jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 31 Mei 1939
Derde Biad
No. 24287
Het 100-jarig bestaan
der Spoorwegen in Nederland
Qebro^ SUNLIGHT ZEEP
Het naderend bad-seizoen
te Katwijk aan Zee
De wereldtentoonstelling
te New-York
Hoe meer leden
Het spel begint
ovA cUt, yD-uicivtuje, c^icfu/nJu/VV.
Met vertrouwen wordt de zomer tegemoet gezien
xijn ideale pij nverdrij vers
VAN
MIJNHARDT
Nederland laat zich gelden
Daar Uwe Majesteit" (aldus leest men in
verslag van de commissie, die door Ko-
;g Willem I was benoemd om te onder
open of in het algemeen, aanleg van
■oorwegen in Nederland wenschelijk was,
19 April 1836) geadieerd is geworden om
j vergunning tot het aanleggen van een
sorweg tusschen Amsterdam en Haarlem,
sent de commissie dat. haar bedunkens,
itbesporen van die richting mede verdient
aanmerking te komen, hoezeer daardoor
•een levendig gevoelde behoefte zal wor-
.n voorzien".
Zeer bemoedigend voor de ontwerpers wa-
deze woorden niet en de Koning-zelf
prak er zijne bevreemding over uit: „dat
p een spoorweg wenschte aan te leggen
ir verbinding van twee steden, die door
a goed bevaarbaar Kanaal waren verbon-
i en dan nog wel door een landstreek,
man de bodem veel op een moeras ge-
Een der eerste treinen.
De commissie bestaande uit L. J. J. Serr-
R. ie Chevalier en W. C. Brade (man-
in die hun tijd ver vooruit waren) liet zich
te niet ontmoedigen en antwoordde:
Hoch het is van belang, dat een aanzien-
gedeelte der bevolking, hoe eer hoe 11e-
volkomen bekend worde met een be
king die reeds in zoovele landen ten ge
ve van nijverheid en verkeer strekkende
dat men zoodoende in het geval kome,
li proefondervindelijk te ontwaren, of Hol-
id te dien opzichte al dan niet een uit
kering maakt op den regel".
Het gevolg van hun rusteloos werken was
ook, dat bij Koninklijk Besluit van 1
i !03ö de concessie voor den aanleg van
E ijzeren spoorweg tusschen Amsterdam
Rotterdam of wij wijze van proef
schen Amsterdam en Haarlem verleend
d Het zou ons te ver voeren, de vele be
togen van deze concessie in herinnering
brengen, maar toch is het voor het te-
awoordig geslacht nog wel eens aardig te
ten, dat het tarief moest worden vast-
;eld op 5 cent per persoon per mijl en 10
t per ton goederen per mijl (die goeie-
e-tijd nietwaar!)
A
Stephenson, de uitvinder der locomotief.
k Hoofdingenieur bij den Waterstaat. B
■wariaan was toen reeds van meening
ito a^e geval komt het mij voor. dat
ïïkv*e aarc*en baan dadelijk op de tot
•Döubbel spoor vereischte breedte zou die-
aangelegd te worden, zooals dit bij het
opnoemde, royale ontwerp van de onder-
wordt voorgesteld", en voorts dat:
Jten onderlagen (dwarsliggers) de voor-
fJr verdienen".
•oehet ook zij, en wat wij onze voorva-
ir» averkand met de eindelooze overwe
g-besprekingen en processen (zijn wij
'P-'.ook voor de voeten kunnen gooien,
fff* waren ze niet. Want op Vrijdag
^Ptember 1839 liet de Hollandsche IJze-
spoorwegmaatschappij haar eersten
Wen cllen Amsterdam en Haarlem
De feestelijke opening.
