BUITENLAND LEIDSCH DAGRI AD - Vierde Bled Donderdag 27 April 1939 Algemeene Toestand De diplomatieke actie Vragen en antwoorden in het Lagerhuis Regeering krijgt volmachten Uitbreiding der defensie De verhouding tot de Sovjets Een verdrag met Italië De indruk van invoering van dienstplicht in Engeland. Chamberlain heeft dan gisteren officieel medegedeeld, dat Engeland met de eeuwen oude traditie breekt en overgaat tot invoe ring van dienstplicht, zij het nog op be scheiden schaal. Naar schatting zal Engenland, na de invoering van den dienstplicht, zelfs in den door Chamberlain aangekondigden vorm, beschikken over een militaire macht van meer dan een millioen man. Hierbij zijn niet gerekend de Engelsche troepen in Britsch-lndië en Burma. Vernomen wordt, dat de, in verband met de invoering van den dienstplicht noodige toebereidselen reeds zoover gereed zijn, dat binnen een paar dagen na aanvaarding van de wet door het parlement, de eerste contingenten recruten kunnen worden op geroepen. Dat het parlement de goedkeuring, zal verleenen, staat vast, ook al verzetten La bour en de vakvereenigingen zich nog krachtig. Het is een vreemd geval: labour wil juist een krachtige politiek zien ge voerd, doch wijst de dienstplicht, een der eerste middelen om krachtig te kunnen op treden, af De president van de „Amalgamated Engi neering Union" heeft tegenover de pers verklaard: „Als dienstplicht in een of an deren vorm zou worden aanvaard, zouden wanordelijkheden in de werkplaatsen niet uitblijven. Het Schotsche vakvereenigingscongres heeft een motie aangenomen, waarin het verklaart, vijandig te staan tegenover iede- ren vorm van verplichten militairen dienst. De „Times" noemt het invoeren van den militairen dienstplicht een nieuwe stap naar de veiligheid. De „News Chronicle" is van meening, dat het invoeren van den dienstplicht op zoo kleine basis weinig zal bijdragen om Hitier en Mussolini van hun weg af te brengen, terwijl het opgeven van het beginsel van vrijwilligen dienst, dat goed werkt, scheu ring zal brengen. De ..Daily Express" oordeelt, dat de dienstplicht te laat wordt ingevoerd. Deze had onmiddellijk na Muenchen of toch minstens na de bezetting van Praag moe ten zijn ingevoerd. De „Daily Telegraph" schrijft, dat de voorstellen van de regeering misschien niet ver genoeg gaan, doch het is verstandig van de regeering, dat zij de hindernissen een voor een neemt en van deze hinder nissen is deze eerste de moeilijkste. De in vloed hiervan zal ongetwijfeld groot zijn. De „Daily Mail" schrijft, dat door deze maatregelen slechts weinig wordt bijgedra gen aan de versterking van het leger, doch het beginsel is tot stand gekomen en dat is een groote winst. Op dit beginsel kan het leger gemakkelijk sneller worden uit gebreid. De „Daily Herald" schrijft, dat de re geering schaamteloos haar belofte geen mi litairen dienstplicht in te stellen in vredes tijd heeft gebroken. De „Manchester Guardian" schrijft, dat sommigen van Engeland's vrienden over zee bemoedigd zullen zijn door het invoe ren van den dienstplicht, doch wat nog veel grooter vertrouwen zou inboezemen zou zijn een nieuwe Britsche regeering on der andere leiding. In Frankrijk is men zeer ingenomen met het Engelsche besluit evenals in Amerika, Roemenië, Polen en andere landen. Pietri schrijft in „le Jour", dat de En- gelschen iets grootsch hebben tot stand gebracht en minister Bonnet heeft den Britschen ambassadeur, Phipps, verzocht Chamberlain hulde te brengen namens de Fransche regeering, Jean Fabry schrijft in „le Matin", dat de entente cordiale thans ook een formule heeft: twee volken, een grens, een leger. Dormesson schrijft in de „Figaro", dat op het oogenblik, dat Chamberlain te Lon den den militairen dienstplicht aankondig de, Cordell Huil te Washington een defi nitie gaf van „aanvaller". Dit is van groote beteekenis. Noch Frankrijk, noch Engeland verlangen naar oorlog, doch men moest zich er wel van bewust zijn, dat de grens van den eenzijdigen goeden wil thans