)e brand te Groningen - Bezoek van Fransche officieren aan Engeland
Osje Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
WC
timotheus Klein
|°P het oorlogspad
FEUILLETON
RN AANTAL FRANSCHE OFFICIEREN dat een bezoek aan Engeland
Jricht. bezichtigde ook het East-leigh-vliegveld. Generaal Duflieux drukt
miss Moldon, van den burgerlijken luchtverdedigingsdienst de hand.
GESLAAGD! Wanneer in Stockholm een scholier voor
het eindexamen is geslaagd, nemen vrienden hem op de
schouders en dragen hem rond. Ook de meisjes onttrek
ken zich, blijkens deze foto, niet aan dit ceremonieel.
DE GRAVIN LACHT. Gravin von Haugwitz-Reventlow, de vroegere Barbara
Hutton, erfgename van de Woolworth-millioen, luistert geamuseerd naar de
grappen van clown „Dippy Diers" bij een variété-voorstelli ng in New York.
■(tT AFLOSSEN VAN DE KONINKLIJKE WACHT is in Londen altijd
[iter een schouwspel, dat groote belangstelling trekt. In stramme houding
marcheert de wacht over „Horse Guards Parade".
I KONING CAROL BIJ EEN GROOTE MILITAIRE PARADE te Boeka-
I rest op den Roemeenschen nationalen feestdag. De Koning decoreert een
regimentsvaandel. Links kroonprins Michael.
NA DEN BRAND TE GRONINGEN.
DE ENORME VERWOESTING, WELKE DOOR HET VUUR IN HET WARENHUIS T.A.N.T.E. IS
AANGERICHT.
door
KEES ANDRIESSE.
k locomotief trok op en met snel toe-
l'imende
vaart gleed de trein het station
B Timotheus klapte het tafeltje voor
vt/'Mter om hoog en zette er een doos
Mjnten op klaar. Hij was een hartstoch-
rooker en vooral wanneer hij inge-
Jen nadacht, stak hij de eene sigaret
Pekt 2ndere aan- H'J was er heilig van
L'Wi£d. dat dit zuiniger was dan met
L^nenpoozen rooken. Zoo had hij slechts
L'T z'if> aansteker noodig en bespaarde
V™ manier steentjes en benzine.
sl°et zijn oogen en liet alle gebeurte-
r?..nce eens de revue passeeren. Doch
is,°°k de dingen van alle kanten be
ltin»!' schoot niets op, en toen de
lilt k ?or de corridors klonk ten teeken
Itifn ontbijt gereed was, was hij nog
h,,er a's voorheen. Hij had sporen en
■^«Pingspunten genoeg, maar zij leid-
1, 20
IkïPJjj't geval gedragen hebben, vroeg
ohu zich af, terwijl hij zich ln den
i -..i nergens toe.
I?™ échte detective zich in een
restauratiewagen een knappend broodje
smeerde en er dik marmelade op deed.
Maar ook daar kon hij geen antwoord op
geven. De boekendetectives. die hij kende,
waren allen zoo onmenschelijk knap. Zij
konden alles, wisten alles en wanneer ze
op een dood punt aangekomen waren,
voerde de schrijver altijd het reddende
toeval ten tooneele, dat den speurder een
sigaretteneindje of een haarlokje in de
handen speelde, waardoor hij weer voort
kon. Maar Timotheus wist niet eens wat
hij eigenlijk zoeken moest. Roei het heele
nest uit, had Van der Eem gezegd. En: mi
nisterGenève. Maar Genève was een
groote stad. dubbel druk door de Volken
bondsvergadering, en daar naar een ge
heime organisatie te zoeken of er een ont
voerden minister op te sporen, dat stond
eigenlijk gelijk met het zoeken naar een
speld in een hooiberg. Timotheus voelde
zich werkelijk een beetje ontmoedigd. Hij
stak zijn laatste stukje geroosterd brood
in den mond, schonk zich nog een kop
thee in en keek den restauratiewagen
rond Op dit vroege uur waren er nog wei
nig menschen. Een in het zwart gekleede
dame met een klein meisje zat ln den an
deren hoek zwijgend te ontbijten. Een jon
ge weduwe, meende Timotheus meewarig
en glimlachte tegen het meisje, dat zijn
kant uitkeek. Het kind glimlachte verle
gen terug en wendde toen haastig het
hoofd af. Verder zat er nog een oude,
gezette heer die niet van zijn bord opkeek
en haastig kauwde, als was hij bang, dat
iemand hem zijn brood afhandig zou ma
ken. Het recht omhoog stekende mes in
zijn hand moest zeker een waarschuwing
voor de adspirant-dleven zijn, dat hij vast
besloten was zijn bezit tot den laatsten
snik te verdedigen. Dan zat achter Timo
theus' rug nog iemand, die zich alleen
maar kenbaar maakte door de geluiden
van een zacht tegen het bord klikkend
mes en een lepeltje, dat bij tijd en wijle
in zijn kopje roerde Timotheus moest een
aanvechting om zich om te draaien, ten
einde den man te kunnen zien. bedwingen.
