Waar de Vrouw belang in stelt
LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 20 April 1939
Derde Blad No. 24254
WOL voor
Pullovers, Slipovers enz.
SPRINGBOK
RADOX
80ste Jaargang
Wie breit er mee
Halve hoedjes
Albion en de vrouw
Met ONZE soorten
De saus:
Toppunt der kookkunst
Toen ze pas getrouwd
waren
Kleine wenken
voor de huisvrouw
VETPUISTJES
Dete week een belangrijk stuk voor de
heeren-garderobe.
Is het niet een ideaal kleedingstuk. deze
6lipover. waarbij geen das gedragen behoeft
te worden?! Een sportieve, jeugdige dracht
tevens bij een gezellig plus four-costuum.
waarbij het vest altijd vervangen wordt
door pull-over, slipover of trui.
Om Jong en oud, slank en .minder slank"
te dienen, is de handleiding ervoor zoodanig
gemaakt, dat zij in alle gevallen geraad
pleegd kan worden. Moeder, of wie de pret
tige en dankbare taak op zich neemt, kan
dan eventueel meteen een overschotje aan
wol of een partijtje, dat werd ingekocht en
niet opgebreid, benutten. Ook is ieder vrij
in de keuze van een nieuw te koopen wol-
soort; er zijn zulke prachtige kwaliteiten
en uitvoeringen hierin, dat het prettig is
niet gebonden te zijn en naar hartelust tus-
schen als dit moois te kunnen rondsnuffelen
Onze slip-over dan bestaat uit twee onge
veer gelijke deelen; met het rugpand zullen
we het eerst beginnen. We hebben de wol
iplm. 200 gr.l en we hebben de daarbij pas
sende aluminium naalden. Eerst zetten we
nu 20 st, op en breien deze in ,,4 recht 2
averecht" aan de goede en resp. „4 averecht
2 recht" aan de verkeerde zijde. Hebben we
hierin een hoogte van 4 cm. gebreid, dan
trekken we de naald eruit, leggen het lapje
vlak getrokken op tafel neer en meten hoe
breed het is geworden. Dit noteeren we heel
nauwkeurig en zorgen vooral, dat we het
niet kwijt raken. Nu meten we onder de ar
men even de bovenwijdte; dit aantal centi
meters deelen we door het aantal, dat we
noteerden. De uitkomst hiervan wordt ver
menigvuldigd met 20. Het aantal steken we
ten we dan heel precies voor den totalen
omtrek. We deelen het doormidden, trek
ken hiervan 8 st. af voor het rugpand en
tellen bij de andere helft 8 st. op voor het
voorpand.
Ziezoo, het aantal op te zetten steken
weten we nu; hebben we het op de naald
staan voor het rugpand, dan breien we deze
eerst in 2 r. en 2 av. voor een boord van 10
cm. hoogte. Hierna gaan we over in de ,.4 r.
2 av." Hebben we hiermede de hoogte be
reikt tot onder de armen, dan moeten we
aan de armsgatafkantingen gaan denken
Steeds aan het begin der naalden kanten
we hiervoor aan weersijden 4. 3 en 3 st. af
(voor kinderen 3, 2 en 2 st.Voort gaat het
dan tot aan de schouders. Nu moeten we
eerst aan het rekenen slaan. Het aantal
steken deelen we door 3, Nu rekenen we
voor de hals 1/3 deel plus 12 st. (kinde
ren 8 st.) en voor iedere schouder 1/3 deel
min 6 st. (kinderen 4 st.i We noteeren het
even. Weer aan het begin der naalden en
aan weerszijden van het werk worden
de schouders daarna in vijf deelen afgekant
De hals-steken blijven tenslotte over en die
kanten we alle tegelijk af, liefst ook in ,,4
r. of 2 av." of omgekeerd. Is dit klaar, dan
halen we langs de halsuitsnijding opnieuw
steken op, doch een minder aantal vanwege
de rekbaarheid, en breien hierop 5 nld. 1 r.
1 aver. De steken worden daarna in de 6e
naald eveneens in 1 recht 1 averecht, af
gekant.
Nu het voorpand: het aantal steken staat
op onze bloc-note geschreven (de helft van
het totale aantal plus 8 st.l en deze worden
tot aan de armsgaten precies zoo gebreid
als voor het rugpand aangegeven. Hier ge
komen wordt thans afgekant in de volgorde
4. 4, 3 en 3 st. (voor kinderen 4, 3, 2 en 2 St.)