i^iiïfize feestelijke opening gaf het Han-
volgende bericht:
i^-aen heeft de inwijding van den Haar-
L;jspoorweg plaats gehad. Tegen 1 ure
L.en de verschillende autoriteiten der
ji-Jl^sferdam en Haarlem en verdere
ataiÜ waaronder een aanzienlijk
Ch s' aan het Stationslokaal, al-
:y,re e muzijk der Schutterij zich deed
WE'u lo^aal was smaakvol versierd:
ten prijkte een facade met het Hol-
tofa*ea aan de wederzijde met het Am-
Waei? e en Haarlemsche wapen; het
Nen P?ouw was met vlaggen en alle
ren rimet groen versierd; ook van binnen
de localen zoowel met draperiën als
in in de hoeken geplaatst waren
"iftd vrf goecle uitwerking deden, gede-
daaroP plaatste men zich in
die door beide de locomotieven
Wanneer wij Iets van dc geschiede
nis der .Spoorwegen ln Nederland
willen schrijven, dan gaan als van
zelf onze gedachten terug naar den
uitvinder van de locomotief als
krachtbron dier Spoorwegen, naar
(ieorgc Steplienson, met wiens beel
tenis deze serie artikelen geopend
wordt. Aan zijn onvermoelden werk
lust. aan zijn Inzicht en doorzettings
vermogen Is het te danken dat de
locomotief toen haar Intrede deed ln
onze beschaving. II(| was als werk
tuigkundige werkzaam In dc kolen
mijnen te New-Castle en vond In 1814
de eerste locomotief uit.
In 1829 bouwde li IJ dc „Rocket", die
glansrijk alle andere types locomotie
ven achter zich liet en die het voor
beeld werd voor de eerste trelnmachl-
ues op het vaste land. Hoe deze, nu
gedurende een eeuw hun rol spelen
In de N'ederlandsche cultuur, wordt
hier In enkele artikelen verteld.
de Snelheid en de Arend getrokken werden
en insgelijks alle keurig met vlaggedoek wa
ren versierd. De trein bestond uit 4 diligen
ces. 4 char-a-bancs en de groote Engelsche
diligence; in een der waggons werden de
hoornblazers der Schutterij dezer stad ge
plaatst, die zich van tijd tot tijd deden hoo-
ren. De weg naar Haarlem werd in circa een
half uur afgelegd; aldaar wachtte het gezel
schap het muzijkkorps van de Schutterij der
Stad Haarlem dat eenige muzijkstukken
uitvoerde, waarna de terugtocht insgelijks in
een half uur geschiedde; aan het station
te Amsterdam was een keurig collation in
gereedheid gebracht, waaraan al de ge-
noodigden deel namen, dien met een
vriendschappelijken disch deze belangrijke
feestviering besloten."
„Vier dagen later werd de spoorweg voor
het publiek geopend. Het gebruik hiervan
kon zich sinds dien tijd over de onvermin
derde belangstelling van het publiek ver
heugen en het verkeer nam spoedig zoo be
langrijk toe, dat o.a. des Zondags met trei
nen van 24 rijtuigen en door 2 locomotieven
getrokken, moest gereden worden."
Onze snelle tijd.
En zoo had dan de spoorwagen zijn in
trede gedaan in Holland en begon hij zijn 1
plaats te veroveren in het economische leven
Wij leven snel. En zonder dat de dag één
minuut langer wordt, leven wij hoe langer
hoe sneller. Snelheid is het wachtwoord van
onzen tijd.
„Hoe snel kunt U leveren", is het eerste
wat een zakenman vraagt aan den nieuwen
reiziger.
„Hoe snel rijdt die wagen", informeert de
kooper op een auto-tentoonstelling.
„Hoe snel kom ik van hier naar Amster
dam, naar Londen, naar Amerika en wan
neer kan ik terug!"
Deze vragen, die ons spoorweg-menschen,
dagelijks bestormen, teekenen toch wel
eenigszins en dan op hunne wijze den ra-
zenden tijd welke de eerste eeuw van het'
bestaan der Spoorwegen uitluidt. En als te
genhanger. als de meest nuchtere beschou
wing welke ik ooit van iemand van een fo
rens-abonné met meer dan vijftig reisjaren
hoorde, iemand, die dus vrijwel alle snel-
heids-phasen van den spoortrein heeft mee
gemaakt, dan deze getuigenis, dan deze
waardebepaling van den snellen diesel: „fijn
nu kan ik lekker tien minuten langer sla
pen!" Aldus de winst door de snelheid om
zettend in winst door rust. Dit jaar hebben
onze grootvader, onze vader en wijzelf een
eeuw van snelheid meegemaakt. Alle drie
geslachten hebben zich verdiept in het fan
tastisch verhaal van Jules Verne: De reis
om de wereld in 80 dagen! Dat was in 1872
het jaar waarin het boek verscheen, nog een
hersenschim. De reis om de wereld werd in
1901 inderdaad gemaakt in 60, in 1903 in 40
in 1929 in 20, in 1933 in 8 en in 1938 in 4,
zegge vier dagen!
