V erbindend-verklaring bedrijfsregelingen in den landbouw Het 100-jarig bestaan Spoorwegen in Nederland Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 7 Juni 1939 Derde Blad No. 24293 {(jelrtwk SUNLIGHT ZEEI P Mooie, charmante zonnebruining Naar bedrijfs-organen met verordenende bevoegdheid Het net wordt uitgebreid LAND- EN TUINBOUW Vergadering van Centrale Landbouworganisaties Hoe bescherm ik mijn gezin tegen LUCHTAANVALLEN ■Ust H ra aldus bouwde de Hollandsche IJzeren Miwegmaatschappij onverdroten aan ur net- VM 20 September 1839 tot 1 Juni 1889, in ffrsto vijftig jaren, werd voortdurend je uitbreiding van het net gewerkt. Op Ijtg,noemden datum kwam de verbin- .met Zandvoort tot stand, tnlusschen waren er kapers op de spoor- Lfiploitatiekust verschenen. Behalve de 'npoor. die den spoorweg Amsterdam— echtArnhem exploiteerde, werd in ja opgericht de Maatschappij tot Explol- ïan staatsspoorwegen en de Neder- fendsche Centraal Spoorweg Maatschappij, tiïijl de BoxtelWeselEmmerik als iord-Brabant-Duitsche Spoorweg bekend «d. Iedere maatschappij speelde koninkje in een rijk, en bemoeide zich zoo weinig t^elijk met haar zusters, tenzij om hen kak te zetten of afbreuk te doen in het ,.Toer. Vooral op de stations waar de el- Jjder liefhebbende exploitanten samen- «men, waren er vaak moeilijkheden en iszellsprekend kreeg het personeel ook inklap van dien molen beet. Toch was dit laatste meer in den mond inderdaad, hoewel de militaire opvoe- jgran het personeel der H IJ S M meer alen de lach- en spotlust van dat der S S. rekte, terwijl omgekeerd de betere sa- Jeering. de nette uniformen der H.S.M. iel een tikje wangunst door de andere utij bekeken werd. Zoo bestond een dikke veertig jaar gele bij de H.S.M. de gewoonte, dat nieuw- jigesteld personeel bij een der hoogc els moest aantreden om daar de richtlij- nraor hun spoorweg-debuut in ontvangst ktemen. Vooral op de jonge leerling-kler- bn, zooals ik er toen zelf één was, maakte r rertooning een diepen indruk. In die dagen bestond er een vlotte aan- iming van nieuw personeel, dat volop legenheid kreeg de handen uit de mou- te steken. Een dagtaak van zestien n vas niets bijzonders en een vrije dag. s in de veertien dagen, begon 's Zon- snachts om een uur of één en duurde 's Maandagsmorgens vijf uur. Als je imlnste het geluk had dat er In den om it geen markt op Maandag gehouden ltd, want dan werd het met gemak een jrtje vroeger. Doch daar stond weer tegenover, dat die ■uweltngen na een half jaar dienst al :bt op tzeven dagenl verlof per jaar igen. Met hun tien vrijbiljetten behoor- lm ze tot de uitverkorenen, vergeleken iet hen, die in de burgermaatschappij bij particuliere bedrijven terecht waren ge pen. En als lk nu die veertig jaren nog eens u voren naar achteren bekijk, dan heb persoonlijk geen minuut spijt, dat die niet gemakkelijke, maar steeds nieuwe tichtspunten opleverende weg voor mij td weggelegd. Zooals ik al even aanstipte, heeft een poorman een heele dikke streep vóór bij inderen in zijn vrij vervoer. Laat ik er met bij zeggen, om jaloersche gedachten de lezers tot hun juiste afmetingen te- te brengen, dat dit vrij-reizen, in loon, gevaar, in lange arbeidsdagen, waarin systeem-overuren totaal onbekend was. loeglijk verwerkt was. Hetgeen heden dage nog wel eens door de buitenwacht irgeten wordt. Maar de spoorman heeft daarom een tieep voor met zijn vrije reizen, welke nu, schen twee haakjes, niet meer vrij zijn, isr inderdaad tegen verlaagden vracht- is betaald moeten worden, omdat die itzen hem in staat stellen, op vele plaat- si. welke hij anders niet zou bereiken, iaoogen en zijn geest den kost te geven. Indien een Hollandsche spoorman zijn '.gen Nederland, dat zich uitstrekt tusschen Sisten en den 53sten N. Breedte-graad, Ih zomer en winter, in herfst en in lente |tiet zag, dan is zijn spoorwegleven onbe- erd aan hem voorbijgegaan. Als hij nooit "n Limburgsche boerderij in het land ktap heeft zien liggen, noch een Zeeuw- Kiie, nooit op de geverfde straatjes tus- tten Hoorn en Enkhuizen heeft