GOUXJp* Hoe Albanië steeds voor zijn onafhankelijkheid opkwam LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 8 April 1939 Derde Blad No. 24244 IQ 80ste Jaargang m BUITENL. WEEKOVERZICHT Spanning stijgt kookpunt tot Nederlandsch kolonel offerde er zijn leven 'N KNOOPtRM! FINANCIEN Noordhollandsch Landbouwcrediet In ons vorig overzicht schreven wij: met rasse schreden gaat de wereld belangrijke beslissingen tegemoet! De nu afgeioopen week heeft dit ten volle bevestigd. Polen heeft de eenzijdige verzekering van Enge land ten aanzien van Polen's integriteit niet alleen aanvaard, doch zijnerzijds be antwoord. Hoewel nog enkele detail-pun ten te regelen overblijven, zoodat het eind- accoord nog geteekend moet worden, is niet temin het accoord zelf reeds gesloten. Beide landen verzekeren elkaar bij een niet-uitgelokten aanval wederzijdschen steun met alle macht, waarover zij be schikken. Ieder land zal voor zich zelf be slissen, of het zich al dan niet bedreigd ziet en dus tot militaire afweer overgaat! Ook dat is een voorname factor, speciaal voor Polen! Onnoodlg té zeggen, dat door een en an der Polen is overgegaan in het anti-Duit- sche kamp, om te spreken volgens Duit- sche zienswijze. Daar blijft men immers spreken van een omsingelingspolitiek als het doel der Engelsche politiek en heftig gaat men daartegen te keer. Men keert terug tot de felste scheid-campagne tegen Albion in den trant van 1914: Gott strafe England. Het is volgens Duitsche menta liteit tevens het beste bewijs, dat Engeland raak heeft geslagen en dat men bevreesd is voor de gevolgen! In Engeland heeft sinds jaar en dag niet zoo'n eensgezindheid bestaan als op het huidige oogenblik. Men mag gerust zeggen, dat volk en parlement thans als één man achter Chamberlain staan. Zelfs zij, die steeds Muenchen als een groote fout hebben beschouwd, steu nen niettemin den premier volgens den echt Engelsohen stelregel, iemand de kans te geven een fout goed te maken. Zoolang Chamberlain nu zijn nieuwen koers getrouw blijft en men mag gerust aannemen, dat hij een volledige ommezwaai heeft ge maakt in dat opzicht weet hij zich ge dragen door een eendrachtig Brittannië. Engeland ontkent beslist, dat er sprake is van een omsingelingspolitiek; bedoeling is immers slechts een front te vormen van alle landen, die zich voortaan willen ver zetten tegen iedere verdere daad van agressie, tegen alle verdragen en beloften ln. Eensdeels kan men dit inderdaad een omsingeling oordeelen, maar dan toch slechts een omsingeling, die pas in wer king treedt, zoo Duitschland zelf deze ver oorzaakt! Het zou de straf op de zonde zijn Behalve Polen, heeft Engeland ook de andere landen in Oost-Europa gegaran deerd; nog moet deze aangelegenheid vol ledig worden geregeld, maar de Britsche verzekering is er reeds en dat spreekt boekdeelen omtrent de inmense verande ring in de Britsche politiek! Speciaal geldt dit nadere besprekingen met Roemenië, Zuid-Slavië, Griekenland en Turkije. Met de sovjets Is toch feitelijk al overeenstemming door Engeland verkre- -gen. Alleen tvorden de sovjets wat op den achtergrond gehouden, omdat de landen in Oost-Europa, uitgezonderd dan wellicht Turkije, wat bang zijn om met de sovjets zonder meer een verdrag aan te gaan, doch als het meenens is geworden, begrijpt men wel, dat ook de hulp der sovjets niet zal worden geweigerd. In nood is men niet zoo kieskeurig meer Zou Duitschland een aanval wagen op een van genoemde landen en het betrokken land verzet zich met de wapenen en dat