Voort gaat het dan weer, thans tot 2 cm.
beneden de schouders. Op deze hoogte gaan
we afkanten voor de halsuitsnijding. We we
ten het totale aantal steken hiervoor. 1/3
deel van het totale aantal na de armsgaten
plus 12 steken (kinderen plus 8 st.) Hiervan
kanten we, precies in het midden van de
naald het 1/3 deel af en de overige 12 st.
(of 8 St.), die den hals nog rechtens toeko
men. worden in de komende naalden weg-
gemlnderd om den hals mooi rond te krijgen
Aan iedere zijde worden daartoe in de vol
gende 6 naalden de 2 buitenste steken sa-
mengebreid. Door het afkanten werd het
werk in twee deelen gesplitst, waardoor het
ook deel voor deel afgebreid moet worden.
We zullen na het minderen voor de hals
ongeveer tegelijk de juiste schouder
hoogte bereikt hebben en kanten hiervoor
op de gebruikelijke wijze af. dus te begin
nen aan de armsgatzijde. Is het voorpand
geheel klaar, dan halen we ook hierbij in
de halsuitsnijding een minder aantal ste
ken op waarvan we eenzelfde klein boordje
breien als voor het rugpand aangegeven.
Met fijn machinegaren stikken we nu aan
de verkeerde zijde de schouders tegen el
kaar, meteen daarbij het boordje betrek
kend. Vóór we nu ook de zijnaden dicht
maken, halen we in de armsgaten, te be
ginnen bij een afkanting hiervoor en weer
eindigend bij die van het andere pand. even
eens steken op voor het kleine boordje. Is
dit werkje klaar, dan leggen we het geheele
breiwerk met de goede zijde naar beneden
op de strijkplank en persen het onder een
vochtlgen doek en met een niet te heete
bout watop Eerst hierna worden de zij
naden dichtgenaaid, waarbij tevens de
armsgatboordjes betrokken worden.
Dat we er maar veel voldoening van mo
gen beleven! NORA HANA.
De Parijsche midinette wil, net als de
..grande dame" altijd alleen maar het nieuw
ste dragen, en wat de groote modehulzen
brengen, wjl ze onmiddellijk ook hebbeh.
Nauwelijks zijn dan ook de exclusieve mo
deshows in de salons voorbij of alle begee-
renswaardighederi der mode liggen reeds
voor een achtste van den prijs in de etalages
der groote magazijnen.
Zeker, het materiaal is niet zoo goed en
op de uitvoering is ook wel het een en an
der aan te merken. Maar alles is toch naar
het nieuwste model geknipt en de kleine
midinette met haar minieus beursje wan
delt net als de rijke dame op den eersten
mooien lentedag, trotsch met haar nieuw
voorjaarscostuum en gloednieuw hoedje
langs de boulevards.
Dit jaar is de taak van de confectiema
gazijnen wel bizonder moeilijk Want de
mode schrijft voor: kostbaar materiaal en
overvloed van stof
Het is nu allesbehalve gemakkelijk goed-
koope jurkjes en hoedjes te maken.
Maar,er duiken altijd wel weer groote
breinen op! In een der groote warenhuizen
achter de opera zwerven op slanke stelen
in de hoedenafdeeling, roze, blauwe en lila
hoedjesprecies zooals de mode ze
voorschrijft. Maar om een lagen prijs te be
reiken en toch goed materiaal te kunnen
verwerken, heeft men daar een geniale op
lossing gevonden. Men biedt canotiers, in
het midden doorgesneden, te koop aan.
Het nieuwtje heeft succes! Immers een
hoed is toch niet in de eerste plaats hoofd
bedekking? Neen. als hij maar chic is en
het gezicht een bizonderen toets heeft. Uit
gevoerd in de nieuwste modekleuren, met
een lint om het achterhoofd bevestigd en
zoo diep in de oogen gedrukt, dat men er
nauwelijks onderuit kan kijken, is de nieu
we halve hoed een summum van moderniteit
Hopelijk maakt de idee geen school, want
dan zien we binnenkort de Parijsche mi
dinette vanwege de goedkoopte met één
handschoen, een halve kraag, een halven
ceintuur enz rondflaneeren Om van de
jurken maar niet te spreken!
