Vrees blijft het beursleven
beheerschen
Het Nederlandsch-Belgische
havenbestand
80ste Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 8 April 1939
Vijfde Biad No. 24244
Herziening van het verdrag van 1839 wordt
ter hand genomen
Europa rustiger dan Amerika
RECHTZAKEN
Toelichting van minister
Patijn.
TOELICHTING VAN MINISTER
PATIJN.
Maandag j.l. is, gelijk gemeld werd,
op de Fransche ambassade te Brussel
door gevolmachtigden van de Belgische,
Fransche en Nederlandsche regeerlngen
een overeenkomst gebeekend tot regeling
van verschillende vraagstukken betref
fende de Rijnvaart en meer ln het bij
zonder dat van het Rljnverkeer van en
naar Straatsburg. Voor dit laatste zal
het douaneregime (surtaxe d'origine et
d'entrepöt) geleidelijk gelijk worden,
onverschillig of het verkeer van de Ne
derlandsche dan. wel van de Belgische
havens gebruik maakt.
Over deze overeenkomst nu hebben de
minister van Buitenlandsche Zaken, mr. J.
A. N. Patijn. dr. A. G. Kröller, lid der Rljn-
v aartcommissie en mr. C. J. M. Schaepman,
referendaris aan het departement van Bui
tenlandsche Zaken, welke belde heeren te
Brussel de Regeering vertegenwoordigden,
ln een persconferentie, belegd door den Re-
geerlngspersdlenst, nadere mededeellngen
gedaan.
Minister Patijn gaf eerst een kort ge
schiedkundig overzicht, er aan herinnerend
dat ln Frankrijk rechten worden geheven
voor den aanvoer van goederen vla een nlet-
Fransche zeehaven. Voor deze surtaxe d'ori
gine et d'entrepöt moest ten behoeve van
Straatsburg een regeling worden getroffen.
Sedert 1921 werd voor de Belgische havens
het vervoer vrijgesteld van die heffing,
waarmede ten opzichte van de Nederland
sche havens echter een onbillijkheid werd
begaan.
Van verschillende zijden bestond de
wensch, deze ongelijkheid van behandeling
opgeheven te krijgen. Men was al een heel
eind ln de goede richting gevorderd, toen
Dultschland ln November 1936 de Rljn-
vaartacte van Mannheim opzegde. Sedert
dien is de zaak blijven rusten totdat on
langs, door de vriendelijkheid van Frank
rijk. besprekingen werden aangevangen.
Gaandeweg zijn daarbij nog andere onder
werpen betrokken geworden.
DE HOOFDPUNTEN VAN DE
OVEREENKOMST.
De minister besprak vervolgens de hoofd
punten van de overeenkomst, waarbij we
aanhalingen uit de artikelen zullen doen.
I. Het eerste ls, dat de Nederlandsche
zeehavens (als hoedanig worden aange
merkt: Dordrecht en Rotterdam, met inbe
grip van Vlaardingen. Schiedam en Hoek
van Holland! geleidelijk, ln een tijdsverloop
van 5 Jaren van de surtaxe ontheven zullen
worden, totdat alle goederen eindelijk zul
len zijn vrijgesteld.
II Het tweede is. dat Nederland zich
verbindt om. gedurende tien Jaren, van den
dag af. waarop de overeenkomst ln werking
is getreden, geen Rijnvaartpremies te hef
fen (gelijk België thans doeti.
Daar tegenover staan verplichtingen van
België betreffende de heffing van de Rljn-
vaartpremlën, als volgt ln art. 4 beschre
ven:
„Voor wat in het bijzonder betreft de
premlën, welke door de Belgische Regeering
worden verleend voor het vervoer langs den
Rijn van bepaalde goederen, stroomop
waarts wordt overeengekomen, dat gedu
rende het tijdsverloop van tien jaar, be
paald ln het vorige artikel het gezamenlijke
jaarlijksche bedrag, dat thans voor den
dienst van die premiën is bestemd, niet zal
worden verhoogd, dat het tarief van de pre
miën per ton. zooals die worden toegekend,
niet zal worden verhoogd en dat geen pre
miën zullen worden toegekend aan goede
ren. welke die thans niet genieten.