is bereikt. Men zal deze niet ongestraft over schrijden. In de „Populaire" schrijft Leon Blum: „waarom dienstplicht, versterkt deze zoo de mogelijkheid van handelen van de Brit sche regeering tot bescherming van den vrede, hoewel hij zonder twijfel niet de onmiddellijke materieele kracht vergroot? Omdat de moreele waarde en de symboli sche politiek grooter is dan de materieele waarde. Omdat Engeland door dezen maat regel het getuigenis geeft van zijn vasten wil." De New-York Times" schrijft, dat de verklaring Chamberlain alleen kan worden uitgelegd als een poging de nieuwe krach tige politiek van Engeland zooveel moge lijk kracht bij te zetten. Het moet zelfs Duitschland duidelijk zijn, dat de geest van het Britsche volk sedert Muenchen is ge wijzigd, Engeland hoopt op vrede, doch is besloten zich in alle ernst gereed te ma ken tot een oorlog. De „Herald Tribune" schrijft, dat Hitier thans kort na elkaar twee ernstige waar schuwingen heeft gekregen, de boodschap van Roosevelt en de aankondiging van den dienstplicht in Engeland. Hij bevindt zich op vaarlijk terrein. Anders in Duitschland en Italië. Het invoeren van den militairen dienst plicht in Engeland wordt in Duitschland beschouwd als een poging van de democra tieën, het dynamisme van de totalitaire staten in te dammen. Men neemt den wil van Engeland, om eventueel oorlog te voe ren, niet ernstig op, evenmin als de on middellijke resultaten van den dienstplicht. In politieke Duitsche kringen acht men het belachelijk, zich door wat ook te laten intimideeren. De Engelsche dienstplicht wordt door de Duitsche pers In hoofdzaak beschouwd als een „geste", welke voornamelijk ten doel heeft, de politieke stemming in Europa te beïnvloeden. De „Nachtausgabe" staat daarbij op het standpunt, dat het besluit der Engelsche regeering veeleer een nieuw bewijs is, hoe weinig waarde gehecht moet worden aan de Engelsche beweringen, dat Engeland geen omsingelingspolitiek tegen Duitschland voert. De .Lokalanzeiger" spreekt van een schier paniekachtig besluit. „Het Londensche kabinet, aldus het blad. heeft zijn coup met een haast uitgevoerd, dat men daarin een politieke bedoeling kan vermoeden. De „Deutsche Allgemeine Zeitung" be schouwt de invoering van den dienstplicht in Engeland slechts als een overgang van de vrijwillige militie tot een verplichte mi litie. Dit is het geheele verschil. „Berliner Boersenzeitung" noemt den Engelschen maatregel een „breuk met alle tradities en alle opvattingen over de vrij heid van een Britsch christenmensch. Zelfs wanneer wij in deze Engelsche maatregelen meer dan een geste, dan een plompe po ging van een pressie zouden kunnen zien, zouden wij voor het Londensche gedoe slechts de schouders ophalen'7. De invoering van den dienstplicht in Engeland heeft in Italiaansche politieke kringen een onmiskenbaar psychologisch effect teweeg gebracht, dat kwalijk verbor gen wordt door een argumenteering, die ten doel heeft de strekking der gebeurtenis te kleineeren en zelfs de practische waarde der maatregelen omlaag te halen, want men is zich duidelijk bewust van het aan zienlijke belang en de beteekenis van het besluit, dat van nu af aan Engeland in staat zal stellen te voldoen aan dé inter nationale verplichtingen, die het op zich genomen heeft. Men doet echter alsof men onverschillig is. Het argument, dat men in politieke sferen ontwikkelt, is. dat het En gelsche leger een te verwaarloozen factor zou vormen gedurende nog lange jaren, omdat het geen geoefend kader zou heb ben, niet zou beschikken over een eeTste- tangs generalen staf en vooral geen tra- ütie zou hebben. Aan den anderen kant wordt het besluit van bet. Britsche kabinet voorgesteld als een bekentenis van zwakte en als een erkenning van het mislukken der diplomatieke actie van Engeland tegen de spilmogendheden". „Engeland is in zijn traditie verslagen", aldus de Telegrafo. ..Het is verplicht om het militaire systeem der nieuwe groote naties van het vaste land te aanvaarden, alvorens ze te bestrij