Een Franschman uit de oude doos, die
waarschijnlijk om de hoffelijkheid van
zijn eigen natie beter te doen uitkomen
veel kritiek heeft op de houding der En-
gelschen tegenover het sohoone geslacht,
vertelt de volgende anecdotes:
Een Engelschman. pas „etrouwd met een
Francaise, is met zijn jonge vrouw op veis.
Zij zit in een hoekje van de postkoets, hij
breit U steeds het VOORDEELIGST!
BUITENGEWONE KEUZE.
EXTRA LAGE PRIJZEN.
HAARL.STRAAT
h. DONKERSTEEG
2—4—6
3283
(Ingez. Med.)
op de middenplaats. Bij de eerste uitspan
ning wendt de teedere echtgenoot zich tot
zijn betere helft met de woorden:
„Voel je je goed?"
„Oul, mon ami!"
„Is je plaats gemakkelijk?"
„Oui, mon ami!"
„Heb je geen last van het schokken?"
„Non. mon ami!"
„Voel je ook geen tocht?"
„Non, mon ami!"
„Mooi! Heel goedgeef mij dan Jouw
plaats maar!"
Een Franschman zit in de postkoets naar
Londen, samen met een Engelschman en
zijn vrouw. De Franschman vraagt beleefd
aan de dame:
„Madame, staat u me toe te rooken?"
De dame zwijgt, maar de heer antwoordt
vrij bruusk: „Neen, neen. mijn vrouw heeft
last van den rook".
De Franschman steekt hierop weemoedig
zijn havana weer in den koker en gaat een
dutje doen.
Enkele minuten later wordt hij wakker
door een doordringenden tabaksrook.de
Engelschman zit te dampen als een schoor
steen.
„Maar, mijnheer!" roept de rranschman
verontwaardigd uit „en daarnet zei u toch.
dat mevrouw last van den rook had!"
„Ach ja!" antwoordt de laconieke En
gelschman „van die rook van u, maar niet
van mijn rook. Ze is toch immers mijn
vrouw."
Zelfs laarzen worden er eetbaar door.
Door alle eeuwen heen is de saus be
schouwd als het toppunt der kookkunst,
als de „bezielende kracht" In het rijk dei-
culinaire geneugten!
De naam „saus", afgeleid van salsa. d. i.
„het gezoutene", wijst er reeds op. Want
evenals het zout onmisbaar is, zoo is ook
de sausnu, laten we zeggen: bijna on
misbaar.
Welk een groote rol de saus reeds bij de
ouden speelde, wordt zonneklaar bewezen
door een passage in „de vogels" van
Aristophanes, waar de gevoederde luchtbe
woners aldus haar leed klagen: „Dat men
ons naar de markt brengt, dat we worden
gebraden, is slechts een kleinigheid. Maar
dat men een saus uit azijn en olie, uit kaas.
vet en zoetigheid bereid, kokend over ons
uitstort, dat maakt ons verbitterd en drijft
ons tot opstand tegen mensohen en goden."
Zoo wordt de saus in dit humoristische
wereldbeeld van den grooten spotter
Aristophanes geschilderd als de oorzaak
van alle onheil.
Zelfs de Spartanen, wier kookkunst in
het algemeen niet zeer hoog ontwikkeld
was waren enthousiaste vereerders van de
saus, want hun beroemde zwarte soep was
eigenlijk niets anders dan een saus van
bloed en wijn, dik gemaakt met meel. Ove
rigens moest men. volgens de Spartanen
in de Eurotas hebben gebaad, om deze
zwarte soep geheel naar waarde te kunnen
schatten.
Naast zout en specerijen van allerlei
aard was een hoofdbestanddeel van de saus
steeds het vet: naast boter speelde olie een
gewichtige rol. en wel in alle mogelijke
soorten, totwonderolie toe, dat nog
altijd door de Ohineezen in hun sausen ge
bruikt wordt.
Eindeloos groot is het aantal sausen, dat
ons uit de kookboeken van alle tijden be
waard gebleven is en juist door het ont
dekken van steeds nieuwe saus-mogelijk-
heden hebben zich steeds de verschillende
glansperioden der kookkunst gekenmerkt.
Als een echte alchemist hanteerde de oude
„sausmeester" zijn retorten en pannen om
de wonderlijkste mengsels tot een kunst
werk van culinaire magie te vereenigen; de
moderne sauskunst daarentegen laat zich
beter vergelijken met de werkzaamheid van
den chemicus.