Eveneens wordt overeengekomen, dat in
het geval, dat gedurende een jaar het ver
voer te water uit de Belgische zeehavens
met bestemming voor den Rijn boven de
grens tusschen Nederland en Dultschland
in totaal 24°/o mocht overschrijden van de
som van het vervoer te water, dat bij ge
noemde grens aankomt zoowel van de Bel
gische zeehavens als van de Nederlandsche
zeehavens, de Belgische Regeering zich ver
bindt over te gaan tot een herziening van
het stelsel der premiën, zoodanig, dat het
Rljnverkeer afkomstig uit de Belgische zee
havens wordt teruggebracht beneden de
grens van 24"/o, bedoeld in dit lid.
Het gezamenlijke jaarlijksche bedrag, be
doeld ln het eerste lid bedraagt 16.400.000
Belgische francs, waarvan ten hoogste
4.000.000 zullen kunnen worden bestemd
voor het vervoer stroomafwaarts.
Evenwel zal, ln het geval, dat gedurende
een Jaar de verhouding tusschen de belde
soorten van vervoer, bedoeld in het tweede
lid, tot beneden IS"/» mocht dalen, de Belgi
sche regeering het recht hebben, het stelsel
der premiën te herzien.
Deze herziening kan slechts worden ge
handhaafd, zoolang bedoelde verhouding
gedurende één Jaar 21 niet zal hebben
bereikt."
Art. 4 bepaalte dan verder, dat, wanneer
over de wijze van herziening der premiën
geen overeenstemming wordt verkregen, een
summiere arbitrage-procedure deze zal
vaststellen.
Vervolgens is er in vervat, dat Nederland
ir. tien jaren geen Rljnvaartpremien zal
toekennen. Het slot van het artikel luidt:
..Voor de toepassing van dit artikel wor
den als Belgische zeehavens beschouwd:
Antwerpen, Gent, Selzaete. Brussle Brugge.
Zeebrugge, Oostende. Leuven. Dendermonde
en Nleuwpoort. en als Nederlandsche zee
havens: Rotterdam (met inbegrip van
Schiedam. Vlaardingen en Hoek van Hol
land!. Amsterdam, Dordrecht. Terneuzen.
Sluiskil, VUsslngen, Velsen, Harllngen en
Delfzijl."
De minister deelde mede. dat de percen
tages 24, 18 en 21 pas over een jaar hun
werking aanvangen.
De overeenkomst zal ln 5 etappes worden
uitgevoerd:
al op den dag van inwerktreding van
deze overeenkomst, op goederen afkomstig
uit de Nederlandsche overzeesche gebieds-
deelen;
bi een jaar na dien dag op goederen af
komstig van. of bestemd voor de Fransche
havens (met Inbegrip van de Algerljnsche
havens)
c) twee en een half jaar na dienzelfden
dag op goederen afkomstig van, of bestemd
voor de Fransche koloniën en protectora
ten:
d> vier jaar na den genoemden dag op
goederen van Europeeschen oorsprong:
el vijf Jaar na den dag van de inwer
kingtreding van deze overeenkomst, op alle
andere goederen.
DE STRIJD TUSSCHEN DE
ANTWERPSCHE EN DE
ROTTERDAMSCHE HAVEN
TARIEVEN.
III. Naast de Rljnvaartpremiën bestaat
er een strijd tusschen de Antwerpsche en
Rotterdamsche haven tarieven, kadegelden
enz. Het derde belangrijke punt van de
overeenkomst betreft deze kwestie.
