Het verlossende woord 30 millioen extra crediet voor werkverruiming LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 8 April 1939 Vierde Blad No. 24244 Een speciaal staatsbedrijf wordt ingesteld 80ste Jaargang Een Paqschverhaal Ingrijpende plannen der regeering SPREEKCEL Door ALMANZOR. Paschen Ontelbare klokken, die luiden: machtige bronzen met zware galmen; andere die lichter en helder-luid opzingen, en eindelijk de kleine klokjes waarvan het hoog en ijl geklank als uit zilveren klepels en zilve ren wanden denken doet aan een koor van juichende kinderstemmen: zóó was het een maal in Rusland het oude „heilige" Rus land. Totdat de storm van den nieuwen dageraad opstak: uit de torens van Mos- kou's koepelkerken en kloosters wierpen torsende zwoegers de klokken omlaag mpt de gouden kruisen. Paschen 1918 In de congreszaal, waar de „Bezbozjniki" (de „god-loozen") een massasamenkomst hebben belegd herinnert nog veel aan het zoo nabije verleden, toen deze zelfde ruimte vervuld werd van liturgische zangen, ge beden en Utaniën der Grleksch-Orthodoxe Kerk. Eerbiedwaardig oud was dit heilig dom met zijn laat-Byzantijnsche gewelven, en beschilderde wanden, waarop nog overal de zachte tinten van heiligen en apostelen met -lange-gewaden praalden, en om de baardige hoofden dofgoud de gloriën gloei den Evenwel hadden ijverige handen ge tracht zooveel mogelijk van deze ikonen te bedekken met reusachtige roode doeken, waarop het sikkel-en-hamer-embleem der Sowjets prijkte, en een reeks uitspraken van Marx en Lenln te lezen stonden Axel Paulsen, wien, als gast in de Russi sche hoofdstad, na een afwezigheid van twee jaren het „nieuwe" Moskou nog tame lijk vreemd was. spelde die opschriften twintig, dertig maal Als niet kameraad Starnow hem verzocht had méé te gaan naar dit Paaschcongres (waarvoor beroem de sprekers al weken te voren waren aan gekondigd' zou hij hier niet zijn geweest. Want, zelfs de vader van Starnow met zijn herinnering van hl meèr dan zeventig Paaschfeesten moest bekennen, nog nim mer een Paschen als dit jaar te hebben beleefd, zoo rijk aan lente-verrukking. De boomen spiegelden hnn teerste groen daar buiten ln het trage water van de Moskwa- rivier, en het wijde wolkeloos-blauwe van den vroegzomerschen hemel was er vol warmtegetril, vol vogelgeluiden en bloei- geur Buiten Bulten, zoo dacht hij met een glimlach, straalde Gods zon en deed een heerlijk won der aan Rus- land! Doch hierbinnen waren duizen den die het niet zagen, die zich opge sloten hadden en met een omvangrijk bouwwerk van ver klaringen en betoogen het bestaan van een Opperweeen ontkenden. Nu sprak kameraad Tsjernik; hij wees op het tekort schieten der Fransche Revolutie toen RóbëSpië'ffê in een decreet de exi stentie van een God als „onweerlegbaar" had vastgesteld, eischte hij van de Conven tie, dat Frankrijk den twintigsten Prairial van het jaar II der Republiek het feest van het Opperwezen plechtig zou vieren! Door dez.e erfenis van „allerverwerpelijk- ste bougeois-waandenkbeelden" heeft Ro bespierre enkel en alleen zijn eigen val ver haast, en met hem den val der Revolutie, die weldra m het moeras van een hopelooze verburgerlijking wegzonk, en in haar doodsstrijd z)óh tegen het volk zelf keerde! Welnu dan, kameraden, laat ons niet in zulke fouten vervallen: geen tsaar op aar de geen tsaar in den hemel!" En zoo ging het verder Axel zag rond in de zaal, op zoek naar bekende gezichten. Destijds, twee jaar ge leden, had hij een maand lang in deze stad vertoefd, in den heeten zomer van 1916 Applaus onderbrak zijn gedachten. Daar stond op het sprekersplatform een grijze, stokoude vrouw, die volgens haar eigen verklaring onder vijf tsaren geleefd had, doch nu dankbaar was, dat het volk zich bevrijd had, en dat zij van dezen lang verbeide)), nieuwen tijd het morgenrood nog had mogen aanschouwen. „Dankbaar - jegens wien?'' vroeg Axel zich af. En töërt kameraad Tsjernik na dit inter mezzo opnieuw van achter de groene be stuurstafel naar voren trad. thans om aan te toonen, hoe het wetenschappelijk onder zoek van de grootste geleerden in het laatst dér negentiende eeuw den doodsteek had toegebracht