den". In een communiqué van het Britsche ministerie van buitenlandsche zaken wordt medegedeeld, dat het bezoek van den Roe- meenschen minister van buitenlandsche zaken aan Londen een welkome gelegen heid heeft geboden voor een gedachten- wisseling tusschen Gafencu en den Brit schen minister-president en den minister van buitenlandsche zaken, lord Halifax. De bijeenkomsten worden gekenmerkt door een zeer groote openhartigheid en lartelijkheid aan beide zijden en hebben r toe gediend, den nadruk te leggen op de rlgemeene overeenstemming van opvat ing, welke tusschen de beide regeeringen bestaat nopens de aan de orde zijnde vraagstukken. Gafencu. is gistermiddag om half vijf uit onden naar Parijs vertrokken. De Roe- neensche gezant te Londen. Tilea, verge zelde hem naar Folkestone. Gafencu werd aan het Victoria-station uitgeleide gedaan door lord Halifax, de -mbassadeurs van Frankrijk en Turkije, den Griekschen gezant en den zaakgelas tigde van Zuid Slavlë. In een verklaring, vóór zijn vertrek af- jelegd tegenover den vertegenwoordiger an Reuter, gaf Gafencu uitdrukking aan zijn waardeering voor de „atmosfeer van begrip", welke hij te Londen had aange troffen. Hij dankte de pers ook zeer voor haar houding. Het communiqué, aldus Ga fencu. geeft duidelijk aan wat bij onze besprekingen ls geschied. Daar is niets aan toe te voegen. Roemeensche kringen verklaren, dat de volledige overeenstemming van opvattin gen bij Engeland en Roemenië, waarvan in het communiqué wordt gesproken, een feit is en niet zoo maar een gelegenheidsfrase. Gafencu stelt zich voor. na zijn verblijf aan Parijs, nog Rome en Belgrado te bezoe ken, alvorens naar Boekarest terug te kee- ren. Gisteravond is Gafencu te Parijs ge arriveerd. Hij zal tot Zaterdag in de Fran sche hoofdstad blijven en er zal aldus vol- zp gelegenheid zijn voor belangrijke be sprekingen met de Fransche regeering. Men verwacht, dat Gafencu zekere in lichtingen zal bevestigen betreffende het PoolschRoemeensch accoord, alsmede no pens de draagwijdte van het pact. Naar men zegt, zou thans ook gebleken zijn, dat de RoemeenschJoegoslavische betrekkingen geenerlei wijziging ondergin gen door de besprekingen van Markowltsji te Berlijn en Rome. daar de Joegoslavische minister zou geweigerd hebben, te onder handelen over eenig accoord met Honga- -ije waaraan Roemenië geen deel zou heb ben. Gafencu's verblijf te Parijs zal voorts" ge degenheid bieden, alle kwesties te bespre ken. welke betrekking hebben op het bij standspact en de Fransch—Roemeensche economische betrekkingen. De Zuid-Slavische minister van buiten landsche zaken. Markowits], heeft gister avond zijn laatste bezoeken gebracht aan Goring en Rudolf Hess. In Zuid-Slavische kringen te Berlijn zegt men. dat de kwestie van toetreding tot het anti-komintemver- drag niet ter sprake is gekomen, hetgeen een tegenspraak beteekent van de in dc Italiaansche pers gepubliceerde en door de Duitsche bladen overgenomen berichten. Het bezoek, dat op een Duitsche uitnoo- diging berustte, heeft, zegt men. zijn in formatief karakter behouden. Hedenoch tend vertrekt de Zuid-Slavische minister en zal een communiqué gepubliceerd wor den. Reuter verneemt nog, dat tijdens de be sprekingen tusschen Markowitsj en de Duitsche staatslieden geen belangrijke be sluiten tot stand zijn gekomen. Von Ribbentrop en de Zuid-Slavische Minister Markowitsj ENGELAND. Naar aanleiding van vragen in verband met den oproep van Roosevelt, heeft Chamberlain in het Lagerhuis verklaard: ..Gaarne grijp ik deze gelegenheid aan om duidelijk te maken, dat de regeering welwillend staat tegenover alle pogingen, te komen tot een overeenkomst tot beper king der bewapening en den weg te effe nen voor den internationalen handel en het economisch verkeer. In dit verband vestig ik de aandacht op het feit, dat de regeering met bepaalde buitenlandsche mogendheden onderhandelingen voert en dat een Finsche delegatie in Engeland is en ook dat zoo juist een Britsche delegatie te Boekarest