Vrees blijft het beursleven beheerschen Het Nederlandsch-Belgische havenbestand 80ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 8 April 1939 Vijfde Biad No. 24244 Herziening van het verdrag van 1839 wordt ter hand genomen Europa rustiger dan Amerika RECHTZAKEN Toelichting van minister Patijn. TOELICHTING VAN MINISTER PATIJN. Maandag j.l. is, gelijk gemeld werd, op de Fransche ambassade te Brussel door gevolmachtigden van de Belgische, Fransche en Nederlandsche regeerlngen een overeenkomst gebeekend tot regeling van verschillende vraagstukken betref fende de Rijnvaart en meer ln het bij zonder dat van het Rljnverkeer van en naar Straatsburg. Voor dit laatste zal het douaneregime (surtaxe d'origine et d'entrepöt) geleidelijk gelijk worden, onverschillig of het verkeer van de Ne derlandsche dan. wel van de Belgische havens gebruik maakt. Over deze overeenkomst nu hebben de minister van Buitenlandsche Zaken, mr. J. A. N. Patijn. dr. A. G. Kröller, lid der Rljn- v aartcommissie en mr. C. J. M. Schaepman, referendaris aan het departement van Bui tenlandsche Zaken, welke belde heeren te Brussel de Regeering vertegenwoordigden, ln een persconferentie, belegd door den Re- geerlngspersdlenst, nadere mededeellngen gedaan. Minister Patijn gaf eerst een kort ge schiedkundig overzicht, er aan herinnerend dat ln Frankrijk rechten worden geheven voor den aanvoer van goederen vla een nlet- Fransche zeehaven. Voor deze surtaxe d'ori gine et d'entrepöt moest ten behoeve van Straatsburg een regeling worden getroffen. Sedert 1921 werd voor de Belgische havens het vervoer vrijgesteld van die heffing, waarmede ten opzichte van de Nederland sche havens echter een onbillijkheid werd begaan. Van verschillende zijden bestond de wensch, deze ongelijkheid van behandeling opgeheven te krijgen. Men was al een heel eind ln de goede richting gevorderd, toen Dultschland ln November 1936 de Rljn- vaartacte van Mannheim opzegde. Sedert dien is de zaak blijven rusten totdat on langs, door de vriendelijkheid van Frank rijk. besprekingen werden aangevangen. Gaandeweg zijn daarbij nog andere onder werpen betrokken geworden. DE HOOFDPUNTEN VAN DE OVEREENKOMST. De minister besprak vervolgens de hoofd punten van de overeenkomst, waarbij we aanhalingen uit de artikelen zullen doen. I. Het eerste ls, dat de Nederlandsche zeehavens (als hoedanig worden aange merkt: Dordrecht en Rotterdam, met inbe grip van Vlaardingen. Schiedam en Hoek van Holland! geleidelijk, ln een tijdsverloop van 5 Jaren van de surtaxe ontheven zullen worden, totdat alle goederen eindelijk zul len zijn vrijgesteld. II Het tweede is. dat Nederland zich verbindt om. gedurende tien Jaren, van den dag af. waarop de overeenkomst ln werking is getreden, geen Rijnvaartpremies te hef fen (gelijk België thans doeti. Daar tegenover staan verplichtingen van België betreffende de heffing van de Rljn- vaartpremlën, als volgt ln art. 4 beschre ven: „Voor wat in het bijzonder betreft de premlën, welke door de Belgische Regeering worden verleend voor het vervoer langs den Rijn van bepaalde goederen, stroomop waarts wordt overeengekomen, dat gedu rende het tijdsverloop van tien jaar, be paald ln het vorige artikel het gezamenlijke jaarlijksche bedrag, dat thans voor den dienst van die premiën is bestemd, niet zal worden verhoogd, dat het tarief van de pre miën per ton. zooals die worden toegekend, niet zal worden verhoogd en dat geen pre miën zullen worden toegekend aan goede ren. welke die thans niet genieten. Eveneens wordt overeengekomen, dat in het geval, dat gedurende een jaar het ver voer te water uit de Belgische zeehavens met bestemming voor den Rijn boven de grens tusschen Nederland en Dultschland in totaal 24°/o mocht overschrijden van de som van het