BUITENLAND
LEIDSCH DAGRI AD - Vierde Bled
Donderdag 27 April 1939
Algemeene Toestand
De diplomatieke actie
Vragen en antwoorden
in het Lagerhuis
Regeering krijgt
volmachten
Uitbreiding der defensie
De verhouding tot de
Sovjets
Een verdrag met Italië
De indruk van invoering van dienstplicht in Engeland.
Chamberlain heeft dan gisteren officieel
medegedeeld, dat Engeland met de eeuwen
oude traditie breekt en overgaat tot invoe
ring van dienstplicht, zij het nog op be
scheiden schaal.
Naar schatting zal Engenland, na de
invoering van den dienstplicht, zelfs in
den door Chamberlain aangekondigden
vorm, beschikken over een militaire
macht van meer dan een millioen man.
Hierbij zijn niet gerekend de Engelsche
troepen in Britsch-lndië en Burma.
Vernomen wordt, dat de, in verband met
de invoering van den dienstplicht noodige
toebereidselen reeds zoover gereed zijn, dat
binnen een paar dagen na aanvaarding
van de wet door het parlement, de eerste
contingenten recruten kunnen worden op
geroepen.
Dat het parlement de goedkeuring, zal
verleenen, staat vast, ook al verzetten La
bour en de vakvereenigingen zich nog
krachtig. Het is een vreemd geval: labour
wil juist een krachtige politiek zien ge
voerd, doch wijst de dienstplicht, een der
eerste middelen om krachtig te kunnen op
treden, af
De president van de „Amalgamated Engi
neering Union" heeft tegenover de pers
verklaard: „Als dienstplicht in een of an
deren vorm zou worden aanvaard, zouden
wanordelijkheden in de werkplaatsen niet
uitblijven.
Het Schotsche vakvereenigingscongres
heeft een motie aangenomen, waarin het
verklaart, vijandig te staan tegenover iede-
ren vorm van verplichten militairen dienst.
De „Times" noemt het invoeren van den
militairen dienstplicht een nieuwe stap
naar de veiligheid.
De „News Chronicle" is van meening, dat
het invoeren van den dienstplicht op zoo
kleine basis weinig zal bijdragen om Hitier
en Mussolini van hun weg af te brengen,
terwijl het opgeven van het beginsel van
vrijwilligen dienst, dat goed werkt, scheu
ring zal brengen.
De ..Daily Express" oordeelt, dat de
dienstplicht te laat wordt ingevoerd. Deze
had onmiddellijk na Muenchen of toch
minstens na de bezetting van Praag moe
ten zijn ingevoerd.
De „Daily Telegraph" schrijft, dat de
voorstellen van de regeering misschien niet
ver genoeg gaan, doch het is verstandig
van de regeering, dat zij de hindernissen
een voor een neemt en van deze hinder
nissen is deze eerste de moeilijkste. De in
vloed hiervan zal ongetwijfeld groot zijn.
De „Daily Mail" schrijft, dat door deze
maatregelen slechts weinig wordt bijgedra
gen aan de versterking van het leger, doch
het beginsel is tot stand gekomen en dat
is een groote winst. Op dit beginsel kan
het leger gemakkelijk sneller worden uit
gebreid.
De „Daily Herald" schrijft, dat de re
geering schaamteloos haar belofte geen mi
litairen dienstplicht in te stellen in vredes
tijd heeft gebroken.
De „Manchester Guardian" schrijft, dat
sommigen van Engeland's vrienden over
zee bemoedigd zullen zijn door het invoe
ren van den dienstplicht, doch wat nog
veel grooter vertrouwen zou inboezemen
zou zijn een nieuwe Britsche regeering on
der andere leiding.
In Frankrijk is men zeer ingenomen met
het Engelsche besluit evenals in Amerika,
Roemenië, Polen en andere landen.
