Goede oplossingen
Goede oplossingen
Oplossingen
Oplossingen
ONZE PRIJSRAADSELS
De dorre akker
vcm de Prijsraadsels voor de
grooteren ontvangen van:
TOOS de Vos; Rie de Vos; Gerard Knij-
nenburg; Geertrui de Groot; Emma de
Groot- Henk Stouten I; Sjaantje Stouten;
Flip Stouten; Nellie Meinema; Ella Mei-
nema; Willie van der Laken; Leny Neyen-
huys: Annie Schneider; Riekje Leemans;
Wim Nieboer; G. van Dijk; Tiny Dee; Ma
rietje de Mooy; Rika de Graaf; Jan Hugen-
holtz; Wim Rienstra; Paul Rienstra; Annie
Olivier; Dorrie Bleuzé; Dikkie Smit; Adri
van Leeuwen; Mien Verstraaten; Else van
Moll; Ida de Graaf: Rietje Brandt; Jan
Bronsgeest: Jannie van Kampenhout; Ans
Nieuwenhuys; Jannie van Groeningen;
Willy van Rijn; Jaap Krult; Corrie van der
Ruit: Johan Spijker; KI. v d. Vis; Jopie
Glasbergen; Jo Kooien; Hendrik Hannoo;
Nelly de Neef; Jannie de Neef; Gerrie
Sweris; Wim de Wolf; Jannie van Biezen;
Emile van Tuyn; Marie van Akker; Margje
Dijksma; Prijna Slootweg; Dickie Oskam;
Annie Schipper; Jopie Poptie; Neeltje van
der Plas; Henk van Egmond; Bep Drama;
Henny van Vliet. Greetje Herreur; Lydla
Botermans; Coba Verlind; Jannie Werk;
Suze Heemskerk; Trieneke van Manen;
Mlarietie Hoppenbrouwer; Willy Visser;Gre
Cammenga: Annie Lek; Llesje van Driel
Jopie van Gorsel: Marietje van Vliet; Coby
Hartevelt: Jannie Haxtevelt; Marietje La-
man- Matje van Leeuwen: Rie Smlttenaar:
Marianne Hoogstraten; Herman Hoog
straten.
van de Prijsraadsels voor de
kleineren ontvangen van:
Lena Prevo; Wout van Heel; Jan van
Beek; Joke de Vos; Joop Schouten; Loes
van Veggel; Marietje Lagerwij; Sofletje
Lagerwij: Aukje van der Walle; Suze van
Polanen- Nelly Stouten; Henk Stouten II;
Bep van der Heyden; Rite Mizée; Pleter
Martijn; Jack de Geus; Suze de Geus; An
nie Duyverman. Corrie van Weizen; Willy
Wig^ers- 'sjaantje Haarland; Alie Wilter-
dink: Jannu Struik; Truusje Sluymer; A.
van Dijk; Nellie Stafleu; Leny de Graaf:
Bep Oostveen; Elsje Boterenbrood; Ineke
Boterenbrood; Hannie Boterenbrood; Atze
van der Kooi: Bea van der Kooi; Kora
Key; Eugène de Geus; Hester Slootweg;
Karei van der Wik; Annie Lyesen: Rietje
Pielanen; Koos Stikkelorum; Aiida Stikke-
lorum; Plonie van Leeuwen; Ludolf Bak
huizen van den Brink; To Wijnbeek; Annie
van der Vos: Ria Holleman: Rie Develing;
Jo van Rijn; Niek Bakker; Marti Bakker;
Tootje Scheer; Jan Spijker; Abram Fakkel;
Willy Broers; Hannie de Wekker; Suusje
de Wekker; Gusbertus den Hertog; Agatha
Glasbergen; Jan Bouw: Elsje de Bruyn;
Diny Nieuwendijk: Greetje Lips; Jannie
Kooien; Jacqueline Sloos; Tineke Marree;
Jetje de Neef; Frans Pison; Bep Bouter;
Mientje de Water; Joke van Akker; Egbert
van Akker; Ansje Eichhorn; Adri Schipper;
Leny Moraal; Jan Crama; Pim van Weizen;
Truusje van Weizen; Dick de Man; Anny
Bekooy; Elsje Verlind; Marietje Lieshout;
Sam Heemskerk; Jopie Susan; Marietje
Zaalberg; Hans Chaudron: Henk Hoppen-
brouwer; Jannie Lek: Wim Lek: Ton Tege
laar; Ankie van Driel; Henny van Driel;
Hanny IJkema; Nettie Biermasz; Trientje
Olivier; Lies Olivier; Bernard van Vliet;
Jilles de Vos; Annie van Winkel; Toni
Neuteboom: Afke Neuteboom: Paulus La-
man; Willem Laman; Joke Zilverentant;
Ria Smits; Piet Bruné; Greti Kips; Wim
Monhemius.
van de Prijsraadsels der grooteren.
