Waar de Vrouw belang in stelt LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 20 April 1939 Derde Blad No. 24254 WOL voor Pullovers, Slipovers enz. SPRINGBOK RADOX 80ste Jaargang Wie breit er mee Halve hoedjes Albion en de vrouw Met ONZE soorten De saus: Toppunt der kookkunst Toen ze pas getrouwd waren Kleine wenken voor de huisvrouw VETPUISTJES Dete week een belangrijk stuk voor de heeren-garderobe. Is het niet een ideaal kleedingstuk. deze 6lipover. waarbij geen das gedragen behoeft te worden?! Een sportieve, jeugdige dracht tevens bij een gezellig plus four-costuum. waarbij het vest altijd vervangen wordt door pull-over, slipover of trui. Om Jong en oud, slank en .minder slank" te dienen, is de handleiding ervoor zoodanig gemaakt, dat zij in alle gevallen geraad pleegd kan worden. Moeder, of wie de pret tige en dankbare taak op zich neemt, kan dan eventueel meteen een overschotje aan wol of een partijtje, dat werd ingekocht en niet opgebreid, benutten. Ook is ieder vrij in de keuze van een nieuw te koopen wol- soort; er zijn zulke prachtige kwaliteiten en uitvoeringen hierin, dat het prettig is niet gebonden te zijn en naar hartelust tus- schen als dit moois te kunnen rondsnuffelen Onze slip-over dan bestaat uit twee onge veer gelijke deelen; met het rugpand zullen we het eerst beginnen. We hebben de wol iplm. 200 gr.l en we hebben de daarbij pas sende aluminium naalden. Eerst zetten we nu 20 st, op en breien deze in ,,4 recht 2 averecht" aan de goede en resp. „4 averecht 2 recht" aan de verkeerde zijde. Hebben we hierin een hoogte van 4 cm. gebreid, dan trekken we de naald eruit, leggen het lapje vlak getrokken op tafel neer en meten hoe breed het is geworden. Dit noteeren we heel nauwkeurig en zorgen vooral, dat we het niet kwijt raken. Nu meten we onder de ar men even de bovenwijdte; dit aantal centi meters deelen we door het aantal, dat we noteerden. De uitkomst hiervan wordt ver menigvuldigd met 20. Het aantal steken we ten we dan heel precies voor den totalen omtrek. We deelen het doormidden, trek ken hiervan 8 st. af voor het rugpand en tellen bij de andere helft 8 st. op voor het voorpand. Ziezoo, het aantal op te zetten steken weten we nu; hebben we het op de naald staan voor het rugpand, dan breien we deze eerst in 2 r. en 2 av. voor een boord van 10 cm. hoogte. Hierna gaan we over in de ,.4 r. 2 av." Hebben we hiermede de hoogte be reikt tot onder de armen, dan moeten we aan de armsgatafkantingen gaan denken Steeds aan het begin der naalden kanten we hiervoor aan weersijden 4. 3 en 3 st. af (voor kinderen 3, 2 en 2 st.Voort gaat het dan tot aan de schouders. Nu moeten we eerst aan het rekenen slaan. Het aantal steken deelen we door 3, Nu rekenen we voor de hals 1/3 deel plus 12 st. (kinde ren 8 st.) en voor iedere schouder 1/3 deel min 6 st. (kinderen 4 st.i We noteeren het even. Weer aan het begin der naalden en aan weerszijden van het werk worden de schouders daarna in vijf deelen afgekant De hals-steken blijven tenslotte over en die kanten we alle tegelijk af, liefst ook in ,,4 r. of 2 av." of omgekeerd. Is dit klaar, dan halen we langs de halsuitsnijding opnieuw steken op, doch een minder aantal vanwege de rekbaarheid, en breien hierop 5 nld. 1 r. 1 aver. De steken worden daarna in de 6e naald eveneens in 1 recht 1 averecht, af gekant. Nu het voorpand: het aantal steken staat op onze bloc-note geschreven (de helft van het totale aantal plus 8 st.l en deze worden tot aan de armsgaten precies zoo gebreid als voor het rugpand aangegeven. Hier ge komen wordt thans afgekant in de volgorde 4. 