Pietri schrijft in „le Jour", dat de En-
gelschen iets grootsch hebben tot stand
gebracht en minister Bonnet heeft den
Britschen ambassadeur, Phipps, verzocht
Chamberlain hulde te brengen namens de
Fransche regeering, Jean Fabry schrijft in
„le Matin", dat de entente cordiale thans
ook een formule heeft: twee volken, een
grens, een leger.
Dormesson schrijft in de „Figaro", dat
op het oogenblik, dat Chamberlain te Lon
den den militairen dienstplicht aankondig
de, Cordell Huil te Washington een defi
nitie gaf van „aanvaller". Dit is van groote
beteekenis. Noch Frankrijk, noch Engeland
verlangen naar oorlog, doch men moest
zich er wel van bewust zijn, dat de grens
van den eenzijdigen goeden wil thans is
bereikt. Men zal deze niet ongestraft over
schrijden.
In de „Populaire" schrijft Leon Blum:
„waarom dienstplicht, versterkt deze zoo
de mogelijkheid van handelen van de Brit
sche regeering tot bescherming van den
vrede, hoewel hij zonder twijfel niet de
onmiddellijke materieele kracht vergroot?
Omdat de moreele waarde en de symboli
sche politiek grooter is dan de materieele
waarde. Omdat Engeland door dezen maat
regel het getuigenis geeft van zijn vasten
wil."
De New-York Times" schrijft, dat de
verklaring Chamberlain alleen kan worden
uitgelegd als een poging de nieuwe krach
tige politiek van Engeland zooveel moge
lijk kracht bij te zetten. Het moet zelfs
Duitschland duidelijk zijn, dat de geest van
het Britsche volk sedert Muenchen is ge
wijzigd, Engeland hoopt op vrede, doch is
besloten zich in alle ernst gereed te ma
ken tot een oorlog.
De „Herald Tribune" schrijft, dat Hitier
thans kort na elkaar twee ernstige waar
schuwingen heeft gekregen, de boodschap
van Roosevelt en de aankondiging van den
dienstplicht in Engeland. Hij bevindt zich
op vaarlijk terrein.
Anders in Duitschland en Italië.
Het invoeren van den militairen dienst
plicht in Engeland wordt in Duitschland
beschouwd als een poging van de democra
tieën, het dynamisme van de totalitaire
staten in te dammen. Men neemt den wil
van Engeland, om eventueel oorlog te voe
ren, niet ernstig op, evenmin als de on
middellijke resultaten van den dienstplicht.
In politieke Duitsche kringen acht men
het belachelijk, zich door wat ook te laten
intimideeren.
De Engelsche dienstplicht wordt door de
Duitsche pers In hoofdzaak beschouwd als
een „geste", welke voornamelijk ten doel
heeft, de politieke stemming in Europa te
beïnvloeden.
De „Nachtausgabe" staat daarbij op het
standpunt, dat het besluit der Engelsche
regeering veeleer een nieuw bewijs is, hoe
weinig waarde gehecht moet worden aan de
Engelsche beweringen, dat Engeland geen
omsingelingspolitiek tegen Duitschland
voert.
De .Lokalanzeiger" spreekt van een
schier paniekachtig besluit.
„Het Londensche kabinet, aldus het blad.
heeft zijn coup met een haast uitgevoerd,
dat men daarin een politieke bedoeling kan
vermoeden.
De „Deutsche Allgemeine Zeitung" be
schouwt de invoering van den dienstplicht
in Engeland slechts als een overgang van
de vrijwillige militie tot een verplichte mi
litie. Dit is het geheele verschil.
„Berliner Boersenzeitung" noemt den
Engelschen maatregel een „breuk met alle
tradities en alle opvattingen over de vrij
heid van een Britsch christenmensch. Zelfs
wanneer wij in deze Engelsche maatregelen
meer dan een geste, dan een plompe po
ging van een pressie zouden kunnen zien,
zouden wij voor het Londensche gedoe
slechts de schouders ophalen'7.
