GOUXJp*
Hoe Albanië steeds voor zijn
onafhankelijkheid opkwam
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 8 April 1939
Derde Blad No. 24244
IQ
80ste Jaargang
m BUITENL. WEEKOVERZICHT
Spanning stijgt
kookpunt
tot
Nederlandsch kolonel offerde er zijn leven
'N KNOOPtRM!
FINANCIEN
Noordhollandsch Landbouwcrediet
In ons vorig overzicht schreven wij: met
rasse schreden gaat de wereld belangrijke
beslissingen tegemoet! De nu afgeioopen
week heeft dit ten volle bevestigd. Polen
heeft de eenzijdige verzekering van Enge
land ten aanzien van Polen's integriteit
niet alleen aanvaard, doch zijnerzijds be
antwoord. Hoewel nog enkele detail-pun
ten te regelen overblijven, zoodat het eind-
accoord nog geteekend moet worden, is niet
temin het accoord zelf reeds gesloten.
Beide landen verzekeren elkaar bij een
niet-uitgelokten aanval wederzijdschen
steun met alle macht, waarover zij be
schikken. Ieder land zal voor zich zelf be
slissen, of het zich al dan niet bedreigd
ziet en dus tot militaire afweer overgaat!
Ook dat is een voorname factor, speciaal
voor Polen!
Onnoodlg té zeggen, dat door een en an
der Polen is overgegaan in het anti-Duit-
sche kamp, om te spreken volgens Duit-
sche zienswijze. Daar blijft men immers
spreken van een omsingelingspolitiek als
het doel der Engelsche politiek en heftig
gaat men daartegen te keer. Men keert
terug tot de felste scheid-campagne tegen
Albion in den trant van 1914: Gott strafe
England. Het is volgens Duitsche menta
liteit tevens het beste bewijs, dat Engeland
raak heeft geslagen en dat men bevreesd
is voor de gevolgen! In Engeland heeft
sinds jaar en dag niet zoo'n eensgezindheid
bestaan als op het huidige oogenblik. Men
mag gerust zeggen, dat volk en parlement
thans als één man achter Chamberlain
staan. Zelfs zij, die steeds Muenchen als
een groote fout hebben beschouwd, steu
nen niettemin den premier volgens den
echt Engelsohen stelregel, iemand de kans
te geven een fout goed te maken. Zoolang
Chamberlain nu zijn nieuwen koers getrouw
blijft en men mag gerust aannemen,
dat hij een volledige ommezwaai heeft ge
maakt in dat opzicht weet hij zich ge
dragen door een eendrachtig Brittannië.
Engeland ontkent beslist, dat er sprake
is van een omsingelingspolitiek; bedoeling
is immers slechts een front te vormen van
alle landen, die zich voortaan willen ver
zetten tegen iedere verdere daad van
agressie, tegen alle verdragen en beloften
ln. Eensdeels kan men dit inderdaad een
omsingeling oordeelen, maar dan toch
slechts een omsingeling, die pas in wer
king treedt, zoo Duitschland zelf deze ver
oorzaakt! Het zou de straf op de zonde
zijn
Behalve Polen, heeft Engeland ook de
andere landen in Oost-Europa gegaran
deerd; nog moet deze aangelegenheid vol
ledig worden geregeld, maar de Britsche
verzekering is er reeds en dat spreekt
boekdeelen omtrent de inmense verande
ring in de Britsche politiek!
Speciaal geldt dit nadere besprekingen
met Roemenië, Zuid-Slavië, Griekenland en
Turkije. Met de sovjets Is toch feitelijk al
overeenstemming door Engeland verkre-
-gen. Alleen tvorden de sovjets wat op den
achtergrond gehouden, omdat de landen in
Oost-Europa, uitgezonderd dan wellicht
Turkije, wat bang zijn om met de sovjets
zonder meer een verdrag aan te gaan, doch
als het meenens is geworden, begrijpt men
wel, dat ook de hulp der sovjets niet zal
worden geweigerd. In nood is men niet zoo
kieskeurig meer
Zou Duitschland een aanval wagen op
een van genoemde landen en het betrokken
land verzet zich met de wapenen en dat
mag zeer zeker worden verwacht dan is
er weinig twijfel meer: dan staat Europa
voor een nieuwen oorlog!