mag zeer zeker worden verwacht dan is er weinig twijfel meer: dan staat Europa voor een nieuwen oorlog! Aan de Duitsche expansie volgens het begrip van „eischen in verband met levens ruimte", die in wezen onbegrensd zijn. is door Engeland een halt gesteld; en Frank rijk staat geheel achter Londen! Bovendien wordt het steeds duidelijker, dat ook de Vereenigde Staten, mocht het onverhoopte plaats vinden en Europa we derom ten prooi vallen aan een vernieti ging van niet af te meten omvang, zich niet lang afzijdig zullen houden, maar partij-kiezen ten gunste der Westersche democratieën. Zelfs uit de rijen der tegen standers van president Roosevelt komen zoodanige klanken, dat daaraan moeilijk meer te twijfelen valt. Het front van 1914 tegen Duitschland is ln wezen al weer gevormd, slechts Italië zal Berlijn volgen. Dit mag men thans wel als zeker aannemen, nu de staven van beide spil-genooten in nauw contact met elkaar zijn getreden als antwoord op het overleg tusschen de staven van Frankrijk en Engeland en meer nog door de vrij on verwachte daad van Italië ten aanzien van het bevriende Albanië. Zooals bekend, was totdusver de winst van de as alleen Duitschland ten goede gekomen, men mag zelfs wel zeggen tot schade van Italië. Rome had zijn eischen tegenover Frankrijk, maar durft deze toch niet in concreten vorm stellen, gezien de vaagheid, waarin deze eischen nog altijd blijven gehuld. Frankrijk, dat verdeeld heette en ten prooi aan binnenlandsche partij-twisten, heeft onder Daladier op nieuw een kracht verworven, waarmede niet te spotten valt. Weliswaar heeft bij de herkiezing van Lebrun tot president der republiek niet die eenheid voorgezeten, die men gaarne had willen zien gedemon streerd, maar toch is de continuïteit in het Fransche bewind voldoende geaccen tueerd, om niet te doen aarzelen omtrent de uitspraak, dat als puntje bij paaltje komt, cie eenheid er toch is, ook al wist de politiek zich niet boven intriges te ver heffen. Italië heeft het nu in andere richting gezocht, al handhaaft het zijn eischen tegenover de Latijnsche zuster. Albanië, waarmede Rome al sinds 1927 een vriendschapsverdrag heeft, is het kind vdn de rekening geworden Rome volgt daarbij geheel het voetspoor van zijn asgenoot. wiens methoden het heeft afgezien. Albanië moet tegen zich zelf beschermd worden, heet het. Door het optreden van „benden" was er voor Alba nië zelf een gevaarlijke situatie ontstaan en Rome haast zich nu om Tirana te hulp te komen! Onbaatzuchtiger kan het toch niet.... Bovendien dreigde er gevaar voor de aanwezige Italianen! Jammer voor Ita lië. dat buiten de as niemand dit zal slik ken, doch slechts zal spreken van een nieuwe poging om een kleinen staat een voudig te onderwerpen Spijtig voor Italië is, dat Tirana, on- Italië's penetratie gedurende de laatste decennia. (Van een bijzonderen medewerker.) Albanië heeft een interessante geschie denis achter den rug. Het is vooral een geschiedenis van strijd geweest, want de Albaneezen zijn een volk met een sterk nationalistisch gevoel, dat zich kant tegen iedere vreemde overheersching. Dit blijkt duidelijk, als men eenigermate met de ge schiedenis van het land vertrouwd ls. Al banië is verschillende malen veroverd en onderhoorig gemaakt, doch telkens kwam de bevolking ln opstand en verzette zich te gen de vreemde macht. Zoo is het land ge durende meer dan vier eeuwen in Turksch bezit geweest, doch de Turksche gebieders hadden niet veel macht in dit woeste berg land en zij waren dan ook zoo verstandig