Trooping the Colour" - Hooitijd op Marken
Timotheus Klein
op het oorlogspad
FEUILLETON
EEN GEWELDIGE BRAND TE NIEUWKUYK (N.-BR.) LEGDE
ZES BOERDERIJEN IN DE ASCH. DE DROOGTE EN
DE WIND WAREN OORZAAK, DAT HET VUUR
ZOO SNEL OM ZICH HEEN KON
GRIJPEN.
„TROOPING THE COLOÜR" het jaarlijksche militaire schouw
spel op de Horse Guards Parade, trok ook nu weer duizenden toe
schouwers. De hertog van Gloucester, die den koning bij deze gele
genheid heeft vervangen, inspecteerde de troepen.
HET ENGELSCHE KONINGSPAAR IN DE VEREEN. STATEN. Voor de
eerste maal heeft een regeerend Brltsch vorst met zijn Gemalin voet gezet op
Amerik. bodem. Koning George en K oningin Elizabeth worden in Niagara
Falls verwelkomd door Cordell Huil, min. van buit. zaken der Ver. Staten.
TER HERDENKING VAN DE TROONSBESTIJGING VAN KO
NING CAROL VAN ROEMENIË vond gisteren ten huize van
den Roemeenschen gezant, Z.Exc. Vespasien V. Pella, een receptie
plaats. De gezant in gesprek met minister mr. J. A. N. Patijn.
rcVR. F. TH. TJARDA VAN STARKENBORGH STACHOUWER de
dochter van den Gouverneur-Generaal van Ned. Oost-Indië, die geruimen
tyd in ons land heeft doorgebracht, is gisteren naar Indië teruggekeerd.
Het afscheid aan den boottrein aan het station H.S. in de residentie.
HOOIOOGST OP MARKEN.
Door de groole droogte kon men op het eiland Marken nu reeds
beginnen met den hooioogst. Het bijeenharken van het hooi.
TE BUSSUM WORDT EEN DRIEDAAGSCH CONCOÜRS HIPPI-
QUE GEHOUDEN ter gelegenheid van het 20-jarig bestaan van de
Gooische Landbouw SporUereeniging. De bekende ruiter luitenant
J. J. Gruppelaar op „Peacock" in actie bij het springcoucours.
door
KEES ANDRIESSE.
Lept", vroeg hij, zich tot den man
len inlichtingendienst wendend, „zijn
'1650 ramen zoo toegetakeld?"
J* Hollander keek hem verbaasd aan.
«nt U mij dan?"
jJat zou lk meenenzei Timotheus ver-
J*t „Wou je dan soms zeggen, dat jij
nog nooit eerder gezien hebt?"
.Neen", antwoordde Lept verbijsterd.
Senoegen heb lk tevoren nog niet ge
ils!"
jjet open mond staarde Timotheus hem
JJ: Haar plotseling begreep hij het. Lept
hem slechts als de verlegen raadsel-
e met den langen baard! En zijn thans
::ir'Shaven gezicht kwam hem natuurlijk
s8en vreemd voor.
,-Ooh zei hij langgerekt. „Maar
5 dit dan?" En hij liet hem het aan-
JJ-'nboekje van den chef zien, dat Lept
»!f overhandigd had. De man staarde
troote oogen eerst naar het voorwerp,
hem onder den neus gehouden werd
'jfoarop naar Timotheus.
maar...." stotterde hij hulpe
loos, „maardat is toch onmogelijk!
Je bent Timotheus Klein toch niet?"
„Wat!? riep de inspecteur verbaasd, ter
wijl hij overeind spong. „Klein, de valsche
munter en gros?"
„Jawel, die ben lk. Maar zonder baard
en met andere kleeren en bril!"
De vier aanwezigen keken verstomd
eerst Timotheus en daarna elkaar aan.
„Maar dan hebt U in het zelfde hotel
gewoond als ik", zei minister Paradise.
„Maar dan moet ik U toch nog arrestee
ren!" zei inspecteur Koerber.
„Maar hebt U dan zelf die bom ook ver
borgen en daarna berouw gekregen?" zei
de wantrouwige monsieur Loneva.
„Maar Timotheus, jij een valsche mun
ter? Dat kan ik niet gelooven!" zei Lept.
Ze zeiden het alle vier tegelijkertijd, zoo
dat Timotheus alleen Lept. die het hard
ste schreeuwde, verstaan had. Hij klopte
hem vriendelijk op den schouder en zei:
„Gelijk heb je, kerel. Natuurlijk ben ik
geen valsche munter Maar het zal werke
lijk een heelen tijd duren om alles uit te
leggen en lk vermoed, dat minister Para
dise en monsieur Loneva maar weinig
interese voor het verhaal zullen hebben.
Laten we met den Inspecteur naar jouw
kantoor gaan, dan zal ik mijn hart uit
storten!"
„Welhebikooitvanmeleven!" barstte Koer
ber uit, toen Timotheus ten langen leste
met zijn verhaal klaar was Lept zei niets,
doch deed met een klap zijn mond dicht,
die gedurende het gansche relaas open had
gestaan.
Koerber was de eerste, die weer woorden
vond. „Dus dat echte geld hebt U bij U?
Mag ik het eens zien?"
Hij onderzocht de biljetten nauwkeurig
en gaf ze daarop aan Timotheus terug.