gekuierd 'dover den Hondsrug wandelde, is het jam- her dat niet een ander in zijn plaats de bxrkleeren heeft aangetrokken. Om van kt buitenland nog maar niet te spreken. Dat is voor den spoorman een heele poote voorsprong op anderen, die in de- fllde maatschappelijke gesteldheid ver heten. Dat is een van de redenen waarom ik sijn spoorjasje liefheb, la die veertig jaren is er een hoop ver- kderd en zijn er heel wat verouderde din- Kft en toestanden opgeruimd en verdwe- t'o. Ik herinner me nog als de dag van SiSeren, dat ik op 31 Januari 1898 als aapje hn zeventien jaar het tableau de la troupe 'in het station Hilversum kwam vergroo- ten: „Het vervoer was dermate gestegen en werkzaamheden waren zoodanig ver hinderd, dat het kader uitgebreid werd Ut één man." Die man was ik! De voorstelling, "a de voorstelling aan beide commiezen hr. den vroegen dienst, begon mijn eerste Waak met stofafnemen, telegraaftoestel- Poetsen, inktpotjes vullen, loketkasten Ublazen en alle dingen, welke tot een hoodzakelljke reiniging behoorden van een "atoor, dat van 's morgens 5.12 uur to' inachts 12.56 in gebruik was en dat pre uts in de stofgolven lag, die met iederen hoornenden trein naar binnen dwarrel- an En, jonge, je doet het goed, want dat f ®t allemaal in het rapport aan de Direc- te staan!" Drie maanden later was er weer een ««re jongste bediende, die toen in de "wnmaakgeneugten werd ingewijd. D' vakgeheimen begonnen met het lee- ['n telegrafeeren. bagage-bevrachten en «tkijken naar het verkoopen van kaartjes, "i'der het doen van boodschappen in het W, waartoe ook behoorde het koopen van z»k bij Pompe voor de heeren commie- *óór in de maand was de prijs 16 cent jus, maar daarna kon er niet meer ,1 '2 cent voor worden uitgetrokken. De ''Ugezellen lieten hun tabakskistje wel open en bloot op een kasthoekje staan en dat werd dan op het eind van de maand tot commiestabak verklaard. Overigens ging dat en andere communistische toepassin gen in de beste harmonie en zonder aan de tegenwoordige onderlinge verhouding van het personeel iets te kort te willen doen, was de kameraadschap, de opofferingsge zindheid voor elkander en voor derden toentertijd bewonderenswaardig. Om bij voorbeeld een collega op zijn diénst-Zondag vrij te maken en dan zelf van 's morgens zes tot 's nachts één achter het loketglaasje te gaan staan terwijl een ander, die ook dienst had, wat warms van'huis voor je meebracht, was niets bijzonders. Toén wa ren onze diensttijden nog niet zoo stijf in reglementen vastgelegd en werd er niet zoo op nachtrust gelet. Ik betreur in geen geval dat dit thans wel gebeurt. Ik constateer alleen het feit. dat de vrijheid om iets voor elkander te zijn, Inderdaad gebruikt werd en er daar door een sfeer van vertrouwen onder het personeel heerschte. Vele jaren heb ik op een vrachtgoederen- kantoor gewerkt, waar we alleen door flink poot-aan te spelen, met het dagelyksche werk klaar konden komen. Dat was heb ik later wel eens gedacht het begin van het loopende-band-systeem, want tien mi nuten te laat met een onderdeel van het werk, beteekende evenzooveel minuten te laat naar huis. Onze baas van 't kantoor was een tip-top spoorman, die daarbij een juisten zin voor netheid had. Hetgeen wel zeer noodig was op een bureau, dat behalve dat er veel pu bliek kwam. den geheelen dag door vijf man personeel bewoond werd en dat juist groot genoeg was om deze vijf man een plaatsje te geven. Hij had z'n lessenaar voor een raam, waar zoo goed als geen licht doorkwam, omdat het zeer ingenieus Izooals in vele kantoren toéni weggewerkt was in een donkeren hoek onder de loods- overkapping. Een stapel kantoorboeken lag altijd, in een bepaalde volgorde, op de bo venste plank van z'n turfklstje, zooals we dien lessenaar noemden. En wanneer één van ons die tijdens zijn afwezigheid een van die boeken noodig had gehad, die niet precies zoo en in de goede volgorde weer neergelegd had, hij kon er van verzekerd zijn een keurig standje in ontvangst te moeten nemen. De baas zag met één oog opslag wat er nagekeken