Ter regeling hiervan zullen de Belgische
en Nederlandsche Regceringen een ge
mengde commissie instellen om de moge
lijkheid te onderzoeken gelijk art. 5
luidt om in gemeen overleg ,de heffingen
en vergoedingen vast te stellen in de ha
vens van Antwerpen, Gent, Amsterdam en
Rotterdam.
In de overeenkomst is de kwestie van den
gratis-sleepdienst AntwerpenRotterdam
niet betrokken.
Deze commissie zal met spoed bijeen ko
men. Het artikel bepaald, dat zij het deel
van haar rapport betrekking hebbende op
de havengelden, zal Indienen binnen drie
maanden, te rekenen van den dag der In
werkingtreding van deze overeenkomst voor
wat betreft de havengelden voor schepen
niets behoorend tot een geregelden dienst
en binnen zes maanden te rekenen van
dien dag voor wat betreft de havengelden
voor de overige schepen.
De leden der commissie zijn nog niet
aangewezen.
De overige artikelen van de overeenkomst
bevatten bepalingen van ondergeschikte
beteekenis.
DE BETEEKENIS DER
OVEREENKOMST.
Minister Pattfn verklaarde, dat z.i.
het groote belang der overeenkomst is
gelegen in de gevolgen daarvan voor
de andere tusschen België en Neder
land nog bestaande kwesties, welker
regeering den invloed ondervindt van de
tegengestelde belangen van Rotterdam
en Antwerpen.
De minister sprak de verwachting
uit dat deze overeenkomst de ophef
fing van de nog hangende kwesties zou
vergemakkelijken. Met spoed zal hij de
algeheele herziening van bet verdrag
van 1639 ter hand nemen.
De minister gelooide, dat beide lan
den van deze overeenkomst beter wor
den.
HERSTEL DER RIJNVAART
GEMEENSCHAP.
Nadat minister Patijn zijn toelichting had
gegeven, was er gelegenheid tot het stellen
van vragen, waarvan druk gebruik werd ge
maakt. Voor een groot deel betroffen de
vragen details of ook wel kwesties van po-
litieken aard, welke laatste niet altijd voor
beantwoording in aanmerking kwamen.
De belangrijkste der vragen en antwoor
den hebben we reeds in het bovenstaande
verwerkt.
Uit de antwoorden welke de minister, dr.
Kröller of mr. Schaepman gaven, bleek on
der andere, dat {iet de bedoeling, vooral van
Frankrijk is, om 'de Rijnvaartgemeenschap
te herstellen, waartoe ook Duitschland zou
kunnen toetreden. Aangezien ook Nederland
daarbij betrokken is en ons land groote be
zwaren tegen de surtaxe d'entrepöt heeft,
was er voor Frankrijk aanleiding tot een
concessie Dit land verwacht compensatie
voor het gemis van inkomsten van de
verlevendiging van het scheepvaartver
keer in Straatsburg. Van den gratis
sleepdienst. die een voordeel voor Antwer
pen oplevert, wilde Frankrijk geen afstand
doen.
In art. 8 van de Overeenkomst staat ook
met zooveel woorden, dat „de contractee-
rende Staten ln onderling overleg pogin
gen (zullen! aanwenden teneinde de ge
meenschap van den Rijn te herstellen op
de basis van volledige gelijkheid van
rechten.
ZIJ verbinden zich om, gedurende de
voortzetting dier pogingen, slechts in on
derlinge overeenstemming toe te stemmen
ln wijzigingen van het thans op de Rijn
vaart van toepassing zijnde stelsel."
De minister deelde nog mede dat hij
over deze overeenkomst betreffende de
Rijnvaart overleg heeft gepleegd met de
commissie voor Buitenlandsche Zaken uit
de Tweede Kamer.
INDISCH STUDENT STAL 2100 BOEKEN.
Een 36-Jarlge student, candidaat in het
Ir.dlsoh Recht, stond voor de Haagsche
Rechtbank terecht wegens diefstal van
2100 boeken, een groot aantal horloges en
vulpenhouders. Een psychiatrisch rapport,
had dezen verdachte sterk verminderd toe
rekeningsvatbaar verklaard, dooh het re-
classeeringsrapport was tot een andere
conclusie gekomen en adviseerde een
strenge gevangenisstraf, waarna onmid
dellijke terugzending naar Indië.