in de maatschappelijke verhoudingen niet veel verandering te brengen. Tijdens het Turksche régime namen veel Albaneezen dienst in het Turksche leger en brachten het tot aanzien. Zoo werd o.a. Mohamet Ali in het begin der 19e eeuw Pascha van Egypte. Onafhankelijk. In 1867 werd het eerste voorstel gedaan om een autonoom Albanië te vormen. Dit voorstel ging uit van den Russischen mi nister Gortchakof en werd nog besproken op de conferentie van Reichstadt in 1876. Tot een zelfstandig Albanië kwam het evenwel nog niet. al bleef het streven daartoe onder de Albaneezen wel bestaan. Toen de revolutie van 1908 een einde had gemaakt aan het absolute bewind van sul tan Abdoel Hamid, werden in de volksver tegenwoordiging 25 Albaneezen gekozen. Steeds verder gingen de Albaneezen op den weg der onafhankelijkheid en elschten toen van de Turksche regeering het ge bruik van de eigen taal en meer zelfstan digheid. De Turken voelden hiervoor niet erg veel, waarop de Albaneezen in verzet kwamen. Tenslotte moest de Turksche re geering hun tegemoet komen .met het toe staan van het bezetten van regeeringspos- ten door Albaneezen. Op de conferentie te Londen ln 1912, na den eersten Balkanoorlog, werd bepaald, dat Albanië een zelfstandige staat zou vor men. waarvan in 1913 de grenzen werden vastgesteld. Vijf dagen koning. Voor een vermakelijk intermezzo zorgde een zekere Otto Witte, die gedurende vijf dagen, n.m. van 15 tot 2"Februarl 1913, ko ning van Albanië is geweest. Deze toenter tijd 41-jarige Duitscher was de zoon van circusartisten en stond reeds als jong kind op de planken. Ook leerde hij al vroeg leeuwentemmen en goochelen, zoodat hij nauwelijks negen jaar oud, als leeuwen- temeer in het openbaar optrad. Otto Witte reisde de geheele wereld door en kwam eindelijk in 1911 in den Balkan, waar hij gedurende twee jaar verbleef. Toen hij ver nam, dat er in Albanië een koning zou worden gekozen en dat hiervoor de Turk sche prins Halim Eddin in aanmerking kwam, voeldes Witte den lust in zich opko men zichzelf op den Albanischen troon te plaatsen. Hij schafte zich een prachtig uniform aan en zond vervalschte tele grammen naar Durazzo, de hoofdstad van Albanië, waar hij luisterrijk werd ontvan gen. Den 15en Februari 1913 werd hij al daar als Said Halim tot koning van Alba nië uitgeroepen. Slechts vijf dagen lang heeft hij deze waardigheid bekleed; toen werd de grond ln Albanië hem te warm en Witte verdween.Toen de oorlog geëindigd was. keerde hij naar zijn vaderland terug. In 1933 werd hij te Berlijn wegens oplich ting gearresteerd. Hij had zich namelijk te Dessau aan een tehuis voor mannen vervoegd, met de me- dedeeling. dat hij een studie maakte van dergelijke inrichtingen. Hij genoot daar met de andere bewoners den maaltijd en vroeg daarna, of hij ook in het tehuis on derdak kon krijgen, hetgeen hem werd toegestaan. Des morgens was de gast even wel spoorloos verdwenen, waarom het be stuur van de inrichting een aanklacht wegens oplichting bij de politie indiende, waarna hij korten tijd later te Berlijn werd gearresteerd. Kort daarop bracht hij o.m. een bezoek aan Den Haag. waar hij in een cabaret optrad. De Prins von Wied. Als vorst van Albanië werd door de sta len benoemd Prins Wilhelm von Wied. Het was zijn echtgenoote. die hem ertoe bewo gen had den aangeboden troon te accep teeren. De tactvolle overreding van haar tante, de Roemeensche Koningin Carmen Sylva, was haar hierbij te hulp gekomen, benevens de duidelijk uitgesproken belofte tot bijstand van de