BUITENLAND De Belgische regeering voorloopig veilig Duitsch memorandum aan Polen LEIDSCH DAGBLAD - Vierde Blad Zaterdag 29 April 1931 De strijd in het Verre Oosten Voortzetting der diplomatieke besprekingen Duitsch memorandum aan Engeland De socialisten in oppositie Het verdrag opgezegd, doch mogelijkheid tot een nieuw verdrag SPREEKCEL GAFENCU TE PARIJS. Gafencu heeft gisteren te Parijs de am bassadeurs van Polen, Turkije en de Ver, Staten ontvangen en de gezanten van Zuid-Slavlë en Griekenland Tegenover den diplomatieken redacteur van Havas verklaarde Gafencu: „mijn reis is van informatieven aard en dient niet tot onderhandelen. Ik ben in staat geweest tot ln bijzonderheden een uiteenzetting te geven aan de Fransche politieke leiders van de indrukken, die ik heb opgedaan tijdens mijn reis door de verschillende Europeesche hoofdsteden en ik moet zeg gen. dat ik overal een groot begrip heb gevonden voor de positie van Roemenië". Na er aan herinnerd te hebben, dat zijn besprekingen nog niet geëindigd zijn, voeg de de Roemeensche minister er aan toe ..de Fransche-Roemeensche betrekkingen hadden geen lange bestudeering noodig, aangezien zij hartelijker en vertrouwelijker zijn dan ooit en alles reeds geregeld is tusschen onze beide bevriende landen. Ik voer echter besprekingen met den minister van handel, Gentin. over de middelen om de economische betrekkingen tusschen onze belde landen nauwer aan te halen, ten ein de de banden, die Frankrijk en Roemenië binden, doeltreffender te maken". Gafencu besloot met er op te wijzen, hoezeer hij getroffen was door de atmos feer, die hij In Parijs had aangetroffen, want, zoo zeide hij, „een sterk Frankrijk is een hechte waarborg voor den vrede". WAARSCHUWING VAN SIR JOHN SIMON. Sir John Simon heeft in een vergadering ln de Albert Hall een toespraak gehouden, waarin hij volgens Reuter, Dultschland waarschuwde voor de wijziging in de Brit- sche politiek. Simon gaf een overzicht van de wijze, waarop Chamberlain heeft ge werkt om een overeenkomst in Europa te bevorderen en bewezen heeft, dat indien overeenkomsten faalden, de fout niet zou liggen bij Groot Brittannië. Thans heeft Groot Brittannië nieuwe verplichtingen '..•aangegaan tegenover Polen, Griekenland en Roemenië. Het Duitsche volk zou er volgens Simon wel aan doen zich af te vra gen wat de verklaring is voor de zoo ver rassende wijziging ln de Brltsche politiek, daar Chamberlain nog steeds de man van vrede is en het Britsche karakter niet ver anderd is. „Datgene wat de Britsche politiek heeft gewijzigd en haar met algemeene goedkeu ring heeft veranderd, is het optreden van Duitschland. Het is niet langer waar, dat de Duitsche politiek beperkt is tot het bin nen het Duitsche Rijk brengen van Duit- schers. De jongste acties gaan verder dan dat en indien deze acties een poging voor spellen tot overheersching van ae reet van Europa is dat een poging, waartegen Groot Brittannië zich moet verzetten." POTEMKIN TE ANKARA. Gisteren is Potemkin, de Russische vioe- commlssaris voor buitenl. zaken aangeko men op het in de Turksche en Russische kleuren versierde station van Ankara. HIJ werd begroet door den minister van buitenlandsche zaken. Saragogloe. den am bassadeur der sovjet-unie en vele andere hooge autoriteiten. HONGAARSCHE MINISTERS NAAR BERLIJN. Gisteren zijn de Hongaarsche ministers Teleki en Csaky per specialen trein naar Berlijn vertrokken tot het brengen van een officieel bezoek. Zij zullen tot drie Mei afwezig blijven. De leden der legaties van Duitschland. Italië en Joego-Slavië waren voltallig bij bet vertrek aanwezig. LEITH ROSS NAAR ATHENE. De leider van de Britsche handelsmissie, die zich thans te Boekarest bevindt, Lelth Ross, zal, zoodra zijn taak te Boekarest ten einde is, naar Athene gaan, om be sprekingen te voeren met de Grleksche re geering. BELGIË. De bijzondere volmachten voor de regeering. Met 84 tegen 71 stemmen en 6 stemmen blanco heeft