewone beroeps-risico mag wor den gelijkgesteld. Hij meende, dat dit een te zware last voor de bedrijven zou zijn, doch verklaarde zich bereid een herziening te overwegen met betrekking tot de gevol- gen voor de betrokken personen. De heer Drees hield echter zijn bezwa ren staande en vroeg daarom stemming hM MM 50 eeniging waarbij haar leden verboden werd te touwen op ae erfpachtsgronden in het z g plan-Landlust en de agitatie in Amstels Bouwvereeniging. gevoerd tegen het bouwen in het z.g. plan-Bosch en Lommer; 2e De actie van directeuren van hypo theekbanken om geen hypotheek te nemen op huizen, te bouwen op erfpachtsgronden; 3. Het gebrek aan medewerking van de regeering en van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland bij het verstrekken van rijksvoorschotten en het verleenen van gemeentelijke garantie voor het bouwen van woningen door woningbouwvereeni- gingen: 4e, De langdurige onderhandelingen met Er werd nog even geschermutseld over twee amendementen van dr. Vos. onderdee- ien van het ontwerp betreffend, waarvan het een met groote meerderheid (69—7) werd verworpen en het andere door den Minister overgenomen. De Kamer heeft zich tenslotte zonder hoofdelijke stemming met het wijzigings- ontwerp vereenlgd. WETSONTWERP INZAKE KINDER BIJSLAG-VERZEKERING. „Zeer vele leden betuigden hun instem ming met het beginsel, dat aan dit wets ontwerp ten grondslag ligt Zoo begint het Voorloopige Verslag over het ontwerp eener wettelijke regeling van de kinderbijslag-verzekering. En dat „zeer vele leden" wijst ai op een groote meer derheid. De naam van het ontwerp wijst het al uit: de wet gaat kinderbijslag op het loon verplicht stellen. Er zijn reeds ver scheidene collectieve contracten waarin zulk een bijslag wordt voorgeschreven, en daarnaast vele gevallen, waarin hij ook wordt verleend. Het Rijk, de meeste pro vincies en ongeveer 300 gemeenten doen het evenzeer. Maar het ontwerp voert den bijslag over de heele linie in, althans voor loontrekkenden, d.w.z. voor arbeiders in dienst van een onderneming of in daarmee gelijkgestelden loondienst maar niet tij dens ziekte, ongeval of werkloosheid; daar voor moet een afzonderlijke regeling wor den getroffen). Bijslag zal worden gegeven te beginnen met het derde kind imits het gezin meer dan 2 kinderen beneden de 15 jaar heeft). De bijslag bedraagt van 10 tot 25 cent per werkdag en per kind; het be drag is afhankelijk van het loon. De 25 cent worden bereikt bij loonen van meer dan f. 200 per maand. De premie voor de zen bijslag moet door de werkgevers wor den betaald en bedraagt ongeveer 1%> van het loon. De heer Kuiper heeft de lijnen van het ontwerp, dat hij zeer toejuichte, nog eens in het licht gesteld. Het groote gezin zoo betoogde hij heeft behoefte aan der gelijke regelingen; het behoefte-element is in de loonregeling volstrekt geen novum en het beginsel van loon naar prestatie wordt er niet door losgelaten. Hij vreesde niet voor daling van het loonpeil, wanneer deze bijslagrcgeling er komt. Verbetering van de positie der grootere gezinnen zoo zette hij uiteen beteekent versterking van de volkskracht. Maar hij was van oordeel, dat ook de kleine zelfstandigen in een bijslag regeling moeten worden opigenomen. De heer Woudenberg van de N.S.B, was niet zoo geestdriftig. Hij sprak van een „kinder bijslag-fooi" en achtte het niet opnemen van de kleine zelfstandigen een ernstige leemte in het ontwerp. Ook verzette hij zich tegen het feit, dat het ontwerp een zekere verhouding legt tusschen loonbe drag en bijslag-bedrag; volgens hem dient die grens te vervallen en moet de bijslag voor allen gelijk zijn. Aldus had de heer Woudenberg, het ontwerp in principe toe- Juichend, tegen de uitwerking nog al wat bedenking. Bij de overige sprekers deden zich ver schillende duances voor. Er