zijde van den Duitschen Keizer. Op den 7en Maart 1914 kwam de Prins in Durazzo aan en werd door het volk ontvangen met kreten van „roste mbreti" („lang leve de Koning"). Nog geen maand later konden de koning en diens ge volg alleen van hun nachtrust genieten met behulp van vreemde oorlogsbodems, waarvan de zoeklichten terugkaatsten op de bergruggen, waarvan de opstandige re bellen-troepen loerden. De koninklijke troepen „De Malissorianen" waren gewillig genoeg hun leven voor den vorst te offe ren, maar niet hun morgenkoffie. Zij wei gerden tot een aanval over te. gaan, voor dat de café's in Durazzo waren geopend. De Nederlandsche, Zweedsche en Oosten- rijksche officieren, die aan het hoofd der kopinklljke troepen stonden, konden een kogel tusschen huft\;schouders verwachten, indien zij zouden trachten hun autoriteit te toonen. Slechts één van hen, de Oosten rijker van Italiaanschen adeldom, kapitein Chillardi, slaagde er in zijn mannetjes bij elkaar te houden en de vlucht van den on- gelukkigen Prins in September 1914 te dekken. De Nederlandsche kolonel Thomson verloor in dezen strijd op 15 Juni 1914 Weest den knoop dankbaar, die U er aan herinnert een versch pakje Gold Star Shag te koopen Nu vlug naar den winkel! Niemeijer's GOLD STAR Shag is fijn van smaak, licht en geurig! 'n Extra Tractatie: Gold Star de Luxe, 12 et. 2623 (Ingez. Med.) Verdwijnt als zelfstandige instelling. danks het vriendschapsverdrag, zich niet zonder meer heeft willen onderwerpen, doch wil vechten voor zijn onafhankelijk heid. Hetgeen Duitschland totdusver steeds was gelukt zonder schot, kan Rome blijkbaar niet nadoen. Het kleine landje der woeste bergen en wilde krijgers het telt slechts 1.200.000 inwoners! heeft bij ultimatum gestelde eischen als één man afgewezen en vecht nu voor zijn eigen be staan. Koningin Geraldine, die juist het land een kroonprins had geschonken, heeft reeds de wijk genomen naar Griekenland droeve bijkomstigheid in de ramp van een vrij volk Onnoodig te zeggen, dat de strijd te on gelijk is om aan den afloop te twijfelen. Zoo Albanië niet van buiten af hulp er langt. zal het, na korteren of langeren strijd, het onderspit moeten delven. Dan zal weer een klein volk ten offer vallen aan de matelooze eerzucht van een impe rium-droom! Zal Albanië echter op eenige hulp kun nen rekenen? Zoo ooit, dan past hier het geplaatste vraagteeken. De eenige landen, die direct hulp zouden kunnen bieden, zijn Zuid-Slavië en Griekenland. Hoezeer beide landen hun eigen bedreiging zullen ver meerderd voelen, is het niettemin aan den hoogsten twijfel onderhevig, dat zij zich zullen blootstellen aan een rechtstreek- schen aanval. Speciaal voor Zuid-Slavië wordt de toestand al zeer onrustbarend. De omsingeling door de as wordt zeer be denkelijk uitgebreid. En dientengevolge de mogelijkheid zich tegen de economische etschcn van Duitschland te verzetten Wellicht is dat zelfs de ondergrond voor het droeve gebeuren, dat zich nu op den Balkan afspeelt, meer nog dan dwang om Zuid-Slavië terug te houden van meedoen met Londen! Doch dan zou de winst voor namelijk weer voor Duitschland zijn en niet voor Italië, dat in Albanië geen be looning zal vinden voor de moeiten en kosten die het thans maakt. Engeland en Frankrijk houden zich nog zeer afzijdig en dat wettigt het vermoeden, dat van die zijde geen hulp is te verwach ten door de Albaneezen. Rechtstreeksche belangen hebben de Westersche democra- tien niet in de Adriatische Zee. Toch zal het Britsch-Italiaansch accoord