jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 31 Mei 1939 Derde Biad No. 24287 Het 100-jarig bestaan der Spoorwegen in Nederland Qebro^ SUNLIGHT ZEEP Het naderend bad-seizoen te Katwijk aan Zee De wereldtentoonstelling te New-York Hoe meer leden Het spel begint ovA cUt, yD-uicivtuje, c^icfu/nJu/VV. Met vertrouwen wordt de zomer tegemoet gezien xijn ideale pij nverdrij vers VAN MIJNHARDT Nederland laat zich gelden Daar Uwe Majesteit" (aldus leest men in verslag van de commissie, die door Ko- ;g Willem I was benoemd om te onder open of in het algemeen, aanleg van ■oorwegen in Nederland wenschelijk was, 19 April 1836) geadieerd is geworden om j vergunning tot het aanleggen van een sorweg tusschen Amsterdam en Haarlem, sent de commissie dat. haar bedunkens, itbesporen van die richting mede verdient aanmerking te komen, hoezeer daardoor •een levendig gevoelde behoefte zal wor- .n voorzien". Zeer bemoedigend voor de ontwerpers wa- deze woorden niet en de Koning-zelf prak er zijne bevreemding over uit: „dat p een spoorweg wenschte aan te leggen ir verbinding van twee steden, die door a goed bevaarbaar Kanaal waren verbon- i en dan nog wel door een landstreek, man de bodem veel op een moeras ge- Een der eerste treinen. De commissie bestaande uit L. J. J. Serr- R. ie Chevalier en W. C. Brade (man- in die hun tijd ver vooruit waren) liet zich te niet ontmoedigen en antwoordde: Hoch het is van belang, dat een aanzien- gedeelte der bevolking, hoe eer hoe 11e- volkomen bekend worde met een be king die reeds in zoovele landen ten ge ve van nijverheid en verkeer strekkende dat men zoodoende in het geval kome, li proefondervindelijk te ontwaren, of Hol- id te dien opzichte al dan niet een uit kering maakt op den regel". Het gevolg van hun rusteloos werken was ook, dat bij Koninklijk Besluit van 1 i !03ö de concessie voor den aanleg van E ijzeren spoorweg tusschen Amsterdam Rotterdam of wij wijze van proef schen Amsterdam en Haarlem verleend d Het zou ons te ver voeren, de vele be togen van deze concessie in herinnering brengen, maar toch is het voor het te- awoordig geslacht nog wel eens aardig te ten, dat het tarief moest worden vast- ;eld op 5 cent per persoon per mijl en 10 t per ton goederen per mijl (die goeie- e-tijd nietwaar!) A Stephenson, de uitvinder der locomotief. k Hoofdingenieur bij den Waterstaat. B ■wariaan was toen reeds van meening ito a^e geval komt het mij voor. dat ïïkv*e aarc*en baan dadelijk op de tot •Döubbel spoor vereischte breedte zou die- aangelegd te worden, zooals dit bij het opnoemde, royale ontwerp van de onder- wordt voorgesteld", en voorts dat: Jten onderlagen (dwarsliggers) de voor- fJr verdienen". •oehet ook zij, en wat wij onze voorva- ir» averkand met de eindelooze overwe g-besprekingen en processen (zijn wij 'P-'.ook voor de voeten kunnen gooien, fff* waren ze niet. Want op Vrijdag ^Ptember 1839 liet de Hollandsche IJze- spoorwegmaatschappij haar eersten Wen cllen Amsterdam en Haarlem De feestelijke opening. i^iiïfize feestelijke opening gaf het Han- volgende bericht: i^-aen heeft de inwijding van den Haar- L;jspoorweg plaats gehad. Tegen 1 ure L.en de verschillende autoriteiten der ji-Jl^sferdam en Haarlem en verdere ataiÜ waaronder een aanzienlijk Ch s' aan het Stationslokaal, al- :y,re e muzijk der Schutterij zich deed WE'u lo^aal was smaakvol versierd: ten prijkte een facade met het Hol- tofa*ea aan de wederzijde met het Am- Waei? e en Haarlemsche wapen; het Nen P?ouw was met vlaggen en alle ren rimet groen versierd; ook van binnen de localen zoowel met draperiën als in in de hoeken geplaatst waren "iftd vrf goecle uitwerking