De invoering van den dienstplicht in
Engeland heeft in Italiaansche politieke
kringen een onmiskenbaar psychologisch
effect teweeg gebracht, dat kwalijk verbor
gen wordt door een argumenteering, die
ten doel heeft de strekking der gebeurtenis
te kleineeren en zelfs de practische waarde
der maatregelen omlaag te halen, want
men is zich duidelijk bewust van het aan
zienlijke belang en de beteekenis van het
besluit, dat van nu af aan Engeland in
staat zal stellen te voldoen aan dé inter
nationale verplichtingen, die het op zich
genomen heeft. Men doet echter alsof men
onverschillig is. Het argument, dat men in
politieke sferen ontwikkelt, is. dat het En
gelsche leger een te verwaarloozen factor
zou vormen gedurende nog lange jaren,
omdat het geen geoefend kader zou heb
ben, niet zou beschikken over een eeTste-
tangs generalen staf en vooral geen tra-
ütie zou hebben. Aan den anderen kant
wordt het besluit van bet. Britsche kabinet
voorgesteld als een bekentenis van zwakte
en als een erkenning van het mislukken
der diplomatieke actie van Engeland tegen
de spilmogendheden". „Engeland is in zijn
traditie verslagen", aldus de Telegrafo.
..Het is verplicht om het militaire systeem
der nieuwe groote naties van het vaste
land te aanvaarden, alvorens ze te bestrij
den".
In een communiqué van het Britsche
ministerie van buitenlandsche zaken wordt
medegedeeld, dat het bezoek van den Roe-
meenschen minister van buitenlandsche
zaken aan Londen een welkome gelegen
heid heeft geboden voor een gedachten-
wisseling tusschen Gafencu en den Brit
schen minister-president en den minister
van buitenlandsche zaken, lord Halifax.
De bijeenkomsten worden gekenmerkt
door een zeer groote openhartigheid en
lartelijkheid aan beide zijden en hebben
r toe gediend, den nadruk te leggen op de
rlgemeene overeenstemming van opvat
ing, welke tusschen de beide regeeringen
bestaat nopens de aan de orde zijnde
vraagstukken.
Gafencu. is gistermiddag om half vijf
uit onden naar Parijs vertrokken. De Roe-
neensche gezant te Londen. Tilea, verge
zelde hem naar Folkestone.
Gafencu werd aan het Victoria-station
uitgeleide gedaan door lord Halifax, de
-mbassadeurs van Frankrijk en Turkije,
den Griekschen gezant en den zaakgelas
tigde van Zuid Slavlë.
In een verklaring, vóór zijn vertrek af-
jelegd tegenover den vertegenwoordiger
an Reuter, gaf Gafencu uitdrukking aan
zijn waardeering voor de „atmosfeer van
begrip", welke hij te Londen had aange
troffen. Hij dankte de pers ook zeer voor
haar houding. Het communiqué, aldus Ga
fencu. geeft duidelijk aan wat bij onze
besprekingen ls geschied. Daar is niets
aan toe te voegen.
Roemeensche kringen verklaren, dat de
volledige overeenstemming van opvattin
gen bij Engeland en Roemenië, waarvan in
het communiqué wordt gesproken, een feit
is en niet zoo maar een gelegenheidsfrase.
Gafencu stelt zich voor. na zijn verblijf
aan Parijs, nog Rome en Belgrado te bezoe
ken, alvorens naar Boekarest terug te kee-
ren.
Gisteravond is Gafencu te Parijs ge
arriveerd. Hij zal tot Zaterdag in de Fran
sche hoofdstad blijven en er zal aldus vol-
zp gelegenheid zijn voor belangrijke be
sprekingen met de Fransche regeering.
Men verwacht, dat Gafencu zekere in
lichtingen zal bevestigen betreffende het
PoolschRoemeensch accoord, alsmede no
pens de draagwijdte van het pact.
Naar men zegt, zou thans ook gebleken
zijn, dat de RoemeenschJoegoslavische
betrekkingen geenerlei wijziging ondergin
gen door de besprekingen van Markowltsji
te Berlijn en Rome. daar de Joegoslavische
minister zou geweigerd hebben, te onder
handelen over eenig accoord met Honga-
-ije waaraan Roemenië geen deel zou heb
ben.