Aan de Duitsche expansie volgens het
begrip van „eischen in verband met levens
ruimte", die in wezen onbegrensd zijn. is
door Engeland een halt gesteld; en Frank
rijk staat geheel achter Londen!
Bovendien wordt het steeds duidelijker,
dat ook de Vereenigde Staten, mocht het
onverhoopte plaats vinden en Europa we
derom ten prooi vallen aan een vernieti
ging van niet af te meten omvang, zich
niet lang afzijdig zullen houden, maar
partij-kiezen ten gunste der Westersche
democratieën. Zelfs uit de rijen der tegen
standers van president Roosevelt komen
zoodanige klanken, dat daaraan moeilijk
meer te twijfelen valt.
Het front van 1914 tegen Duitschland is
ln wezen al weer gevormd, slechts Italië
zal Berlijn volgen. Dit mag men thans wel
als zeker aannemen, nu de staven van
beide spil-genooten in nauw contact met
elkaar zijn getreden als antwoord op het
overleg tusschen de staven van Frankrijk
en Engeland en meer nog door de vrij on
verwachte daad van Italië ten aanzien van
het bevriende Albanië.
Zooals bekend, was totdusver de winst
van de as alleen Duitschland ten goede
gekomen, men mag zelfs wel zeggen tot
schade van Italië. Rome had zijn eischen
tegenover Frankrijk, maar durft deze toch
niet in concreten vorm stellen, gezien de
vaagheid, waarin deze eischen nog altijd
blijven gehuld. Frankrijk, dat verdeeld
heette en ten prooi aan binnenlandsche
partij-twisten, heeft onder Daladier op
nieuw een kracht verworven, waarmede
niet te spotten valt. Weliswaar heeft bij
de herkiezing van Lebrun tot president der
republiek niet die eenheid voorgezeten, die
men gaarne had willen zien gedemon
streerd, maar toch is de continuïteit in
het Fransche bewind voldoende geaccen
tueerd, om niet te doen aarzelen omtrent
de uitspraak, dat als puntje bij paaltje
komt, cie eenheid er toch is, ook al wist
de politiek zich niet boven intriges te ver
heffen. Italië heeft het nu in andere
richting gezocht, al handhaaft het zijn
eischen tegenover de Latijnsche zuster.
Albanië, waarmede Rome al sinds 1927 een
vriendschapsverdrag heeft, is het kind vdn
de rekening geworden
Rome volgt daarbij geheel het voetspoor
van zijn asgenoot. wiens methoden het
heeft afgezien. Albanië moet tegen zich
zelf beschermd worden, heet het. Door het
optreden van „benden" was er voor Alba
nië zelf een gevaarlijke situatie ontstaan
en Rome haast zich nu om Tirana te hulp
te komen! Onbaatzuchtiger kan het toch
niet.... Bovendien dreigde er gevaar voor
de aanwezige Italianen! Jammer voor Ita
lië. dat buiten de as niemand dit zal slik
ken, doch slechts zal spreken van een
nieuwe poging om een kleinen staat een
voudig te onderwerpen
Spijtig voor Italië is, dat Tirana, on-
Italië's penetratie gedurende
de laatste decennia.
(Van een bijzonderen medewerker.)
Albanië heeft een interessante geschie
denis achter den rug. Het is vooral een
geschiedenis van strijd geweest, want de
Albaneezen zijn een volk met een sterk
nationalistisch gevoel, dat zich kant tegen
iedere vreemde overheersching. Dit blijkt
duidelijk, als men eenigermate met de ge
schiedenis van het land vertrouwd ls. Al
banië is verschillende malen veroverd en
onderhoorig gemaakt, doch telkens kwam
de bevolking ln opstand en verzette zich te
gen de vreemde macht. Zoo is het land ge
durende meer dan vier eeuwen in Turksch
bezit geweest, doch de Turksche gebieders
hadden niet veel macht in dit woeste berg
land en zij waren dan ook zoo verstandig
in de maatschappelijke verhoudingen niet
veel verandering te brengen. Tijdens het
Turksche régime namen veel Albaneezen
dienst in het Turksche leger en brachten
het tot aanzien. Zoo werd o.a. Mohamet
Ali in het begin der 19e eeuw Pascha van
Egypte.