deden, gede- daaroP plaatste men zich in die door beide de locomotieven Wanneer wij Iets van dc geschiede nis der .Spoorwegen ln Nederland willen schrijven, dan gaan als van zelf onze gedachten terug naar den uitvinder van de locomotief als krachtbron dier Spoorwegen, naar (ieorgc Steplienson, met wiens beel tenis deze serie artikelen geopend wordt. Aan zijn onvermoelden werk lust. aan zijn Inzicht en doorzettings vermogen Is het te danken dat de locomotief toen haar Intrede deed ln onze beschaving. II(| was als werk tuigkundige werkzaam In dc kolen mijnen te New-Castle en vond In 1814 de eerste locomotief uit. In 1829 bouwde li IJ dc „Rocket", die glansrijk alle andere types locomotie ven achter zich liet en die het voor beeld werd voor de eerste trelnmachl- ues op het vaste land. Hoe deze, nu gedurende een eeuw hun rol spelen In de N'ederlandsche cultuur, wordt hier In enkele artikelen verteld. de Snelheid en de Arend getrokken werden en insgelijks alle keurig met vlaggedoek wa ren versierd. De trein bestond uit 4 diligen ces. 4 char-a-bancs en de groote Engelsche diligence; in een der waggons werden de hoornblazers der Schutterij dezer stad ge plaatst, die zich van tijd tot tijd deden hoo- ren. De weg naar Haarlem werd in circa een half uur afgelegd; aldaar wachtte het gezel schap het muzijkkorps van de Schutterij der Stad Haarlem dat eenige muzijkstukken uitvoerde, waarna de terugtocht insgelijks in een half uur geschiedde; aan het station te Amsterdam was een keurig collation in gereedheid gebracht, waaraan al de ge- noodigden deel namen, dien met een vriendschappelijken disch deze belangrijke feestviering besloten." „Vier dagen later werd de spoorweg voor het publiek geopend. Het gebruik hiervan kon zich sinds dien tijd over de onvermin derde belangstelling van het publiek ver heugen en het verkeer nam spoedig zoo be langrijk toe, dat o.a. des Zondags met trei nen van 24 rijtuigen en door 2 locomotieven getrokken, moest gereden worden." Onze snelle tijd. En zoo had dan de spoorwagen zijn in trede gedaan in Holland en begon hij zijn 1 plaats te veroveren in het economische leven Wij leven snel. En zonder dat de dag één minuut langer wordt, leven wij hoe langer hoe sneller. Snelheid is het wachtwoord van onzen tijd. „Hoe snel kunt U leveren", is het eerste wat een zakenman vraagt aan den nieuwen reiziger. „Hoe snel rijdt die wagen", informeert de kooper op een auto-tentoonstelling. „Hoe snel kom ik van hier naar Amster dam, naar Londen, naar Amerika en wan neer kan ik terug!" Deze vragen, die ons spoorweg-menschen, dagelijks bestormen, teekenen toch wel eenigszins en dan op hunne wijze den ra- zenden tijd welke de eerste eeuw van het' bestaan der Spoorwegen uitluidt. En als te genhanger. als de meest nuchtere beschou wing welke ik ooit van iemand van een fo rens-abonné met meer dan vijftig reisjaren hoorde, iemand, die dus vrijwel alle snel- heids-phasen van den spoortrein heeft mee gemaakt, dan deze getuigenis, dan deze waardebepaling van den snellen diesel: „fijn nu kan ik lekker tien minuten langer sla pen!" Aldus de winst door de snelheid om zettend in winst door rust. Dit jaar hebben onze grootvader, onze vader en wijzelf een eeuw van snelheid meegemaakt. Alle drie geslachten hebben zich verdiept in het fan tastisch verhaal van Jules Verne: De reis om de wereld in 80 dagen! Dat was in 1872 het jaar waarin het boek verscheen, nog een hersenschim. De reis om de wereld werd in 1901 inderdaad gemaakt in 60, in 1903 in 40 in 1929 in 20, in 1933 in 8 en in 1938 in 4, zegge vier dagen! De snelheidsmeesters zeggen dat het nog sneller kan. Gebruikmakend van de