lie Jaargang
IEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
Mi nieuwe „Mauretania - Internationale beurs voor postzegelhandelaren
hnotheus Klein
op het oorlogspad
FEUILLETON
HET NIEUWE GROOTE ENGELSCHE MAILSCHIP „MAURETA
NIA" dat pas voltooid is, op de rivier de Mersey. Sleepbooten
zijn bezig den oceaanreus van ligplaats te doen veranderen. De fraaie
opname werd vanuit de lucht gemaakt
GENERAAL WEYGAND en 100 Fransche reserve-officieren bren
gen een 5-daagsch bezoek aan Engeland. Défilé van leerlingen van
het Royal Military College te Sandhurst voor den generaal
ELK VAK ZIJN EIGEN KONINGIN. Ook de Fransche accordeon-
nistes hebben haar koningin (midden); gekozen.
DE JAARLIJKSCHE INTERNATIONALE BEURS VOOR KORPORAAL VAN DEN BOSCH van het dépot politietroepen te
POSTZEGELHANDELAREN IN LONDEN. Nieuwersluis. ontving uit handen van den burgemeester van Abcoude.
mr. A. L. des Tombe, de medaille van het Carnegie Heldenfonds, voor 't
Een postzegel, die de Bijzondere belangstelling heeft. redden van een automobilist uit 't Abcouder-meer in October 1938.
lp, VERBAND MET HET BEZOEK VAN H.M. DE KONINGIN AAN
JBELGIË wordt het station Esschen (België) belangrijk verbeterd;
|o.a. wordt het middenperron ongeveer 4 meter verbreed. Met man en
macht wordt er gewerkt om vóór 23 Mei klaar te zijn.
|HET BADSEIZOEN is gisteren te Amsterdam officieel geopend
aaar er is heel wat voor noodig om den len zwemmer in 't water te krijgen
DE VOORJAARS-SCHAPENMARKT OP HET PLEIN VAN DEN
BURG OP TEXEL, TROK DIT JAAR VEEL BELANGSTELLING.
VERKOCHTE SCHAPEN WORDEN INGELADEN.
door
KEES ANDRIESSE.
pRtSi p! bevaI hÜ streng. „Je bent
SaJ™ iepleizier op reis! En de omstan-
3 makeS F aUerminst naar om erap-
i^lp. De man zweeg abrupt, haal-
i k-i331 maal diep adem en zijn stem
wat bescheidener, toen hij weer
sni!ï ®e niet kwalijk, maar ik kon
tol,.,' "elpen. Uw vermomming is ook
ïiit en<L U ziet er zoo werkelijk
lW?n 8°edaardig idioot!"
!miuS lnstlnctieve hekel aan den
ï'oeide bij deze woorden in het over-
le- Maar zijn beleediger ging
■J, te houden voort, zoodat een
I jjJ, "e"i bespaard bleef.
«in werKelijk een geniaal stukje ver-
Maar was dat wel noodig? Nie-
I Kenl toch van iets?"
Bb,»:. n "ooit te voorzichtig zijn", zei
üs m."3 ,ontwijkend.
knikte. „Dat is waar. En men
zal u toch wel alles op haren en snaren
zetten. U hebt volkomen gelijk. Maar alles
is toch goed gegaan, nietwaar?"
„Zat ik anders hier?" weervroeg Timo-
theus op goed geluk.
„Bent U er zelf dan ook bij geweest, toen
het zaakje opgeknapt werd? Ik dacht, dat
de chef er alleen met het klaverblad voor
zou zorgen!"
Timotheus gaf geen antwoord, het dui
zelde hem. Waar zou hij bij geweest moe
ten zijn? En wie was de chef? En het
„klaverblad"? En wat zou hij eigenlijk met
dezen man hier moeten doen? Hij wist
nog steeds van niets en elke onvoorzich
tige uitlating zou hem kunnen verraden.
Hij moest den man overbluffen, dat was
zijn eenige kans. Hij keek hem dus uit de
hoogte aan, alsof hij hem zijn nieuwsgie
righeid ten zeerste euvel duidde en zei
kortaf: „Waarvoor zou je me hier ontmoe
ten? Om vragen te stellen?"
Opnieuw had hij den roos getroffen, de
man bond oogenblikkelijk in. Van der Eem
scheen een tamelijk hooge post in die or
ganisatie te hebben bekleed. En dat was
Timotheus' geluk. Gesteld dat hij eens in
lichtingen had moeten geven! Dan zou al-
'es van den aanvang af misgeloopen zijn.
Zijn overbuurman taste in zijn binnenzak
en haalde er twee dikke pakjes uit, die
evenals de enveloppe, die hij in Van der
Eem's portefeuille had gevonden, met lak
zegels gesloten waren.
„Alstublieft", zei hij. „Dat is het voor
naamste. De plattegrond hebt U al. niet
waar?"
Timotheus knikte. Inderdaad, een plat
tegrond had hij; al wist hij niet waarvan
en nog minder wat hij er mee doen moest.