vervoer te water, dat bij ge noemde grens aankomt zoowel van de Bel gische zeehavens als van de Nederlandsche zeehavens, de Belgische Regeering zich ver bindt over te gaan tot een herziening van het stelsel der premiën, zoodanig, dat het Rljnverkeer afkomstig uit de Belgische zee havens wordt teruggebracht beneden de grens van 24"/o, bedoeld in dit lid. Het gezamenlijke jaarlijksche bedrag, be doeld ln het eerste lid bedraagt 16.400.000 Belgische francs, waarvan ten hoogste 4.000.000 zullen kunnen worden bestemd voor het vervoer stroomafwaarts. Evenwel zal, ln het geval, dat gedurende een Jaar de verhouding tusschen de belde soorten van vervoer, bedoeld in het tweede lid, tot beneden IS"/» mocht dalen, de Belgi sche regeering het recht hebben, het stelsel der premiën te herzien. Deze herziening kan slechts worden ge handhaafd, zoolang bedoelde verhouding gedurende één Jaar 21 niet zal hebben bereikt." Art. 4 bepaalte dan verder, dat, wanneer over de wijze van herziening der premiën geen overeenstemming wordt verkregen, een summiere arbitrage-procedure deze zal vaststellen. Vervolgens is er in vervat, dat Nederland ir. tien jaren geen Rljnvaartpremien zal toekennen. Het slot van het artikel luidt: ..Voor de toepassing van dit artikel wor den als Belgische zeehavens beschouwd: Antwerpen, Gent, Selzaete. Brussle Brugge. Zeebrugge, Oostende. Leuven. Dendermonde en Nleuwpoort. en als Nederlandsche zee havens: Rotterdam (met inbegrip van Schiedam. Vlaardingen en Hoek van Hol land!. Amsterdam, Dordrecht. Terneuzen. Sluiskil, VUsslngen, Velsen, Harllngen en Delfzijl." De minister deelde mede. dat de percen tages 24, 18 en 21 pas over een jaar hun werking aanvangen. De overeenkomst zal ln 5 etappes worden uitgevoerd: al op den dag van inwerktreding van deze overeenkomst, op goederen afkomstig uit de Nederlandsche overzeesche gebieds- deelen; bi een jaar na dien dag op goederen af komstig van. of bestemd voor de Fransche havens (met Inbegrip van de Algerljnsche havens) c) twee en een half jaar na dienzelfden dag op goederen afkomstig van, of bestemd voor de Fransche koloniën en protectora ten: d> vier jaar na den genoemden dag op goederen van Europeeschen oorsprong: el vijf Jaar na den dag van de inwer kingtreding van deze overeenkomst, op alle andere goederen. DE STRIJD TUSSCHEN DE ANTWERPSCHE EN DE ROTTERDAMSCHE HAVEN TARIEVEN. III. Naast de Rljnvaartpremiën bestaat er een strijd tusschen de Antwerpsche en Rotterdamsche haven tarieven, kadegelden enz. Het derde belangrijke punt van de overeenkomst betreft deze kwestie. Ter regeling hiervan zullen de Belgische en Nederlandsche Regceringen een ge mengde commissie instellen om de moge lijkheid te onderzoeken gelijk art. 5 luidt om in gemeen overleg ,de heffingen en vergoedingen vast te stellen in de ha vens van Antwerpen, Gent, Amsterdam en Rotterdam. In de overeenkomst is de kwestie van den gratis-sleepdienst AntwerpenRotterdam niet betrokken. Deze commissie zal met spoed bijeen ko men. Het artikel bepaald, dat zij het deel van haar rapport betrekking hebbende op de havengelden, zal Indienen binnen drie maanden, te rekenen van den dag der In werkingtreding van deze overeenkomst voor wat betreft de havengelden voor schepen niets behoorend tot een geregelden dienst en binnen zes maanden te rekenen van dien dag voor wat betreft de havengelden voor de overige schepen. De leden der commissie zijn nog niet aangewezen. De overige artikelen van de overeenkomst bevatten bepalingen van ondergeschikte beteekenis. DE BETEEKENIS DER OVEREENKOMST. Minister Pattfn verklaarde, dat z.i. het groote belang der overeenkomst is gelegen in de gevolgen daarvan voor de andere tusschen België en Neder land nog bestaande kwesties, welker regeering den invloed