De snelheidsmeesters zeggen dat het nog
sneller kan. Gebruikmakend van de Stratos-
feer-luchtdienst-expresse, zal het een kwes
tie worden tusschen lunch en diner!
De baanbreker van die snelheid, de Spoor
wegen, bestaat op 20 Sept. a.s. 100 jaar. Op
dien dag in 1839, trokken de stoomsleepers
„de Sneltrein" en ..de Arend" voor het eerst
een trein door Nederland. De overtocht van
Amsterdam naar Haarlem duurde een half
uur. Wij glimlachen nu over dat record! Als
we echter even nadenken, dan mogen wij
nu niet trotscher op onzen Diesel zijn dan
de menschen van 1839 op hun eersten
Stoomsleeper.
Zoo was het eens.
En we moeten met eerbied terugdenken
aan de zorg en de verantwoordelijkheid
welke toen reeds de mannen van den Spoor
wagen voelden voor de veiligheid van hun
reizigersen anderen.
In het eerste Reglement voor den IJzeren
Spoorweg tusschen Amsterdam en Haarlem
lezen we in artikel 5 en volgende, dat die
spoorweg bewaakt moet worden door 21
wachters.
„Zij moeten zich op hunnen post bevinden
des morgens minstens één uur vóór het ver
trek van den eersten wagentrein en zij mo
gen den weg geen oogenblik van den dag
verlaten op poene van onmiddellijk voor te
dragen ontslag en zij mogen zich niet naar
huis begeven dan minstens een kwartier
uurs na de passage van den laatsten wagen
trein. In de nabijheid der stations, dorpen
of woningen zullen de wachters zorgen dat
er nimmer kinderen op de glooijingen of ber
men spelen.
Voor iederen gebroken rail, die niet dade
lijk door de wachters, de ploegbazen en zijne
arbeiders wordt aangegeven, zal van ieder
hunner 8 dagen van hun tractement worden
afgehouden, wanneer de niet aangifte daar
van, geen ongeluk heeft tengevolge gehad;
wanneer echter hierdoor eenig ongeluk mogt
voortkomen, zal de straf daaromtrent stren
ger zijn, zelfs onder voorbehoud van daar
omtrent te doene criminele vervolging.
En aldus begon het eerste hoofdstuk der
Spoorwegen in Nederland, die het eerste
tijdperk der veilige eeuw van mechanisch
vervoer inluidden.
(Wordt vervolgd)
u, v(ta Lt ..I Auvcuvt. \MHTl.
cy.Lt
O-tMTV
3 itxJUr.ï
(X-w
858
EN INIOOIT ZEEP VAIN ONBEKENDE HERKOMST
(Ingez. Med.)
De zee vormt steeds een groote aantrek
kelijkheid! Hoe hunkert de schooljongen
van een kustplaats naaf het oogenblik. dat
hij de schoolbanken kan verlaten om het
zeegat te kunnen uitvaren. Hoe trotsch is
hij. als hij met de ouderen mee mag gaan
naar den waterschout om op de monster
rol te worden ingeschreven!
Noch de stormen, die dreigen kunnen,
noch de rouw. die in sommige families
heerscht wegens het omkomen op zee van
familieleden kan hen weerhouden: de
sirene der zee lokt hen onweerstaanbaar!
Het bloed der koene zeevaarders, die inder
tijd Ned. Oost Indië veroverden, stroomt
hen ook thans nog door de aderen.
De oude zeerobben, die het grootste deel
van het leven op wereldoceanen rond heb
ben gezworven en nu hun laatste levens
dagen kalm aan den wal doorbrengen, kun
nen niet nalaten eiken dag naar den zee
kant te gaan om hun oogen te laten
dwalen over het groote watervlak, dat nog
steeds zulk een sterke bekoring voor hen
heeft.
Géén wondef. dat ook de stadsmenschen.
die bijna het gansche jaar in de „duffe
stadslucht" verkeeren, des zomers enkele
weken op een kustplaats willen doorbren
gen. Ook zij gevoelen de groote aantrek
kingskracht der zee. De tijd is er weer. dat
de stadsmenschen naar een mooi
en rustig plekje zoeken, waar zij met hun
gezin enkele dagen of weken tuiten kunnen
zijn. Om te rusten vooral, maar óók om
te genieten van hetgeen zij in hun eigen
omgeving niet kunnen vinden.