geducht in de knel komen, want Engeland zal in ieder geval het gebeuren als in strtid beschou wen met de belofte tot handhaving van den status quo in de Middellandsche Zee. Zoodoende zal de spanning in ons wereld deel opnieuw worden verhoogd, een span ning. die steeds meer het kookpunt be nadert. Slechts een wonder lijkt Europa nog te kunnen redden van den baaierd, nu de totalitaire landen hun gedragslijn blijkbaar niet willen herzien! Ook Spanje komt nog eens terug in de algemeene politiek. Nu Franco de eind overwinning heeft behaald, komt immers het terugtrekken der Italiaansche troepen op den voorgrond en daarvan verneemt men nog niets, integendeel doen kwade geruchten de ronde. Italië zou zijn troepen willen handhaven als pressie tegen Frank rijk.... In verband met het bovenstaande zal het niet kunnen verbazen, dat alle andere voorvallen, waaraan anders aandacht vol op zou zijn gewijd, nauwelijks onder de loupe worden genomen. Wat beteekenen die inwendige „grootheden" van kleine landjes ook voor het wereldgebeuren? Neem b.v. de verkiezingen in België en Denemarken, de wereld neemt er weinig of geen notitie meer van. Zij zijn slechts van ondergeschikt belang! het leven. In het stadsplantsoen te Du razzo houdt een zuil zijn aandenken levendig. Hierop zijn de woorden ge grift: „Aan kolonel L. W. J. K. Thom son en onze andere helden, die hun bloed gaven voor de onafhankelijkheid van Albanië. De stad Durazzo richtte dit monument op als herinnering en uit grooten eerbied. Durazzo 28-XI- 1923". Te zijner eere werd 10 September 1918 te 's-Gravenhage op het naar hem genoemde plein een standbeeld opge richt. Italiaansche bezetting. Na het vertrek van den Prins von Wied werd het land bezet door een Italiaansch legercorps, dat de zelfstandigheid van Al banië onder Italiaansch protectoraat pro clameerde. Tegen deze Italiaansche politiek verzette zich President Wilson, die hoog stens van een Italiaansch mandaat over Albanië wilde weten. In 1920 moest Italië van alle gezag over de Aibaneezen afzien. Hoewel de toestand in Albanië gedurende de eerste jaren na den oorlog vrij rustig bleef, braken al spoedig woelingen uit. welke in 1924 leidden tot omverwerping van de regeering en het uitroepen van de republiek. Zogu werd tot president verko zen. Deze keuze beteekende een beslissende stap voor Albanië's onafhankelijkheid. Het Koningshuis. De familie Zogu is inderdaad sedert het einde van de 15e eeuw de regeerende fa milie in Albanië geweest van het tijdstip af, dat hun stichter Zogu het katholicisme vaarwel zei en het mohammedaansche ge loof aanvaardde, waarbij hij door het Turksche bestuur als gouverneur van den vazalstaat werd erkend. De vierde Zogu, Abdulla Bei, waagde den vrijheidsoorlog tegen de Turken en sneuvelde als hoofd der rebellen op het slagveld. Zijn zoon Achmed Bei Zogu en diens zoon Machmed Pascha gingen voort zich zelf als gouverneur te beschouwen, waar van de laatste zelfs den titel van Pascha wist te verkrijgen. In het midden van de negentiende eeuw bond een Zogu Djemel Pascha wederom strijd aan voor Albanië's vrijheid, maar faalde in die poging en werd levenslang te Constantinopel gevangen ge houden. Maarz ijn zoon, de tweede Djemel Pascha Zogu. volgde hem op als gouver neur van Centraal Albanië, het z.g. Mati- land en behield deze positie tot zijn dood ln 1908. Zijn zoon is de tegenwoordige ko ning van Albanië, geboren te Burgajet, de hoofdstad van Matiland, op den 8sten October 1895. Koning Zogu. Tijdens den grooten wereldoorlog, toen