is aangekomen. De regeering is bereid, ieder voorstel te overwegen tot betere verdeeling der grond stoffen, waartoe de toegang in het Britsche koloniale rijk practisch niet beperkt is." Voorts heeft Chamberlain verklaard, dat de Britsche regeering bereid zou zijn deel te nemen aan besprekingen met de Duit sche regeering teneinde tot een algemeene regeling te komen, als zij overtuigd was, dat dergelijke besprekingen goed ontvan gen zouden worden en tot bevredigende re sultaten zouden kunnen leiden. Inzake den terugkeer van Henderson te Berlijn zeide Chamberlain, dat de ambas sadeur geen opdracht heeft ontvangen, sug gesties of voorstellen te doen aan de Duit sche regeering. „Wij meenden, dat het onder de tegen woordige omstandigheden juist was, dat hij op zijn post zou zijn, om de rijksregeering op de hoogte te houden van de ontwikke ling van de Britsche buitenlandsche poli tiek. lApplaus op de banken der ministers). Butler heeft medegedeeld, dat de regee ring vooralsnog niet de mogelijkheid van garanties voor Noorwegen, Zweden en Fin land overwoog. Wij zien. aldus Butler, geen enkele reden de integriteit dezer landen bedreigd te ach ten. Zoo zij later bedreigd mochten worden, zouden wij ten aanzien van den aldus ge schapen toestand niet onverschillig kunnen blijven. Op de vraag, of aan de regeering van Frankrijk en de Sovjet-Unie voorstellen wa ren gedaan voor een BritschFransch Russisch militair bondgenootschap, ant woordde Chamberlain: ,.Ik kan nog niets aan mijn verklaring van Maandag toevoe gen. Het zou niet mogelijk zijn onderhan delingen te voeren, als wij steeds mede- deelingen moesten doen omtrent den stand der besprekingen." Butler heeft medegedeeld, dat de kwestie van de erkenning van den nieuwen status van Albanië bestudeerd zou worden, zoo- dra de constitutioneele verhouding tusschen Italië en Albanië en de internationale po- itie van Albanië duidelijker omlijnd zijn. Toe ngevraagd werd om de verzekering lat de nieuwe ambassadeur in Italië niet taar Rome zou gaan, alvorens het parie nent het beleid der regeering ten aanzien van de erkenning van den nieuwen status van Albanië heeft goedgekeurd, weigerde Chamberlain deze verzekering te geven. Voorts werd gevraagd om de verzekering dat de regeering de inlijving van Albanië niet door de vingers zal zien, doch hierop antwoordde Chamberlain, dat een zooda nige verzekering op dit oogenblik te ver zou gaan. Een radiorede van Attlee. In een radiorede heeft de leider van de Labour. Attlee, critiek geleverd op de be grooting. Hij verklaarde een verhooging van de levenskosten te verwachter, welke de massa van het volk zal treffen. Hij zeide deze begrootmg te beschouwen als een „oorlogsbegrooting in vredestijd" en voegde hieraan toe. dat de firancieele politiek van het land drie doeleinden moest nastreven: het handhaven van gezondheid, kracht en levenspeil van het volk. de pro ductie van de waarlijk noodzakelijke goederen en de zorg voor de noodzakelijke verdediging van het land. Tenslotte stelde hij voor belasting te heffen op de rijkdom van hen, die kunnen betalen. De verdediging van Canada. De minister-president en minister van landsverdediging van Canada, Mackenzie King, heeft een crediet van 63 millioen ge vraagd voor de landsverdediging, het groot ste bedrag, dat sedert den oorlog is ge vraagd. De minister-president kondigde aan. dat een groot oorlogsschip van Engeland zal worden gekocht en dat met Engeland een overeenkomst is gesloten inzake het oplei den van vliegers. Tenslotte kondigde hij aan. dat de lucht vloot van Canada, welke op het oogenblik 210 vliegtuigen telt, binnenkort zal worden gebracht op 527 toestellen. DUITSCHLAND. Rede van Rosenberg. Rosenberg heeft aan de universiteit van Keulen een rede gehouden Hij verklaarde o.m.: Men bevindt zich thans in de etappe der poging om een nieuwe organisatie van Europa te bespoedigen. Deze nieuwe orga nisatie is thans reeds wordende geschie denis. Wanneer Duitschland ook niet het doel nastreeft om de