Aan het hof der renaissancevorsten wa
ren speciale „sauciers", die niets anders te
doen hadden dan deze kostelijke bijkom
stigheden van het menu te bereiden De
keuken van Philips den Stoute telde drie
„sauciers", Karei VII van Frankrijk be
zat er twee. plus nog vier saucerie-knech-
ten. Uit verre streken kwamen de exoti
sche specerijen, die men voor de saus ge
bruikte. Geweldige hoeveelheden peper
werden door den sauskunstenaar bij zijn
probeersels verspild, hij mengde muskus en
amber in zijn kunstwerk, deed er noot
muskaat in en uien, peterselie, selderij,
knoflook enz.
Azijn en mosterd speelden eveneens een
voorname rol bij de sausbereiding en het is
in dit verband opmerkelijk, dat de „sau
ciers". wat hun maatschappelijken stand
betreft, gelijk stonden met de azijnfabri-
kanten.
De uitvinders van beroemde sausen ge
noten wereldvermaardheid: zoo werd Robe-
lais. die voor het eerst de „sauce a la Ro
bert" bereidde, tot de groote weldoeners
der menschheid gerekend, daar hij iets ge
zonds en tegelijkertijd lekkers had bereid.
De sausen van de klassieke Fransche keu
ken muntten uit door scherpheid. Daarom
was Frederik de Groote er bijzonder op ge
steld. Zijn kok Noël moest de allerpikantste
sausen bereiden, zelfs rundvleesch at de
koning in een saus ran brandewijn met
knoflook. De Parijsche fijnproevers waren
echter in dien tijd reeds van de sterk-ge-
kruide sausen teruggekomen en gebruikten
mildere spijzen, die een overgang vormden
tot de moderne kookkunst.
Ook thans nog geldt de saus als het top
punt van kookkunst. De „macht" van de
saus bestaat in haar bekwaamheid om elk
gerecht smakelijk te kunnen maken.
Iedere échte kok zal deze „macht van de
saus" als een grond-axioma aannemen. Ten
bewijze hiervan de volgende anecdote: een
meester in de sauskunst wedde met een
anderen kok, dat hij door middel van een
saus zelfs een paar winterlaarzen eetbaar
zou maken. En. hij won de wedden
schap. Het leer werd vier weken lang in
koud water gelegd, waarbij twaalf keer per
dag het water werd ververscht. Dan werd
het grondig gereinigd, veertien dagen lang
in sterke bouillon gekookt, fijngehakt en
met een heerlijke bourgognesaus smakelijk
verorberd.
Als het niet waar is, dan is het toch goed
gevonden!
Goeie tyding van die Kaap
Hierdie Springbok is 'n
blye boodskap van son en
warm vriendskap van die
Kaapkolonie aan die stam
verwante Nederland.
U moet dit proe.-
'n Baie goeie soet muskadelwyn
F. 1.20 PER FLESCH IN ALLE GOEDE ZAKEN
I E.r.1, Imp., WEP. G. OUD Pt.. C«. - HAARLEM
3287 (Ingez. Med.)
Krijgslist van jeugdig echtgenoot,
die reusachtig slaagde.
Dolly verheugt zich geweldig op het con
certeert van vanavond, waarvoor Hans
kaarten genomen heeft. Zonnige, blijde ge
dachten zwermen uit, vooral naar de kast,
waarin haar nieuw toiletje gereed hangt,
en naar allerlei andere heerlijke dingen.
Ze zingt als een vogelEn dan opeens
de telefoon.
„Ja?" zegt Dolly een tikje afwezig.
„Jij, Dolly?"
„Hallo, Hans, ben jij het?"
„Ik moet je iets ellendigs vertellen, lieve
Dolly", zegt Hans, „ik moet vanavond op
eens de stad uit, voor de zaak. Ik kan niet
eens meer eerst thuiskomen; mijn trein
gaat al om half acht".
„Hè, jongen!"
Dolly is opeens echt verdrietig.
..Hoelang blijf je weg?" vraagt ze.
„Acht dagen, misschien tien."
„Ja maar.ik moet je toch heusch nog
even zien, vóór je gaat!"
„Onmogelijk, kindje."
„Ik kom aan het station; goed?"
„Dat zou heerlijk zijn. Dolly," zegt Hans.
„Ik verheug me erop. je nog even te zien
Maar denk om je tijd: de trein wacht niet!"
„En.het concert?"
„Welk concert?"