de Senaat het wetsontwerp op de bijzondere volmachten voor de regee ring, dat reeds door de Kamer was aan genomen, goedgekeurd. DE OPZEGGING VAN HET VLOOTVERDRAG. De Duitsche gezant te Londen heeft de Britsche regeering een memorandum over handigd. waarin o.m. gezegd wordt: Toen de Duitsche regeering in 1935 aan de Britsche regeering het aanbod heeft ge daan, door een verdrag de sterkte der Duit sche vloot in een bepaalde verhouding te brengen tot de sterkte der zeestrijdkrach ten van het Britsche rijk, heeft zij dat ge daan op grond van de vaste overtuiging, dat een gewapend conflict tusschen Duitsch land en Groot-Brittannië voor altijd uit gesloten is. De Duitsche regeering heeft steeds vast gehouden aan dien wensch en is er ook nog heden van vervuld. Zij is zich bewust, in haar politiek dienovereenkomstig te heb ben gehandeld en in geen geval te hebben ingegrepen in de Engelsche belangensfeer, of deze belangen op een of andere wijze te hebben benadeeld. Daarentegen moet zij tot haar leedwezen vaststellen, dat de Britsche politiek zich onlangs steeds verder heeft verwijderd van de lijn van een overeenkomende politiek tegenover Duitschland. Met de nieuwe politiek van omsingeling heeft de Britsche regeering eenzijdig aan de vlootovereenkomst van 18 Juni 1935 den grondslag ontnomen en daardoor dit ver drag zoomede de tot aanvulling daarvan overeengekomen „verklaring" van 17 Juli 1937 buiten werking gesteld. Hetzelfde geldt ook voor deel 3 van het DuitschEngelsche vlootverdrag van 17 Juli 1937, waarin de verplichting is vastge legd voor een tweezijdige Duitsch-Engel- sche uitwisseling van mededeellngen. Door deze aan de Duitsche regeering tegen haar wil opgedwongen constatee ringen bleven de kwalitatieve bepalin gen van het jaar 1937 onberoerd. De Duitsche regeering zal deze bepa lingen ook in de toekomst in acht ne men en aldus haar deel er toe bijdra gen, dat een algemeene onbeperkte wedloop in de maritieme wapeningen der naties wordt vermeden. Daarenboven zal de Duitsche regeering, ingeval de Britsche regeering er prijs op stelt, met Duitschland opnieuw in onder handeling te treden over de hiervoor in aanmerking kamende problemen, daartoe gaarne bereid zijn. Zij zal het toejuichen, indien het dan mogelijk zou blijken, op zekeren grondslag te komen tot een klare en ondubbelzinnige overeenkomst. iVan onzen Brusselschen correspondent) België heeft een regeering. d. w, z. nu de Kamer met een meerderheid van 104 tegen 24 stemmen de wet op de speciale volmach ten die aan de regeeringsverklaring gekop peld is, heeft goedgekeurd en ook de Se naatscommissie zich met 12 tegen 3 stem men hiervoor heeft uitgesproken, mag men wel aannemen, dat het land eindelijk uit de maandenlange crisis bevrijd is. We zullen ons maar niet verdiepen in de zeer theore tische meerderheid van de Katholiek-libe rale regeerlng-Pierlot. De veronderstelling van een socialistisch Kamerlid dat de spe ciale volmachten meer noodig zijn om de heterogene meerderheid samen te binden dan dat zij tegen de oppositie gericht is, is misschien niet ver van de waarheid. We hebben al een voorproefje gehad bij de ver kiezing van de presidenten voor Kamer en Senaat. De traditie wil dat deze uit de re- geeringspartijen gekozen worden. De libera len voelden echter niets voor den Katholie ken Vlaming, den heer van Cauwelaert en de Katholieken wilden toen uit weerwraak den liberaal Gillon niet tot Senaatsvoorzitter verkiezen Indien de heer Pierlot zich de vorige week voor de Kamer gepresenteerd had. ware zijn kabinet waarschijnlijk ge sneuveld. Nu heeft hij de gemoederen eenige dagen gelegenheid gegeven zich wat te kal- meeren en is alles nog ten beste gekeerd. En zoo zit thans de heer van Cauwelaert, ex- burgemeester van Antwerpen, van welks burgemeesterszetel hij eens door den heer Camille Huysmans werd verdreven, op de plaats van den vroegeren Kamerpresident Huysmans en diens lange, magere