Uit het verhoor ter terechtzitting bleek,
dat de schade grootendeels vergoed is.
Verdachte zélf kan geen verklaring voor
zijn gedrag geven.
De Officier van Justitie hechtte meer
v/aarde aan het psychiatrisch dan aan het
reclasseerlngsrapport en eischte een voor
waardelijke gevangenisstraf van 8 maan
den met drie Jaar proeftijd met onder toe-
zichtstelling van de Ned. Vereeniging tot
Zedelijke Verbetering van Gevangenen en
onder behandeling stelling van een psy-
dhiater.
Uitspraak 20 April.
HAAGSCHE RECHTBANK.
De verblindende lichten.
Te Voorschoten had een aanrijding plaats
op den Leidschenweg tusschen een auto
en een motorrijwiel. Volgens den bestuur
der der auto was hij verblind geworden
door een tegenligger, waardoor hij den
motor niet zag.
De Kantonrechter te Lelden had den ver
dachte veroordeeld tot f. 15 boete subs 15
dagen hechtenis, van welk vonnis hij in
hooger beroep kwam Hij liet echter ver
stek gaan en de Officier zag daarom af van
het getuigenverhoor.
Hij eischte bevestiging van het vonnis.
Uitspraak over 14 dagen.
Bollen voor genoegen.
Een bloemistknecht uit Lelden zou bloem
bollen, n.l. tulpen en narcissen hebben
gehad, zonder dat hij de vereischte ver
gunning van de Ned. Sierteeltcentrale had.
Wegens overtreding van de bepalingen
stond hij nu ln hooger beroep terecht.
Als getuigen werden de ambtenaren G.
Rosman uit Haarlem en K. A. Boot uit Lisse
van de Sierteeltcentrale gehoord, die de
overtreding nader uiteenzette
Verdachte betoogde, dat hij de bollen uit
liefhebberij had.
De Officier vorderde bevestiging van het
vonnis van den Kantonrechter te Leiden,
die f. 20 boete subs. 18 dagen hechtenis
had opgelegd, doch wilde de straf verlagen
tot f, 10 sub. 10 dagen.
Op het kruispunt.
Op het kruispunt HaagwegHoogen
Rijndijk te Voorschoten werd de fietser v.
d. P. aangereden door een motorrijder uit
Wassenaar.
Wegens overtreding der motor- en rij-
wielwet stond hij in hooger beroep terecht,
daar de Kantonrechter te Leiden hem ver
oordeeld had tot f. 15 boete subs. 15 dagen
hechtenis.
Een getuige vond, dat de motorrijder geen
voldoende voorrang had verleend, en den
weg voor den fietser afsneed, hetgeen door
den motorrijder echter werd ontkend.
Er waren in deze zaak nog enkele getui
gen opgeroepen, die evenwel niet versche
nen waren.
In verband hiermede verzocht de Offi
cier aanhouding der verdere behandeling,
waartoe de Rechtbank besloot.
Botsende auto's.
Op het kruispunt Genestetstraat-Haag-
weg te Leiden had op 18 September een
botsing plaats tusschen een auto, bestuurd
door een chauffeur uit Leiden, en een auto
die door den arbeider J. C. Jansen uit Lel
den bestuurd werd.
De auto van eerstgenoemde kwam uit de
richting Voorschoten en de bestuurder zou
geen voldoende ruimte voor het andere
voertuig hebben gelaten.
Dit werd echter bestreden door verdachte,
die zei verblind te zijn geweest door de
lichten van de tegemoet komende auto,
terwijl de getuige Jansen zou hebben ge
tracht links te passeeren. hetgeen laatst
genoemde echter beslist ontkende. De Of
ficier eischte bevestiging van het vonnis
van den Kantonrechter te Lelden, die ver
oordeeld had tot f. 5 boete subs. 2 dagen
hechtenis en f. 15 boete subs. 5 dagen hech
tenis.