Gafencu's verblijf te Parijs zal voorts" ge
degenheid bieden, alle kwesties te bespre
ken. welke betrekking hebben op het bij
standspact en de Fransch—Roemeensche
economische betrekkingen.
De Zuid-Slavische minister van buiten
landsche zaken. Markowits], heeft gister
avond zijn laatste bezoeken gebracht aan
Goring en Rudolf Hess. In Zuid-Slavische
kringen te Berlijn zegt men. dat de kwestie
van toetreding tot het anti-komintemver-
drag niet ter sprake is gekomen, hetgeen
een tegenspraak beteekent van de in dc
Italiaansche pers gepubliceerde en door de
Duitsche bladen overgenomen berichten.
Het bezoek, dat op een Duitsche uitnoo-
diging berustte, heeft, zegt men. zijn in
formatief karakter behouden. Hedenoch
tend vertrekt de Zuid-Slavische minister
en zal een communiqué gepubliceerd wor
den.
Reuter verneemt nog, dat tijdens de be
sprekingen tusschen Markowitsj en de
Duitsche staatslieden geen belangrijke be
sluiten tot stand zijn gekomen.
Von Ribbentrop en de Zuid-Slavische Minister Markowitsj
ENGELAND.
Naar aanleiding van vragen in verband
met den oproep van Roosevelt, heeft
Chamberlain in het Lagerhuis verklaard:
..Gaarne grijp ik deze gelegenheid aan
om duidelijk te maken, dat de regeering
welwillend staat tegenover alle pogingen,
te komen tot een overeenkomst tot beper
king der bewapening en den weg te effe
nen voor den internationalen handel en het
economisch verkeer. In dit verband vestig
ik de aandacht op het feit, dat de regeering
met bepaalde buitenlandsche mogendheden
onderhandelingen voert en dat een Finsche
delegatie in Engeland is en ook dat zoo
juist een Britsche delegatie te Boekarest is
aangekomen.
De regeering is bereid, ieder voorstel te
overwegen tot betere verdeeling der grond
stoffen, waartoe de toegang in het Britsche
koloniale rijk practisch niet beperkt is."
Voorts heeft Chamberlain verklaard, dat
de Britsche regeering bereid zou zijn deel
te nemen aan besprekingen met de Duit
sche regeering teneinde tot een algemeene
regeling te komen, als zij overtuigd was,
dat dergelijke besprekingen goed ontvan
gen zouden worden en tot bevredigende re
sultaten zouden kunnen leiden.
Inzake den terugkeer van Henderson te
Berlijn zeide Chamberlain, dat de ambas
sadeur geen opdracht heeft ontvangen, sug
gesties of voorstellen te doen aan de Duit
sche regeering.
„Wij meenden, dat het onder de tegen
woordige omstandigheden juist was, dat hij
op zijn post zou zijn, om de rijksregeering
op de hoogte te houden van de ontwikke
ling van de Britsche buitenlandsche poli
tiek. lApplaus op de banken der ministers).
Butler heeft medegedeeld, dat de regee
ring vooralsnog niet de mogelijkheid van
garanties voor Noorwegen, Zweden en Fin
land overwoog.
Wij zien. aldus Butler, geen enkele reden
de integriteit dezer landen bedreigd te ach
ten. Zoo zij later bedreigd mochten worden,
zouden wij ten aanzien van den aldus ge
schapen toestand niet onverschillig kunnen
blijven.
Op de vraag, of aan de regeering van
Frankrijk en de Sovjet-Unie voorstellen wa
ren gedaan voor een BritschFransch
Russisch militair bondgenootschap, ant
woordde Chamberlain: ,.Ik kan nog niets
aan mijn verklaring van Maandag toevoe
gen. Het zou niet mogelijk zijn onderhan
delingen te voeren, als wij steeds mede-
deelingen moesten doen omtrent den stand
der besprekingen."