4, 3 en 3 st. (voor kinderen 4, 3, 2 en 2 St.) Voort gaat het dan weer, thans tot 2 cm. beneden de schouders. Op deze hoogte gaan we afkanten voor de halsuitsnijding. We we ten het totale aantal steken hiervoor. 1/3 deel van het totale aantal na de armsgaten plus 12 steken (kinderen plus 8 st.) Hiervan kanten we, precies in het midden van de naald het 1/3 deel af en de overige 12 st. (of 8 St.), die den hals nog rechtens toeko men. worden in de komende naalden weg- gemlnderd om den hals mooi rond te krijgen Aan iedere zijde worden daartoe in de vol gende 6 naalden de 2 buitenste steken sa- mengebreid. Door het afkanten werd het werk in twee deelen gesplitst, waardoor het ook deel voor deel afgebreid moet worden. We zullen na het minderen voor de hals ongeveer tegelijk de juiste schouder hoogte bereikt hebben en kanten hiervoor op de gebruikelijke wijze af. dus te begin nen aan de armsgatzijde. Is het voorpand geheel klaar, dan halen we ook hierbij in de halsuitsnijding een minder aantal ste ken op waarvan we eenzelfde klein boordje breien als voor het rugpand aangegeven. Met fijn machinegaren stikken we nu aan de verkeerde zijde de schouders tegen el kaar, meteen daarbij het boordje betrek kend. Vóór we nu ook de zijnaden dicht maken, halen we in de armsgaten, te be ginnen bij een afkanting hiervoor en weer eindigend bij die van het andere pand. even eens steken op voor het kleine boordje. Is dit werkje klaar, dan leggen we het geheele breiwerk met de goede zijde naar beneden op de strijkplank en persen het onder een vochtlgen doek en met een niet te heete bout watop Eerst hierna worden de zij naden dichtgenaaid, waarbij tevens de armsgatboordjes betrokken worden. Dat we er maar veel voldoening van mo gen beleven! NORA HANA. De Parijsche midinette wil, net als de ..grande dame" altijd alleen maar het nieuw ste dragen, en wat de groote modehulzen brengen, wjl ze onmiddellijk ook hebbeh. Nauwelijks zijn dan ook de exclusieve mo deshows in de salons voorbij of alle begee- renswaardighederi der mode liggen reeds voor een achtste van den prijs in de etalages der groote magazijnen. Zeker, het materiaal is niet zoo goed en op de uitvoering is ook wel het een en an der aan te merken. Maar alles is toch naar het nieuwste model geknipt en de kleine midinette met haar minieus beursje wan delt net als de rijke dame op den eersten mooien lentedag, trotsch met haar nieuw voorjaarscostuum en gloednieuw hoedje langs de boulevards. Dit jaar is de taak van de confectiema gazijnen wel bizonder moeilijk Want de mode schrijft voor: kostbaar materiaal en overvloed van stof Het is nu allesbehalve gemakkelijk goed- koope jurkjes en hoedjes te maken. Maar,er duiken altijd wel weer groote breinen op! In een der groote warenhuizen achter de opera zwerven op slanke stelen in de hoedenafdeeling, roze, blauwe en lila hoedjesprecies zooals de mode ze voorschrijft. Maar om een lagen prijs te be reiken en toch goed materiaal te kunnen verwerken, heeft men daar een geniale op lossing gevonden. Men biedt canotiers, in het midden doorgesneden, te koop aan. Het nieuwtje heeft succes! Immers een hoed is toch niet in de eerste plaats hoofd bedekking? Neen. als hij maar chic is en het gezicht een bizonderen toets heeft. Uit gevoerd in de nieuwste modekleuren, met een lint om het achterhoofd bevestigd en zoo diep in de oogen gedrukt, dat men er nauwelijks onderuit kan kijken, is de nieu we halve hoed een summum van moderniteit Hopelijk maakt de idee geen school, want dan zien we binnenkort de