Sommigen moeten afgaan op aanbevelin
gen, meer of minder vaag van vrienden, of
op goed geluk! Anderen en dat zijn de
meesten gelukkig! stellen zich in ver
binding met het informatiebureau van
V.V.V. te Katwijk aan Zee. waar naar ieders
smaal: en financieele draagkracht de noo-
dige inlichtingen verstrekt worden en
doorgaans met het beste resultaat.
Dc familiebadplaats Katwijk aan Zee
staat thans klaar om da badgasten te
ontvangen. Van buiten zijn de huizen
opgeknapt met een nieuw verfje en
van binnen is het meubilair vernieuwd.
De badinrichtingen zijn gereed om de
baders te ontvangen. Een dier inrich
tingen heeft een nieuw tegelpad laten
aanbrengen om den toegang tot het
zeebad geriefelijker te maken.
Voor de veiligheid der baders wordt te
Katwijk aan Zee goed gewaakt. Door het
door de typische hartvorm
gemakkelijk In te nemen.
Bij apoth en drogisten, 12 sl. 50 cl.
860
6 sl. 30 ct.
(Ingez. Med.)
(Van een bijzonderen correspondent).
(H)
De Wereldtentoonstelling is een vreed
zame wapenschouw der volken. Bijna alle
landen der wereld geven te New-York acte
de présence. Duitschland is één der weinige
die ontbreken. De oorzaak daarvan is ge
makkelijk te raden, doch uitweiding hier
over behoort niet in het kader dezer cor
respondentie. Ieder land komt op eigen
wijze en naar eigen aard voor den dag
Deze aard uit zich dikwijls reeds in de ar
chitectuur van de nationale paviljoens. De
Nederlandsche aard uit zich, wat het uiter
lijk van het Nederlandsche paviljoen be
treft, door het aardige klokkentorentje, dat
reeds van verre zichtbaar is. Een echt-Ne-
derlandsch torentje, met een eerlijk-Neder-
landsch klokkenspel. De vaderlandsche
driekleur is er op uitgestoken en wenkt
den Nederlandschen bezoeker reeds uit dc
verte zijn rood-wit-blauwen groet tegemoet.
Dichterbij gekomen ontwaart ge óók den
mooien tuin met zijn 65000 tulpen. Ook die
is echt naar den Nederlandschen aard. De
bekwame tuinarchitect van den Hoek. die
hier in New-York de architect van de tui
nen van Rockefeller is, heeft dit uiterst
fraaie stukje Nederland aangelegd. Men
mag hem daarvoor oprecht dankbaar zijn.
Het is mooi en verdienstelijk werk.
Behoudens dezen tuin en den toren is het
paviljoen weinig typeerend voor Neder
land Het is groot en ruim. het is zelfs één
van de grootste vijflanden-paviljoens dei
geheele tentoonstelling. Maar het is zeker
geen kenmerkend staal van Nederlandsche
architectuur. Ik zal mij zorgvuldig van he:
aanleggen van aesthetlsche maatstaven
onthouden. Deels uit hoofde van mijn onbe
voegdheid ten deze, deels omdat wij het als
een feit hebben te aanvaarden, dat vele
Nederlandsche beeldende kunstenaars ge
meend hebben zich van medewerking aan
deze belangrijke Nederlandsche represen
tatie in het buitenland te moeten onthou
den. Het heeft geen zin dit feit nu nog te
gaan beoordeelen (of veroordeelen) noch
om er, in dit stadium onvruchtbare discus
sies over te houden. Dies zij nu dus slechts
gezegd dat het uiterlijk van het Nederland
sche paviljoen zeker een grootschen indruk
maakt en dat het voldoet aan de eisch dat
het in zich zelf de grootheid van het Neder
landsche Rijk verzinnebeeldt, zonder dat
het overigens kenmerkend mag worden ge
acht voor wat Nederland, als een der be
langrijkste gebieden van moderne architec
tuur, beteekent.