Butler heeft medegedeeld, dat de kwestie
van de erkenning van den nieuwen status
van Albanië bestudeerd zou worden, zoo-
dra de constitutioneele verhouding tusschen
Italië en Albanië en de internationale po-
itie van Albanië duidelijker omlijnd zijn.
Toe ngevraagd werd om de verzekering
lat de nieuwe ambassadeur in Italië niet
taar Rome zou gaan, alvorens het parie
nent het beleid der regeering ten aanzien
van de erkenning van den nieuwen status
van Albanië heeft goedgekeurd, weigerde
Chamberlain deze verzekering te geven.
Voorts werd gevraagd om de verzekering
dat de regeering de inlijving van Albanië
niet door de vingers zal zien, doch hierop
antwoordde Chamberlain, dat een zooda
nige verzekering op dit oogenblik te ver
zou gaan.
Een radiorede van Attlee.
In een radiorede heeft de leider van de
Labour. Attlee, critiek geleverd op de be
grooting.
Hij verklaarde een verhooging van de
levenskosten te verwachter, welke de
massa van het volk zal treffen.
Hij zeide deze begrootmg te beschouwen
als een „oorlogsbegrooting in vredestijd"
en voegde hieraan toe. dat de firancieele
politiek van het land drie doeleinden moest
nastreven: het handhaven van gezondheid,
kracht en levenspeil van het volk. de pro
ductie van de waarlijk noodzakelijke
goederen en de zorg voor de noodzakelijke
verdediging van het land.
Tenslotte stelde hij voor belasting te
heffen op de rijkdom van hen, die kunnen
betalen.
De verdediging van Canada.
De minister-president en minister van
landsverdediging van Canada, Mackenzie
King, heeft een crediet van 63 millioen ge
vraagd voor de landsverdediging, het groot
ste bedrag, dat sedert den oorlog is ge
vraagd.
De minister-president kondigde aan. dat
een groot oorlogsschip van Engeland zal
worden gekocht en dat met Engeland een
overeenkomst is gesloten inzake het oplei
den van vliegers.
Tenslotte kondigde hij aan. dat de lucht
vloot van Canada, welke op het oogenblik
210 vliegtuigen telt, binnenkort zal worden
gebracht op 527 toestellen.
DUITSCHLAND.
Rede van Rosenberg.
Rosenberg heeft aan de universiteit van
Keulen een rede gehouden Hij verklaarde
o.m.: Men bevindt zich thans in de etappe
der poging om een nieuwe organisatie van
Europa te bespoedigen. Deze nieuwe orga
nisatie is thans reeds wordende geschie
denis. Wanneer Duitschland ook niet het
doel nastreeft om de principieele gedach
ten van de nationaal-socialistische bewe
ging op te leggen aan andere volken, er
zijn toch een aantal wereldproblemen,
waarvoor niet het Duitsche volk alleen,
maar ook de mogendheden der andere vol
keren gesteld zijn. Het is duidelijk te zien,
dat het hart van Europa naar Duitschland
verplaatst wordt, welk land tezamen met
het bevriende Italië er naar streeft om het
bloed van Europa met den geest van een
modernen tijd te doordringen en het een
nieuw leven te geven. Daarmede ls ook de
eeuwige strijd tusschen Germanen en Ro-
manen verdween en heeft hij plaats ge
maakt voor een creatieve samenwerking.
De opvatting van beide staten bestaat
hierin, dat de ordening van het Europee-
sche continent slechts kan uitgaan van de
opheffing van het bolsjewistische gevaar,
een doel, dat Duitschland en Italië naar
hun beste krachten dienen.
Protest der Belijdenis-kerk.
