\Ontspanning voor soldaten -
Tunnelbouw - Zweedsch toeristenschip
laargang
LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad
timotheus Klein
>phet oorlogspad
FEUILLETON
KONING GUSTAAF VAN ZWEDEN woonde te Stockholm een groot
ruiter- en sportfeest bij. Koning Gustaaf en Prinses Sybille van Zweden
met haar dochtertje Prinses Margaretha
OP HET VLIEGVELD SCHIPHOL arriveerden twee Fransche ver
pleegsters uit Sjanghai, die in het Chineesche leger zijn werkzaam ge
weest. Zij zijn via Wladiwostok, Moskou naar Stockholm gereisd en
vandaar per K.L.M. naar Amsterdam.
door
KEES ANDRIESSE.
löf'n J?J5? werd koud en stijf, hij voelde
e"en steen niet meer, die voor kort
wngertoppen opengesohaafd had en
^Mijnende pijn had veroorzaakt. Zijn
niet. snelle, onregelmatige stoo-
S kon hij het niet meer volhouden.
dslatLmcest doen? Den bewustelooze
beiden r,™1 zichzelf te redden? Indien zij
i omlaag vielen, zou het met hem ook
P'n M n ^n' kon geen slag kwem-
«n ^°n bewustelooze aan een wis-
tiM J?" Prijs gevendat deed hij
Boek Timotheus koppig. Maar dan
estte h snel ^ulp komen opdagen!
"dat n 5^echts één kans: hulp roepen,
iar i hi rnenschen zouden komen,
i ka man, die op hem gescho-
-. d, weer teruggekeerd was, of
17;. "eus had geen gelegenheid meer
Kno'ih.Sedachte af te maken. Zijn ver-
|er t *jn8ers konden den richel niet lan-
ydcri en met een plons viel hij om
kijk,? hewusteloozen man nog steeds
"M houdend. Het water sloot zich
hJi hoofd. Het drong zijn mond en
-nh nen en gonsde in zijn ooren
"°pig spartelde Timotheus met zijn
11,11 en beenen en slaagde er in zijn
hoofd weer boven water te krijgen. Hij
spuwde het brakke vocht uit, haalde adem
en zonk opnieuw. Weer verzette hij zich in
oanischen angst tegen zinken, en weer
lukte het hem boven te komen. Vlak voor
zich zag hij de opening in den kademuur,
waarin hij enkele minuten geleden steun
voor zijn voeten had gevonden, doch op
hetzelfde oogenblik ging zijn hoofd weer
onder water, om direct daarop voor de der
de maal boven te komen. Hij tastte in den
blinde met zijn vrije hand naar het gat en
dreigde nogmaals onder te gaan, toen hij
eensklaps houvast voelde. Hij zonk tot het
water zijn mond bereikte, doch toen span
den zijn spieren zich en wist hij zich vast
te grijpen
Met volle teugen ademde hij in. Hoe zoet
was elke ademhaling na het dreigende ver
stikkingsgevaar!
Eerst toen dacht hij aan den man, dien
hij nog steeds vast had. Hij hoefde zich
niet in het minst in te spannen om hem
in zijn greep te houden. Verbaasd merkte
hij, hoeveel lichter hun beider lichaam in
het water leken. Dat was ook zijn redding
geweest, want den vollen last had hij met
zijn pijnlijken arm onmogelijk nog kunnen
houden.
Het onmiddellijke gevaar was thans ge
weken, maar hij bevond zich met den be-
wusteloozen man nog in een allesbehalven
benijdenswaardigen toestand. Het water
was ijzig koud, na de voorbije vorstperiode
was het waarschijnlijk nog geen vollen
graad boven nul. Timotheus sidderde en
klappertandde en zou een lief ding gege
ten hebben om nu bij een warme kachel
!e kunnen zitten of met een paar heete
kruiken onder de wol te kunnen kruipen.