Kweekers-kwestie.
Een kweeker te Leiden was aangesloten
bij de Ned. Sierteeltcentrale als bollen-
kweeker. doch hij kweekte ook bloemen.
En daarvoor is een afzonderlijke ver
gunning noodig, die verdachte niet had
De chef der genoemde centrale, de heer
Roskam, gaf inlichtingen over het geval.
Verdachte betoogde, dat hem een ver
gunning was toegezegd, en hij die ook had
aangevraagd, hetgeen echter door getuige
werd ontkend.
De Officier vroeg bevestiging van het
vonnis van den Kantonrechter, n.l. f.20
boete. subs. 8 dagen hechtenis.
Verdachte verzocht ln verband met zijn
gezinsinkomsten een lager boete.
Uitspraak over 14 dagen.
HAAGSCHE RECHTBANK.
De politie stond gereed.
Het was aan den los-arbeider B M. van
der B. te Leidschendam bekend dat in den
avond van 18 Februari de caféhouder J. L.
M. Maak aldaar afwezig zou zijn, omdat
■hij voorzitter van de tooneelvereeniging
was, die bedoelden avond een uitvoering
in Voorburg van een dito vereeniging zou
bijwonen.
Van die afwezigheid maakte van der B.
misbruik, door samen met zijn broer in te
breken in de woning van Maak, door ver
nieling van de spijlen voor den kelderin
gang. Het plan was goed uitgewerkt, want
terwijl de inbraak werd gepleegd, zouden in
een ander deel van het dorp eenige ruiten
ingeworpen worden. Daarvoor was een heel
complot samengesteld, waarvan de politie
op de hoogte kwam. Toen dus v. d B. het
café binnen kwam stond de politie gereed
om v. d. B. op te vangen, hetgeen ook ge
schied is.
Verdachte bekende.
De Officier vond het een brutaal geval,
en waar verdachte reeds meermalen is ver
oordeeld, vorderde hij twee Jaar gevange
nisstraf.
De verdediger pleitte clementie.
Auto en motorrijder.
Op 17 December van het vorig jaar had
op het kruispunt aan den Zoeterwoudsche-
slugel-Witte Singel-Heercnstraat-Koepoort-
brug te Leiden een ernstig ongeval plaats.
Het is wel diep-beschamend. dat ln dit
Jaargetijde van levensopbloel de gedachten
der wereld zich concentreeren op de moge
lijkheid van levensvernietiging op nimmer
geëvenaarde schaal. Vrees, zoo luidt de
leuze der beurs terecht, is de slechtste
raadgeefster. Toch zou men het althans
kunnen begrijpen, dat velen in angst bij
die duistere raadgeefster zouden aan
kloppen. nu nog steeds geen verfrisschende
wind de dreigende donderkoppen aan den
politieken hemel heeft weggevaagd.
Welnu, het is een pluim op den hoed
van de Europeesch beurzen, dat zij in al
óie reeksen van crisisweken, die wij nu
reeds achter den rug hebben, een bezon
nenheid hebben getoond als nog nimmer
tevoren onder soortgelijke omstandighe
den. ZIJ hebben zioh haast volkomen kun
nen onttrekken aan den invloed van New-
York. Indien vroeger, d.w.z in normale
tijden, New-York met aanzienlijk lagere
koersen sloot, dan kon men er steevast op
rekenen, dat Londen en Amsterdam den
volgenden dag op overeenkomstig lager
peil zouden openen. Die invloed ls thans
nagenoeg weggevallen.