ondervindt van de tegengestelde belangen van Rotterdam en Antwerpen. De minister sprak de verwachting uit dat deze overeenkomst de ophef fing van de nog hangende kwesties zou vergemakkelijken. Met spoed zal hij de algeheele herziening van bet verdrag van 1639 ter hand nemen. De minister gelooide, dat beide lan den van deze overeenkomst beter wor den. HERSTEL DER RIJNVAART GEMEENSCHAP. Nadat minister Patijn zijn toelichting had gegeven, was er gelegenheid tot het stellen van vragen, waarvan druk gebruik werd ge maakt. Voor een groot deel betroffen de vragen details of ook wel kwesties van po- litieken aard, welke laatste niet altijd voor beantwoording in aanmerking kwamen. De belangrijkste der vragen en antwoor den hebben we reeds in het bovenstaande verwerkt. Uit de antwoorden welke de minister, dr. Kröller of mr. Schaepman gaven, bleek on der andere, dat {iet de bedoeling, vooral van Frankrijk is, om 'de Rijnvaartgemeenschap te herstellen, waartoe ook Duitschland zou kunnen toetreden. Aangezien ook Nederland daarbij betrokken is en ons land groote be zwaren tegen de surtaxe d'entrepöt heeft, was er voor Frankrijk aanleiding tot een concessie Dit land verwacht compensatie voor het gemis van inkomsten van de verlevendiging van het scheepvaartver keer in Straatsburg. Van den gratis sleepdienst. die een voordeel voor Antwer pen oplevert, wilde Frankrijk geen afstand doen. In art. 8 van de Overeenkomst staat ook met zooveel woorden, dat „de contractee- rende Staten ln onderling overleg pogin gen (zullen! aanwenden teneinde de ge meenschap van den Rijn te herstellen op de basis van volledige gelijkheid van rechten. ZIJ verbinden zich om, gedurende de voortzetting dier pogingen, slechts in on derlinge overeenstemming toe te stemmen ln wijzigingen van het thans op de Rijn vaart van toepassing zijnde stelsel." De minister deelde nog mede dat hij over deze overeenkomst betreffende de Rijnvaart overleg heeft gepleegd met de commissie voor Buitenlandsche Zaken uit de Tweede Kamer. INDISCH STUDENT STAL 2100 BOEKEN. Een 36-Jarlge student, candidaat in het Ir.dlsoh Recht, stond voor de Haagsche Rechtbank terecht wegens diefstal van 2100 boeken, een groot aantal horloges en vulpenhouders. Een psychiatrisch rapport, had dezen verdachte sterk verminderd toe rekeningsvatbaar verklaard, dooh het re- classeeringsrapport was tot een andere conclusie gekomen en adviseerde een strenge gevangenisstraf, waarna onmid dellijke terugzending naar Indië. Uit het verhoor ter terechtzitting bleek, dat de schade grootendeels vergoed is. Verdachte zélf kan geen verklaring voor zijn gedrag geven. De Officier van Justitie hechtte meer v/aarde aan het psychiatrisch dan aan het reclasseerlngsrapport en eischte een voor waardelijke gevangenisstraf van 8 maan den met drie Jaar proeftijd met onder toe- zichtstelling van de Ned. Vereeniging tot Zedelijke Verbetering van Gevangenen en onder behandeling stelling van een psy- dhiater. Uitspraak 20 April. HAAGSCHE RECHTBANK. De verblindende lichten. Te Voorschoten had een aanrijding plaats op den Leidschenweg tusschen een auto en een motorrijwiel. Volgens den bestuur der der auto was hij verblind geworden door een tegenligger, waardoor hij den motor niet zag. De Kantonrechter te Lelden had den ver dachte veroordeeld tot f. 15 boete subs 15 dagen hechtenis, van welk vonnis hij in hooger beroep kwam Hij liet echter ver stek gaan en de Officier zag daarom af van het getuigenverhoor. Hij eischte bevestiging van het vonnis. Uitspraak over 14 dagen. Bollen voor genoegen. Een bloemistknecht uit Lelden zou bloem bollen, n.l. tulpen en narcissen hebben gehad, zonder dat hij de vereischte ver gunning van de Ned. Sierteeltcentrale had. Wegens overtreding van de bepalingen stond hij nu