Hij kon niet lang zoo in het water blijven
'onder van koude te verstijven.
Hij keek om zich heen en zijn oog viel
op de trap, die zich een meter verder be
vond. Indien hij er in slaagde, die te be
reiken, dan kon hij in elk geval weer op
straat komen. Hij overwoog zijn kansen.
De muur was oneffen en hij zou zich met
zijn vingertoppen in de smalle spleten tus-
schen de steenen kunnen vastgrijpen.
Vooral nu zijn gewicht in het water zoo
veel minder was, zou dat wel lukken. In
dien hij zoo den korten afstand tot de
trap af kon leggen, zou hij weer vasten
grond onder zijn voeten hebben.
Hij spande zijn spieren en, zich tegelij
kertijd met de voeten tegen den muur af'
zettend, wist hij tot het middel uit het
water te komen. Hij liet zijn hand los en
strekte haar bliksemsnel naar een iets ver
der gelegen spleet uit. Het lukte! Wel deed
iedere beweging hem haast ondraaglijke
pijn, maar hij geraakte dichter bij de red
dende trap. Zoo, bij stukjes en beetjes
vooruitkomend, wist hij, na wat hem uren
toeleek, zijn doel te bereiken.
Terwijl hij den bewustelooze als een zak
waschgoed achter zich aan sleepte, klau
terde hij tegen de trap op, totdat hij weer
op den oever stond een heel andere Ti
motheus, dan daar een half uur geleden
had gestaan. Kletsnat, terwijl het water uit
zijn kleeren en baard droop, stond hij te
bibberen in den kouden wind, die met
krachtige vlagen over de kade veegde. Hier
konden zij niet blijven, allereerst moesten
ze trachten uit den wind en op een beter
beschutte plaats te komen. Tegenover de
trap was een smal. duister gangetje tus-
schen twee houtopslagplaatsen en hijgend
sleepte Timotheus zijn geredden metgezel
daar naar toe. Klappertandend keek hij om
zich heen Hij rook den geur van het ver-
sche hout, dat hij wit door de zwartgeteer-
planken van de schuren heen zag scheme
ren. Maar zag hij daar ook geen licht?
Hij zette zijn bril af en veegde met den
rug van zijn hand het water uit zijn oogen.
Neen, hij' vergiste zich niet, aan het eind
van de gang was een flauwe schemer
schijn waarneembaar. Timotheus slaakte
een zucht van opluchting. Waar licht was,
waren menschen en warmte en hulp. Hij
wankelde door het smalle gangetje, zich
met zijn handen aan de houten wanden
vasthoudend. Bij het vage schijnsel maakte
de gang een bocht en aan het einde daar
van brandde achter een matglazen deur
een heldere lamp.
Timotheus opende de deur en voelde hoe
een golf weldadig aandoende warmte hem
tegemoetkwam. Een roodgloeiend potka
cheltje stond in het kleine kantoortje en
daarnaast, met het hoofd op tafel en blijk
baar in diepen slaap verzonken, zat een
man, die blijkbaar de nachtwaker was.
„Word eens wakker!" riep Timotheus,
Maar de man scheen vast in slaap te zijn
en bewoog zich niet.
Timotheus deed een paar stappen naar
hem toe en strekte zijn hand uit om hem
op zijn schouder te tikken. Doch plotseling
hield hij in. Op de krant, die onder het
hoofd op de tafel lag, was een groote, don
kerbruine vlek. Maar noch drukinkt, noen
vuil hadden haar veroorzaakt. Eenzelfde
vlek, bij zwart af, bevond zich op zijn voor
hoofd. Bloed! De man was dood, door een
slag op het hoofd vermoord!
Timotheus stond doodstil, met zijn arm
nog steeds uitgestrekt, in het kleine hokje
De kachelwarmte omving hem nu met
heete, ziek makende golven; het bleeke
gezicht met de zich scherp daarop aftee-
kenende vlek scheen grooter en grooter te
worden en op hem af te komen Timothe
us sloot zijn oogen en haaide een paar maal
achtereen diep adem. Toen was het gevoel
van misselijkheid bedwongen.