was en wie het gedaan had! De ladlngmeester Hein ging iederen Maandagmorgen het dorp in met kwitan ties, staangeldvordenngen en andere bood schappen. En op 'n kwaden dag miste hij bij de afrekening een briefje van honderd gulden. Hij wist positief, dat hij dit op het kantoor der tapijtfabriek van Brouwer en Van der Heyden ontvangen had en directe navraag bij den boekhouder bevestigde dit. Goede raad was duur en bracht in ieder geval niet direct de verloren honderd gul den terug. Het ongeluk van Hein ging als een loopend vuurtje over het station en van het station door het dorp. Nu stond Hein niet alleen bij ons, maar ook bij alle tapijtfabrikanten en winkelza ken als een eerlijke en ook als een hulp vaardige kerel bekend en zijn collega Mast opperde in comité-generaal het denkbeeld om bij die spoorwegklanten met een lijst voor Hein langs te gaan. Evenmin als nu, mocht er toén ook niet met dergelijke mid delen gewerkt worden, maar ja!, het was té eenvoudig en de kans van slagen was té groot om het niet te probeeren. Nóg zie ik dien avond Mast terugkomen. Hy was niet geheel brandschoon meer, maar hij had een dikke honderd gulden bij elkaar, die zonder slag of stoot door de fa brikanten bijeen gebracht waren. Daar was het ook, dat ik voor het eerst een ongeluk zag gebeuren: één van de la- dingmeesters, die een trein op het tweede perron geholpen had, stak dwars over naar het stationsgebouw en struikelde over de rails. Een binnenkomende trein greep den armen kerel, wierp hem terzijde, zoodat z'n rechterarm afgereden werd. Het bloed verlies was in de eerste oogenblikken zoo danig, dat hij kort na aankomst in het zie kenhuis overleed. Dertig jaren later gebeurde op het goede renterrein van Rotterdam ongeveer het zelfde: verdoofd en verblind door een gie renden storm liep een stationsambtenaar pardoes onder een binnenloopenden goede rentrein. Beide beenen werden bij den enkel afgereden Een wagenmeester zag het en wist wat hij doen moest om hem te helpen. Tot aan de komst van den ge- J)a«/ d wol de de eadw dé dunidd&d cd taf*. EN NOOIT ZEEP VAIN OMBEKENDE HERKOMST 1265 (Ingez. Med.) en geen verbranden en vervellen met A/mdlda-Zonnebniin. Tube 60, Doos 50 en 25 ct. 2272 (Ingez. Med.? meentelijken geneeskundigen dienst hield hij de spuitende wonde van het eene been dicht. De wond in het andere been was dichtgereden. Daardoor is de man gered geworden en wanneer wij onze directie zouden willen danken voor dingen, die zij voor ónze veilig heid gedaan heeft, dan is dat in de eerste plaats wel voor de lessen in .Eerste hulp bij Ongelukken", welke voortdurend perio diek zóódanig gegeven worden, dat het ge- heele personeel daarvan profiteeren kan. Er zijn natuurlijk tallooze voorbeelden uit ons gevaarlijk bedrijf, waarin door de toepassing van het geleerde een menschen- leven gered is. Dit maakte ik zelf eenige malen mee. En nu wil ik toch ook even ons-zelf een veer op den hoed steken: onze doceerende doctor Lingmont zal hartgrondig kunnen getuigen met hoeveel aandacht en hoeveel toewijding de spoorweg-studenten steeds zijn lessen volgen. Behalve déze opvoeding, ondergingen we nog een ander proces. In 1909 werd de Spoorweg-Onthouders- Vereeniging opgericht. Of het noodig was om onder het spoorwegpersoneel de ont houding te propageeren? Inderdaad was dat noodig. Even dringend noodLg als nu onder de chauffeurs en de chauffeerende ,,heer"-rijders. Die onthoudersvereeniging bestaat thans dus dertig jaren en we zijn er niet in ge slaagd het geheele personeel drankvrij te maken. Natuurlijk niet. Bij onze dertigduizend zijn er nog altijd die beweren ..dat het voor de ganzen niet gebrouwen is"! Maar toch heeft onze veilige Spoorweg eeuw zijn naam ten deele te danken aan de kracht waarmede deze en de confessio- neele onthoudersbonden het drankvraag- stuk onder de spoorwegmannen hebben aangepakt. De beruchte drinkende spoorkerel van héél lang geleden, is een legende gewor den. DIVERSE BESLUITEN, De minister van economische zaken heeft een wetsontwerp ingediend, dat voorziet in het