gestalte schuifelt nog wat onwennig heen en weer in één der socialistische banken. Hij wisselt nu en dan een woord met zijn buurman, den heer Spaak, die met een zekere melancholie Chineezcn melden nieuwe successen. Volgens de Chineesche oorlogs-communi- qué's zijn de Japansche troepen uit de stad Kauan. aan den grooten weg ten Westen van Nan Tsjang, verdreven. De Ohineezen hebben de stad geheel be zet. Aan het front in Zuid-China moet de Chineesche voorhoede in het gezicht van Kanton zijn. naar zijn vroegere ministersplaats aan de overzijde kan staren. Wij hebben den ex-premier tijdens de de batten over de regeeringsverklaring niet ge hoord. Als leider van zijn groep schijnt de heer Spaak na zijn echec voor het Congres dat hij niet tot deelneming aan de regeering kon bewegen, voorloopig op non-actief ge steld. Slechts meende hij te moeten protes teeren toen de huidige woordvoerder der socialistische Kamerleden, de Waal Buset, de zelfstandlgheldspolitiek der regeering aan viel en nauwere aansluiting bij Frankrijk en Engeland aanbeval. Hierover is men het ln de socialistische partij al evenmin eens als in de andere partijen, aldus de laconieke op merking van den ex-premier, toen men ln de Kamer een spottende opmerking maakte over de verdeeldheid ln de partij. Overigens heeft de socialistische oppositie bij de behandeling van de regeeringsverkla ring idle zijzelve mede opgesteld had) en van de speciale volmachten, een zeer kalme houding aangenomen. Dat zij de vérgaande, speciale volmachten die de regeering voor het financieel, het economisch herstel, de landsverdediging, enz. tot 1 Dec. vraagt, niet goedkeurde, is niet verwonderlijk. Het is niet gebruikelijk dat men een regeering. waarin men zelf geen zitting heeft, vol machten verleent, maar teekenend is het wel, dat bij de behandeling van dit ont werp in de vergadering van de Senaatscom missie. de vijf aanwezige socialisten zich op één na van stemming onthielden, terwijl drie anderen afwezig waren. Hoopt men toch binnenkort weer door de regeerings- deur binnen te glippen? Er komt nog een andere hulp voor de Ka- tholieke-llberale meerderheid opdagen, en wel ln de persoon van den heer Degrelle. wiens „maidenspeech" als parlementslid nogal wat hilariteit opwekte. Hij stond daar als moreel rechter tegenover het door hem verfoeide Parlement. Het is echter een eenlgszins pijnlijke bijzonderheid dat, naar de bladen meldden, op zijn eerste vergoe ding als Parlementslid reeds beslag is gelegd vanwege een medewerker der Rex-pers. Wil de heer Degrelle weer goede vrienden wor den met zijn Katholieke broeders? Ondanks zijn moreele veroordeeling van het Katho lieke Blok stelde hij hen toch zijn deerlijk geslonken groep ter beschikking, telkens wanneer hij daardoor kan verhinderen dat de „bipatlte" weer tot „trlpatite" uitgroeit. Want de socialisten zijn voor den heer De grelle vijand No. 1; deze slingerden hem ook eenige zeer weinig parlementaire uitdruk kingen naar het hoofd om goed te doen uitkomen dat de vijandschap wederzijds is. Behalve nog andere hier gebruikelijke inci- ENGELAND. De Ieren en de dienstplicht In welingelichte Iersche kringen staat men op het standpunt, dat burgers van I Eire, die in Groot-Brittannië en Noord-Ier- land wonen, niet aan den dienstplicht on derworpen zijn. Aan Britsche zijde verdedigt men daar entegen de opvatting, dat de aanvaarding van de wet cp het staatsburgerschap van Eire iemand niet de Britsche nationaliteit doet verliezen. Indien zoo ie.nand, aldus zegt men, in Groot-Brittannië woont en aanspraak maakt op de rechten en privile giën, is hij ook aan den dienstplicht on derworpen. Aan de Poolsche regeering is door Berlijn een memorandum overhandigd, waarin o.m. wordt verklaard: De Duitsche regeering heeft door de van Poolsche en Britsche zijde openbaar ge maakte verklaringen kennis gekregen van het tot nu toe verkregen resultaat en de be doeling van de onlangs tusschen