ln hooger beroep terecht. Als getuigen werden de ambtenaren G. Rosman uit Haarlem en K. A. Boot uit Lisse van de Sierteeltcentrale gehoord, die de overtreding nader uiteenzette Verdachte betoogde, dat hij de bollen uit liefhebberij had. De Officier vorderde bevestiging van het vonnis van den Kantonrechter te Leiden, die f. 20 boete subs. 18 dagen hechtenis had opgelegd, doch wilde de straf verlagen tot f, 10 sub. 10 dagen. Op het kruispunt. Op het kruispunt HaagwegHoogen Rijndijk te Voorschoten werd de fietser v. d. P. aangereden door een motorrijder uit Wassenaar. Wegens overtreding der motor- en rij- wielwet stond hij in hooger beroep terecht, daar de Kantonrechter te Leiden hem ver oordeeld had tot f. 15 boete subs. 15 dagen hechtenis. Een getuige vond, dat de motorrijder geen voldoende voorrang had verleend, en den weg voor den fietser afsneed, hetgeen door den motorrijder echter werd ontkend. Er waren in deze zaak nog enkele getui gen opgeroepen, die evenwel niet versche nen waren. In verband hiermede verzocht de Offi cier aanhouding der verdere behandeling, waartoe de Rechtbank besloot. Botsende auto's. Op het kruispunt Genestetstraat-Haag- weg te Leiden had op 18 September een botsing plaats tusschen een auto, bestuurd door een chauffeur uit Leiden, en een auto die door den arbeider J. C. Jansen uit Lel den bestuurd werd. De auto van eerstgenoemde kwam uit de richting Voorschoten en de bestuurder zou geen voldoende ruimte voor het andere voertuig hebben gelaten. Dit werd echter bestreden door verdachte, die zei verblind te zijn geweest door de lichten van de tegemoet komende auto, terwijl de getuige Jansen zou hebben ge tracht links te passeeren. hetgeen laatst genoemde echter beslist ontkende. De Of ficier eischte bevestiging van het vonnis van den Kantonrechter te Lelden, die ver oordeeld had tot f. 5 boete subs. 2 dagen hechtenis en f. 15 boete subs. 5 dagen hech tenis. Kweekers-kwestie. Een kweeker te Leiden was aangesloten bij de Ned. Sierteeltcentrale als bollen- kweeker. doch hij kweekte ook bloemen. En daarvoor is een afzonderlijke ver gunning noodig, die verdachte niet had De chef der genoemde centrale, de heer Roskam, gaf inlichtingen over het geval. Verdachte betoogde, dat hem een ver gunning was toegezegd, en hij die ook had aangevraagd, hetgeen echter door getuige werd ontkend. De Officier vroeg bevestiging van het vonnis van den Kantonrechter, n.l. f.20 boete. subs. 8 dagen hechtenis. Verdachte verzocht ln verband met zijn gezinsinkomsten een lager boete. Uitspraak over 14 dagen. HAAGSCHE RECHTBANK. De politie stond gereed. Het was aan den los-arbeider B M. van der B. te Leidschendam bekend dat in den avond van 18 Februari de caféhouder J. L. M. Maak aldaar afwezig zou zijn, omdat ■hij voorzitter van de tooneelvereeniging was, die bedoelden avond een uitvoering in Voorburg van een dito vereeniging zou bijwonen. Van die afwezigheid maakte van der B. misbruik, door samen met zijn broer in te breken in de woning van Maak, door ver nieling van de spijlen voor den kelderin gang. Het plan was goed uitgewerkt, want terwijl de inbraak werd gepleegd, zouden in een ander deel van het dorp eenige ruiten ingeworpen worden. Daarvoor was een heel complot samengesteld, waarvan de politie op de hoogte kwam. Toen dus v. d B. het café binnen kwam stond de politie gereed om v. d. B. op te vangen, hetgeen ook ge schied is. Verdachte bekende. De Officier vond het een brutaal geval, en waar verdachte reeds meermalen is ver oordeeld, vorderde hij twee Jaar gevange nisstraf. De verdediger pleitte clementie. Auto en motorrijder. Op 17 December van het vorig jaar had op het kruispunt aan den Zoeterwoudsche- slugel-Witte Singel-Heercnstraat-Koepoort- brug te Leiden een ernstig ongeval