Onafhankelijk.
In 1867 werd het eerste voorstel gedaan
om een autonoom Albanië te vormen. Dit
voorstel ging uit van den Russischen mi
nister Gortchakof en werd nog besproken
op de conferentie van Reichstadt in 1876.
Tot een zelfstandig Albanië kwam het
evenwel nog niet. al bleef het streven
daartoe onder de Albaneezen wel bestaan.
Toen de revolutie van 1908 een einde had
gemaakt aan het absolute bewind van sul
tan Abdoel Hamid, werden in de volksver
tegenwoordiging 25 Albaneezen gekozen.
Steeds verder gingen de Albaneezen op den
weg der onafhankelijkheid en elschten
toen van de Turksche regeering het ge
bruik van de eigen taal en meer zelfstan
digheid. De Turken voelden hiervoor niet
erg veel, waarop de Albaneezen in verzet
kwamen. Tenslotte moest de Turksche re
geering hun tegemoet komen .met het toe
staan van het bezetten van regeeringspos-
ten door Albaneezen.
Op de conferentie te Londen ln 1912, na
den eersten Balkanoorlog, werd bepaald,
dat Albanië een zelfstandige staat zou vor
men. waarvan in 1913 de grenzen werden
vastgesteld.
Vijf dagen koning.
Voor een vermakelijk intermezzo zorgde
een zekere Otto Witte, die gedurende vijf
dagen, n.m. van 15 tot 2"Februarl 1913, ko
ning van Albanië is geweest. Deze toenter
tijd 41-jarige Duitscher was de zoon van
circusartisten en stond reeds als jong kind
op de planken. Ook leerde hij al vroeg
leeuwentemmen en goochelen, zoodat hij
nauwelijks negen jaar oud, als leeuwen-
temeer in het openbaar optrad. Otto Witte
reisde de geheele wereld door en kwam
eindelijk in 1911 in den Balkan, waar hij
gedurende twee jaar verbleef. Toen hij ver
nam, dat er in Albanië een koning zou
worden gekozen en dat hiervoor de Turk
sche prins Halim Eddin in aanmerking
kwam, voeldes Witte den lust in zich opko
men zichzelf op den Albanischen troon te
plaatsen. Hij schafte zich een prachtig
uniform aan en zond vervalschte tele
grammen naar Durazzo, de hoofdstad van
Albanië, waar hij luisterrijk werd ontvan
gen. Den 15en Februari 1913 werd hij al
daar als Said Halim tot koning van Alba
nië uitgeroepen. Slechts vijf dagen lang
heeft hij deze waardigheid bekleed; toen
werd de grond ln Albanië hem te warm
en Witte verdween.Toen de oorlog geëindigd
was. keerde hij naar zijn vaderland terug.
In 1933 werd hij te Berlijn wegens oplich
ting gearresteerd.
Hij had zich namelijk te Dessau aan een
tehuis voor mannen vervoegd, met de me-
dedeeling. dat hij een studie maakte van
dergelijke inrichtingen. Hij genoot daar
met de andere bewoners den maaltijd en
vroeg daarna, of hij ook in het tehuis on
derdak kon krijgen, hetgeen hem werd
toegestaan. Des morgens was de gast even
wel spoorloos verdwenen, waarom het be
stuur van de inrichting een aanklacht
wegens oplichting bij de politie indiende,
waarna hij korten tijd later te Berlijn
werd gearresteerd. Kort daarop bracht hij
o.m. een bezoek aan Den Haag. waar hij
in een cabaret optrad.
De Prins von Wied.