Stratos- feer-luchtdienst-expresse, zal het een kwes tie worden tusschen lunch en diner! De baanbreker van die snelheid, de Spoor wegen, bestaat op 20 Sept. a.s. 100 jaar. Op dien dag in 1839, trokken de stoomsleepers „de Sneltrein" en ..de Arend" voor het eerst een trein door Nederland. De overtocht van Amsterdam naar Haarlem duurde een half uur. Wij glimlachen nu over dat record! Als we echter even nadenken, dan mogen wij nu niet trotscher op onzen Diesel zijn dan de menschen van 1839 op hun eersten Stoomsleeper. Zoo was het eens. En we moeten met eerbied terugdenken aan de zorg en de verantwoordelijkheid welke toen reeds de mannen van den Spoor wagen voelden voor de veiligheid van hun reizigersen anderen. In het eerste Reglement voor den IJzeren Spoorweg tusschen Amsterdam en Haarlem lezen we in artikel 5 en volgende, dat die spoorweg bewaakt moet worden door 21 wachters. „Zij moeten zich op hunnen post bevinden des morgens minstens één uur vóór het ver trek van den eersten wagentrein en zij mo gen den weg geen oogenblik van den dag verlaten op poene van onmiddellijk voor te dragen ontslag en zij mogen zich niet naar huis begeven dan minstens een kwartier uurs na de passage van den laatsten wagen trein. In de nabijheid der stations, dorpen of woningen zullen de wachters zorgen dat er nimmer kinderen op de glooijingen of ber men spelen. Voor iederen gebroken rail, die niet dade lijk door de wachters, de ploegbazen en zijne arbeiders wordt aangegeven, zal van ieder hunner 8 dagen van hun tractement worden afgehouden, wanneer de niet aangifte daar van, geen ongeluk heeft tengevolge gehad; wanneer echter hierdoor eenig ongeluk mogt voortkomen, zal de straf daaromtrent stren ger zijn, zelfs onder voorbehoud van daar omtrent te doene criminele vervolging. En aldus begon het eerste hoofdstuk der Spoorwegen in Nederland, die het eerste tijdperk der veilige eeuw van mechanisch vervoer inluidden. (Wordt vervolgd) u, v(ta Lt ..I Auvcuvt. \MHTl. cy.Lt O-tMTV 3 itxJUr.ï (X-w 858 EN INIOOIT ZEEP VAIN ONBEKENDE HERKOMST (Ingez. Med.) De zee vormt steeds een groote aantrek kelijkheid! Hoe hunkert de schooljongen van een kustplaats naaf het oogenblik. dat hij de schoolbanken kan verlaten om het zeegat te kunnen uitvaren. Hoe trotsch is hij. als hij met de ouderen mee mag gaan naar den waterschout om op de monster rol te worden ingeschreven! Noch de stormen, die dreigen kunnen, noch de rouw. die in sommige families heerscht wegens het omkomen op zee van familieleden kan hen weerhouden: de sirene der zee lokt hen onweerstaanbaar! Het bloed der koene zeevaarders, die inder tijd Ned. Oost Indië veroverden, stroomt hen ook thans nog door de aderen. De oude zeerobben, die het grootste deel van het leven op wereldoceanen rond heb ben gezworven en nu hun laatste levens dagen kalm aan den wal doorbrengen, kun nen niet nalaten eiken dag naar den zee kant te gaan om hun oogen te laten dwalen over het groote watervlak, dat nog steeds zulk een sterke bekoring voor hen heeft. Géén wondef. dat ook de stadsmenschen. die bijna het gansche jaar in de „duffe stadslucht" verkeeren, des zomers enkele weken op een kustplaats willen doorbren gen. Ook zij gevoelen de groote aantrek kingskracht der zee. De tijd is er weer. dat de stadsmenschen naar een mooi en rustig plekje zoeken, waar zij met hun gezin enkele dagen of weken tuiten kunnen zijn. Om te rusten vooral, maar óók om te genieten van hetgeen zij in hun eigen omgeving niet kunnen vinden. Sommigen moeten afgaan op aanbevelin gen, meer of minder vaag van vrienden, of op goed geluk! Anderen en dat zijn de meesten gelukkig! stellen zich in ver