„Dat zal een teleurstelling voor den ouwe
zijn", grinnikte hij vol leedvermaak, „Hij
was er toch zóó op gebrand om U te pak
ken te krijgen! En nu we U hebben blijkt
dat alles loos alarm was en dat hij een
misdadlgerstroep van het zuiverste water
in de kaart heeft gespeeld! Wat zal hij er
het land in hebben. Het Is om je ziek te
lachen!"
„Alles goed en wel", sputterde Timo
theus. let of wat verontwaardigd over deze
In zijn oogen ongepaste vroolijkheid. „Maar
U vergeet, dat Thea op het oogenbllk in
handen van de bende kan zijn!"
De inspecteur werd weer ernstig. „Maakt
U zich niet al te bezorgd! Misschien heeft
ze een mooi hoedje ln een étalage gezien,
of ls een kennis tegengekomen en aan de
praat geraakt. U weet hoe vrouwen nu
eenmaal zijn!"
„Zoo is Thea niet!" ontkende Timotheus
heftig en brak plotseling blozend af. Per
slot van rekening kon de inspecteur best
gelijk hebben. Wat wist hij eigenlijk van
het meisje af? Het was wel erg ridderlijk
van hem haar zoo fel te verdedigen, maar
ze kon toch ook wel op zichzelf passen.
Men zou warempel kunnen denken, dat hij
verliefd op haar was! En dat was hij toch
niet! Had hij zichzelf dezen morgen niet
voorgehouden, hoe hopeloos dat was? Niet
temin kon hij een kwellenle ongerustheid
niet onderdrukken.
„Tóch zou ik graag zekerheid willen heb
ben", hield hij vol.
„Dat komt in orde", stelde de Inspecteur
hem genist. „Maar het ls al over twee en
mijn vrouw zal niet weten waar ik blijf.
We gaan weer naar de stad terug en als
U met me mee gaat naar mijn huls om
daar te blijven eten, zullen we daarna
naar het hare gaan. Vermoedelijk is ze dan
al weer terug. We kunnen dan bij mij thuis
ook samen onze krachten nog eens op dat
geheimschrift beproeven, goed?"
„Graag", antwoordde Timotheus. „Ik heb
honger als een paard!"
En zoo snorden ze een paar minuten la-
terin een heel wat kalmer tempo op den
motor van den inspecteur weer naar Ge
neve.
Mevrouw Koerber, even dik en kogelrond
en even roodharig al haar echtgenoot,
bleek een prettige gastvrouw en een uitste
kende kookster te zijn. En met een zucht
van genoegdoening zonken de beide man
nen na afloop van den tot den laatsten
kruimel verorberden maaltijd ieder met
een sigaret in de diepe fauteuils bij het
venster, van waar men een prachtig uit
zicht over de Plaine le Plalnpalais had
Nadat ze zoo zwijgend een minuut of tien
gezeten hadden, sloeg de inspecteur, die.
terwijl hij schijnbaar in slaap gevallen
was, had zitten nadenken, zijn oogen weer
op.
„En nu het geheimschrift! Mag ik het
eens zien?"
Timotheus overhandigde hem de papie
ren.
„Brrrr", huiverde de Inspecteur. „Zelfs
een Chinees zou dat niet kunnen uitspre
ken!" Daarop zweeg hij weer en verdiepte
zich ln het wonderlijke mengelmoes van
schijnbaar zinlooze letters. Gedurende meer
dan een half uur was hij druk met papier
en potlood in de weer, maar tenslotte wierp
hij alles ongeduldig in de vensterbank.
„Er is geen beginnen aan!" riep hij ge
prikkeld uit. „Ik heb er over zitten denken
tot mijn hersens gekreukeld zijn als een
krant van veertien dagen oud en ik ben
nog even ver als in het begin. En wat zijn
we nu opgeschoten met dat andere alfa
bet? Het blijft even zinloos. 97-15. Hho ee
nnidaar kan geen enkel normaal
mensch Iets uit opmaken! Dat is
„Stop!" riep Timotheus plotseling opge
wonden. „Ik heb het!"
„Heusch?" vroeg Koerber ongeloovig.
„Ja", bevestigde Timotheus, „dat wil zeg
genmisschien weet ik een manier,
om tot een oplossing te komen. Die cijfers
aan het begin! Misschien ls dat de tweede
sleutel!"
„En wat schiet U daar dan mee op?"
„Dat moeten we nog ondervinden. Het
hangt er maar van af welke methode toe
gepast is. Maar daar kan ik met behulp
van de cijfers misschien wel achter ko
men!"
Hij greep de papieren en begon te wer
ken. Met gefronst voorhoofd en opeenge
klemde lippen schreef hij vel na vel vol
om het daarna teleurgesteld weer te ver
scheuren.
„97-15! 97-15!" mompelde hij binnens
monds. „Wat kan dat toch beteekenen?"
De inspecteur, die eeist belangstellend
had toegekeken, kreeg er nu genoeg van.
Hij liet zich weer ln zijn fauteuil vallen en
keek verveeld het venster uit. Doch buiten
was ook niet veel te zien. dat hem kon ver
strooien. Tenslotte pakte hij het aantee-
kenboekje van den chef maar op en begon
het doelloos door te bladeren. Maar ock
dat was geen erg heldere lectuur. Cijfers
en formules zonder einde! En tegenwoor
dig moest men bij de politie van al derge
lijke dingen ook maar verstand hebben.
(Nadruk verboden). (Wordt vervolgd).