was er slechts één. die zich radicaal tegen het ontwerp verklaarde, en wel de christeüjk-historlsche heer Weitkamp. Hij moet er niets van hebben. Wie trouwt, moet zijn kinderen kunnen onderhouden, is zijn theorie. Maar onaanvaardbaar is het ontwerp voor hem vooral, omdat het een drukkende last zal leggen op de kleine be drijven ten bate van de grootere gezinnen; daaraan wenscht hij niet mede te doen. Verschillende van zijn bezwaren werden gedeeld door dr. Vos; ook hij achtte den last, op de bedrijven geheven, niet verant woord; hij meende dat het niet aangaat, ten deele de staatsburgers te doen zorgen voor groote gezinnen van anderen; hij oordeelde dat zoodoende het verantwoor delijkheidsgevoel bij de ouders wordt on dermijnd en meende dat in ieder geval de bijslag eerst bij het vierde kind zou moeten ingaan. Dr. Vos verklaarde van de resul taten van het debat te zullen laten afhan gen, of hij voor het ontwerp zou stemmen. Tot een soortgelijke conclusie kwam de heer Drees Hij was niet warm voor het ontwerp, hij was er ook niet koud voor, hij zou door de resultaten der behandeling la ten bepalen, hoe hij stemmen zou. Tegen over steun aan groote gezinnen verklaarde hij volstrekt niet onverschillig te staan, maar de methode van bijslag op het loon vond hij niet gelukkig. De heer Smeenk heeft, ongeveer in ge lijken zin als de heer Kuiper, het ontwerp verdedigd; de heer Bakker achtte het stel lig in beginsel goed, maar zou de uitwer king hier en daar willen gewijzigd zien Er had, meende hij, een loongrens gesteld die nen te worden, en zou er een bepaling op genomen moeten worden, die het mogelijk maakt een deel van de premie op de arbei ders te verhalen, want dat er een zware last op het bedrijfsleven wordt gelegd kan, volgens hem, niet worden ontkend. Voor de kleine zelfstandigen namen ver schillende sprekers het op. Ook voor hen zal iets gedaan moeten worden, meen den zij. Verschillende wenken, in deze discussie gegeven, zullen we straks bij de behande ling der artikelen, ten deele in den vorm van amendementen, zien terugkeeren. zoon nimmer eenlge bespreking heeft plaats gevonden omtrent uitgifte van grond, naar de letter genomen juist is, maar dat hier bij in acht dient te worden genomen, het geen omtrent de bemoeiingen van mr. De Miranda is vermeld. 4. Dat de mededeeling, dat de verhou ding tussohen den wethouder en de hoofd ambtenaren volkomen normaal is, ten tijde van het uitgeven van het communiqué juist was, gezien liet feit. dat Burgemeester en Wethouders bij schrijven van 30 Dec. 1938 aan de gerezen geschillen tusschen den wethouder en den directeur der publieke werken formeel een einde hadden ge maakt. is een algemeen belang en dus ook het Uwe Meldt U aan als lid der Ned. Ver. voor Luchtbescherming bij den secretaris der afdeeling Leiden, den heer D. C. KOK. Rapenburg 9, Tel. 807. - Contributie naar draagkracht (minimum 25 cents 's jaars). VOOR ZATERDAG 17 JUNI. Hilversum I, 1875 en 415,5 M. KRO-Uit- zending 8.009.15 Gramofoonmuzlek (Ca. 8.15 Berichten) 10 00 Gramofoonmuzlek 11.30 Godsdienstig halfuurtje 12.00 Berich ten 12,15 Gramofoonmuzlek 1.15 Berich ten, hierna: KRO-Melodisten en solist 2.00 Voor de rijpere jeugd 2.30 Gramofoonmuzlek 2.45 Kinderuurtje 4.00 KRO-Melodisten en solist <4.30—4,45 Gramofoonmuzlek) 5,15 Internationale sportrevue 5.30 Gramo foonmuzlek 5,45 KRO-Nach|;egaaltjes 0.15 Gramofoonmuzlek 6.20 Journ. weekoverzicht 6.45 Berichten, gramofoonmuzlek 7.00 Be richten 7.15 Causerie „Bezetenheid en krank zinnigheid" 7.35 Actueele aetherflitsen 8.00 Berichten ANP mededeelingen 8.15 Medita tie met muzikale omlijsting 8.35 Gramofoon muzlek 8.45 KRO-Operette-orkest en solisten 10.30 Berichten ANP 10.40—12,00 Gra mofoonmuzlek. Hilversum II. 301,5 M. 8.00 VARA 10,00 VPRO 10,20 VARA 7.30 VPRO 8.00— 12.00 