binding met het informatiebureau van V.V.V. te Katwijk aan Zee. waar naar ieders smaal: en financieele draagkracht de noo- dige inlichtingen verstrekt worden en doorgaans met het beste resultaat. Dc familiebadplaats Katwijk aan Zee staat thans klaar om da badgasten te ontvangen. Van buiten zijn de huizen opgeknapt met een nieuw verfje en van binnen is het meubilair vernieuwd. De badinrichtingen zijn gereed om de baders te ontvangen. Een dier inrich tingen heeft een nieuw tegelpad laten aanbrengen om den toegang tot het zeebad geriefelijker te maken. Voor de veiligheid der baders wordt te Katwijk aan Zee goed gewaakt. Door het door de typische hartvorm gemakkelijk In te nemen. Bij apoth en drogisten, 12 sl. 50 cl. 860 6 sl. 30 ct. (Ingez. Med.) (Van een bijzonderen correspondent). (H) De Wereldtentoonstelling is een vreed zame wapenschouw der volken. Bijna alle landen der wereld geven te New-York acte de présence. Duitschland is één der weinige die ontbreken. De oorzaak daarvan is ge makkelijk te raden, doch uitweiding hier over behoort niet in het kader dezer cor respondentie. Ieder land komt op eigen wijze en naar eigen aard voor den dag Deze aard uit zich dikwijls reeds in de ar chitectuur van de nationale paviljoens. De Nederlandsche aard uit zich, wat het uiter lijk van het Nederlandsche paviljoen be treft, door het aardige klokkentorentje, dat reeds van verre zichtbaar is. Een echt-Ne- derlandsch torentje, met een eerlijk-Neder- landsch klokkenspel. De vaderlandsche driekleur is er op uitgestoken en wenkt den Nederlandschen bezoeker reeds uit dc verte zijn rood-wit-blauwen groet tegemoet. Dichterbij gekomen ontwaart ge óók den mooien tuin met zijn 65000 tulpen. Ook die is echt naar den Nederlandschen aard. De bekwame tuinarchitect van den Hoek. die hier in New-York de architect van de tui nen van Rockefeller is, heeft dit uiterst fraaie stukje Nederland aangelegd. Men mag hem daarvoor oprecht dankbaar zijn. Het is mooi en verdienstelijk werk. Behoudens dezen tuin en den toren is het paviljoen weinig typeerend voor Neder land Het is groot en ruim. het is zelfs één van de grootste vijflanden-paviljoens dei geheele tentoonstelling. Maar het is zeker geen kenmerkend staal van Nederlandsche architectuur. Ik zal mij zorgvuldig van he: aanleggen van aesthetlsche maatstaven onthouden. Deels uit hoofde van mijn onbe voegdheid ten deze, deels omdat wij het als een feit hebben te aanvaarden, dat vele Nederlandsche beeldende kunstenaars ge meend hebben zich van medewerking aan deze belangrijke Nederlandsche represen tatie in het buitenland te moeten onthou den. Het heeft geen zin dit feit nu nog te gaan beoordeelen (of veroordeelen) noch om er, in dit stadium onvruchtbare discus sies over te houden. Dies zij nu dus slechts gezegd dat het uiterlijk van het Nederland sche paviljoen zeker een grootschen indruk maakt en dat het voldoet aan de eisch dat het in zich zelf de grootheid van het Neder landsche Rijk verzinnebeeldt, zonder dat het overigens kenmerkend mag worden ge acht voor wat Nederland, als een der be langrijkste gebieden van moderne architec tuur, beteekent. Het Nederlandsche paviljoen vormt, in nerlijk, een drie-eenheid: Nederland, Ne- derlandsch-Indië en de West hebben ieder hun eigen ruimte in dit groote gebouw On der één dak zijn de drie deelen in het Rijk vereenigd en een openlucht-eerehal, welke men moet passeeren om alle drie te be reiken, geeft de gelegenheid hun eenheid te symboliseeren: want deze is gedecoreerd met een breeden en zeer hoogen glazen wand, waarop allegorische schilderin gen zijn aangebracht, die de aanhanke lijkheid in alle Nederlandsche