Polen en Groot-Brittannië gevoerde onderhandelin gen. Op grond daarvan hebben de Poolsche en Britsche regeering een voorloopige, binnen kort door een permanente overeenkomst te vervangen, regeling getroffen, welke Polen en Groot-Brittannië den wederzijdschen bijstand moet waarborgen voor het geval, dat de onafhankelijkheid van een der beide staten direct of indirect wordt bedreigd. De Duitsche regeering ziet zich gedwon gen. hierop aan de Poolsche regeering mede te deelen, dat de „Führer" en de overleden maarschalk Pilsudski ln 1933 besloten had den met de politieke methode van het ver leden te breken en voor de behandeling van alle, de betrekkingen der beide landen betreffende kwesties den weg te openen van een d recte vriendschappelijke overeen stemming van staat tegenover staat Door het onvoorwaardelijk afzien van ieder ge bruik van geweld tegenover elkander zou een garantie voor den vrede worden ge schapen. De grondslagen, welke in de Duitsch- Poolsche vredesverklaring van 1934 bij ver drag in een bindenden vorm zijn vastgelegd zijn er toe bestemd geweest en hebben inderdaad ook tot gevolg gehad een volledge nieuwe fase in te leiden in de ont wikkeling der Duitsch-Poolsche betrekkin gen, hetgeen ook de politieke geschiedenis der laatste viif jaren heeft bewezen. DE POOLSCH-BRITSCHE OVEREENKOMST. De thans door de Poolsche regeering met de Britsche Tegeering gesloten overeenkomst is hiermede zoo blijkbaar ln strijd, dat de Duitsche regeering door een zoo plotselinge en radicale zwenking van de Poolsche poli tiek slechts met verbazing en bevreemding kermis heeft kunnen nemen. De nieuwe Poolsch-Britsche overeenkomst is. hoe haar definitieve formuleering ook moge zijn. door beide partners gedacht als een regel recht pact van bondgenootschap en wel als een pact van bondgenootschap, dat zich vo'cens zijn a'gem'en bekende vooree-ch'e- denls en co grond van den gehee'en 0"- stand der politieke ve:houdngen. utslui tend tegen Duitschland richt Dat is een directe en flagrante schending van het in de verklaring van 1934 overeen- 1 gekomen afzien van iedere aanwending van geweld. De tegenstelling tusschen de Duitsch- Poolsche verklaring en de Poolsch-Britsche overeenkomst reikt echter in haar draag wijdte nog verder dat dit punt. De verklaring van 1934 zou het funda ment zijn geweest, om onder de bescher ming der overeengekomen vredesgarantie, alle tusschen de beide landen opduikende vragen vrii van internationale verplichtin gen en combinaties bij directe, niet van buiten af beïnvloede besprekingen tusschen Berlijn en Warschau te regelen. Een dergelijk fundament heeft natuur lijk het volledige wederzijdsche vertrouwen der beide partners, zoomede ook de loyali teit der politieke bedoelingen van eiken partner tegenover den ander als voor waarde. Daarentegen heeft de Poolsche regee ring door het thans door haar genomen besluit tot een tegen Duitschland ge richt bondgenootschap toe te treden, te verstaan gegeven, dat zij. boven haar door de Duitsche regeering onmiddel lijk verzekerde vredesgarantie, de voor keur geeft aan de belofte tot bijstand van een derde mogendheid. DUITSOHLAND'S VOORSTELLEN INZAKE DANZIG. De Duitsche regeering heeft harerzijds tot een dergelijke wijz.glng der Poolsche poli tiek niet de geringste aanleiding gegeven. Zoo heeft bijvoorbeeld ook de tenuitvoer legging van de door Duitschland in Maart van dit jaar tot pacificatie van Midden- Europa ingeleide actie de Poolsche belan gen naar de meening der Duitsche regee ring op geen enkele wijze benadeeld. De Duitsche regeering heeft aan de Poolsche tegeering den laatsten keer. c.nde Maart, in den meest vriendschappelijken vorm een regeling der hangende kwesties (Danzig) voorgesteld. De Poolsche regeering heeft hierop echter een antwoord gegeven, dat ieder begrip voor het Duitsche standpunt ontbeert. Dat de Poolsche regeer ng zelve haar ant- voord niet als gepast heeft beschouwd /oor de