De Italiaansche inval in Albanië - De reis van den Gouverneur-Generaal Op eenzamen post... LEIDSCH DAGBLAD Tweede Bla3 SOsfe laargang FEUILLETON DE ITALIAANSCHE OVERROMPELING VAN ALBANIË. GEZICHT OP DE ALBANEESCHE HAVENSTAD DURAZZO, WELKE DOOR ITALIAANSCHE TROEPEN IS BEZET. EEN AUTO DIE GEPARKEERD STOND op het parkeerterrein op de Nieuwstad te Leeuwarden, reed achteruit het water in. De twee inzit tenden, mevr. Aalfs en haar kind, konden gered worden door een groot gat, dat men in de kap moest slaan. OP HET SPART A-TERREIN TE ROTTERDAM werd gisteren de oefen wedstrijd SpartaThe Wimbledon F.C. gespeeld. Sparta won met 32. Een spannend moment voor het Engelsche doel. DE GOUVERNEUR-GENERAAL IS MET DE „RIGEL" VAN ZIJN LANGE REIS DOOR MIDDEN- EN OOST-JAVA TERUGGE KEERD. Na de ontscheping in Priok, inspecteert de landvoogd de daar opgestelde eere-compagnie van 't 10e regiment infanterie, EEN GROOT SPOORWEG-WERK NABIJ HEER HUGOWAARD NADERT ZIJN VOLTOOIING n.l. de groote hefbrug over het nieuwe kanaal in de spoorlijn Alkmaarden Helder. Binnenkort hoopt men de eerste treinen over deze brug te laten loopen. De sneltrein AlkmaarDen Helder passeert over de hulp brug naast de nieuwe brug. BIJ AUTO-RACES IN SYDNEY reed de coureur Ces Garland tegen den zijwand van de baan. Ofschoon hij uit de auto werd geslingerd, werd Garland niet gewond. Zijn auto werd natuurlijk zwaar beschadigd. EEN ENORME GRAANSILO in het dorpje Maas- hees aan de Maas. De silo kan twee millioen zeshon derdduizend k.g. graan bevatten en is gebouwd naar een nieuw systeem van arch. Postma uit Deventer. door KURT SIODMAK 13) O'Murphy zweeg. Ook Achilles en Hau- ser sprake* niet. „Kom, Achilles, nu Is het Jouw beurt." O'Murphy's oogen stonden star en on heilspellend. Hij gTeep naar het glas en sloeg den Inhoud In een teug naar binnen Achilles wierp hem een angstigen blik toe. „Vroeger heb ik veel geld verdiend," be gon hij. „Ik ken Parijs, Londen, Berlijn en New York. Ik ben opgetreden in de grootste variété's. In de bekendste ter wereld. Ik heb alleen de fout gemaakt, een vrouw te trouwen en met mij te sleepen. Aimee was haar naam... Denk jullie misschien, dat ik van haar hield? Ik had haar alleen bij me, wel, omdat aoh, dat kan ik jullie niet uitleggen. Als ik haar zag, was ze mij volkomen onverschillig en als ze weg was, huilde ik als een klein kind. Wij reisden de wereld door en plaag den elkaar. Je kunt je niet voorstellen, wat voor een toestand dat wasl" Achilles rolde met zijn bruine oogen en ging verder. „Maar we hebben ons weer verzoend en het ging weer zoo'n beetje. Och, wat moet ik jullie eigenlijk vertel len! Tot in Athene die dierentemmer op de proppen kwam. Ik heb Aimee nooit begrepen. Ik had haar moeten waarschu wen, maar kan men een vrouw waarschu-, wen, die niet eens naar Je wil luisteren? Voor de anderen, die toezagen moet het wel een opwindende en vroolijke geschiedenis geweest zijnZonderling, men vergeet zooveel, heele jaren, ja gedeelten uit mijn leven ben ik totaal vergeten, maar een paar oogenblikken. ellendige, verschrikkelijke oogenblikken zal ik nooit vergeten, die zijn onuitwischbaar in mijn geheugen gegrift." Achilles lachte en veegde zich het voor hoofd af. „Ik sta op het tooneel en schiet op de eieren, die Aimée op het dansende waterstraaltje laat vallen. Ik kijk daarbij in een klein spiegeltje Rustig schiet Ik de eieren kapot. Ik draai de spiegel een beetje en ineens heb ik Aimée erin. Aimée en dien kerel. Ze staan samen tusschen de coulissen. Aimée had moeten weten, dat ik haar kon zien! Ah, daar was een groote dosis brutaliteit voor noodig!Ik bleef heel rustig. Ik wist wel niet meer wat ik deed, maar het was allemaal routinewerk en in elk geval applaudiseerde het publiek telkens, dus zal het wel goed geweest zijn." Achilles lachte verwezen. dan wordt er een paal gebracht. Aimée gaat er tegen aan staan, als gevan gen blanke en ik ben als Indiaan verkleed en gooi met messen naar haar. En Aimée beweegt zich daarbij, dat is juist de kunst. Steeds dichter komen de messen bij haar lichaam. opeens zie ik haar kijken en lachen, naar hem..., en wat voor een lachik grijp achter me en werp twee handen vol messen naar haar toe. Jullie zult