principieele gedach ten van de nationaal-socialistische bewe ging op te leggen aan andere volken, er zijn toch een aantal wereldproblemen, waarvoor niet het Duitsche volk alleen, maar ook de mogendheden der andere vol keren gesteld zijn. Het is duidelijk te zien, dat het hart van Europa naar Duitschland verplaatst wordt, welk land tezamen met het bevriende Italië er naar streeft om het bloed van Europa met den geest van een modernen tijd te doordringen en het een nieuw leven te geven. Daarmede ls ook de eeuwige strijd tusschen Germanen en Ro- manen verdween en heeft hij plaats ge maakt voor een creatieve samenwerking. De opvatting van beide staten bestaat hierin, dat de ordening van het Europee- sche continent slechts kan uitgaan van de opheffing van het bolsjewistische gevaar, een doel, dat Duitschland en Italië naar hun beste krachten dienen. Protest der Belijdenis-kerk. De Evangelische persdienst te Zuerich meldt, dat van den preekstoel door de predikanten van de Duitsche Belijdenis- kerk Ls geprotesteerd tegen het feit. dat de predikanten der z.g.n. Duitsche Christe nen het „Onze Vader" in racistische zin hebben gewijzigd en in de bevestigings plechtigheid de gelofte aan den Heiland hebben vervangen door een gelofte van strijd tegen Rome en Judas. Volgens den evangelischen persdienst wordt het protest van de predikanten der Belijdeniskerk ge motiveerd door het feit. dat ondanks de leerstellingen en de protesten van hun raad hun autoriteiten zich openlijk soli dair heben getoond met de Duitsche Chri stenen. Volgens dezelfde bron eindigt het protest aldus: „zij. die deze solidariteit hebben afgekondigd, hebben de macht in handen, maar waar het evangelie in haar zuiverheid wordt onderwezen, woont Christus. Met Hem houden wij rekening en niet met wat de menschen zeggen". Vijf Franschen uitgewezen. Vijf Fransche zakenlieden te Berlijn heb ben aanzegging ontvangen, binnen een tijdvak van vier tot twaalf dagen het land te verlaten. Een opgaaf van redenen werd niet verstrekt. Geen van de uitgewezenen, die allen van Elzassischen oorsprong zijn, heeft onder de huidige, of onder een vorige regeering, zich bezig gehouden met politiek. De oudste van deze zakenlieden is 70 jaar en woont reeds 50 jaar in Duitschland. De tijd, durende welken de overigen in Duitschland vertoeven, varieert tusschen 10 en 25 jaar. MIDDEN-EUROPA. Chvalkowski naar Berlijn. Chvalkowski, de gewezen minister van buitenlandsche zaken van Tsjecho-Slowa- kije, is benoemd tot gevolmachtigd mi nister van Bohemen en Moravië te Berllijn. BELGIË. Bij het Kamerdebat voerde Buset het woord namens de socialisten. Hij besprak in de eerste plaats waarom de socialisten niet hebben willen toetreden tot de regeering van Pierlot. Dat was omdat de verkiezingen ongunstig zijn afgeloopen voor de arbei derspartijen. Men heeft de nationale ge voelens der socialisten in twijfel getrokken. Indien de omstandigheden ons in dezelfde condities zouden plaatsen als in 1914 zou den wij onzen plicht weten te doen (ap plaus op de banken der socialisten). Vervolgens sprekende over de in Europa door zekere staten gevolgde politiek meen de Buset te kunnen vaststellen, dat een blok van vredelievende naties in oprichting is. Hij gelooft niet, dat België een gelijke waarde zou moeten toekennen aan alle waarborgen, welke het zijn gegeven. En geland en Frankrijk zijn de twee eenlgc mogendheden, die ons te hulp zouden Ito- men en de onafhankelijkheid van België zouden herstellen (hartelijk applaus op dt banken der liberalen en socialisten). Buset deelde daarop mede, dat, hoezei de socialistische partij thans in de opj». sitie is, zij toch voor de begrooting van landsverdediging zal stemmen De socialis tische partij is het eens over de maatrege len ter financiering van de schatkistbe hoeften, doch zij zal niet stemmen voor speciale volmachten. Zij zal een loyale op- positie voeren. Met 104 tegen 84 stemmen en 5 blan co heeft de Kamer goedkeuring gehecht aan het voorstel tot toekenning van bijzondere