Als vorst van Albanië werd door de sta
len benoemd Prins Wilhelm von Wied. Het
was zijn echtgenoote. die hem ertoe bewo
gen had den aangeboden troon te accep
teeren. De tactvolle overreding van haar
tante, de Roemeensche Koningin Carmen
Sylva, was haar hierbij te hulp gekomen,
benevens de duidelijk uitgesproken belofte
tot bijstand van de zijde van den Duitschen
Keizer. Op den 7en Maart 1914 kwam de
Prins in Durazzo aan en werd door het
volk ontvangen met kreten van „roste
mbreti" („lang leve de Koning"). Nog geen
maand later konden de koning en diens ge
volg alleen van hun nachtrust genieten
met behulp van vreemde oorlogsbodems,
waarvan de zoeklichten terugkaatsten op
de bergruggen, waarvan de opstandige re
bellen-troepen loerden. De koninklijke
troepen „De Malissorianen" waren gewillig
genoeg hun leven voor den vorst te offe
ren, maar niet hun morgenkoffie. Zij wei
gerden tot een aanval over te. gaan, voor
dat de café's in Durazzo waren geopend.
De Nederlandsche, Zweedsche en Oosten-
rijksche officieren, die aan het hoofd der
kopinklljke troepen stonden, konden een
kogel tusschen huft\;schouders verwachten,
indien zij zouden trachten hun autoriteit
te toonen. Slechts één van hen, de Oosten
rijker van Italiaanschen adeldom, kapitein
Chillardi, slaagde er in zijn mannetjes bij
elkaar te houden en de vlucht van den on-
gelukkigen Prins in September 1914 te
dekken.
De Nederlandsche kolonel Thomson
verloor in dezen strijd op 15 Juni 1914
Weest den knoop dankbaar, die
U er aan herinnert een versch
pakje Gold Star Shag te koopen
Nu vlug naar den winkel!
Niemeijer's GOLD STAR Shag
is fijn van smaak, licht en geurig!
'n Extra Tractatie: Gold Star de Luxe, 12 et.
2623
(Ingez. Med.)
Verdwijnt als zelfstandige instelling.
danks het vriendschapsverdrag, zich niet
zonder meer heeft willen onderwerpen,
doch wil vechten voor zijn onafhankelijk
heid. Hetgeen Duitschland totdusver steeds
was gelukt zonder schot, kan Rome
blijkbaar niet nadoen. Het kleine landje
der woeste bergen en wilde krijgers het
telt slechts 1.200.000 inwoners! heeft bij
ultimatum gestelde eischen als één man
afgewezen en vecht nu voor zijn eigen be
staan. Koningin Geraldine, die juist het
land een kroonprins had geschonken, heeft
reeds de wijk genomen naar Griekenland
droeve bijkomstigheid in de ramp van
een vrij volk
Onnoodig te zeggen, dat de strijd te on
gelijk is om aan den afloop te twijfelen.
Zoo Albanië niet van buiten af hulp er
langt. zal het, na korteren of langeren
strijd, het onderspit moeten delven. Dan
zal weer een klein volk ten offer vallen
aan de matelooze eerzucht van een impe
rium-droom!
Zal Albanië echter op eenige hulp kun
nen rekenen? Zoo ooit, dan past hier het
geplaatste vraagteeken. De eenige landen,
die direct hulp zouden kunnen bieden, zijn
Zuid-Slavië en Griekenland. Hoezeer beide
landen hun eigen bedreiging zullen ver
meerderd voelen, is het niettemin aan den
hoogsten twijfel onderhevig, dat zij zich
zullen blootstellen aan een rechtstreek-
schen aanval. Speciaal voor Zuid-Slavië
wordt de toestand al zeer onrustbarend.
De omsingeling door de as wordt zeer be
denkelijk uitgebreid. En dientengevolge de
mogelijkheid zich tegen de economische
etschcn van Duitschland te verzetten
Wellicht is dat zelfs de ondergrond voor
het droeve gebeuren, dat zich nu op den
Balkan afspeelt, meer nog dan dwang om
Zuid-Slavië terug te houden van meedoen
met Londen! Doch dan zou de winst voor
namelijk weer voor Duitschland zijn en
niet voor Italië, dat in Albanië geen be
looning zal vinden voor de moeiten en
kosten die het thans maakt.
Engeland en Frankrijk houden zich nog
zeer afzijdig en dat wettigt het vermoeden,
dat van die zijde geen hulp is te verwach
ten door de Albaneezen. Rechtstreeksche
belangen hebben de Westersche democra-
tien niet in de Adriatische Zee. Toch zal
het Britsch-Italiaansch accoord geducht in
de knel komen, want Engeland zal in ieder
geval het gebeuren als in strtid beschou
wen met de belofte tot handhaving van
den status quo in de Middellandsche Zee.