Men heeft de overtuiging gekregen,
dat New-York uit hoofde van den
grooten afstand, de min of meer sen
sationeel aangelegde Amerikaansche
pers. de vaak tendentieuze berichtge
ving cn het in het algemeen geringe
inzicht van den Amerikaan in Europee-
sche aangelegenheden, bij lange na
niet zoo goed is geïnformeerd over de
politieke ontwikkeling in het oude
werelddeel als w ij. Vandaar dat Londen.
Parijs en Amsterdam in het algemeen
weinig acht slaan op de vaak kramp
achtige liquidaties in New-York en
rustig hun eigen weg gaan.
Zoo kon het voorkomen, dat de Dow-
Jones index voor irvdustrieelen tusschen 27
Maart en 5 April is gedaald met ruim 7"
terwijl de door „De Telegraaf' samenge-
slelde index van Nederlandsche industriee-
len in die periode slechts met 4«,« is ge
daald. Men moet bij deze rustige houding
van de Amsterdamsche beurs en bij het
ontbreken van hevige liquidaties (vrijwil
lig of gedwongen) natuurlijk wel in aan
merking nemen, dat de crisis zich, met tus-
schenpoozen, nu reeds meer dan een jaar
voortsleept. Dwz. dat geleidelijk reeds
liquidaties hebben plaats gevonden, de
zwakkere broeders zich meerendeels reeds
van hun beZit hebben ontdaan, de hausse
posities zeer gering van omvang zijn, de
omvang def baisseposities daarentegen de
beurs een intrinsiek groote kracht ver
leent. Daarenboven schijnen er op lage
ümites vrij behoorlijke kooporders bij ban
ken en commissionnalrs te liggen, terwiil
ten aanzien van Nederlandsche Staatsfond
sen aanzienlijk steun wordt verleend door
het Beleggersfront, dat op de verlaagde
koersen de gelegenheid waarneemt, een deel
van zijn onbelegde gelden te- herbei eggen.
Dit alles neemt niet weg. dat het ge
middelde koerspell zich ten onzent be
weegt rondom dat van den „zwarten
dag" vóór ..Miinchen" en dat de om
vang van den handel doorgaans aller
bedroevendst is. De beursvacantiedagen
met Paschen hebben natuurlijk hiertoe
het hunne bijgedragen, aangezien in
dit tijdperk, nu de politieke toestand
als het ware met het uur kan verande
ren. niemand het aandurft bijzondere
posities op te bouwen, die hij niet on
middellijk weer zou kunnen liquideeren.
Het is ook geen wonder, dat men nog
steeds geen oog heeft voor economische be
richten. Behalve de vrees voor een gewa
pend conflict speelt hierbij een voorname
rol het zich meer en meer opdringend be
wustzijn. dat de volkeren bezig zijn zich
financieele lasten ten behoeve hunner ver
dediging op den rug te stapelen, die nrae-
tlsch nauwelijks te dragen zullen blijken:
wanneer eens de nachtmerrie van het
heden zal zijn weggevaagd, zullen de oogen
opengaan en zal een nieuw schrikbeeld, dat
van dreigend staatsbankroet, de wereld
vervolgen. Indien de vrede hiermede kan
worden gekocht, dan is zelfs staatsban
kroet een niet te hooge prijs.
Toch is het nuttig, de gedachten niet ge
heel bij de politiek te doen verwijlen. Ten
slotte is de kans op behoud van den vrede
grooter dan die op het uitbreken van oorlog
en daarom moet toch alle aandacht ook
aan economische vraagstukken worden ge
wijd. Zoo is het opvallend, dat de econo
mische toestand nog betrekkelijk gunstig is
te noemen. In Nederland is van een sdherpe
inzinking der bedrijvigheid niets merk
baar. De bouwbedrijvigheid beweegt zich
zelfs in stijgende lijn. De jaarverslagen en
financieele resultaten en dividenden gaan
ln vele gevallen zelfs de verwachtingen te
boven. Dit geldt speciaal voor scheepsbouw
bedrijven (bijv. Rotterdamsche Droogdok),
constructiebedrijven (bijv. Werkspoor) en
kaïbelfabrieken (Nederlandsohe Kabel en
Draka).