De Evangelische persdienst te Zuerich
meldt, dat van den preekstoel door de
predikanten van de Duitsche Belijdenis-
kerk Ls geprotesteerd tegen het feit. dat
de predikanten der z.g.n. Duitsche Christe
nen het „Onze Vader" in racistische zin
hebben gewijzigd en in de bevestigings
plechtigheid de gelofte aan den Heiland
hebben vervangen door een gelofte van
strijd tegen Rome en Judas. Volgens den
evangelischen persdienst wordt het protest
van de predikanten der Belijdeniskerk ge
motiveerd door het feit. dat ondanks de
leerstellingen en de protesten van hun
raad hun autoriteiten zich openlijk soli
dair heben getoond met de Duitsche Chri
stenen. Volgens dezelfde bron eindigt het
protest aldus: „zij. die deze solidariteit
hebben afgekondigd, hebben de macht in
handen, maar waar het evangelie in haar
zuiverheid wordt onderwezen, woont
Christus. Met Hem houden wij rekening
en niet met wat de menschen zeggen".
Vijf Franschen uitgewezen.
Vijf Fransche zakenlieden te Berlijn heb
ben aanzegging ontvangen, binnen een
tijdvak van vier tot twaalf dagen het land
te verlaten. Een opgaaf van redenen werd
niet verstrekt.
Geen van de uitgewezenen, die allen van
Elzassischen oorsprong zijn, heeft onder
de huidige, of onder een vorige regeering,
zich bezig gehouden met politiek.
De oudste van deze zakenlieden is 70 jaar
en woont reeds 50 jaar in Duitschland.
De tijd, durende welken de overigen in
Duitschland vertoeven, varieert tusschen
10 en 25 jaar.
MIDDEN-EUROPA.
Chvalkowski naar Berlijn.
Chvalkowski, de gewezen minister van
buitenlandsche zaken van Tsjecho-Slowa-
kije, is benoemd tot gevolmachtigd mi
nister van Bohemen en Moravië te Berllijn.
BELGIË.
Bij het Kamerdebat voerde Buset het
woord namens de socialisten. Hij besprak in
de eerste plaats waarom de socialisten niet
hebben willen toetreden tot de regeering
van Pierlot. Dat was omdat de verkiezingen
ongunstig zijn afgeloopen voor de arbei
derspartijen. Men heeft de nationale ge
voelens der socialisten in twijfel getrokken.
Indien de omstandigheden ons in dezelfde
condities zouden plaatsen als in 1914 zou
den wij onzen plicht weten te doen (ap
plaus op de banken der socialisten).
Vervolgens sprekende over de in Europa
door zekere staten gevolgde politiek meen
de Buset te kunnen vaststellen, dat een
blok van vredelievende naties in oprichting
is. Hij gelooft niet, dat België een gelijke
waarde zou moeten toekennen aan alle
waarborgen, welke het zijn gegeven. En
geland en Frankrijk zijn de twee eenlgc
mogendheden, die ons te hulp zouden Ito-
men en de onafhankelijkheid van België
zouden herstellen (hartelijk applaus op dt
banken der liberalen en socialisten).
Buset deelde daarop mede, dat, hoezei
de socialistische partij thans in de opj».
sitie is, zij toch voor de begrooting van
landsverdediging zal stemmen De socialis
tische partij is het eens over de maatrege
len ter financiering van de schatkistbe
hoeften, doch zij zal niet stemmen voor
speciale volmachten. Zij zal een loyale op-
positie voeren.
Met 104 tegen 84 stemmen en 5 blan
co heeft de Kamer goedkeuring gehecht
aan het voorstel tot toekenning van
bijzondere volmachten aan de regee
ring.
De bepalingen betreffende de lands
verdediging werden aangenomen met
178 stemmen tegen 15 stemmen der
Vlaamsch-Nationalisten.
De socialistische en communistische ver-
tegenwoordlgers hadden een beroep gedaan
op de eenstemmigheid van de Kamer voor
de bepalingen op de landsverdediging.
De toekenning van de bijzondere vol
machten aan de regeering impliceert het
uitspreken van vertrouwen in de regeering.
Gillon (liberaal) is bij tweede stemming
met 83 tegen 80 stemmen tot president
van den Senaat gekozen.
VEREENIGDE STATEN.