Parijsche mi dinette vanwege de goedkoopte met één handschoen, een halve kraag, een halven ceintuur enz rondflaneeren Om van de jurken maar niet te spreken! Een Franschman uit de oude doos, die waarschijnlijk om de hoffelijkheid van zijn eigen natie beter te doen uitkomen veel kritiek heeft op de houding der En- gelschen tegenover het sohoone geslacht, vertelt de volgende anecdotes: Een Engelschman. pas „etrouwd met een Francaise, is met zijn jonge vrouw op veis. Zij zit in een hoekje van de postkoets, hij breit U steeds het VOORDEELIGST! BUITENGEWONE KEUZE. EXTRA LAGE PRIJZEN. HAARL.STRAAT h. DONKERSTEEG 2—4—6 3283 (Ingez. Med.) op de middenplaats. Bij de eerste uitspan ning wendt de teedere echtgenoot zich tot zijn betere helft met de woorden: „Voel je je goed?" „Oul, mon ami!" „Is je plaats gemakkelijk?" „Oui, mon ami!" „Heb je geen last van het schokken?" „Non. mon ami!" „Voel je ook geen tocht?" „Non, mon ami!" „Mooi! Heel goedgeef mij dan Jouw plaats maar!" Een Franschman zit in de postkoets naar Londen, samen met een Engelschman en zijn vrouw. De Franschman vraagt beleefd aan de dame: „Madame, staat u me toe te rooken?" De dame zwijgt, maar de heer antwoordt vrij bruusk: „Neen, neen. mijn vrouw heeft last van den rook". De Franschman steekt hierop weemoedig zijn havana weer in den koker en gaat een dutje doen. Enkele minuten later wordt hij wakker door een doordringenden tabaksrook.de Engelschman zit te dampen als een schoor steen. „Maar, mijnheer!" roept de rranschman verontwaardigd uit „en daarnet zei u toch. dat mevrouw last van den rook had!" „Ach ja!" antwoordt de laconieke En gelschman „van die rook van u, maar niet van mijn rook. Ze is toch immers mijn vrouw." Zelfs laarzen worden er eetbaar door. Door alle eeuwen heen is de saus be schouwd als het toppunt der kookkunst, als de „bezielende kracht" In het rijk dei- culinaire geneugten! De naam „saus", afgeleid van salsa. d. i. „het gezoutene", wijst er reeds op. Want evenals het zout onmisbaar is, zoo is ook de sausnu, laten we zeggen: bijna on misbaar. Welk een groote rol de saus reeds bij de ouden speelde, wordt zonneklaar bewezen door een passage in „de vogels" van Aristophanes, waar de gevoederde luchtbe woners aldus haar leed klagen: „Dat men ons naar de markt brengt, dat we worden gebraden, is slechts een kleinigheid. Maar dat men een saus uit azijn en olie, uit kaas. vet en zoetigheid bereid, kokend over ons uitstort, dat maakt ons verbitterd en drijft ons tot opstand tegen mensohen en goden." Zoo wordt de saus in dit humoristische wereldbeeld van den grooten spotter Aristophanes geschilderd als de oorzaak van alle onheil. Zelfs de Spartanen, wier kookkunst in het algemeen niet zeer hoog ontwikkeld was waren enthousiaste vereerders van de saus, want hun beroemde zwarte soep was eigenlijk niets anders dan een saus van bloed en wijn, dik gemaakt met meel. Ove rigens moest men. volgens de Spartanen in de Eurotas hebben gebaad, om deze zwarte soep geheel naar waarde te kunnen schatten. Naast zout en specerijen van allerlei aard was een hoofdbestanddeel van de saus steeds het vet: naast boter speelde olie een gewichtige rol. en wel in alle mogelijke soorten, totwonderolie toe, dat nog altijd door de Ohineezen in hun sausen ge bruikt wordt. Eindeloos groot is het aantal sausen, dat ons uit de kookboeken van alle tijden be waard gebleven is en juist door het ont dekken van steeds nieuwe saus-mogelijk- heden hebben zich steeds de verschillende glansperioden der kookkunst gekenmerkt. Als een echte alchemist hanteerde de