de Oostenrijksch-Hongaarsche troepen in het neutrale Albanië ter vervolging van de daarheen getrokken Servische troepen binnenvielen, diende de jonge Achmed Zogu als majoor in het leger. Menschen, die toen in nauw contact met den majoor stonden, verzekerden, dat hij in die dagen reeds groote plannen had. Het was in ieder geval niemand anders dan de jonge Ach med Zogu. aan het hoofd van 3000 getrou wen, die hem blindelings gehoorzaamden en enthousiaste, nationalistische „maliso- rianen" waren, die het land van de inval lende soldaten bevrijdde en in 1921 een nationaal goüverfiement 'vormde met zich zelf als minister van buitenlandsche zaken. Het volgende jaar werd de 26-jarige ma joor Albanië's eerste minister en de facto regeerder van het land Iedere poging tot opstand werd onderdrukt met meedoogen- looze vastberadenheid en de leiders opge hangen volgens de ongeschreven wetten. Er was echter één persoon, dien hij aar zelde te doen ophangen, omdat hij katho liek Bisschop was, n.l. Pan Noli, die met behulp van Italië een samenzwering op touw zette, waardoor Achmed Zogu in 1924 ten val werd gebracht. De 26 jaar oude Zogu moest in ballingschap en verdiende zijn levensonderhoud met het geven van lessen in de Duitsche en Fransche taal. Maar reeds hetzelfde jaar organiseerde hij een Coup d'Etat, waarop de Algemeene Vergadering hem in 1925 tot President ver koos en hem drie jaar later, 1 September 1928. tot erfelijk monarch van Albanië proclameerde. Te zelfder tijd verhief deze Nationale Vergadering zijn moeder tot den titel „Koningin-Moeder" en zijn zes zusters tot prinsessen, met den titel „Hare Hoogheid". Italiaansche invloed. Men zal zich herinneren, hoe in 1932 te Weenen een aanslag werd gepleegd op het gevolg van Koning Zogu. welke aanslag eigenlijk op den Koning was gemunt. Bij het proces, dat hiervan het gevolg was en hetwelk met gesloten deuren werd be handeld, verklaarde een der verdachten, dat het slechts in zijn bedoeling had gele gen door die misdaad de aandacht der wereld op de toestanden in Albanië te wil len vestigen. Vermoedelijk was dit ook een vingerwijzing naar de gestes van Italië. Italië heeft nJ. de laatste jaren geen po ging nagelaten om Albanië opnieuw aan zich te binden, hetgeen te meer begrijpelijk is, als men bedenkt, dat wanneer Italië in Albanië de macht in handen heeft, het heer en meester is van de Adriatische Zee, hetgeen zijn positie vooral tegenover Joego slavië zou versterken. Op welke wijze Italië zijn invloed in Al banië trachtte te vermeerderen, moge o.a. blijken uit het volgende: Albanië leed nl. gelijk de meeste jonge staten aan geldge brek. Hierin werd door Mussolini tegemoet gekomen, die den Albaneezen 24 millioen gulden leende, evenwel op „zekere voor waarden". Deze voorwaarden behelsden, dat Italië het recht zou krijgen het Alba- neesche leger te hervormen, waarvan dan ook een druk gebruik werd gemaakt. In Albanië (en ook daarbuiten' beschouwde men deze hervormingen van Italië evenwel als een bedreiging aan het adres van Joego-Slaviè. Geen wonder dan ook. dat de nationalistische Albaneezen alle mogelijke moeite deden de Italianen uit het land te verdrijven. Zij voelden er allerminst voor om als stootblok in een eventueelen oorlog met Joego-Slavië te dienen. Toch kan niet worden ontkend, dat door den Italiaan schen invloed veel goeds in Albanië tot stand is gekomen. In het eerst zoo woeste land zijn thans reeds verschillende goede wegen en ook vele spoorwegen aangelegd, waartoe Italië 50 instructeurs en