Zelfs de financieele resultaten dér Am
sterdamsche Bank, die haar dividend met
1"/» tot 5"heeft verlaagd, vallen nog mee,
de reusachtige liquiditeit ten spijt. Binnen
kort zullen de plantagemaatschappijen met
haar verslagen voor het voetlicht treden.
Hier zullen de uitkomsten natuurlijk min
der gunstig zijn, dooh ln het algemeen zeer
zeker niet zoodanig, dat het huidig lage
koerspell gerechtvaardigd zou moeten wor
den geacht: het gemiddelde rendement van
Nederlandsche aandeelen is op het oogen-
bllk bulten alle verhoudingen hoog te
noemen. De tabakaandeelen staan wel on
der zeer sterken druk. Zij hebben te lijden
van den kwalitatief vrij slechten oogst, die
thans aan de markt ié en van de vermin
dering der Duitsche aankoopen met 15 o.
De resultaten der eerste Sumatra-inschrij-
vlng zijn niettemin nog kennelijk bevredi
gend te noemen en het is dan ook waar
schijnlijk, dat de Sumatra-aandeelen be
langrijk ondergewaardeerd zijn.
Ook in Engeland ls de economische toe
stand verre van onbevredigend. De werk
loosheid over Maart is zeer aanzienlijk ge
daald. in veel sterker mate dan uit de sei
zoensinvloeden kan worden verklaard Bo
vendien beperkt die verminderde werkloos
heid zich niet tot de bewapeningsindus
trieën. doch strekt zich uit over nagenoeg
de geheele nijverheid. Ook de Britsche
spoorwegen beginnen teekenen van herstel
te vertoonen: voor het eerst sinds bijna een
Jaar hebben de ontvangstcijfers der spoor
wegen de vorige week een vermeerdering
laten zien tegenover de cijfers van de over
eenkomstige week van het vorig jaar.
In België heeft de gunstige, rust-herstel-
lende uitkomst der verkiezingen den grond
slag gelegd voor een geleidelijke indus-
trieele expansie. Frankrijk vertoont een on
gekende sociale rust en een merkwaardige
versteviging van 's lands financiën. Nog
zelden heeft de Fransche Schatkist zoo dik
in haar middelen gezeten. De vlottende
schuld is aanzienlijk toegenomen, zonder
dat de geldmarkt hiervan de onaangename
gevolgen heeft behoeven te ondervinden. De
belastingen vertoonen een stijging van
aanzienlijke afmetingen, de Fransche franc
staat als een rots in de branding, terwijl
kapitaal nog steeds uit het buitenland
terugvloeit. Productie en export nemen toe
en het geheele economisch leven vertoont
een mate van vertrouwen, zooals men die
in jaren niet in Frankrijk heeft aan
schouwd.
Van over den Oceaan evenwel luiden de
economische berichten veel minder gunstig.
Evenals het vorig Jaar ziet het er opnieuw
naar uit, dat de met veel bombast door lei
dende zakenlieden en politici aangekondig
de voorjaarsopleving weer zal uitblijven.