volmachten aan de regee ring. De bepalingen betreffende de lands verdediging werden aangenomen met 178 stemmen tegen 15 stemmen der Vlaamsch-Nationalisten. De socialistische en communistische ver- tegenwoordlgers hadden een beroep gedaan op de eenstemmigheid van de Kamer voor de bepalingen op de landsverdediging. De toekenning van de bijzondere vol machten aan de regeering impliceert het uitspreken van vertrouwen in de regeering. Gillon (liberaal) is bij tweede stemming met 83 tegen 80 stemmen tot president van den Senaat gekozen. VEREENIGDE STATEN. President Roosevelt heeft het congres credieten gevraagd tot een bedrag van 32 millioen dollar, teneinde een begin te kun nen maken met den aanleg van een keten van vlootluchtbases, betreffende welke hij gisteren een wetsontwerp geteekend heelt. Havas meldt nog, dat het hier gaat om den aanlag van tien nieuwe bases voor de luchtstrijdkrachten der vloot. Voorts zijn contracten geteekend tot een bedrag van 50 millioen dollar voor den bouw van militaire vliegtuigen (600 stuks) als eerste etappe der 6000 vliegtuigen, die zullen worden gekocht. Tevens heeft de minister van oorlog, Woodring, verklaard, dat hij het congres om wetgevende maatregelen zal vragen, dit ten doel hebben om eventueel uit het ac tieve leger te verwijderen alle officieren boven den leeftijdsgrens, van den rang van kapitein tot dien van brigade-generaal Voorts stelde Woodring voor onmiddelllj! over te gaan tot een strenge physieke keu ring van alle officieren van den rang vaa kapitein en hooger. Deze maatregelen, zoo zeide hij, zullen belangrijk bijdragen to! het antwoorden op de bezorgdheid van het volk ten opzichte van de gereedheid en de bekwaamheid van zijn militaire krachten. ICKES VERWELKOMT DUITSCHE VLUCHTELINGEN. Tijdens een diner, aangeboden door het „Amerikaansche gilde voor Duitsche cul- tureele vrijheid" heeft de minister van bin- nenlandsche zaken. Ickes, een rede gehou den. waarin hij o.a. zeide de de Duitsche geleerden, kunstenaars en schrijvers, dit thans een toevlucht vinden in de Vereenig- de Staten, daar driewerf welkom zijn als beschaafde wezens: de Vereenigde Staten zijn verrijkt met vierhonderd van deze vluchtelingen die in hun land hebben ge zien „de vernielende gevolgen van het ver moorden van karakter en cultuur, het wurgen van den geest en zelfs het martelen van menschelijke wezens". Ickes voegde hieraan toe. dat zij den tijd afwachten tot de stralende vrijheid nieuw door de duistere wolken zal breken, hetgeen met verloop van tijd ook in de to talitaire staten van Europa zal geschieden. ?OLEN. De woordvoerder van het Poolsche mi nisterie van buitenlandsche zaken heelt voor vertegenwoordigers van de Poolsch' pers een belangrijke verklaring afgelegd inzake den huidigen stand der Poolsch- Russische betrekkingen. Hij zei dat de Poolsch-Russische betrekkingen, gebaseerd cp het niet-aanvalspact van 1932 en of het protocol van November 1937. waarin! de waarde van dit pact opnieuw wordt bevestigd, zich op zeer bevredigende wij» ontwikkelen. Er moet op gewezen worden, dat van Sovjetzijde bewijs wordt gegeven van een steeds grooter wordend begripvoor de Poolsche belangen. EGYPTE. De Italiaansche gezant te Cairo, die kort geleden uit Rome naar zijn standplaats ij teruggekeerd, heeft een onderhoud genafl met den Egyptischen premier. Mahmoej Pasja. Na afloop verklaarde hij, dat binnf" een maand besprekingen zullen worden voerd voor het afbakenen der grenzen tiw* schen Abessynië en den Soedan, alsmeo tusschen Egypte en Libye. Tegelijkertijd zullen onderhandel»»* gen worden gevoerd over een agressiepact tusschen It?'£ë en Eg)'0^1 nadat eerst bespreh'ngen dienaa»' gaande tusschen Italië en Groot-Bri'- tannië zullen zijn gevoerd. De gezant verklaarde voorts tegenover persvertegenwoordigers, dat de ,an. schen Italië en Egypte van vriendscnap pelijken aard zijn en dat beide landen3" in het werk stellen, dezen toestand te v stendigen. 2-4

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 14