inleiding van een vrienschappelijke overeenstemming heeft zii op even verras- end? als drast sche wiize oewezen door •>geHi'"ertijd met haar an.woo'-'d over te aan tot een omvangrijke particele mobili- .itle van haar leger. Met dezen door niets gerechtvaardigden maatregel heeft zij tegelijk bij voorbaat in. houd en doel der onderhandelingen geken merkt. waarin zii direct daarop is getreden mee de Britsche regeering. De Duitsche re geering heeft het niet voor noodig gehouden op de Poolsohe gedeeltelijke mobilisatie te antwoorden met militaire tegenmaat regelen. Daarentegen kan zt1 niet eenvoudig stil zwijgend voorbijgaan aan andere, door de Poolsche regeering in den laatsten tijd ge nomen maatregelen. Zij ziet zich veeleer tot haar leedwezen genoodzaakt. hRrbij het volgende vast te stellen: 1. De Poolsche regeering heeft de haar door de Duitsche regeering gebodden gele genheid tot een rechtvaardige regeling van de kwestie Danzig, tot een definitieve ver zekering van haar grens tegenover het Duitsche rijk en daarmede voor een duur zame vestiging van een vriendschappelijke verhouding van beide landen, niet aange grepen.'Zii heeft veeleer de Duitsche voor stellen. die dat beoogden, verworpen. 2. Tegelijkertijd heeft de Poolsche regee ring zich tegenover een anderen staat inge laten met politieke verplichtingen, die zoo wel met den zin, als ook met den tekst der Duitsch-Poolsche verklaring van 1934 niet in overeenstemming zijn. De Poolsche re geering heeft daarmede deze verklaring willekeurig en eenzijdig buiten werking gesteld. Ondanks deze noodzakelijk geworden vaststelling, is de Duitsche regearing niet voornemens, haar principieel? hou ding tegenover de kwestie der toekom stige organisatie der Duitsch-Poolsche betrekkingen te veranderen. Mocht de Poolsche regeering er prijs op stellen, dat deze betrekkingen bij een nieuw verdrag worden geregeld, dan is de Duitsche regeering daartoa bereid en stelt zii daarvoor slechts de eenige voorwaarde, dat een dergelijke regeling moet berusten op een duidelijke, beide partijen bindende verplichting. POLEN'S STANDPUNT. Naar aanleiding hiervan werd den bul- tenlandschen journalisten In Warschau het volgende door het Poolsche ministerie van buitenlandsche zaken medegedeeld: 1 Het In het jaar 1934 gesloten Duitsch- Poolsche niet-aanvalsverdi ag ging van i Pilsudski uit en niet van Hitier. 2. Polen heeft altijd het pact als de 1 grondslag voor de internationale orde in Eutopa beschouwd. 3. Van Duitsche zijde werd tot dusver de kwestie Danzig als een provisorische en een van de tweede rang beschouwd, welke de hoofdlijnen van de politiek der beide staten niet storen mocht. De rede van Hitler heeft het vraagstuk nu een nieuw aanzien ge geven. 4. De Polen hebben voos' de vergemak kelijking der communicate met Danz g over Pommcran steeds esn goed begrip ge had. Polen kan niet toeia.en, dat de com municatie opgelost wordt langs exterrito- rialen weg. In Polen weet men nog van de gebeurteniseen uit den jongsten tijd. dat denten hebben de debatten weinig nie opgeleverd. Dat kon ook moeilijk anders dat men zichzelf en elkaar tijdens de >B kiezingen binnenste buiten had gekeerd de korte regeeringsverklaring leende i daartoe ook minder. Op dat gebied hebben er het laatste jaar drie mogen hooren is men hier nu wel wat blasé zijn dan ook oude bekende klanken: onn hankelijkheid van het land door de i dracht aller Belgen, financieel en ecc mlsch herstel, administratieve hervormt wet op de bedrijfsorganisatie, verpllci werkloosheidsverzekering, enz. Wat de reor ganlsatle van het Ministerie van Onderis betreft, waarbij men rekening zal houd met de twee in het land bestaande cult en de eenheid van het land, brengen Katholieke Vlamingen hun mederegeer maar een zeer voorwaardelijk ve wen tegemoet. Neen voor het grover geschut zorgden de heer Pierlot, maar de Minister van nanciën. De heer Gutt kwam de h voorrekenen wat het onderling