„Is overigens alles in orde?" vroeg hij
op goed geluk. De man tegenover hem
knikte.
„Ja, het eitje is al klaar Ik hoop maar,
dat ze dergelijke paascheitjes nooit in mijn
huis zullen verstoppen!" grinnikte hij.
Timotheus glimlachte ook maar, hoewel
die eieren-geschiedenis er eerder toe bij
droeg om de zaak nóg duisterder voor hem
te maken dan zij al was.
„Morgenavond is er eerst nog vergade
ring", ging de man voort, „maar niet meer
op het oude adres. Hier hebt U alle noo-
dige aanwijzingen." Opnieuw greep hij
in zijn binnenzak en gaf hem een dunne
enveloppe. „Zoo, en dat is dan geloof ik
alles. Het overige hebt U zelf al, nietwaar?
Hebt U er ook voor gezorgd een revolver
mee te nemen?"
„Ehneen", zei Timotheus en voeg
de er haastig aan toe, op hoop van zegen
aannemend, dat de man zou denken, dat
zijn woorden op „het zaakje" betrekking
hadden: „Het duurde langer dan we dach
ten en bovendien vond ik het beter in
verband met de grenscontrole."
„Dan zal ik U zoolang de mijne geven,
ik heb het ding voorloopig niet meer
noodig. Nu ik U alles gegeven heb, kan ik
voorloopig vacantie nemen. Ik ben blij toe.
al die karweitjes vermoorden je zenuwen!"
„Gelijk heb je", stemde Timotheus vol
mondig toe. „Een prettige vacantie!"
„Dank U. Ik zal U hetzelfde toewen-
schen, want als U uw werk achter den
rug hebt, zult U het óók wel noodig heb
ben!"
De deur naar den corridor schoof open
en dicht de man was verdwenen.
Timotheus had het briefje en de pakjes,
die de man met het onbetrouwbare gezicht
hem overhandigd had, onmiddellijk bij
zich gestoken. Hoewel hij brandde van
nieuwsgierigheid om hun inhoud te weten,
bleef hij rustig zitten tot de trein aan het
volgende station stopte. Hij boog zich uit
het raampje om een paar tijdschriften te
koopen en terwijl hij afrekende zag hij den
bezoeker van zooeven door een kruier ge
volgd naar den uitgang gaan. Gelukkig,
die was weg!
Toen de trein zich weer in beweging
zette, sloot hij zorgvuldig de gordijntjes
van de corridorvensters en maakte eerst
de enveloppe open. Zij bevatte een briefje
met slechts enkele woorden: tien uur
119 rue Saran wachtwoord is baradaf-
ka.
Dat was dus de plaats, waar de verga
dering gehouden zou worden. Een huis in
de rue Saran, nummer 119. Hij stopte het
briefje weer In het couvert en opende het
in bruin papier gehulde pakje. Hij deed
het niet erg handig, zoodat de Inhoud er
uit viel: een regen van langwerpige pa
piertjesbankbiljetten! Haastig liet
Timotheus zich op zijn knieën vallen om
ze op te rapen. Het duurde een heelen tijd
°er hij ze alle onder de banken en van
de kussens had opgeraapt en hij ze kon
'aan tellen. Het waren weer biljetten van
duizend Zwitsersche francs, twee honderd
vijftig hadden er in het eene pakje geze
ten. Haastig scheurde Timotheus het twee
de open en ook daarin bevond zich het
zelfde bedrag. Hij was met stomheid ge
slagen.
Vijfhonderdduizend Zwitsersche francs!
Intermezzo.
Op hetzelfde oogenblik, waarop Timo
theus de ontdekking deed zulk een onver-
wachten rijkdom in zijn bezit gekregen te
heben, heerschte er op de redactiebureaux
over de geheele wereld groote opwinding.
Uit Holland, het rustige Holland, waar
over men in de internationale pers zeiden
of nooit iets las, uit dat kleine landje van
kanalen, windmolens en klompen, kwam
plotseling een sensationeel bericht.
De minister van Buitenlandsche Zaken
is ontvoerd!
Een groot, Hollandsch dagblad, de
„Nieuwsbode", was 's middags plotseling
met een extra-editie verschenen, waarin
dit schokkende nieuws wereldkundig werd
gemaakt. En het werd door de officleele
instanties niet tegen gesproken, doch bij
informatie zelfs bevestigd.
Een minister ontvoerd!
En de kranten over heel de wereld brach
ten dien avond kolommen vol over die
ontvoering. Er waren er, die de ieiten mede
deelden en er beschouwingen aan vast
knoopten, dat het met de veiligheid van
den staatsburger nu toch wel treurig ge
steld bleek, wanneer zelfs ministers niet
meer voor menschenroovers veilig bleken.
Er waren buirenlandsche kranten, die
roote foto's brachten van den ontvoerden
minister en van het departementsgebouw
op het Plein.
En de krantenlezers over heel de wereld
lazen in ademlooze spanning, wat hun
dagbladen over de ontvoering vertelden.
(Nadruk verboden). (Wordt vervhtóD