Zoodoende zal de spanning in ons wereld
deel opnieuw worden verhoogd, een span
ning. die steeds meer het kookpunt be
nadert.
Slechts een wonder lijkt Europa nog te
kunnen redden van den baaierd, nu de
totalitaire landen hun gedragslijn blijkbaar
niet willen herzien!
Ook Spanje komt nog eens terug in de
algemeene politiek. Nu Franco de eind
overwinning heeft behaald, komt immers
het terugtrekken der Italiaansche troepen
op den voorgrond en daarvan verneemt
men nog niets, integendeel doen kwade
geruchten de ronde. Italië zou zijn troepen
willen handhaven als pressie tegen Frank
rijk....
In verband met het bovenstaande zal het
niet kunnen verbazen, dat alle andere
voorvallen, waaraan anders aandacht vol
op zou zijn gewijd, nauwelijks onder de
loupe worden genomen. Wat beteekenen
die inwendige „grootheden" van kleine
landjes ook voor het wereldgebeuren?
Neem b.v. de verkiezingen in België en
Denemarken, de wereld neemt er weinig of
geen notitie meer van. Zij zijn slechts van
ondergeschikt belang!
het leven. In het stadsplantsoen te Du
razzo houdt een zuil zijn aandenken
levendig. Hierop zijn de woorden ge
grift: „Aan kolonel L. W. J. K. Thom
son en onze andere helden, die hun
bloed gaven voor de onafhankelijkheid
van Albanië. De stad Durazzo richtte
dit monument op als herinnering en
uit grooten eerbied. Durazzo 28-XI-
1923". Te zijner eere werd 10 September
1918 te 's-Gravenhage op het naar hem
genoemde plein een standbeeld opge
richt.
Italiaansche bezetting.
Na het vertrek van den Prins von Wied
werd het land bezet door een Italiaansch
legercorps, dat de zelfstandigheid van Al
banië onder Italiaansch protectoraat pro
clameerde. Tegen deze Italiaansche politiek
verzette zich President Wilson, die hoog
stens van een Italiaansch mandaat over
Albanië wilde weten. In 1920 moest Italië
van alle gezag over de Aibaneezen afzien.
Hoewel de toestand in Albanië gedurende
de eerste jaren na den oorlog vrij rustig
bleef, braken al spoedig woelingen uit.
welke in 1924 leidden tot omverwerping
van de regeering en het uitroepen van de
republiek. Zogu werd tot president verko
zen. Deze keuze beteekende een beslissende
stap voor Albanië's onafhankelijkheid.
Het Koningshuis.
De familie Zogu is inderdaad sedert het
einde van de 15e eeuw de regeerende fa
milie in Albanië geweest van het tijdstip
af, dat hun stichter Zogu het katholicisme
vaarwel zei en het mohammedaansche ge
loof aanvaardde, waarbij hij door het
Turksche bestuur als gouverneur van den
vazalstaat werd erkend. De vierde Zogu,
Abdulla Bei, waagde den vrijheidsoorlog
tegen de Turken en sneuvelde als hoofd
der rebellen op het slagveld.
Zijn zoon Achmed Bei Zogu en diens
zoon Machmed Pascha gingen voort zich
zelf als gouverneur te beschouwen, waar
van de laatste zelfs den titel van Pascha
wist te verkrijgen. In het midden van de
negentiende eeuw bond een Zogu Djemel
Pascha wederom strijd aan voor Albanië's
vrijheid, maar faalde in die poging en werd
levenslang te Constantinopel gevangen ge
houden. Maarz ijn zoon, de tweede Djemel
Pascha Zogu. volgde hem op als gouver
neur van Centraal Albanië, het z.g. Mati-
land en behield deze positie tot zijn dood
ln 1908. Zijn zoon is de tegenwoordige ko
ning van Albanië, geboren te Burgajet, de
hoofdstad van Matiland, op den 8sten
October 1895.
Koning Zogu.