getwist land gekost heeft: o.a. éen goudverlles 4'/i milliard francs sinds 22 Febr. J.l, ft u reeds vroeger verteld hoe social eenerzijds en katholieken en liberalen t derzijds sinds het vertrek van den heer Zeeland in het najaar van 1937 (dato lukkigerwljze samenviel met de opleving de crisis) leder op hun wijze aan de koo van de beurs trokken. „Bezuinigen" ze de conservatieven: nieuwe belastingen pen de socialisten. Met het gevolg dat nu bezuinigingen en nieuwe belastingen n zijn en.men zijn twisten moet opschg ten. Wanneer het waar is dat leege kis twisten maken, is het toch moeilijk te bi ven doortwisten. wanneer die kisten maal leeg zijn. En nu was het de taak den heer Gutt Kamer en Senaat aan verstand te brengen hoe leeg die wel zijn, daarbij te vertellen dat de bittere pil in r geheel moet geslikt worden: volmacht zoowel op financieel als economisch geb' Aanpassing over de geheele lijn is noodia lijk. De export b.v. die van 25.5 tot 21.2 mi Hard in 1938 is teruggeloopen, zet die di lende tendenz nog voort. De liberalen.1 sinds het einde der Fransche volksfront litiek weer met genoegen naar Frankrijk ken, zijn blij dat België nu ook zijn exj ment Daladler-Reynaud onder conae: tieve leiding krijgt. Zij vergeten echter. Frankrijk geen nationaliteitenvraagr kent! Juist het gebrek aan politieke stab maakt het voor den heer Gutt onmog hetzij in het buitenland, hetzij in het b nenland, een leening op langen termijn te nemen. En al gaat men het verw tekort van fr. G50 millioen op de gewone grootlng door bezuinigingen en nieuwe lastingen dekken (de ironie van de poli wil dat die nieuwe belastingen gesanc' neerd worden door de felste tegenstan ervan in 1938: de conservatieve Katho ministers Sap en d'Aspremont-Lynden) heeft ter financiering van de buitenge begrooting (o.a. voor de luchtverdedl-' tot het einde van het jaar nog 2'/> liard francs noodig. Dat wordt zelfs 3'ii liard wanneer Nederland de kortloopr leening die in Juni vervalt, niet wil w lengen. Wel heeft de heer Gutt reeds verteld de Belgische Staat een te groot deel het nationale inkomen verteert en dat daar in verandering moet komen, maar hij voeg' er voorzichtigheidshalve aan toe, dal „een taak voor morgen" ls. Sinds de socF ten uit de regeering zijn. houden de Chris! ten-democraten angstvallig de wacht bii sociale wetgeving. Voorloopig gaat de h Gutt die devaluatie muntvervalschlng noes waarvan hij niet wil hooren, zijn toevlue nemen tot uitgifte van schatkistbons die Banken bij de Nationale Bank zullen fc nen disconteeren. Deze krijgt daarvoor tr~ bevoegdheden. Weliswaar heeft de Natior Bank een gouddekking van 79"'» maar ideaal financieringsmiddel kan men het r. noemen. Nood breekt echter wet! Met deze feiten voor oogen durfde Parlement echter den heer Pierlot met verre van ideale combinatie niet naar Ir sturen. Om het vertrouwen ln binnen- buitenland te herstellen, moet men t noodgedwongen aan deze tot December beperkte dictatuur onderwerpen! (Nadruk verboden! MEER POLITIETOEZICHT GEVRAAGD. De bewoners van de Pasteurstraat, eöi Leeuwenhoekstraat, vragen meer polittetoei»> daar zij eiken avond tusschen 7 en 9 uur or® last ondervinden van voetballende jongens. een autostrada niet altijd voor comma®* t:e-doelelnden. maar ook wel tot desors nisatie van staien kan dienen. War*L. zal zich in geen geval voor een fait pli laten stellen, zooals Duitschland dat laatsien tijd ln het Oosten gewend w» Polen is steeds bereid alle vraags»1" met al zijn buren langs den weg der on handeling te regelen. Het berust ecnier een vergissing te meenen, dat het W'JJ" Poolsche Pact door het Engelsch-Poo- pact werd re-wraakt. Maar over gelegenheid kon men sedert 6 .t.-. meer onderhandelen omdat den P00;^..-! gezanu te Bïrltln daartoe geen 'ea gegeven werd en de Duitsche Warschau, de heer von Moltke, sin afwezig was. (Maandag keert de laatste terug'. iJi

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 14