oude „sausmeester" zijn retorten en pannen om de wonderlijkste mengsels tot een kunst werk van culinaire magie te vereenigen; de moderne sauskunst daarentegen laat zich beter vergelijken met de werkzaamheid van den chemicus. Aan het hof der renaissancevorsten wa ren speciale „sauciers", die niets anders te doen hadden dan deze kostelijke bijkom stigheden van het menu te bereiden De keuken van Philips den Stoute telde drie „sauciers", Karei VII van Frankrijk be zat er twee. plus nog vier saucerie-knech- ten. Uit verre streken kwamen de exoti sche specerijen, die men voor de saus ge bruikte. Geweldige hoeveelheden peper werden door den sauskunstenaar bij zijn probeersels verspild, hij mengde muskus en amber in zijn kunstwerk, deed er noot muskaat in en uien, peterselie, selderij, knoflook enz. Azijn en mosterd speelden eveneens een voorname rol bij de sausbereiding en het is in dit verband opmerkelijk, dat de „sau ciers". wat hun maatschappelijken stand betreft, gelijk stonden met de azijnfabri- kanten. De uitvinders van beroemde sausen ge noten wereldvermaardheid: zoo werd Robe- lais. die voor het eerst de „sauce a la Ro bert" bereidde, tot de groote weldoeners der menschheid gerekend, daar hij iets ge zonds en tegelijkertijd lekkers had bereid. De sausen van de klassieke Fransche keu ken muntten uit door scherpheid. Daarom was Frederik de Groote er bijzonder op ge steld. Zijn kok Noël moest de allerpikantste sausen bereiden, zelfs rundvleesch at de koning in een saus ran brandewijn met knoflook. De Parijsche fijnproevers waren echter in dien tijd reeds van de sterk-ge- kruide sausen teruggekomen en gebruikten mildere spijzen, die een overgang vormden tot de moderne kookkunst. Ook thans nog geldt de saus als het top punt van kookkunst. De „macht" van de saus bestaat in haar bekwaamheid om elk gerecht smakelijk te kunnen maken. Iedere échte kok zal deze „macht van de saus" als een grond-axioma aannemen. Ten bewijze hiervan de volgende anecdote: een meester in de sauskunst wedde met een anderen kok, dat hij door middel van een saus zelfs een paar winterlaarzen eetbaar zou maken. En. hij won de wedden schap. Het leer werd vier weken lang in koud water gelegd, waarbij twaalf keer per dag het water werd ververscht. Dan werd het grondig gereinigd, veertien dagen lang in sterke bouillon gekookt, fijngehakt en met een heerlijke bourgognesaus smakelijk verorberd. Als het niet waar is, dan is het toch goed gevonden! Goeie tyding van die Kaap Hierdie Springbok is 'n blye boodskap van son en warm vriendskap van die Kaapkolonie aan die stam verwante Nederland. U moet dit proe.- 'n Baie goeie soet muskadelwyn F. 1.20 PER FLESCH IN ALLE GOEDE ZAKEN I E.r.1, Imp., WEP. G. OUD Pt.. C«. - HAARLEM 3287 (Ingez. Med.) Krijgslist van jeugdig echtgenoot, die reusachtig slaagde. Dolly verheugt zich geweldig op het con certeert van vanavond, waarvoor Hans kaarten genomen heeft. Zonnige, blijde ge dachten zwermen uit, vooral naar de kast, waarin haar nieuw toiletje gereed hangt, en naar allerlei andere heerlijke dingen. Ze zingt als een vogelEn dan opeens de telefoon. „Ja?" zegt Dolly een tikje afwezig. „Jij, Dolly?" „Hallo, Hans, ben jij het?" „Ik moet je iets ellendigs vertellen, lieve Dolly", zegt Hans, „ik moet vanavond op eens de stad uit, voor de zaak. Ik kan niet eens meer eerst thuiskomen; mijn trein gaat al om half acht". „Hè, jongen!" Dolly is opeens echt verdrietig. ..Hoelang blijf je weg?" vraagt ze. „Acht dagen, misschien tien." „Ja maar.ik moet je toch heusch nog even zien, vóór je