„We zouden toch vanavond naar het
gala-concert gaan." zegt Dolly diep teleur
gesteld. „Je hebt toch de kaarten al ln je
zak
„O ja! Het concert! Och, kind, wat jam
mer!"
„Vreeselijk jammer, Hans!"
Haar man troost haar: „Je gaat Je nu
maar onmiddellijk verkleeden en dan direct
van het station naar het concert. Het be
gint om acht uur, dan ben je mooi op tijd."
„Ja, Hans maar
„Maar?"
„Het was toch veel heerlijker, als jij mee
had gekund!"
Hans zucht en zegt kort: „Mijn trein
vertrekt precies om half acht. Ik verwacht
je aan het station. Wees op tijd, lieveling!
Dag!"
Als Dolly het apparaat neerlegt is het
even voor zevenen. Ze rent naar de slaap-
kamer.om zioh te verkleeden. Zóó vlug heeft
ze nog nooit een japonnetje aangetrokken,
zóó vlug heeft ze nog nooit van kousen en
schoenen gewisseld, zóó vlug werd nog nooit
haar avondtasohje gevuld, zóó vluchtig
heeft ze nog nooit in den spiegel gekeken.
Maar het lukt! Precies om half acht staat
ze op het perron.
„Hans, waar is je koffer?"
„Welke koffer?"
„Je gaat toch op reis?"
„Ik? op reis?"
„Maar je hebt me toch opgebeld. Je...
Hij neemt zacht haar arm en leidt haar
naar zijn wagen, die voor het station staat
„Ben je érg boos op me. als ik maar niet
op reis ga?"
„Maar ga je dan niet, Hans?"
„Neen. Ik ga niet."
„Maar waarom heb je me dan.
„Och. Dolly, ik wou zoo dolgraag één
keertje
„Wat?"
Eén keertje op tijd met je op een concert
komen!"
Een ingelijste prent
die is gaan „golven" kan men gemakkelijk
weer vlak krijgen door de prent met den
goeden kant op tafel te leggen, daarna den
achterkant flink met water te bevochtigen
en tenslotte de prent op tafel vastgeprikt
te laten drogen.
Uw tafelzilver
behoeft bijna nooit te worden gepoetst, in
dien U het geregeld waseht in kokend zeep-
sop. het daarna onmiddellijk met een drogen
doek afdroogt en na wrijft met een schoonen
gelen stofdoek.
Kurk in de flesch?
Wanhoop niet! Ze is er wel uit te krijgen
met behulp van een stevig ijzerdraad! U
neemt het ijzerdraad dubbel en buigt het
dubbele einde om, zoodat een haak ge
vormd wordt, waarin de kurk zoo ongeveer
past.
Gevlekte messen
kunnen prachtig worden schoongemaakt
met citroensap. U veegt ze af met een ka
toenen lap, net zoolang tot de vlekken ver
dwenen zijn. Dit is beter dan met een
schuurmiddel.
Gaten in de kousen
van de schoolgaande kinderen zijn een vree-
selijke last, vooral in de hielen. Moeder kan
dit voor een deel voorkomen, door een stukje
leer in de schoen te laten aanbrengen, zoo
dat de voet niet bij iederen stap in en uit
den schoen schiet.
Zondag:
Kerry soep
Gehakt
Stoofsla
Aardappelen
Citroenpudding
Maandag:
Brusselsch lof
met ham en
kaassaus
Aardappelen
Griesmeelpudding
Gestoofde
pruimen
Dinsdag:
Biefstuk
Postelein
Aardappelen
Vanillerijst
Woensdag
Vermicellisoep
Spinazie
Gevulde eieren
Pommes frites
Caramel vla
Donderdag:
Saucijsjes
Bloemkool
Aardappelen
Flensjes met
gember
Vrijdag:
Bloemkoolsoep
Gestoofde visch
Wortelen (bus)
Aardappelen
Rabarbervla
Zaterdag
Rijst met eieren
en kerrpsaus
Veldsla
Wentelteefjes
VEGETARISCHE MENU S.
1. Groentesoep
Spinazie met
eieren
Gebakken
aardappelen
Gort met rozijnen
2. Gekookte rijst
Champignonragoüt
Dunsel
Broodpannekoek
3. Eiercroquetjes
Bloemkool met
kaassaus
Aardappelen
Vanille vla met
rabarber
4. Gekookte eieren
met mayonnaise
en radijs
Stamppot van
rauwe spinazie
Vruchtengruel
verwijdert U onmiddellijk en afdoende door deze
te betten met Radox. opgelost in warm water.