ingenieurs afstond, ech- ter mede om het Albaneesche leger van 12000 man op te leiden. Zelfs bezit het land te Durazzo een vliegveld met een sief verbond (1927) slechts met leede oogen luchtlijn, welke alle steden onderling ver- door de Albaneesche nationalisten gezien; bindt. Deze laatste behoort echter aan den vooral in Zuid-Albaniè is een sterk anti- Italiaanschen Adria-Aero-Lloyd. Italiaansche gezindheid merkbaar. Nog in BOD VAN DE N.V. AMSTERDAMSCHE BANK Verschenen is het jaarverslag der N.V. Noord-Hollandsch Landbouwcrediet te Alk maar, dat vergezeld gaat van een voorstel aan aandeelhouders, het bod van de N.V. Amsterdamsche Bank te aanvaarden, waar door de N.V. als zelfstandig bedrijf zal ver dwijnen, zulks in verband met den ongun- stigen gang van zaken en de onzekere toekomst, die geen verbetering in uitzicht stelt. Het genoemde bod luidt als volgt: a. 106%, vermeerderd met per maand van 1 Janu ari 1939 tot den dag van betaling, zoowel voor de 6% cumulatief preferente aandeelen, als voor de 5% preferente aandeelen; b. 102% voor de giwonr aandeelen. De bruto winst over 1938 in oncev i. 85 U00 lager dan die over 1937. Het winstsaldo be draagt f. 95.670. waaruit de directie voorstelt uit te keeren op de 6% cum. pref. aandeelen een dividend van 6%, op de 5% pref. aandeelen een dividend van 5% en op de gewone aan deelen een dividend van 2%. Indien geen verandering ten goede intreedt zal over 1939 niet alleen geen dividend op de gewone aandeelen kunnen worden uitgekeerd, maar bovendien zal het dividend op de 5% pref. aandeelen gevaar loopen. Hoezeer het de directie leed doet. dat het Noord-Hollandsch Landbouwcrediet N.V.. dat ruim vjjftig jaren heeft bestaan, daardoor als zelfstandige instelling zal verdwijnen, zoo meent zij toch, niet de oogen te mogen sluiten voor de teekenen des tijds: deze eischen naar haar meening in het belang van de rentabiliteit van het bankwezen een ver doorgevoerde concen tratie. Daarom beveelt zij met klem den aan deelhouders aan, het bod der N.V. Amsterdam sche Bank. dat aanzienlijk uitgaat boven de prijzen, waarvoor de aandeelen laatstelijk ver handeld werden, aan te nemen. Waarom dagbladreclame „Allereerst „meen" ik, dat de dag blad-advertentie tot heden de beste vorm van reclame is. Zij wordt door velen gezien. Zij is beweeglijk en kan op elk moment worden ingezet, af gesneden. gewijzigd. Door die beweeg lijkheid kan zij levendig blijven en de aandacht trekken, ook als zijn belangstelling voor het artikel niet groot is en de boeiende kracht dus van de annonce zelf moet uitgaan. De dagblad-advertentie kan men pre cies doen aansluiten op de geheele verkoopsorganisatie. Het is nl. nood zakelijk, dat men de advertentie als een onderdeel van den geheelen ver koop ziet. De reclame is artilleris- tische beschieting van den consument. Indien de rest van den aanval niet precies aansluit op deze voorbereide advertentie-campagne, dan zal er veel kruit, reclame-geld, verschoten wor den zonder succes. Het voordeel van de dagbladadvertentie is nog, dat men de advertentie onder rustige omrbandig'heden, dichtbij en regel matig kan waarnemen." Prof. Dr. J. E. de Quay, op het Derde Nederlandsche Reclamecongres van het Genootschap voor Reclame. 2628 Deze schijnbaar opofferende belangstel ling van Italië wordt echter ondanks het verdrag van Tirana (1926) en het defen- 1932 brak tegen deze Italiaanschen invloed een opstand uit. welke evenwel spoedig kon worden jnderdrukt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 9