plaats. Het is wel diep-beschamend. dat ln dit Jaargetijde van levensopbloel de gedachten der wereld zich concentreeren op de moge lijkheid van levensvernietiging op nimmer geëvenaarde schaal. Vrees, zoo luidt de leuze der beurs terecht, is de slechtste raadgeefster. Toch zou men het althans kunnen begrijpen, dat velen in angst bij die duistere raadgeefster zouden aan kloppen. nu nog steeds geen verfrisschende wind de dreigende donderkoppen aan den politieken hemel heeft weggevaagd. Welnu, het is een pluim op den hoed van de Europeesch beurzen, dat zij in al óie reeksen van crisisweken, die wij nu reeds achter den rug hebben, een bezon nenheid hebben getoond als nog nimmer tevoren onder soortgelijke omstandighe den. ZIJ hebben zioh haast volkomen kun nen onttrekken aan den invloed van New- York. Indien vroeger, d.w.z in normale tijden, New-York met aanzienlijk lagere koersen sloot, dan kon men er steevast op rekenen, dat Londen en Amsterdam den volgenden dag op overeenkomstig lager peil zouden openen. Die invloed ls thans nagenoeg weggevallen. Men heeft de overtuiging gekregen, dat New-York uit hoofde van den grooten afstand, de min of meer sen sationeel aangelegde Amerikaansche pers. de vaak tendentieuze berichtge ving cn het in het algemeen geringe inzicht van den Amerikaan in Europee- sche aangelegenheden, bij lange na niet zoo goed is geïnformeerd over de politieke ontwikkeling in het oude werelddeel als w ij. Vandaar dat Londen. Parijs en Amsterdam in het algemeen weinig acht slaan op de vaak kramp achtige liquidaties in New-York en rustig hun eigen weg gaan. Zoo kon het voorkomen, dat de Dow- Jones index voor irvdustrieelen tusschen 27 Maart en 5 April is gedaald met ruim 7" terwijl de door „De Telegraaf' samenge- slelde index van Nederlandsche industriee- len in die periode slechts met 4«,« is ge daald. Men moet bij deze rustige houding van de Amsterdamsche beurs en bij het ontbreken van hevige liquidaties (vrijwil lig of gedwongen) natuurlijk wel in aan merking nemen, dat de crisis zich, met tus- schenpoozen, nu reeds meer dan een jaar voortsleept. Dwz. dat geleidelijk reeds liquidaties hebben plaats gevonden, de zwakkere broeders zich meerendeels reeds van hun beZit hebben ontdaan, de hausse posities zeer gering van omvang zijn, de omvang def baisseposities daarentegen de beurs een intrinsiek groote kracht ver leent. Daarenboven schijnen er op lage ümites vrij behoorlijke kooporders bij ban ken en commissionnalrs te liggen, terwiil ten aanzien van Nederlandsche Staatsfond sen aanzienlijk steun wordt verleend door het Beleggersfront, dat op de verlaagde koersen de gelegenheid waarneemt, een deel van zijn onbelegde gelden te- herbei eggen. Dit alles neemt niet weg. dat het ge middelde koerspell zich ten onzent be weegt rondom dat van den „zwarten dag" vóór ..Miinchen" en dat de om vang van den handel doorgaans aller bedroevendst is. De beursvacantiedagen met Paschen hebben natuurlijk hiertoe het hunne bijgedragen, aangezien in dit tijdperk, nu de politieke toestand als het ware met het uur kan verande ren. niemand het aandurft bijzondere posities op te bouwen, die hij niet on middellijk weer zou kunnen liquideeren. Het is ook geen wonder, dat men nog steeds geen oog heeft voor economische be richten. Behalve de vrees voor een gewa pend conflict speelt hierbij een voorname rol het zich meer en meer opdringend be wustzijn. dat de volkeren bezig zijn zich financieele lasten ten behoeve hunner ver dediging op den rug te stapelen, die nrae- tlsch nauwelijks te dragen zullen blijken: wanneer eens de nachtmerrie van het heden zal zijn weggevaagd, zullen de oogen opengaan en zal een nieuw schrikbeeld, dat van dreigend staatsbankroet, de wereld vervolgen. Indien de vrede hiermede