verbindend of onverbindend verklaren van bedrijfsregelingen voor het landbouwbedrijf, welke geen crisiskarakter dragen en door daartoe te scheppen rechtspersonen zullen zijn vastgesteld. Als regelingen, welke voor een dergelijke verbindendverklaring in aanmer king komen, heeft de minister zich gedacht o.m. teelt- en productieregelin gen, regelingens tot aankoop van surplus aan landbouwproducten, re gelingen betreffende inlevering, rationeele productie, kwaliteitsverbe tering, afzet en bewerking. Bij krachtige ontwikkeling der economische be- drijfs-organisatie in den landbouw op grond der voorgestelde wet zou vol gens de memorie van toelichting de instelling van bedrijfsorganen met veror denende bevoegdheid in de lijn der ontwikkeling liggen. GEEN CRISISMAATREGELEN. trekking heeft en van de economische strekking van den maatregel zelf. De tweede vraag, welke bij het ontwerpen van dit wetsvoorstel Ls gesteld, betreft de vraag welken vorm deze nieuwe economi sche samenwerking in den landbouw diende te verkrijgen. Deze vaag is beantwoord in dezen zin. dat een nieuwe wettelijke vorm noodzakelijk werd geacht. Deze nieuwe vorm moest aan drie voor waarden voldoen, n.l. 1. de regelingen moeten uit het bedrijfs leven zelf voortkomen en dus niet door de regeering worden opgelegd; 2. de bemoeiing der overheid moest zich tot leiding en toezicht kunnen bepalen; 3. overheersching van den landbouw over daaraan verwante takken van handel en nijverheid moest worden voorkomen. Voor den wettelijken vorm is nu aan sluiting gezocht bij de wet tot het al gemeen verbindend- en onverbindend- verklaren van ondernemersovereen komsten, echter met dit verschil, dat slechts verbindend-verklaard kunnen worden bedrijfsregelingen, welke door een door ondernemers in het leven ge roepen orgaan zijn vastgesteld. De gang van zaken is hierbij aldus ge dacht, dat hetzij een of meer organisaties, hetzij een belangrijke groep van onderne mers welke van meening zijn dat voor hun bedrijf een economische bedrijfsregeling geboden is. een rechtspersoonlijkheid be zittend lichaam in het leven roept, dat dan de gewenschte regeling ontwerpt en voor haar leden of aangeslotenen vaststelt. Door dit orgaan kan dan algemeen verbin dend verklaring voor het geheele land of een gedeelte des lands, aan den minister van economische zaken worden verzocht, welk verzoek kan worden ingewilligd, in dien eenige voorwaarden zijn vervuld. Uit de memorie van toelichting blijkt nu verder, dat deze wet niet alleen bedoeld is voor den landbouw in engen zin, n.l. de voortbrenging van landbouwproducten, doch ook voor den handel in en de in dustrie van landbouwproducten. Door deze ruime werkingssfeer kan b.v. worden be reikt, dat voor één landbouwproduct mei één bedrijfsregeling, gebaseerd op één wet. kan worden volstaan. Als voorwaarde ten aanzien van de algemeen verbindendverklaring is voorts gesteld, dat het economische be- Aanleiding tot indiening van het ontwerp is het feit. dat in den landbouw het inzicht baan breekt, dat de omstandigheden waar onder het bedrijf in den landbouw moet worden gevoerd, ingrijpend zijn gewijzigd en dat. wil het bedrijf zich aan deze om standigheden kunnen aanpassen, nieuwe vormen van economische samenwerking noodzakelijk zijn. In het bijzonder ten ge volge van de nog steeds toenemende be lemmeringen, welke aan den uitvoer van landbouwproducten in den weg worden ge legd. wordt de bedrijfsvoering in den land bouw voor steeds moeilijker problemen ge steld.