gebieden in beeld brengt. Het middelpunt van deze groote allegorie wordt (natuurlijk) ge vormd door een beeltenis van de Koningin, ten troon gezeten. Men ziet ook Prinses Juliana, Prins Bernhard en de lieve kleine Beatrix en vele andere personen en sym bolen uit verleden en heden. Wanneer de bezoeker door deze eerehal is gegaan, pas seert hij eerst een standbeeld van Peter Stuyvesant, de stoere, éénbeenige Neder lander, die ook in de prille geschiedenis van New-York zulk een groote rol heeft vervuld. Vervolgens treedt de bezoeker het paviljoen binnen. Eerst komt hij in een soort hooge „vestibule", die van boven is afgesloten door een wand van melkwit glas waarop een verzinnebeelding is geëtst van de stichting van New-York door de Neder landers in de eerste helft van de zeven tiende Eeuw. Dan staat hij midden in de lichte, kleurige en groote ruimte van het Nederlandsche gedeelte, een impressie van de Nederlandsche atmosfeer, die inderdaad zeer typisch en uitstekend getroffen is. Wij zullen nu eens gaan rondkijken naar wai er allemaal te zien is. Een groote reliëfkaart van Nederland geeft een duidelijk beeld van den eeuwen- langen strijd die Nederland met het water voert: de bezoeker ziet inderdaad hoe heusch water het land overspoelt en weer teruggedrongen wordt, hij ziet hoe onze in genieuze waterwerken functionneerenhet langzame proces van eeuwen wordt hier volledig, in enkele minuten te zien gegeven. Zonder aan al het andere iets te kort te doen mag gerust worden gezegd dat deze reliëfkaart met zijn klotsende water de al lergrootste belangstelling trekt. Voortdu rend staan de bezoekers er eenige rijen dik met groote aandacht naar te kijken en aardig is het om te hooren hoe zij elkaar uitleggen, wat dit boeiende schouwspel te zien geeft. Hoe het water tot vruchtbaar land werd is hier te zien door een nauwge zette reproductie van een polder. Verder gaande ziet de bezoeker alle mogelijke uitingen van het Nederlandsche leven op alle gebied: interessante stands houden zich bezig met de zuivelbereiding, de pluimveeteelt, den veestapel, de bloembol lencultuur, de bodemgewassen, het spoor wegnet, het vliegwezen, de tropische schoonheid en schilderachtigheid van Ne derland en nog vele andere uitingen van Nederlandsche volkskracht méér. In zinne beeldige bouwsels heeft Prof. Rosse de Ne derlandsche staatsinstellingen, de sport, de folklore, de kunst en het kerkelijke leven tot uiting gebracht. Dit laatste door een aantal glazen modellen van kerken in hun college van B. en W, zijn maatregelen ge troffen om de veiligheid doeltreffender te maken, Ook de Katwijksche Reddings brigade is dit jaar weer op haar post. Ook de watersport is elk jahr meer en meer een attractie. Het aantal motor bootjes, dat 's zomers bij de Binnensluizen gemeerd ligt stijgt ieder jaar. Het voortvarende bestuur van V.V.V. heeft dit iaar weer zeer veel attracties voor de badgasten op het programma staan. In Augustus zal de te organiseeren „Feest- week" daarvan getuigen! Met vertrouwen gaat de badplaats Katwijk aan Zee het nieuwe seizoen tegemoet. Er zijn al kamers en pensions besproken door velen, die hun plan om hun vacante in het buitenland door te brengen opgaven, in verband met den gespannen internationalen toestand. Zij hebben evenals vele anderen, dit jaar tot devies gekozen: .Breng uw vacantie in eigen land door". Doch wij willen daaraan toevoegen: ,,Maar dan ook in de badplaats Katwijk aan Zee". de afd. Leiden der Ned. Vereen, oor Luchtbescherming telt, des te beter kan zij aan haar doel beantwoorden. Geeft U nog heden op als lid bij den heer D. C. KOK, Rapenburg 9 - Telefoon 807. De