Tijdens den grooten wereldoorlog, toen
de Oostenrijksch-Hongaarsche troepen in
het neutrale Albanië ter vervolging van
de daarheen getrokken Servische troepen
binnenvielen, diende de jonge Achmed
Zogu als majoor in het leger. Menschen,
die toen in nauw contact met den majoor
stonden, verzekerden, dat hij in die dagen
reeds groote plannen had. Het was in ieder
geval niemand anders dan de jonge Ach
med Zogu. aan het hoofd van 3000 getrou
wen, die hem blindelings gehoorzaamden
en enthousiaste, nationalistische „maliso-
rianen" waren, die het land van de inval
lende soldaten bevrijdde en in 1921 een
nationaal goüverfiement 'vormde met zich
zelf als minister van buitenlandsche zaken.
Het volgende jaar werd de 26-jarige ma
joor Albanië's eerste minister en de facto
regeerder van het land Iedere poging tot
opstand werd onderdrukt met meedoogen-
looze vastberadenheid en de leiders opge
hangen volgens de ongeschreven wetten.
Er was echter één persoon, dien hij aar
zelde te doen ophangen, omdat hij katho
liek Bisschop was, n.l. Pan Noli, die met
behulp van Italië een samenzwering op
touw zette, waardoor Achmed Zogu in 1924
ten val werd gebracht. De 26 jaar oude
Zogu moest in ballingschap en verdiende
zijn levensonderhoud met het geven van
lessen in de Duitsche en Fransche taal.
Maar reeds hetzelfde jaar organiseerde hij
een Coup d'Etat, waarop de Algemeene
Vergadering hem in 1925 tot President ver
koos en hem drie jaar later, 1 September
1928. tot erfelijk monarch van Albanië
proclameerde. Te zelfder tijd verhief
deze Nationale Vergadering zijn moeder tot
den titel „Koningin-Moeder" en zijn zes
zusters tot prinsessen, met den titel „Hare
Hoogheid".
Italiaansche invloed.
Men zal zich herinneren, hoe in 1932 te
Weenen een aanslag werd gepleegd op het
gevolg van Koning Zogu. welke aanslag
eigenlijk op den Koning was gemunt. Bij
het proces, dat hiervan het gevolg was
en hetwelk met gesloten deuren werd be
handeld, verklaarde een der verdachten,
dat het slechts in zijn bedoeling had gele
gen door die misdaad de aandacht der
wereld op de toestanden in Albanië te wil
len vestigen. Vermoedelijk was dit ook een
vingerwijzing naar de gestes van Italië.
Italië heeft nJ. de laatste jaren geen po
ging nagelaten om Albanië opnieuw aan
zich te binden, hetgeen te meer begrijpelijk
is, als men bedenkt, dat wanneer Italië in
Albanië de macht in handen heeft, het
heer en meester is van de Adriatische Zee,
hetgeen zijn positie vooral tegenover Joego
slavië zou versterken.
Op welke wijze Italië zijn invloed in Al
banië trachtte te vermeerderen, moge o.a.
blijken uit het volgende: Albanië leed nl.
gelijk de meeste jonge staten aan geldge
brek. Hierin werd door Mussolini tegemoet
gekomen, die den Albaneezen 24 millioen
gulden leende, evenwel op „zekere voor
waarden". Deze voorwaarden behelsden,
dat Italië het recht zou krijgen het Alba-
neesche leger te hervormen, waarvan dan
ook een druk gebruik werd gemaakt. In
Albanië (en ook daarbuiten' beschouwde
men deze hervormingen van Italië evenwel
als een bedreiging aan het adres van
Joego-Slaviè. Geen wonder dan ook. dat de
nationalistische Albaneezen alle mogelijke
moeite deden de Italianen uit het land
te verdrijven.
Zij voelden er allerminst voor om als
stootblok in een eventueelen oorlog met
Joego-Slavië te dienen. Toch kan niet
worden ontkend, dat door den Italiaan
schen invloed veel goeds in Albanië tot
stand is gekomen.