- De regeering heeft bij de maatregelen, die zii ten behoeve van den landbouw heeft getróffen en nog steeds treft aan deze pro blemen uiteraard ook aandacht gewijd. Zij meent, echter, dat zij, hoezeer zij ook het bedrijf met voorlichting en steun ter zijde kan staan, niet de in de eerste plaats aan gewezen instantie is om het bedrijfsleven in den landbouw op een hooger peil te brengen en b.v. door het zoeken van doel matiger productiemethoden of nieuwe af zetmogelijkheden de bestaande moeilijk heden tot een oplossing te brengen. Deze taak rust in de eerste plaats op het be drijfsleven zelf. dat zich door een juisten vorm van samenwerking beter aan de ge wijzigde economische omstandigheden kan aanpassen. Uit de behandeling van de vraag, welke regelingen nu wel op grond van deze wet door het landbouwbedrijf ter hand genomen kunnen worden, blijkt, dat het ontwerp er van uitgaat, dat daarvoor in aanmerking komen alle regelingen, welke geacht kunnen wor den van blijvende waarde voor de economische ontwikkeling van den landbouw te zijn. Dit beteekent, dat het niet de bedoeling is, dat „crisismaat regelen" op de basis van dit wetsont werp tot stand worden gebracht. Of een maatregel het karakter van cri sismaatregelen al dan niet bezit is u ter- aard niet aan de hand van een scherp om lijnde definitie vast te stellen. Zeer veel hangt af, aldus de memorie van toelichting van de economische perspectieven van den bedrijfstak, waarop de maatregel be drijfsbelang verbindendverklaring vor dert en dat de verbindendverklaring niet in strijd is met het algemeen be lang. De bedoeling van deze voorwaarde is de volgende: Indien de mogelijkheid om een bedrijfs regeling aan alle ondernemers in een be drijf op te leggen wordt overwogen, dient allereerst te worden nagegaan, of het eco nomische belang van dat bedrijf daarmede zoozeer gediend is, dat verbindendverkla ring als een vereischte voor een juiste eco nomische ontwikkeling van dat bedrijf kan worden aangemerkt. Niet altijd kan het geheele bedrijfsbelang door de onderne mers zelf worden overzien en wel in het bijzonder niet in die gevallen, waar tenge volge van tegenstellingen tusschen de ver schillende groepen van ondernemers het bedrijfsbelang in zijn geheel minder duide lijk naar voren treedt. In het stellen der voorwaarde, dat het economische bedrijfsbelang verbindendver klaring vordert, is derhalve tot uitdrukking gebracht, dat alle in het betreffende bedrijf aanwezige belangen door den minister te gen elkaar zullen worden afgewogen, ten einde te kunnen vaststellen of de regeling zelf van zoodanige beteekenis voor den betrokken bedrijfstak is, dat het belang van het bedrijf in zijn geheel gezien, ver bindendverklaring eischt. Indien blijkt, dat aan deze in het bedrijf gelegen voorwaarde is voldaan, dient te worden nagegaan of buiten het bedrijf ge legen belangen zich tegen verbindendver klaring verzetten. Daartoe is als tweede voorwaarde gesteld, dat verbindendverkla ring niet in strijd zij met het algemeen be lang. Hierbij zal in het bijzonder het consu mentenbelang worden overwogen. Bevat, aldus de memorie van toelichting, de in het ontwerp vervatte regeling tot verbindendverklaring voldoende waarbor gen tegen een onjuiste en onrijpe totstand koming van bedrijfsregelingen in den land bouw, aan den anderen kant houdt het. indien de landbouw waaronder dus ook de handel in en de industrie van land bouwproducten is te verstaan zich de geboden gelegenheid ten nutte zal weten te maken om door zelfwerkzaamheid en doeltreffende organisatie nuttige economi sche regelingen te treffen, de mogelijkheid in van een krachtige ontwikkeling van de economische bedrijfsorganisatie in dat on derdeel van ons nationale bedrijfsleven. Deze ontwikkeling zou, indien zij gunstig blijkt te zijn, op den duur er toe kunnen leiden, dat op grondslag van artikel 152 der grondwet voor het be drijfsleven in den landbouw lichamen in het leven worden geroepen, welke met verordenende bevoegdheid zouden kunnen worden bekleed. Uit den verderen inhoud van de memo rie van toelichting blijkt, dat men zich als regelingen, waarvoor deze wet zal kunnen worden gebruikt, o.m. gedacht heeft teelt en productieregelingen, regelingen tot op koop van surplus aan landbouwproducten, regelingen tot inlevering van een bepaald deel der producten, maatregelen, welke op meer rationeele productie en kwaliteitsver betering gericht zijn, regelingen betreffen de den afzet in binnen- en buitenland en ten aanzien van de be- en verwerking van landbouwproducten. De dagelijksche besturen der drie Cen trale Landbouworganisaties, te