contributie (naar draagkracht met een minimum van 25 cents 's jaars) behoeft voor niemand een bezwaar te zijn. verschillende grootte, als het ware een statistiek uitbeeldend van de grootte der kerkgenootschappen. Er zijn groote grafie ken van allerlei verschijnselen der Neder landsche maatschappij te zien, foto-mon tages, die den stedenbouw manifesteeren, modellen van moderne stadswijken en tuin dorpen en vele andere uitbeeldingen en modellen meer, die te zamen een goed beeld geven van onze Nederlandsche sa menleving. Dit alles opgesteld in breede, lichte nissen, die in vroolijke kleuren be schilderd zijn. Dat het Nederlandsche kunstleven vrijwel niet vertegenwoordigd is, is te wijten aan de hiervoor gememo reerde afzijdigheid van de voornaamste Nederlandsche kunstenaars, een feit, dat op zich zelf door den Nederlandschen be zoeker van dit overigens zoo fraaie en Nederland zoö uitstekend-representeerende paviljoen, betreurd moge worden. Het stemt intusschen tot voldoening, dat de wandschildering die professor Jurres rond om het op gezette tijden concerteerende kerkorgel heeft gemaakt, zoo bijzonder fraai is en dat de groote inzendingen van kunstzinnig glas- en aardewerk iets doen zien van wat in Nederland op dit gebied gepresteerd wordt. In dit verband mag dan ook nog worden gewezen op de prachtige verzameling van Nederlandsche „klas sieke" schilderkunst, kostbare doeken van onze grootste en wereldvermaar de meesters die elders op de tentoon stelling te zien zijn. Wanneer men de duidelijke lacine. ontstaan door een onaan genaam conflict, welks „schuldvraag" hier onbesproken blijve, ,,in het midden laat,' kan gerust gezegd worden, dat Nederland zich uitstekend laat gelden op de Wereld tentoonstelling te New-York. Nederland geeft op voortreffelijke, men mag wel zeg gen: uitzonderlijke wijze acte de présence. Ons paviljoen doet niet onder voor die van veel grootere landen. Het Poolsche pavil joen bijvoorbeeld, dat onze buurman is, is zeer fraai doch veel kleiner dan het Neder landsche, de Japansche, Braziliaansche en Zweedsche paviljoens zijn nóg kleiner dan het Poolsche. Alleen de Russische, Britsche, Fransche en Italiaansche gebouwen zijn grooter in omvang en zoowel de Nederland sche regeering en haar Commissaris jhr. mr. De Graeff als de Nederlandsche be zoekers kunnen uiterst tevreden zijn met het resultaat dat hier bereikt is. En wat eigenlijk het meeste zegt: het bezoek aan „Nederland" is verheugend groot, de belangstelling en de geestdrift dezer bezoekers is ongekunsteld en onwe- dersprekelijk. Voortdurend beweegt zich een breede menschenstroom door het pa viljoen en wie zich, als Nederlander, daar- tusschen mengt en zijn oogen en ooren den kost geeft, ervaart voortdurend hoe groot de genegenheid en de eerbied is die in het Amerikaansche volk voor Nederland leeft. Een genegenheid en een eerbied die histo risch verklaarbaar zijn en die ook zoo aar dig tot uiting komt in de geestdrift en den trots waarmede Amerikaansche dragers van Nederlandsche namen hun handteeke- ning schrijven in de speciaal voor hen daartoe ter teekening gelegde registers. In mijn volgende brief zal ik u daar over eens eenige aardige bijzonderheden vertellen. En dan zullen wij tevens een bezoek gaan brengen aan de kleine doch keurige. West-Indische af deeling en in het zalencomplex waar Nederlandsch-Indië zich op zoo fraaie en imposante wijze voor stelt. Want dit mag nu al gezegd worden: de Nedsrlandsch-Indische afcee'.ing is een van de interessantste en indrukwekKend- ste schouwspelen van de gansche tentoon stelling. (Nadruk verboden).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 9