In het eerst zoo woeste land zijn thans
reeds verschillende goede wegen en ook
vele spoorwegen aangelegd, waartoe Italië
50 instructeurs en ingenieurs afstond, ech-
ter mede om het Albaneesche leger van
12000 man op te leiden. Zelfs bezit het
land te Durazzo een vliegveld met een sief verbond (1927) slechts met leede oogen
luchtlijn, welke alle steden onderling ver- door de Albaneesche nationalisten gezien;
bindt. Deze laatste behoort echter aan den vooral in Zuid-Albaniè is een sterk anti-
Italiaanschen Adria-Aero-Lloyd. Italiaansche gezindheid merkbaar. Nog in
BOD VAN DE N.V. AMSTERDAMSCHE BANK
Verschenen is het jaarverslag der N.V.
Noord-Hollandsch Landbouwcrediet te Alk
maar, dat vergezeld gaat van een voorstel
aan aandeelhouders, het bod van de N.V.
Amsterdamsche Bank te aanvaarden, waar
door de N.V. als zelfstandig bedrijf zal ver
dwijnen, zulks in verband met den ongun-
stigen gang van zaken en de onzekere
toekomst, die geen verbetering in uitzicht
stelt.
Het genoemde bod luidt als volgt: a. 106%,
vermeerderd met per maand van 1 Janu
ari 1939 tot den dag van betaling, zoowel voor
de 6% cumulatief preferente aandeelen, als voor
de 5% preferente aandeelen; b. 102% voor de
giwonr aandeelen.
De bruto winst over 1938 in oncev i. 85 U00
lager dan die over 1937. Het winstsaldo be
draagt f. 95.670. waaruit de directie voorstelt
uit te keeren op de 6% cum. pref. aandeelen
een dividend van 6%, op de 5% pref. aandeelen
een dividend van 5% en op de gewone aan
deelen een dividend van 2%.
Indien geen verandering ten goede intreedt
zal over 1939 niet alleen geen dividend op de
gewone aandeelen kunnen worden uitgekeerd,
maar bovendien zal het dividend op de 5%
pref. aandeelen gevaar loopen.
Hoezeer het de directie leed doet. dat het
Noord-Hollandsch Landbouwcrediet N.V.. dat
ruim vjjftig jaren heeft bestaan, daardoor als
zelfstandige instelling zal verdwijnen, zoo meent
zij toch, niet de oogen te mogen sluiten voor
de teekenen des tijds: deze eischen naar haar
meening in het belang van de rentabiliteit van
het bankwezen een ver doorgevoerde concen
tratie. Daarom beveelt zij met klem den aan
deelhouders aan, het bod der N.V. Amsterdam
sche Bank. dat aanzienlijk uitgaat boven de
prijzen, waarvoor de aandeelen laatstelijk ver
handeld werden, aan te nemen.
Waarom
dagbladreclame
„Allereerst „meen" ik, dat de dag
blad-advertentie tot heden de beste
vorm van reclame is. Zij wordt door
velen gezien. Zij is beweeglijk en kan
op elk moment worden ingezet, af
gesneden. gewijzigd. Door die beweeg
lijkheid kan zij levendig blijven en
de aandacht trekken, ook als zijn
belangstelling voor het artikel niet
groot is en de boeiende kracht dus
van de annonce zelf moet uitgaan.
De dagblad-advertentie kan men pre
cies doen aansluiten op de geheele
verkoopsorganisatie. Het is nl. nood
zakelijk, dat men de advertentie als
een onderdeel van den geheelen ver
koop ziet. De reclame is artilleris-
tische beschieting van den consument.
Indien de rest van den aanval niet
precies aansluit op deze voorbereide
advertentie-campagne, dan zal er veel
kruit, reclame-geld, verschoten wor
den zonder succes. Het voordeel van
de dagbladadvertentie is nog, dat
men de advertentie onder rustige
omrbandig'heden, dichtbij en regel
matig kan waarnemen."
Prof. Dr. J. E. de Quay, op het Derde
Nederlandsche Reclamecongres van
het Genootschap voor Reclame. 2628
Deze schijnbaar opofferende belangstel
ling van Italië wordt echter ondanks het
verdrag van Tirana (1926) en het defen-
1932 brak tegen deze Italiaanschen invloed
een opstand uit. welke evenwel spoedig kon
worden jnderdrukt.