VARA 8.00 Gramofoonmuzlek (Om 8.15 Berichten) 10,00 Morgenwijding 10,20 Voor arbeiders in de Continubedrijven 12,00 Gramofoonmuzlek (Om 12,15 Berichten) 2.00 Causerie over „Kanton" 2,20 Esmeralda 3.00 Reportage 3.30 Gramofoonmuzlek met conférence 4,20 Gramofoonmuzlek 4,30 „Zoete most. De zuivere vruchtendrank", inter view 4.50 VARA-orkest en solist 5,30 Film land 6.00 Uit de roode jeugdbeweging 6.28 Berichten 6.30 Orgelspel 7.00 VARA- Kalender 7.05 Felicitaties 7.10 Politiek radiojournaal 7 308.00 Een halfuur met ouders 8.05 Herhaling SOS-berichten 8.07 Berichten ANP. VARA-Varia 8.20 VARA- orkest en soliste 9.00 Puzzle-uitzending 9.15 En nuOké" 10.30 Berichten ANP 10,40 VARA-koor 11.00 Radlotooneel 11.15 Orgelspel en zang 11.4512.00 Gramofoon muzlek. Droltwich 1500 M. 11,20 Pianovoordracht 11,50 BBC-Northern Ireland-orkest m.m.v. solist 12,50 Gramofoonmuzlek 1.20 Repor tage 1.50 Het Aston-Hippodrome-orkest 2.50 Cello en piano 3.20 Gramofoonmuziek 3.50 Reportages 4.35 Gramofoonmuziek 4,50 Billy Cotton en fctfn Band 5,50 Reportage 6,20 Berichten 6.50 Sportpraatje 7.05 Het Griller Strijkkwartet en solist 7.50 Radiotooneel 8,20 Cabaret-programma 9.20 Berichten 9.50 Uit Amerika: Ameri kaanse!) overzicht 10,05 BBC-Theater-orkest en solisten 10.55 Henry Hall en zijn Band 11,50 Dansmuziek (gr.pl.) 12,10—12.20 Be richten. Radio-Paris 1648 M. 9.00, 10,05, 10.30 en 11,20 Gramofoonmuziek 12,30 Zang 1.25 Van de Walle-orkest 2.35 Zang 3.35 Piano voordracht 4.05 en 5.05 Zang 5.20 Vrooiyk programma 5 50 Gramofoonmuziek 6.50 Pianovoordracht 7.25 Gramofoonmuziek 7.35 Cellovoordracht 7.50 Zang 8.50 Zie Brussel 484 M. 10.50 Gramofoonmuziek 11.2013.50 Jo Bouillon s dansorkest. Keulen 456 M. 6.50 Gramofoonmuzlek 7.35 Willi Genseler's orkest 8.50 Schupo- orkest 12.20 Het Omroepkleinorkest 1.35 Het Gouworkest Weenen 2.30 Gramofoon muziek 4.20 Leo Eysoldt's orkest 6.05 Pianovoordracht 6.30 Vroolijk programma 7.10 Zang 7.30 Keulsche mandolinevereenl- ging „Harmonie" m.m.v. solist 8.50 Gramo foonmuziek 9.20 Militair programma 10.55 Hermann Hagestedt's orkest m.m.v, solist 12.20 Gramofoonmuziek 2.203.20 Het Om roepkleinorkest. SA-orkesten en solisten. Brussel 322 en 484 M. 322 M.: 12.20 Gra mofoonmuziek 12.50 Los Companeros-orkest 1,502,15 en 2.25 Gramofoonmuziek 4.20 Vlaamsch Cellokwartet 6.20 Omroeporkest en solist 8.20 Gramofoonmuziek 8.45 Folklo ristisch programma 9.05 Cabaret-programma 10.30 Populair concert 11.20—12.20 Gra mofoonmuziek 484 M 12.20 en 1.30—2.15 Gramofoonmuziek 2.55 Jan Steurs' Musette- orkest 3.20 Conservatorium-orkest van Luik en solisten 4.20. 5.35 en 5.55 Gramofoonmu ziek 6.05 Zang 6.35 Gramofoonmuziek 8.20 Reportage 8.50 Symphonie-orkest en solist. In de pauze: Gramofoonmuziek 110° Dansmuziek (gr.pl.) 11.201220 Gramofoon muziek. Deutschlandsender 1571 M. 8 35 Het Om roeporkest en -koor en solisten 10.20 Berich ten 10.40 Reportage 10.50 Pianovoordracht 11.05 Berichten 11.20—12.20 Het Omroep kleinorkest en solist. GEM. RADIO-DISTRIBUTIEBEDRIJF EN DE R.O.V. RADIO-CENTRALE. Voor Zaterdag 17 Juni. le Programma: Tederen dag van 824 uur A.V.R.O., V.A.R.A. enz. 2e Programma: lederen dag van 824 uur K.R.O.. N.C.R.V enz 3e Programma: 8.00 Keulen 10.20 Radio P.T.T. N. 11.20 Parijs Radio 11.50 London Reg. 12.50 Brussel (VI.) 2.20 Keulen - 2.55 Brussel (Fr.) 4.20 Keulen 6.20 Brus sel (Fr.) 8.20 Keulen 8.35 Raido P.T.T. N. 8.50 Brussel (Fr.) - 10.55 Keulen. 4e Programma: 8.00 Brussel (VI.) Parijs Radio 9.30 Radio P.T.T. N. v™ Diversen 10.35 London Reg. 11-50 Drolt wich 1.20 London Reg. 1.50 Droitwicn 2.50 London Reg. 5.20 Droltwich 5.50 ra- rijs Radio - 6.05 Radio P.T.T. N. 6.20 Drolt wich 6.50 London Reg. 8 20 Droitwicn 9.50 London Reg. 10.05 Droltwich. Wijzigingen voorbehouden. 2—3

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 10