Bi) apothekers en erkende drogisten f0.90
per pak en f0.15 per klein pakie
3290
(Ingez. Med.)
RECEPTEN.
Eenige minder bekende toespijzen
van brood.
Broodpannekoek.
Benoodigdheden (4 personen 200 gr
oud brood zonder korst 40 gr. suiker. 2 d.L
melk. 2 a 3 eieren, schil van Vs c troen, 40
gr. boter, abrikozenjam.
Bereiding: Het brood n de lauwe melk
fijn wrijven. De geraspte citroenschil de ei
dooiers en de suiker e" door roeren en het
laatst het stijfgeklopte e'wit er mee ve -
mengen. De helft van de boter lichtbruin
laten worden 'n de koekecan de helft van
het beslag er in doen en de koek voorzich-
tig aan beide kanten bruin bakken. Met
behulp van een deksel keeren. De koek op
een verwarmd bord leggen en besmeren
met wat abrikozenjam. Van de rest van
het deeg een tweede koek bakken en deze
op de andere leggen. Het gebak met poe
dersuiker bestrooien.
Broodpuddinkjes.
Benoodigdheden voor 4 personen: 150 gr.
oud brood zonder korst, 100 gr. basterd
suiker, 75 gr. boter, sap en schil van l/t
citroen.
Bereiding: De boter smelten, suiker, ge
raspte schil en geraspt oud brood met el
kaar vermengen en overdoen in beboterde
en met paneermeel betrooide zandtaart
vormpjes. Deze op een bakblik zetten en in
den oven lichtbruin bakken. 15 a 20 minu
ten. Ze keeren en dienen met citroensaus
of abrikozensaus.
Citroensaus.
Benoodigdheden: 3 dX. water, sap van 2
citroenen, schil van 1 citroen, plm. 75 gr.
suiker, plm. 20 gr. sago.
Bereiding: Het water met de dun afge
schilde schil van 1 citroen aan de kook.
brengen. Binden met de aangemengde sago.
su.;ker en citroensap toevoegen, de saus
zeven en koud opdienen.
Broodschotel met sinaasappelen.
Benoodigdheden (6 personen)300 gr. oud
brood zonder korst. plm. L. melk. sap van
4 a 5 sinaasappelen, schil van 1 sinaasappel
1 a 2 eieren plm. 150 gr. suiker. 75 gr. boter.
Bereiding: Het brood volkomen fijnroe-
ren in de kokende melk. De boter in een
kom tot room roeren, de eidooiers, de suiker
en de geraspte schil er bij doen. het brood
toevoegen, het sinaasappelsap door de zeef
er bij gieten en het stijfgeklopte eiwit er
luchtig doorroeren. Overdoen in een vuur
vast schoteltje en in een matig warmen
oven lichtbruin laten worden en laten
rijzen.
Turfjes met bessensap.
Benoodigdheden: (6 personen): 6 sneetjes
oud brood plm. 2 c.M. dik boter. 3 d.L.
bessensap. 2 d.L. water, plm. 75 gr. suiker,
-IV* lepel sago. suiker en kaneel.
Bereiding. De bessensap met het water
aan de kook brengen, binden met de aan
gemengde sago en op smaak met suiker
afmaken.
De sneetjes brood in reepjes snijden en
aan alle kanten in boter bruin bakken. Ze
in een schaaltje leggen en bestrooien met
su ker en kaneel. Als de bessensap wat af
gekoeld is er overheen schenken Dit ge
recht niet te lang van te voren klaar
maken, daar de broodjes dan slap worden.
Citrombroodjes.
Benoodigdheden '4 personen): 8 dunne
sneetjes brood 2 citroenen. L. water 100
gr. su ker boter.
Bereiding: De citroenen schoon borstelen,
in dunne chijfies snijden en de o'tten ver
wijderen. Ze opzetten met Vi L water en
zachtjes tot moes laten 'oken (1 uur). De
vruchten fijn wijven met een houten Ier el
of zilveren vork. de su kev erdco roeren en
het moe? uitspreiden over de sneetjes
brood, die men in boter bmingebakken
heeft.
Warm opd enen.
Op deze man'er kunnen a'lerlei vruchten-
oodjes gemaakt wo der Inplaats van dij|
c'troenmengsel kan men appel. abrikoze%
pruimen of rabarbarmoes nemen.