Het Nederlandsche paviljoen vormt, in
nerlijk, een drie-eenheid: Nederland, Ne-
derlandsch-Indië en de West hebben ieder
hun eigen ruimte in dit groote gebouw On
der één dak zijn de drie deelen in het Rijk
vereenigd en een openlucht-eerehal, welke
men moet passeeren om alle drie te be
reiken, geeft de gelegenheid hun eenheid
te symboliseeren: want deze is gedecoreerd
met een breeden en zeer hoogen glazen
wand, waarop allegorische schilderin
gen zijn aangebracht, die de aanhanke
lijkheid in alle Nederlandsche gebieden in
beeld brengt. Het middelpunt van deze
groote allegorie wordt (natuurlijk) ge
vormd door een beeltenis van de Koningin,
ten troon gezeten. Men ziet ook Prinses
Juliana, Prins Bernhard en de lieve kleine
Beatrix en vele andere personen en sym
bolen uit verleden en heden. Wanneer de
bezoeker door deze eerehal is gegaan, pas
seert hij eerst een standbeeld van Peter
Stuyvesant, de stoere, éénbeenige Neder
lander, die ook in de prille geschiedenis
van New-York zulk een groote rol heeft
vervuld. Vervolgens treedt de bezoeker het
paviljoen binnen. Eerst komt hij in een
soort hooge „vestibule", die van boven is
afgesloten door een wand van melkwit glas
waarop een verzinnebeelding is geëtst van
de stichting van New-York door de Neder
landers in de eerste helft van de zeven
tiende Eeuw. Dan staat hij midden in de
lichte, kleurige en groote ruimte van het
Nederlandsche gedeelte, een impressie van
de Nederlandsche atmosfeer, die inderdaad
zeer typisch en uitstekend getroffen is. Wij
zullen nu eens gaan rondkijken naar wai
er allemaal te zien is.
Een groote reliëfkaart van Nederland
geeft een duidelijk beeld van den eeuwen-
langen strijd die Nederland met het water
voert: de bezoeker ziet inderdaad hoe
heusch water het land overspoelt en weer
teruggedrongen wordt, hij ziet hoe onze in
genieuze waterwerken functionneerenhet
langzame proces van eeuwen wordt hier
volledig, in enkele minuten te zien gegeven.
Zonder aan al het andere iets te kort te
doen mag gerust worden gezegd dat deze
reliëfkaart met zijn klotsende water de al
lergrootste belangstelling trekt. Voortdu
rend staan de bezoekers er eenige rijen dik
met groote aandacht naar te kijken en
aardig is het om te hooren hoe zij elkaar
uitleggen, wat dit boeiende schouwspel te
zien geeft. Hoe het water tot vruchtbaar
land werd is hier te zien door een nauwge
zette reproductie van een polder. Verder
gaande ziet de bezoeker alle mogelijke
uitingen van het Nederlandsche leven op
alle gebied: interessante stands houden
zich bezig met de zuivelbereiding, de
pluimveeteelt, den veestapel, de bloembol
lencultuur, de bodemgewassen, het spoor
wegnet, het vliegwezen, de tropische
schoonheid en schilderachtigheid van Ne
derland en nog vele andere uitingen van
Nederlandsche volkskracht méér. In zinne
beeldige bouwsels heeft Prof. Rosse de Ne
derlandsche staatsinstellingen, de sport, de
folklore, de kunst en het kerkelijke leven
tot uiting gebracht. Dit laatste door een
aantal glazen modellen van kerken in hun
college van B. en W, zijn maatregelen ge
troffen om de veiligheid doeltreffender te
maken, Ook de Katwijksche Reddings
brigade is dit jaar weer op haar post.
Ook de watersport is elk jahr meer en
meer een attractie. Het aantal motor
bootjes, dat 's zomers bij de Binnensluizen
gemeerd ligt stijgt ieder jaar.
Het voortvarende bestuur van V.V.V. heeft
dit iaar weer zeer veel attracties voor de
badgasten op het programma staan. In
Augustus zal de te organiseeren „Feest-
week" daarvan getuigen!
Met vertrouwen gaat de badplaats
Katwijk aan Zee het nieuwe seizoen
tegemoet. Er zijn al kamers en pensions
besproken door velen, die hun plan om
hun vacante in het buitenland door te
brengen opgaven, in verband met den
gespannen internationalen toestand.
Zij hebben evenals vele anderen, dit
jaar tot devies gekozen: .Breng uw
vacantie in eigen land door". Doch wij
willen daaraan toevoegen: ,,Maar dan
ook in de badplaats Katwijk aan Zee".
de afd. Leiden der Ned. Vereen, oor
Luchtbescherming telt, des te beter
kan zij aan haar doel beantwoorden.