Zoo ontwikkelt de bedrijvigheid in de staal
industrie zich ver beneden de verwachtin
gen. terwijl de automobielverkoopen een
plotselinge daling aan den dag hebben ge
legd. Al mag men de sohuld natuurlijk ge
deeltelijk op de politieke factoren werpen,
de conclusie ligt voor de hand, dat het
„doorsteken van de pomp", d.i. de uitga-
venpolitiek en de kunstmatige verhooging
der koopkracht, opnieuw zijn impotentie
heeft laten blijken. Men kan nu eenmaal de
conjunctuur niet stlmuleeren met zuiver
technische middelen, wanneer de vertrou
wensbasis ontbreekt. En hoe kan dit ver
trouwen gedijen, wanneer de door den
nieuwen minister van Handel, Hudson, met
veel ophef aangekondigde politiek van ver
zoening tusschen administratie en zaken
leven door Roosevelt wordt ondermijnd en
ln de praktijk derhalve van die verzoe
ningsgezindheid nagenoeg niets is geble
ken? De Vereenigde Staten maken zich ook
uitermate bezorgd over de aanhoudende
toestrooming van goud. In het eerste kwar
taal beliep die stroom 650 millioen dollar
en. behoudens nog het voor buitenlandsche
rekening ,.ge-earmarked" goud, bedraagt
de monetaire goudvoorraad thans 15.300
millioen dollar, een fantastisch cijfer, dat
theoretisch en volgens de oude theorieën
tot een ontzaglijke inflatie zou kunnen
aanleiding geven. Doch zelfs zulk een onge
ëvenaarde credietbasis is tot machteloos
heid gedoemd, wanneer het crediet, het
vertrouwen zelf. ontbreekt.
De tusschen Frankrijk, België en Neder
land gesloten overeenkomst ten aanzien
van de Rijnscheepvaart heeft in de Belgi
sche en Nederlandsche pers sterk de aan
dacht getrokken. Uit het feit. dat men
noch in België, noch in Nederland bijzonder
geestdriftig is over de verkregen resultaten,
mag men opmaken, dat een middenweg is
gekozen, die zooveel mogelijk met alle be
langen rekening houdt. Voor Nederland is
het alleen een voldoening, dat principieel
beslist is, dat de heffing der Fransche sur
taxes op den duur niet slechts ten nadeele
van Nederland zal kunnen geschieden en
over een periode van 10 jaar een egalisatie
zal plaats vinden. Wat betreft de Belgische
Rijnvaartpremies, zullen wij ons er bij
moeten neerleggen, dat voorloopig van een
verlaging geen sprake zal zijn. Het is ver
heugend, dat binnenkort besprekingen over
een nivelleering der Belgische en Neder
landsche haventarieven zal plaats vinden.
De 26-jarige J. P. Meyer kwam op zijn
motorfiets uit de Heerenstraat, toen op ge
noemd kruispunt een auto naderde, be
stuurd door een garagehouder uit Leiden.
Doordat deze geen voorrang verleende,
vond een botsing plaats waardoor de mo
torrijder zeer ernstig aan het rechterbeen
werd gewond, zoodat hij thans nog inva
lide is.
Verdachte bekende dat de aanrijding aan
zijn schuld te wijten was.
De Officier wees op de ernstige gevolgen
van het verzuim, en meende dat een stren
ge straf op zijn plaats was.
Daarom vorderde hij een maand gevan
genisstraf en intrekken van het rijbewijs
voor den tijd van een jaar.
Verdachte verzocht ziin rijbewijs in ver
band met zijn werk te mogen behouden.
Uitspraak over 14 dagen
Dc auto slipte.
In den nacht van 13 op 14 Aug. 1938 vond
een agent van politie te Noordwijk op den
Ouden Zeeweg een auto. die zwaar geha
vend was. Voorts waren langs dien weg di-
vese palen etc. beschadigd.
Later was aan het licht gekomen dat de
auto bestuurd was geweest door een bakker
uit Nieuw Vennep. Deze had de auto ge
huurd bij den garagehouder J. Veenman
te Haarlemmermeer
Deze had dien avond zijn auto niet terug
gezien maar wel was de bakker in een
taxi bij hem gekomen en toen bleek hij in
een bijzondere stemming te zijn.
Ook enkele andere getuigen deelden mede
dat de bakker onder invloed van sterken
drank was.
De kantonrechter te Leiden had den bak
ker veroordeeld tot een week hechtenis en
intrekking van het rijbewijs voor den tijd
van een jaa". en voor rle aanrijding f. 25
boete su'" 25 dagen hechtenis.
Verdachte zei. dat hij haast had om thuis
te komen en zijn auto is geslipt ln de bocht.
De Officier vorderde bevestiging van het
vonnis.