1. De plaats is Apeldoorn. De 18 woorden
zijn:
1. anker, kermis; 2. palet, letter; 3 enkel,
kelder: 4 lasso, soda; 5. distel, telkens; 6.
olie. liegen; 7. oester, terrein; 8 rogge,
gespan; 9. neger Gerda.
2. Vmstel: aster. muil. stoom, toren. Edam,
lever. Zonder de beginletters: ster, uil,
toom oren. dam. ever.
3. Grindelwald; galei, regen, Ierland,
nagel, dreigen, engel, lawine, wereld, algen,
ieder, diender.
van de Prijsraadsels der kleineren.
1. Bollenvelden; baard, onder, lepel, laken,
emmer, negen, velen, étage, lenen, duwen,
extra, naald.
2. Ekster; eend; vink; sijalje)lijster;
mees
3. Luisteraar; lui. ster. aar.
De vier prijzen, onder alle getrouwen
verloot, zijn toegekend aan:
JACK DE GEUS. 10 JAAR.
ADRI SCHIPPER. 7 JAAR.
ANNY BEKOOY. 10 JAAR.
LYDIA BOTERMANS. 11 JAAR.
De twee prijzen, onder alle grooteren
verloot, zijn toegekend aan:
RIETJE BRANDT, 12 JAAR.
JOPIE GLASBERGEN. 12 JAAR.
De twee prijzen, onder alle kleineren
verloot, zijn toegekend aan:
NIEK BAKKER, 8 JAAR.
WIM LEK. 10 JAAR.
De prijzen kunnen aan ons Bureau
worden afgehaald a,s. Woensdag tus-
schen 12 uur en halfeen of tusschen
4 en 5 uur. Red. L.D.
Van een mopperigen boer en een
vroolijken mijnwerker.
In een bergachtige streek woonden een
boer en een mijnwerker vlak naast elkaar.
De boer was een harde werker; reeds voor
dag en dauw stond hij op om te mesten en
te ploegen, te zaaien, te wieden en te
oogsten.
Nue zijn land mocht dan ook gezien wor
den! Het was uren in den omtrek het best
onderhouden stuk grond. En ook ln huis
en hof was het altijd keurig netjes, daar
zorgde de boerin wel voor! In den herfst
waren de schuren dan ook vaak te klein
om den rijken overvloed, die het land had
opgeleverd, te bergen.
Alleen een enkel, klein stukje land gaf
den boer lederen dag groote ergernis en
hij kon niet nalaten daar voortdurend over
te zeuren en te klagen.
Dat stukje was dor en bleef dor. Het
slikt alle mest, die ik erop doe, onmiddellijk
op, alsof het uitgehongerd is," zei de boer.
„maar het helpt niets, letterlijk niets! Het
blijft altijd maar even dor en droog, geen
grassprietje wil er op groeien."
Eens op een mooien zomeravond, toen
hij met zijn zoontje op de bank voor het
huis zat en weer zoo klaagde over het dorre
stuk grond, zei de kleine Frans; „Maar
vader, ik begrijp niet, waar u zoo ontevre
den bent! We hebben toch iederen dag
volop te eten en kunnen zooveel kleeren en
speelgoed koopen als we willen. Als buur
man Hans nou nog mopperde! Maar die is
altijd vroolijk en Annetje ook."
„Hm", zei de boer. Hij keek op zijn neus
en antwoordde niet. Maar zijn oogen volg
den den blik van zijn zoontje. Ja, daar
kwam juist hun buurman, de mijnwerker,
van zijn arbeid onder den grond terug. Hij
liep met sleependen tred: je kon wel aan
hem zien, dat hij moe was! In de hand
hield hij nog zijn mijnlamp; zijn gezicht
en handen waren pikzwart van het kolen
gruis, maar toen hij zijn dochtertje zag,
dat hem vroolijk tegemoet liep, kwam er
een glimlach op zijn gezicht.