Hij voelde diens oogen op zijn rug gericht
en dat irriteerde hem. Doch juist daarom
wilde hij er niets van laten merken en
bleef koppig voor zich uitzien. Op dat
oogenblik verlieten de dame en het meisje
den restauratiewagen en Timotheus haast
te zich een sigaret aan te steken. Zijn
oog werd getrokken door iemand in de
andere afdeeling van den wagen, die door
een glazen wand van de zijne gescheiden
was, en die op hetzelfde moment eveneens
het vlammetje van een aansteker naar een
sigaret bracht. Timotheus zag met verwon
dering hoezeer de man op hem leek. Hij
schudde ongeloovig het hoofd over zulk
een gelijkenis en de man achter de glazen
wand deed hetzelfde. Eerst toen bemerkte
Timotheus, dat er geen dubbelganger was,
doch hij zijn eigen beeld in een spiegel
gade sloeg. Timotheus grinnikte schaap
achtig. bijna zou hij opgestaan zijn om
naar den man toe te gaan! Maar op dat
oogenblik voelde hij opnieuw de blikken
van zijn achterbuurman in zijn rug en,
terwijl hij deed alsof hij zorgvuldig de
asch van zijn sigaret in het aschbakje
tipte, wierp Timotheus een snellen blik in
den spiegel. De man achter hem at nu niet
meer, doch sloeg hem met onverholen be
langstelling gade. Hij was in een opzichtig
costuum van een onbestemde, blauw
groene kleur gekleed, een bruine das met
rose stipjes prijkte op een zeegroen over
hemd. Boven den zeer puntigen boord keek
een gerimpeld gezicht met aan de slapen
grijzend haai' naar Timotheus' rug. De
oogen stonden iets te dicht op elkaar en
hadden een stekenden glans, die Timo
theus zich niet op zijn gemak deed voe
len. De dunne lippen van den man waren
geopend en lieten een rij van onregelma
tige, gele taden zien. Een gemeen gezicht,
vond Timotheus, terwijl hij haastig zijn
oogen van het spiegelbeeld afwendde en
weer naar buiten keek. Een man, die men
tot alles in staat zou achten. Hij drukte
zijn sigaret uit. veegde wat denkbeeldige
kruimpjes van zijn vest en stond op om
naar zijn coupé terug te gaan. Op het
oogenblik, dat hij aan het tafeltje van den
man voorbij kwam, reed de trein over een
wissel en door den schok verloor Timo
theus zijn evenwicht. Hij wankelde en zou
gevallen zijn, als de man hem niet haastig
gegrepen had.
„Neem me niet kwalijk", zei Timotheus
onwillig. Hij vond het niet prettig juist
door dezen man geholpen te moeten wor
den.
„Oh, niet in het minst," grinnikte de
man met de gele tanden. „Het was me
een genoegen U van dienst te kunnen
zijn. Wat een hondenweer, niet!"
„Iderdaad", zei Timotheus koeltjes,
„dank U zeer."
En hij verwijderde zich met een mis
lukte poging tot waardigheid, daar een
volgende schok hem opnieuw van de been
dreigde te werpen.
Hij was dankbaar, toen hij weer in zijn
hoekje zat. Wat een gezicht! Een echt,
onguur misdadigerstype. Maar waarom
zou de man zooveel belangstelling voor
hem aan den dag gelegd hebben? Het
zou toch geen zakkenroller geweest zijn,
die dezen internationalen trein ais opera
tieterrein had uitgekozen, schoot een
verschrikte gedachte door Timotheus'
brein. Haastig voelde hij naar zijn binnen
zak of zijn portefeuille met het geld en
de papieren nog steeds in zijn bezit was.
Gelukkig, alles was er nog. Met een
ongeduldige beweging van zijn schouders
zette Timotheus de gedachte aan den op
zichtig gekleeden man van zich af. Waar
schijnlijk zou hij hem nooit weer ontmoe
ten.
De trein reed nu langzamer en enkele
minuten later stoomde hij het station
Arnhem binnen, het laatste groote station
voor Zevenaar met zijn douane- en pas-
sencontroie. Het was thans Gen minuten
voor half negen en op het perron heersch-
te een druk geroezemoes. Kreten van al
len, die wat te verkoopen hadden, schal
den langs den trein.
„Koffie om mee te nemen broodje
ham ochtendblaaaden
Timotheus boog zich uit het raampje en
wenkte ongeduldig een ako. die tergend
langzaam zijn karretje langs de coupé's
reed, hier en daar stilhoudend om in Arn-
hem-Duitsch of in even onbegrijpelijk
Engelsch met een vreemdeling te onder
handelen over den koop van een maga
zine. Tenslotte had de jongen hem be
reikt en overhandigde hem de zoo vurig
begeerde „Nieuwsbode".
(Nadruk verboden).
(Wordt vervolgd).