President Roosevelt heeft het congres
credieten gevraagd tot een bedrag van 32
millioen dollar, teneinde een begin te kun
nen maken met den aanleg van een keten
van vlootluchtbases, betreffende welke hij
gisteren een wetsontwerp geteekend heelt.
Havas meldt nog, dat het hier gaat om
den aanlag van tien nieuwe bases voor de
luchtstrijdkrachten der vloot.
Voorts zijn contracten geteekend tot een
bedrag van 50 millioen dollar voor den
bouw van militaire vliegtuigen (600 stuks)
als eerste etappe der 6000 vliegtuigen, die
zullen worden gekocht.
Tevens heeft de minister van oorlog,
Woodring, verklaard, dat hij het congres
om wetgevende maatregelen zal vragen, dit
ten doel hebben om eventueel uit het ac
tieve leger te verwijderen alle officieren
boven den leeftijdsgrens, van den rang van
kapitein tot dien van brigade-generaal
Voorts stelde Woodring voor onmiddelllj!
over te gaan tot een strenge physieke keu
ring van alle officieren van den rang vaa
kapitein en hooger. Deze maatregelen, zoo
zeide hij, zullen belangrijk bijdragen to!
het antwoorden op de bezorgdheid van het
volk ten opzichte van de gereedheid en de
bekwaamheid van zijn militaire krachten.
ICKES VERWELKOMT DUITSCHE
VLUCHTELINGEN.
Tijdens een diner, aangeboden door het
„Amerikaansche gilde voor Duitsche cul-
tureele vrijheid" heeft de minister van bin-
nenlandsche zaken. Ickes, een rede gehou
den. waarin hij o.a. zeide de de Duitsche
geleerden, kunstenaars en schrijvers, dit
thans een toevlucht vinden in de Vereenig-
de Staten, daar driewerf welkom zijn als
beschaafde wezens: de Vereenigde Staten
zijn verrijkt met vierhonderd van deze
vluchtelingen die in hun land hebben ge
zien „de vernielende gevolgen van het ver
moorden van karakter en cultuur, het
wurgen van den geest en zelfs het martelen
van menschelijke wezens".
Ickes voegde hieraan toe. dat zij den tijd
afwachten tot de stralende vrijheid
nieuw door de duistere wolken zal breken,
hetgeen met verloop van tijd ook in de to
talitaire staten van Europa zal geschieden.
?OLEN.
De woordvoerder van het Poolsche mi
nisterie van buitenlandsche zaken heelt
voor vertegenwoordigers van de Poolsch'
pers een belangrijke verklaring afgelegd
inzake den huidigen stand der Poolsch-
Russische betrekkingen. Hij zei dat de
Poolsch-Russische betrekkingen, gebaseerd
cp het niet-aanvalspact van 1932 en of
het protocol van November 1937. waarin!
de waarde van dit pact opnieuw wordt
bevestigd, zich op zeer bevredigende wij»
ontwikkelen. Er moet op gewezen worden,
dat van Sovjetzijde bewijs wordt gegeven
van een steeds grooter wordend begripvoor
de Poolsche belangen.
EGYPTE.
De Italiaansche gezant te Cairo, die kort
geleden uit Rome naar zijn standplaats ij
teruggekeerd, heeft een onderhoud genafl
met den Egyptischen premier. Mahmoej
Pasja. Na afloop verklaarde hij, dat binnf"
een maand besprekingen zullen worden
voerd voor het afbakenen der grenzen tiw*
schen Abessynië en den Soedan, alsmeo
tusschen Egypte en Libye.
Tegelijkertijd zullen onderhandel»»*
gen worden gevoerd over een
agressiepact tusschen It?'£ë en Eg)'0^1
nadat eerst bespreh'ngen dienaa»'
gaande tusschen Italië en Groot-Bri'-
tannië zullen zijn gevoerd.
De gezant verklaarde voorts tegenover
persvertegenwoordigers, dat de ,an.
schen Italië en Egypte van vriendscnap
pelijken aard zijn en dat beide landen3"
in het werk stellen, dezen toestand te v
stendigen.
2-4