weten de Christelijke Boeren- en Tuindersbond in Nederland, de Katholieke Nederlandsche Boeren- en Tuindersbond en het Kon. Ned. Landbouw-Comité, hebben in een vergade ring te Den Haag de volgende besluiten genomen. Besloten werd om op verschillende wijze diverse recepten, welke het gebruik van schapenvleesch kunnen bevorderen te doen verspreiden. In verband met de zeer lage prijzen voor de lammeren werd besloten, er bij het col lege van regeeringscommissarissen op aan te dringen, méér lammeren tegen een hoo- geren prijs uit de markt te nemen en te vens maatregelen te beramen, opdat bo vendien aan de specifieke fokbedrijven een uitkeering per ooi kan worden gedaan. Daar in de vaste commissie ex artikel 3 van de wet op het algemeen verbindend en onverbindend verklaren van ondernemers- overeenkomsten wel vertegenwoordigers van de middenstands- en arbeidersorgani saties zitting hebben, doch niet van de landbouworganisaties, werd besloten den Minister van Economische Zaken te ver zoeken, in deze commissie ook eenige ver tegenwoordigers van den georganiseerden landbouw te benoemen. Dit dringt te meer nu verbindend verklaring wordt aange vraagd van verschillende ondernemers- overeenkomsten waarbij de landbouw ten nauwste betrokken is. Besloten werd om in de eerstvolgende vergadering aan de hand van, door elk der centrale landbouworganisaties in te zenden nota's, zoo mogelijk het standpunt der ge zamenlijke organisaties inzake de over name van landbouwcrisismaatregelen na der vast te stellen. Gezien het geheel gewijzigd aspect der internationale suikermarkt werd besloten te informeeren naar de mogelijkheid om de suikerbietengarantie te verhoogen. Naast het door de drie centrale land bouworganisaties aan den Minister van Economische Zaken gezonden telegram in zake de te lage varkensprijzen werd beslo ten ook bij het college van regeeringscom missarissen op maatregelen tot verhooging van den prijs van zware varkens aan te dringen. Besloten werd om bij het College van Regeeringscommissarissen er nogmaals op aan te dringen, den denaturatietoeslag voor de aan de eischen van de rubriek a. vol doende consumptieaardappelen vast te stellen op f. 2 per 100 kg. Door het langer bewaren en den thans zeer lagen voeder- prijs van de aardappelen hebben de ver bouwers van consumptie-aardappelen groote schade geleden welke, in het raam van de regeling, vergoed behoort te wor den. In overleg met den Algemeenen Neder- landschen Zuivelbond werd besloten er bij de gebruikers van veevoeder op aan te dringen, meer dan tot nu toe ondermelk, hetzij in verschen toestand hetzij als melk poeder of als bestanddeel van de mengvoe ders, als veevoeder te gebruiken. De drie Centrale Landbouworganisaties zullen in samenwerking met den Algemee nen Nederlandschen Zuivelbond blijven aandringen op bescherming van de boter en het botergebruik tegenover de marga rine. Verschillende middelen welke daar toe dienstig kunnen zijn, werden breedvoe rig besproken. Oriënteerende besprekingen werden ge houden over de eventueel te nemen maat regelen voor de rogge van den nieuwen oogst. Besproken werd de wenschelijkheid om voor de rogge een wekelijksch oploo penden garantieprijs vast te stellen, even als dit reeds eenige jaren bij de tarwe ge schiedt. Voorkomen dient te worden dat het grootste gedeelte van den roggeoogst in den herfst wordt afgezet, waardoor de markt wordt overvoerd en de prijs daalt. Als garantieprijs werd genoemd f. 7.75 per 100 kg. met een progressie van 3 ct. per week tot f. 8.75 per 100 kg. Besloten werd een en ander met het College van Regeeringscommissarissen te bespreken. Leden van de afdeeling Leiden der Ned. Ver. voor Luchtbescherming vinden op die vraag het afdoend antwoord in tal van lezenswaardige geschriften, welke deze vereeniging uitgeeft. Vraagt inlichtingen of geeft U nog heden als lid op bij den heer D. C. KOK, Rapen burg 9, Tel. 807. Ieder bepaalt h t be drag van rijn eigen contributie (minimum 25 cents 's jaars).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 9