Annetje had twee blonde vlechtjes, een
zacht, lief geeachtje en mooie, blauwe
oogen.
„Ha, wat heerlijk, dat u er bent!" riep
ze tegen haar vader en ze drukte haar
hoofdje llefkoozend tegen zijn arm.
„Pas op, kindje," zei de mijnwerker. Je
kon zien, dat hij graag de roze wangen van
zijn dochtertje gestreeld of haar een kus
gegeven had. Maar hij wilde het kind niet
vuil maken. Samen liepen ze verder en toen
de mijnwerker den boer zag, riep hij vroo
lijk; „Goeien avond, buurman. Die dag zit
er weer op, gelukkig!"
De boer groette terug en keek die t
peinzend na.
Je hebt gelijk," zei hij tegen
zoontje, „zoo arm als ze zijn, zijn ze t
altijd tevreden hiernaast!"
Drie maanden later zat de boer weer
een avond met z'n zoontje buiten. De i
den waren geel van het graan, de lu
vol bloemengeuren.
Jas op, kindje!" zei de mijnwerker.
„Prachtig staat het gewas, vader,"
Frans.
„Hm," bromde de boer. En Frans v
dat hij wéér dacht aan dat eene, do
stukje.
Naast hen in het kleine tuintje van
mijnwerker speelde Annetje met haar p
pen. Zoo nu en dan stond ze op en k
verlangend den weg af.
„Vader is erg laat vandaag," prai
Annetje tegen haar moeder. Toen kwaï
opeens twee mannen met zware stap;
voorbij. Ze gingen het kleine huisje t
nen en kort daarop klonk er een li
gil. Annetje sprong op en liep n
binnen.
„Wat zou er zijn, vader?" vroeg Frai
De beide mannen waren ongeluksboi
Ze vertelden, dat Hans, de mijnwerker,
het aanboren van een nieuwen gang
groot blok steenkool, dat plotseling
losgeraakt, op de borst had gekregen
zwaar gewond was.
Dienzelfden avond nog gingen Ann
en haar moeder naar de stad, waar
mijnwerker in het ziekenhuis lag
De boer deed wat hij kon voor zijnb»
man: groote manden met fruit wet
voortdurend naar het ziekenhuis gezon
en menige zij spek en mand eieren
in het kleine huisje gebracht. En het
heel opmerkelijk, dat de boer nooit n
bromde en klaagde. Hij deed zijn werk
altijd, maar naar het dorre land keek
niet meer om.
Maandenlang zweefde Hans, de mljm
ker, tusschen leven en dood. En toer
het vroege voorjaar gebeurde er iets
wonderlijks: de dorre akker, dat eileni
stukje grond, waaraan de boer zich
bont en blauw geërgerd had, stond op<
vol frisch, groen gras.
Een wonder? Het leek er veel op Enl
was de verklaring heel eenvoudig:
het neerstorten van het reusachtige t
waarvan een stuk Hans bijna het leven
gekost, was er ruimte onder den grond
komen en het grondwater borrelde oml
en bevochtigde den akker.
Toen de boer het hoorde uitleggen
een mijnbouwkundige stond hij langen
te peinzen. Toen zei hij„Als Hans de ra
werker dood gaat. zal ik nooit een kom
zaad in dien akker strooien!"
Alleen zijn zoontje Frans begreep
beetje, wat er in hem omging.
Maar gelukkigHans ging niet dood. I
langzaam werd hij beter. En toen de
wist, dat de mijnwerker weer spoedig t
zou komen, ging hij op een morgen i
den ongeiuksakker, ploegde hem om
zaaide er tarwe in.
De akker werd het mooiste stukje gr
in den wijden omtrek. En Hans, do m
werker, kreeg het van den boer cadeav
„Het is eerlijk Jouw eigendom," zei
„want het had je bijna je leven gek
En daarmee was het gesprek uit AI
tegen zijn zoontje Frans zei de boer op
keer: „Zonder hem was ik nu nog
ellendige, oude brompot. Hij heeft dat
dubbel en dwars verdiend I"