me niet willen gelooven, als ik je ver tel, dat ik die messen nu nog door de lucht zie suizen. Zij gaf geen geluid meer. Ze kon het niet eens meer." Achilles lachte gorgelend, nauwelijks hoorbaar. „Het was gek. Ik was zoo helder als glas en maakte nog een buiging, alsof het bij mijn nummer hoorde. Die kerel in de coulissen stond nog steeds te lachen Hij had vergeten zijn mond dicht te doen. Het gordijn viel. De pianospeler trommelde verder op zijn rammelkast. Niemand sprak een woord... Ze hebben mij niet gekre gen. Het is niet zoo moeilijk om in Athene te verdwijnen. Maar een nieuw engagement aannemen was natuurlijk onmogelijk Ze zouden mij onmiddellijk herkend hebben. Ik zal nu nog een paar jaar wachten, tot dat men de zaak vergeten is, dat duurt niet zoo heel lang meerDaarom ben lk hier." Achilles sprong op. nam een paar mes sen uit de kast en wierp ze kunstig tot een kruis in de deur. „Ik verleer het nooit", zei hij voldaan, hing zijn medaillon met de amulet in het midden van het kruis en bekeek zijn werk met een liefdevollen blik. „Je hebt gelijk gehad", zei O'Murphy, die diep had zitten nadenken. Achilles trok voorzichtig de messen uit de deur. „En jouw geschiedenis, Hauser?" Hauser sloeg zijn beenen over elkaar, maakte het zich gemakkelijk, alsol hij aan een lang verhaal wilde beginnen. „Er was eens een meisje...." Hij zweeg, spuwde het sigaretteneindje uit, stad zijn handen in zijn zakken en verliet langzaam de kamer. Achilles en O'Murphy keken hem ver baasd na. Achilles begon te schaterlachen en liep naar de deur; „Hauser, jij hebt gewonnen! Je kunt die flesch wel houden!" Toen zette hy zich op zijn brits en ver zonk in gepeins. „Geen enkele vrouw deugt", zei O'Mur phy langzaam en nadrukkelijk. Achilles keek op. „Kom je daar nu pas achter?" vroeg hij geringschattend. XI. Verschijning. Laat in den maanblauwen woestijnnacht kwamen Achilles en O'Murphy uit de ka mer van den commandant, die nu door Hauser bewoond werd. Achilles was woe dend. „Morgen moeten we dus veldoefeningen houden!" sputterde hij. „Heb je ooit zoo iets gehoord? Altijd als er zoo'n idiote sheik in een smerig gewaad geweest is, en zich urenlang ln de kamer van den comman dant heeft opgehouden, komt er zoo'n waanzinnig bevel." Zenuwachtig liep Achilles in de kasemat heen en weer. „Herinner Jij je de laatste maal, toen Bogdanoff ons beval de kanon nen uit elkaar te nemen en schoon te ma ken? Hij was bang. dat ze anders bij het schieten zouden ketsen Toen we klaar waren en de boel weer in elkaar gezet hadden, bleven cr nog vier onderdeelen over en alleen die slimme Hauser heeft kunnen uitvinden, waar ze pasten En nu.... veldoefenlngenl" Achilles steunde. Hij ging naar het kleine kijkgat. „Die kerels daar zijn zoo lui. dat ze zich nog niet eens in de schaduw bewegen, laat staan in de zon. Die sheiks hebben ons wat moois bezorgd door ons Hauser als com mandant te geven. Dan had ik altijd nog liever Bogdanoff. Een waanzinnige com mandant is altijd nog beter dan een eigenwijze. En Hauser Een laars vloog langs Achilles' hoofd en O'Murphy vloekte in een afschuwelijk Iersch dialect. Maar Achilles begreep de beteekenis en zweeg geërgerd. Door het schietgat keek hij op de binnenplaats, die daar als uitgestorven glansde in het maanlicht. In de hoeken zaten een paar Arabieren, onbeweeglijk. Eén man stak langzaam de binnenplaats over Droog klonken zijn voetstappen in Achilles oor. De zonneschermen hingen, als uit staal gesneden, over de balustraden. Achilles huiverde voor de stilte. Daar zaten die menschen in het blauwe maanlicht en wachtten. Zij wachtten op den dood. die ook over dit fort zou komen. Net zooals hij de andere forten ook reeds verslon den had. Achilles was niet bang. Hij had talrijke wonden opgeloopen ln eerlijke gevechten of in duels van man tegen man. maar dit ijzeren, onafwendbare noodlot van deze zwijgende soldaten op een verloren post, veroorzaakte een beklemming, die hij tevergeefs van zich trachtte te zetten. In dat opzicht benijdde hij den zwaren on verschilligen O'Murphy, die zich met een hartigen vloek uit een dergelijken ge moedstoestand wist te bevrijden (Nadruk verboden). (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 5