kan worden gekocht, dan is zelfs staatsban kroet een niet te hooge prijs. Toch is het nuttig, de gedachten niet ge heel bij de politiek te doen verwijlen. Ten slotte is de kans op behoud van den vrede grooter dan die op het uitbreken van oorlog en daarom moet toch alle aandacht ook aan economische vraagstukken worden ge wijd. Zoo is het opvallend, dat de econo mische toestand nog betrekkelijk gunstig is te noemen. In Nederland is van een sdherpe inzinking der bedrijvigheid niets merk baar. De bouwbedrijvigheid beweegt zich zelfs in stijgende lijn. De jaarverslagen en financieele resultaten en dividenden gaan ln vele gevallen zelfs de verwachtingen te boven. Dit geldt speciaal voor scheepsbouw bedrijven (bijv. Rotterdamsche Droogdok), constructiebedrijven (bijv. Werkspoor) en kaïbelfabrieken (Nederlandsohe Kabel en Draka). Zelfs de financieele resultaten dér Am sterdamsche Bank, die haar dividend met 1"/» tot 5"heeft verlaagd, vallen nog mee, de reusachtige liquiditeit ten spijt. Binnen kort zullen de plantagemaatschappijen met haar verslagen voor het voetlicht treden. Hier zullen de uitkomsten natuurlijk min der gunstig zijn, dooh ln het algemeen zeer zeker niet zoodanig, dat het huidig lage koerspell gerechtvaardigd zou moeten wor den geacht: het gemiddelde rendement van Nederlandsche aandeelen is op het oogen- bllk bulten alle verhoudingen hoog te noemen. De tabakaandeelen staan wel on der zeer sterken druk. Zij hebben te lijden van den kwalitatief vrij slechten oogst, die thans aan de markt ié en van de vermin dering der Duitsche aankoopen met 15 o. De resultaten der eerste Sumatra-inschrij- vlng zijn niettemin nog kennelijk bevredi gend te noemen en het is dan ook waar schijnlijk, dat de Sumatra-aandeelen be langrijk ondergewaardeerd zijn. Ook in Engeland ls de economische toe stand verre van onbevredigend. De werk loosheid over Maart is zeer aanzienlijk ge daald. in veel sterker mate dan uit de sei zoensinvloeden kan worden verklaard Bo vendien beperkt die verminderde werkloos heid zich niet tot de bewapeningsindus trieën. doch strekt zich uit over nagenoeg de geheele nijverheid. Ook de Britsche spoorwegen beginnen teekenen van herstel te vertoonen: voor het eerst sinds bijna een Jaar hebben de ontvangstcijfers der spoor wegen de vorige week een vermeerdering laten zien tegenover de cijfers van de over eenkomstige week van het vorig jaar. In België heeft de gunstige, rust-herstel- lende uitkomst der verkiezingen den grond slag gelegd voor een geleidelijke indus- trieele expansie. Frankrijk vertoont een on gekende sociale rust en een merkwaardige versteviging van 's lands financiën. Nog zelden heeft de Fransche Schatkist zoo dik in haar middelen gezeten. De vlottende schuld is aanzienlijk toegenomen, zonder dat de geldmarkt hiervan de onaangename gevolgen heeft behoeven te ondervinden. De belastingen vertoonen een stijging van aanzienlijke afmetingen, de Fransche franc staat als een rots in de branding, terwijl kapitaal nog steeds uit het buitenland terugvloeit. Productie en export nemen toe en het geheele economisch leven vertoont een mate van vertrouwen, zooals men die in jaren niet in Frankrijk heeft aan schouwd. Van over den Oceaan evenwel luiden de economische berichten veel minder gunstig. Evenals het vorig Jaar ziet het er opnieuw naar uit, dat de met veel bombast door lei dende zakenlieden en politici aangekondig de voorjaarsopleving weer zal uitblijven. Zoo ontwikkelt de bedrijvigheid in de staal industrie zich ver beneden de verwachtin gen. terwijl de automobielverkoopen een plotselinge daling aan den dag hebben ge legd. Al mag men de sohuld natuurlijk ge deeltelijk op de politieke factoren werpen, de conclusie ligt voor de hand, dat het „doorsteken van de