Wat moest hij doen?
Voor de zooveelste maal dien avond stel
de hij zich dezelfde vraag. Hij was hier al
leen. kletsnat en hongerig, met een ver
moorden man; terwijl aan den ingang van
het gangetje tusschen de houtschuren een
bewustelooze drenkeling lag. Indien de po
litie hem zoo eens zou vinden
Maar dat was van later zorg. N u moest
hij handelen. Hij liet het lijk van den
nachtwaker ongemoeid en haastte zich.
naar de gang terug. Gelukkig, de drenkeling
leefde nog. Zijn ademhaling was zwak en
nauwelijks waarneembaar, doch regelma
tig. Timotheus pakte hem op en droeg hem
langzaam naar het hokje van den nacht
waker. Daar had hij voor het eerst gele
genheid om den man beter op te nemen.
In een hoek vond hij een paar oude kran
ten en nadat hij daarmee eerst het gezicht
van den doode bedekt had, wijdde hij zijn
aandacht aan den bewustelooze. De man
leek hem nog tamelijk jong te zijn, acht
en twintig, dertig op zijn hoogst. Het don
kere haar lag kletsnat over het hooge, ge
bruinde voorhoofd: de breede borst ging
baast onmerkbaar op en neer. Hij was een
voudig, doch smaakvol gekleed, hetgeen
Timotheus, ondanks den invloed van het
water, met één oogopslag constateerde. Hij
droeg geen sieraden, alleen aan zijn linker
ringvinger had hij een smallen gouden
ring met een eigenaardig gevormden,
groenen steen. Timotheus gunde zich ech
ter geen tijd om den jongen man verder
op te nemen, daar deze een diepen zucht
slaakte en zijn oogen ojisloeg Hij lag een
oogenblik doodstil, terwijl hij Timotheus
verbaasd aankeek. Daarop vertrok zijn ge
zicht als in ondragelijke pijn en een zacht
kreunen ontsnapte zijn lippen Hij maakte
een aarzelende beweging met zijn hand naar
zijn linkerzijde, doch voltooide haar niet.
Opnieuw waren zijn oogen dicht gevallen
en had hij het bewustzijn verloren.
(Nadruk verboden).
(Wordt vervolgd).
bezoek VAN BUITENLANDSCHE TOERISTENSCHEPEN AAN ONS LAND.
Te IJmuiden meerde het Zweedsche motorschip ,,Kungsholm" met toeristen
aan boord voor een kort verblijf.
IN GOUDA GAAT MEN DE SPOORBAAN-OVERWEGEN AFSCHAFFEN. Na
bij het station wordt een tunnel gebouwd, welke 115 m. lang wordt en drie rijba
nen krijgt. De hinderlijke overweg links zal dan kunnen verdwijnen.
de leden VAN DEN TRAN SPORT-DIENST een afdeeling van
[den Vrouwelijke Vrijwilligers dienst, hielden een oefening in eerste
hulpverleening te Beauly. Twee dames verzorgen een gewonde.
VOORJAAR OP HET LAND. Na een winter in de stallen, is het vee
weer in de weide gebracht en de boer moet thans in den vroegen morgen,
omstreeks 4 uur, de weide in om d** koeien te gaan melken.
„ZOO LICHT ALS EEN VEERTJE" zegt
Max Bear, van Leo Rodak, die in Chicago
traint voor een gevecht om den wereldtitel
vedergewicht tegen Joe Archibald.
I ONTSPANNINGSAVOND VOOR MILITAIREN TE AMSTERDAM.
I - In het paviljoen Vondelpark werd een cabaretavond gegeven,
[waar o.a. Pauline Hervé optrad, die het contact met haar toehoorders
wel gevonden schijnt te hebben.