gaat!" „Onmogelijk, kindje." „Ik kom aan het station; goed?" „Dat zou heerlijk zijn. Dolly," zegt Hans. „Ik verheug me erop. je nog even te zien Maar denk om je tijd: de trein wacht niet!" „En.het concert?" „Welk concert?" „We zouden toch vanavond naar het gala-concert gaan." zegt Dolly diep teleur gesteld. „Je hebt toch de kaarten al ln je zak „O ja! Het concert! Och, kind, wat jam mer!" „Vreeselijk jammer, Hans!" Haar man troost haar: „Je gaat Je nu maar onmiddellijk verkleeden en dan direct van het station naar het concert. Het be gint om acht uur, dan ben je mooi op tijd." „Ja, Hans maar „Maar?" „Het was toch veel heerlijker, als jij mee had gekund!" Hans zucht en zegt kort: „Mijn trein vertrekt precies om half acht. Ik verwacht je aan het station. Wees op tijd, lieveling! Dag!" Als Dolly het apparaat neerlegt is het even voor zevenen. Ze rent naar de slaap- kamer.om zioh te verkleeden. Zóó vlug heeft ze nog nooit een japonnetje aangetrokken, zóó vlug heeft ze nog nooit van kousen en schoenen gewisseld, zóó vlug werd nog nooit haar avondtasohje gevuld, zóó vluchtig heeft ze nog nooit in den spiegel gekeken. Maar het lukt! Precies om half acht staat ze op het perron. „Hans, waar is je koffer?" „Welke koffer?" „Je gaat toch op reis?" „Ik? op reis?" „Maar je hebt me toch opgebeld. Je... Hij neemt zacht haar arm en leidt haar naar zijn wagen, die voor het station staat „Ben je érg boos op me. als ik maar niet op reis ga?" „Maar ga je dan niet, Hans?" „Neen. Ik ga niet." „Maar waarom heb je me dan. „Och. Dolly, ik wou zoo dolgraag één keertje „Wat?" Eén keertje op tijd met je op een concert komen!" Een ingelijste prent die is gaan „golven" kan men gemakkelijk weer vlak krijgen door de prent met den goeden kant op tafel te leggen, daarna den achterkant flink met water te bevochtigen en tenslotte de prent op tafel vastgeprikt te laten drogen. Uw tafelzilver behoeft bijna nooit te worden gepoetst, in dien U het geregeld waseht in kokend zeep- sop. het daarna onmiddellijk met een drogen doek afdroogt en na wrijft met een schoonen gelen stofdoek. Kurk in de flesch? Wanhoop niet! Ze is er wel uit te krijgen met behulp van een stevig ijzerdraad! U neemt het ijzerdraad dubbel en buigt het dubbele einde om, zoodat een haak ge vormd wordt, waarin de kurk zoo ongeveer past. Gevlekte messen kunnen prachtig worden schoongemaakt met citroensap. U veegt ze af met een ka toenen lap, net zoolang tot de vlekken ver dwenen zijn. Dit is beter dan met een schuurmiddel. Gaten in de kousen van de schoolgaande kinderen zijn een vree- selijke last, vooral in de hielen. Moeder kan dit voor een deel voorkomen, door een stukje leer in de schoen te laten aanbrengen, zoo dat de voet niet bij iederen stap in en uit den schoen schiet. Zondag: Kerry soep Gehakt Stoofsla Aardappelen Citroenpudding Maandag: Brusselsch lof met ham en kaassaus Aardappelen Griesmeelpudding Gestoofde pruimen Dinsdag: Biefstuk Postelein Aardappelen Vanillerijst Woensdag Vermicellisoep Spinazie Gevulde eieren Pommes frites Caramel vla Donderdag: Saucijsjes Bloemkool Aardappelen Flensjes met gember Vrijdag: Bloemkoolsoep Gestoofde visch Wortelen (bus) Aardappelen Rabarbervla Zaterdag Rijst met eieren en kerrpsaus Veldsla Wentelteefjes VEGETARISCHE MENU S. 1. Groentesoep Spinazie met eieren Gebakken aardappelen Gort met rozijnen 2. Gekookte rijst Champignonragoüt Dunsel Broodpannekoek 3. Eiercroquetjes Bloemkool met kaassaus Aardappelen Vanille vla met rabarber 4. Gekookte eieren met mayonnaise en radijs Stamppot van rauwe spinazie Vruchtengruel verwijdert U onmiddellijk en afdoende door deze te betten met Radox. opgelost in warm water. Bi) apothekers en erkende drogisten f0.90 per pak en f0.15 per klein pakie 3290 (Ingez. Med.) RECEPTEN. Eenige minder bekende toespijzen van brood. Broodpannekoek. Benoodigdheden (4 personen 200 gr oud brood zonder korst 40 gr. suiker. 