pomp", d.i. de uitga- venpolitiek en de kunstmatige verhooging der koopkracht, opnieuw zijn impotentie heeft laten blijken. Men kan nu eenmaal de conjunctuur niet stlmuleeren met zuiver technische middelen, wanneer de vertrou wensbasis ontbreekt. En hoe kan dit ver trouwen gedijen, wanneer de door den nieuwen minister van Handel, Hudson, met veel ophef aangekondigde politiek van ver zoening tusschen administratie en zaken leven door Roosevelt wordt ondermijnd en ln de praktijk derhalve van die verzoe ningsgezindheid nagenoeg niets is geble ken? De Vereenigde Staten maken zich ook uitermate bezorgd over de aanhoudende toestrooming van goud. In het eerste kwar taal beliep die stroom 650 millioen dollar en. behoudens nog het voor buitenlandsche rekening ,.ge-earmarked" goud, bedraagt de monetaire goudvoorraad thans 15.300 millioen dollar, een fantastisch cijfer, dat theoretisch en volgens de oude theorieën tot een ontzaglijke inflatie zou kunnen aanleiding geven. Doch zelfs zulk een onge ëvenaarde credietbasis is tot machteloos heid gedoemd, wanneer het crediet, het vertrouwen zelf. ontbreekt. De tusschen Frankrijk, België en Neder land gesloten overeenkomst ten aanzien van de Rijnscheepvaart heeft in de Belgi sche en Nederlandsche pers sterk de aan dacht getrokken. Uit het feit. dat men noch in België, noch in Nederland bijzonder geestdriftig is over de verkregen resultaten, mag men opmaken, dat een middenweg is gekozen, die zooveel mogelijk met alle be langen rekening houdt. Voor Nederland is het alleen een voldoening, dat principieel beslist is, dat de heffing der Fransche sur taxes op den duur niet slechts ten nadeele van Nederland zal kunnen geschieden en over een periode van 10 jaar een egalisatie zal plaats vinden. Wat betreft de Belgische Rijnvaartpremies, zullen wij ons er bij moeten neerleggen, dat voorloopig van een verlaging geen sprake zal zijn. Het is ver heugend, dat binnenkort besprekingen over een nivelleering der Belgische en Neder landsche haventarieven zal plaats vinden. De 26-jarige J. P. Meyer kwam op zijn motorfiets uit de Heerenstraat, toen op ge noemd kruispunt een auto naderde, be stuurd door een garagehouder uit Leiden. Doordat deze geen voorrang verleende, vond een botsing plaats waardoor de mo torrijder zeer ernstig aan het rechterbeen werd gewond, zoodat hij thans nog inva lide is. Verdachte bekende dat de aanrijding aan zijn schuld te wijten was. De Officier wees op de ernstige gevolgen van het verzuim, en meende dat een stren ge straf op zijn plaats was. Daarom vorderde hij een maand gevan genisstraf en intrekken van het rijbewijs voor den tijd van een jaar. Verdachte verzocht ziin rijbewijs in ver band met zijn werk te mogen behouden. Uitspraak over 14 dagen Dc auto slipte. In den nacht van 13 op 14 Aug. 1938 vond een agent van politie te Noordwijk op den Ouden Zeeweg een auto. die zwaar geha vend was. Voorts waren langs dien weg di- vese palen etc. beschadigd. Later was aan het licht gekomen dat de auto bestuurd was geweest door een bakker uit Nieuw Vennep. Deze had de auto ge huurd bij den garagehouder J. Veenman te Haarlemmermeer Deze had dien avond zijn auto niet terug gezien maar wel was de bakker in een taxi bij hem gekomen en toen bleek hij in een bijzondere stemming te zijn. Ook enkele andere getuigen deelden mede dat de bakker onder invloed van sterken drank was. De kantonrechter te Leiden had den bak ker veroordeeld tot een week hechtenis en intrekking van het rijbewijs voor den tijd van een jaa". en voor rle aanrijding f. 25 boete su'" 25 dagen hechtenis. Verdachte zei. dat hij haast had om thuis te komen en zijn auto is geslipt ln de bocht. De Officier vorderde bevestiging van het vonnis.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 17