Geeft U nog heden op als lid bij den heer
D. C. KOK, Rapenburg 9 - Telefoon 807.
De contributie (naar draagkracht met een
minimum van 25 cents 's jaars) behoeft
voor niemand een bezwaar te zijn.
verschillende grootte, als het ware een
statistiek uitbeeldend van de grootte der
kerkgenootschappen. Er zijn groote grafie
ken van allerlei verschijnselen der Neder
landsche maatschappij te zien, foto-mon
tages, die den stedenbouw manifesteeren,
modellen van moderne stadswijken en tuin
dorpen en vele andere uitbeeldingen en
modellen meer, die te zamen een goed
beeld geven van onze Nederlandsche sa
menleving. Dit alles opgesteld in breede,
lichte nissen, die in vroolijke kleuren be
schilderd zijn. Dat het Nederlandsche
kunstleven vrijwel niet vertegenwoordigd
is, is te wijten aan de hiervoor gememo
reerde afzijdigheid van de voornaamste
Nederlandsche kunstenaars, een feit, dat
op zich zelf door den Nederlandschen be
zoeker van dit overigens zoo fraaie en
Nederland zoö uitstekend-representeerende
paviljoen, betreurd moge worden. Het
stemt intusschen tot voldoening, dat de
wandschildering die professor Jurres rond
om het op gezette tijden concerteerende
kerkorgel heeft gemaakt, zoo bijzonder
fraai is en dat de groote inzendingen van
kunstzinnig glas- en aardewerk iets doen
zien van wat in Nederland op dit gebied
gepresteerd wordt. In dit verband mag dan
ook nog worden gewezen op de prachtige
verzameling van Nederlandsche „klas
sieke" schilderkunst, kostbare doeken
van onze grootste en wereldvermaar
de meesters die elders op de tentoon
stelling te zien zijn. Wanneer men de
duidelijke lacine. ontstaan door een onaan
genaam conflict, welks „schuldvraag" hier
onbesproken blijve, ,,in het midden laat,'
kan gerust gezegd worden, dat Nederland
zich uitstekend laat gelden op de Wereld
tentoonstelling te New-York. Nederland
geeft op voortreffelijke, men mag wel zeg
gen: uitzonderlijke wijze acte de présence.
Ons paviljoen doet niet onder voor die van
veel grootere landen. Het Poolsche pavil
joen bijvoorbeeld, dat onze buurman is, is
zeer fraai doch veel kleiner dan het Neder
landsche, de Japansche, Braziliaansche en
Zweedsche paviljoens zijn nóg kleiner dan
het Poolsche. Alleen de Russische, Britsche,
Fransche en Italiaansche gebouwen zijn
grooter in omvang en zoowel de Nederland
sche regeering en haar Commissaris jhr.
mr. De Graeff als de Nederlandsche be
zoekers kunnen uiterst tevreden zijn met
het resultaat dat hier bereikt is.
En wat eigenlijk het meeste zegt: het
bezoek aan „Nederland" is verheugend
groot, de belangstelling en de geestdrift
dezer bezoekers is ongekunsteld en onwe-
dersprekelijk. Voortdurend beweegt zich
een breede menschenstroom door het pa
viljoen en wie zich, als Nederlander, daar-
tusschen mengt en zijn oogen en ooren den
kost geeft, ervaart voortdurend hoe groot
de genegenheid en de eerbied is die in het
Amerikaansche volk voor Nederland leeft.
Een genegenheid en een eerbied die histo
risch verklaarbaar zijn en die ook zoo aar
dig tot uiting komt in de geestdrift en den
trots waarmede Amerikaansche dragers
van Nederlandsche namen hun handteeke-
ning schrijven in de speciaal voor hen
daartoe ter teekening gelegde registers.
In mijn volgende brief zal ik u daar
over eens eenige aardige bijzonderheden
vertellen. En dan zullen wij tevens een
bezoek gaan brengen aan de kleine doch
keurige. West-Indische af deeling en in het
zalencomplex waar Nederlandsch-Indië
zich op zoo fraaie en imposante wijze voor
stelt. Want dit mag nu al gezegd worden:
de Nedsrlandsch-Indische afcee'.ing is een
van de interessantste en indrukwekKend-
ste schouwspelen van de gansche tentoon
stelling.
(Nadruk verboden).