2 d.L melk. 2 a 3 eieren, schil van Vs c troen, 40 gr. boter, abrikozenjam. Bereiding: Het brood n de lauwe melk fijn wrijven. De geraspte citroenschil de ei dooiers en de suiker e" door roeren en het laatst het stijfgeklopte e'wit er mee ve - mengen. De helft van de boter lichtbruin laten worden 'n de koekecan de helft van het beslag er in doen en de koek voorzich- tig aan beide kanten bruin bakken. Met behulp van een deksel keeren. De koek op een verwarmd bord leggen en besmeren met wat abrikozenjam. Van de rest van het deeg een tweede koek bakken en deze op de andere leggen. Het gebak met poe dersuiker bestrooien. Broodpuddinkjes. Benoodigdheden voor 4 personen: 150 gr. oud brood zonder korst, 100 gr. basterd suiker, 75 gr. boter, sap en schil van l/t citroen. Bereiding: De boter smelten, suiker, ge raspte schil en geraspt oud brood met el kaar vermengen en overdoen in beboterde en met paneermeel betrooide zandtaart vormpjes. Deze op een bakblik zetten en in den oven lichtbruin bakken. 15 a 20 minu ten. Ze keeren en dienen met citroensaus of abrikozensaus. Citroensaus. Benoodigdheden: 3 dX. water, sap van 2 citroenen, schil van 1 citroen, plm. 75 gr. suiker, plm. 20 gr. sago. Bereiding: Het water met de dun afge schilde schil van 1 citroen aan de kook. brengen. Binden met de aangemengde sago. su.;ker en citroensap toevoegen, de saus zeven en koud opdienen. Broodschotel met sinaasappelen. Benoodigdheden (6 personen)300 gr. oud brood zonder korst. plm. L. melk. sap van 4 a 5 sinaasappelen, schil van 1 sinaasappel 1 a 2 eieren plm. 150 gr. suiker. 75 gr. boter. Bereiding: Het brood volkomen fijnroe- ren in de kokende melk. De boter in een kom tot room roeren, de eidooiers, de suiker en de geraspte schil er bij doen. het brood toevoegen, het sinaasappelsap door de zeef er bij gieten en het stijfgeklopte eiwit er luchtig doorroeren. Overdoen in een vuur vast schoteltje en in een matig warmen oven lichtbruin laten worden en laten rijzen. Turfjes met bessensap. Benoodigdheden: (6 personen): 6 sneetjes oud brood plm. 2 c.M. dik boter. 3 d.L. bessensap. 2 d.L. water, plm. 75 gr. suiker, -IV* lepel sago. suiker en kaneel. Bereiding. De bessensap met het water aan de kook brengen, binden met de aan gemengde sago en op smaak met suiker afmaken. De sneetjes brood in reepjes snijden en aan alle kanten in boter bruin bakken. Ze in een schaaltje leggen en bestrooien met su ker en kaneel. Als de bessensap wat af gekoeld is er overheen schenken Dit ge recht niet te lang van te voren klaar maken, daar de broodjes dan slap worden. Citrombroodjes. Benoodigdheden '4 personen): 8 dunne sneetjes brood 2 citroenen. L. water 100 gr. su ker boter. Bereiding: De citroenen schoon borstelen, in dunne chijfies snijden en de o'tten ver wijderen. Ze opzetten met Vi L water en zachtjes tot moes laten 'oken (1 uur). De vruchten fijn wijven met een houten Ier el of zilveren vork. de su kev erdco roeren en het moe? uitspreiden over de sneetjes brood, die men in boter bmingebakken heeft. Warm opd enen. Op deze man'er kunnen a'lerlei vruchten- oodjes gemaakt wo der Inplaats van dij| c'troenmengsel kan men appel. abrikoze% pruimen of rabarbarmoes nemen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 9