aan de „begrippen God en reli gie", dwaalde Axel opnieuw af. Vaag, en alsof Tsjernik's stem van heel ver kwam, hoorde hij hem zeggen, dat het geloof in een Opperwezen heden even verouderd mocht heeten als aan te nemen, wat de menschheld duizenden jaren achtereen tot Kepler en Galllel steeds gemeend had, namelijk dat de aarde een plat vlak was, en dat de zon in het Oosten opkwam en in het Westen onderging. Geen priester, schreeuwde kameraad Tsjernik, kan den voortgang der wetenschap stuiten! De we tenschap bevrijdt ons van de ongegronde, belachelijke vrees, waarmede de kerken millioenen zielen kluisteren." En fel ver volgde hij den strijd tegen „de drogredenen van het fanatisme Dan, temidden van de duizenden die hier luisterden, herkende Axel drie gezichten. Links, onder een van de zijbeuken Igor Da- nilowitsj Joerjew, een der voormannen van de beweging: vlak bij hem zaten twee jon gens van veertien jaar, Grisja Dosjkin en Paul Ermolow. Joerjew had hij eerst giste ren ontmoet, de beide kinderen waren voor hem nog bekenden uit 1916. Weer zag hij dien zomer in zijn herinne ring terug. Er was een dag geweest, dat Starnow met de leerlingen van de drie hoogste klassen van zijn school een picr.ic ln de omgeving van Moskou maakte. Alle jongens waren aan Axel, den Zweedschen gast, voorgesteld, maar van de 54 gezichten nad hij er nauwelijks tien onthouden, cn van de namen niet meer dan die twee waarvan de jeugdige dragers hem het meest hadden getroffen: Paul en Gris.ia De roeitocht op de Moskwarivier was een onvergetelijk feest geworden, niet alleen voor de leerlingen, doch ook voor vriend starnow en hemzelf. Het was moeilijk zich voor te stellen, dat deze jongens thuis hoorden in gezinnen waar bijna overal een vader of een oudere broeder aan het oor logsfront streed en mogelijk op ditzelfde oogenblik, onder deze zelfde zon, in een loopgraaf, tusschen bloed en modder Opeens had er een onder de scholieren voorgesteld, de booten naar het oeverriet te sturen, en te gaan zwemmen. Het voorstel was met gejuich begroet. In enkele oogen- blikken tijds hadden de Jongens zich ont kleed; en toen werd Axel getroffen door iets, dat een vreemdeling als hem wel moest verwonderen. Alvorens in het water te springen maakten Paul Ermolow, Grisja en op hun voorbeeld ook alle anderen op twee van de oudsten na over voorhoofd en borst het teeken des kruises. „Een vroom oud-Russisch gebruik," had Starnow spotlachend verklaard: „Wat je hier ziet. beste vriend Axel, is nog een laatste restje „heilig" Rusland: geen ge- loovig kind in het tsarenrijk, dat niet vóór een onderdompeling in het water zich be kruist. Misschien is het wel een herinnering aan duizend jaren geleden, toen het ge- heele Russische volk op bevel van Vadertje Wladimir van Kiëw zich in de wateren van den Don heeft laten doopen. Ik weet het niet, maar ik kan je mij je verbazing voor stellen En dat zoo'n gewoonte nu nog be staan kan. in onze twintigste eeuw!" Axel had toen hij herinnerde het zich nog zeer goed eveneens geglimlacht. Doch zonder spot. „Wie zal zeggen," opper de hij eindelijk, „of niet onze hoogste men- schelijke wijsheid in de sterren de grootste dwaasheid zal zijn? En of misschien, wat wij een dwaasheid noemen daar de zuivere wijsheid blijkt? „Je bent een dichter, Aksja," antwoord de kameraad Starnow: „een onverbeter lijke droomer Dat was twee jaar geleden. Dit voorjaar had Axel voor een speciale studieopdracht opnieuw Rusland bezocht. Na nog geen twintig maanden van afwezigheid had hij het ternauwernood herkend, zoozeer was alles veranderd! Twee revoluties, die van Februari en die van October hadden er alles veranderd; en dat hij tien dagen („slechts" tien dagen!) na zijn vertrek uit Stockholm reeds in Mos kou was. had zijn gastheer, en daarna ook hemzelf bijkans ongeloofelijk toegeschenen. Enkele dagen lang doorkruiste hij de stad. Hij had gezien, hoe soldaten van de roode garde hun vroegere superieuren tot dwang arbeid presten, hun hoonend in het gelaat spuwden of zelfs met de nagaïka afransel den. Hoe voormalige tsaristische officieren, beroofd van hun decoraties, ln het open baar bedelden voor de café-terrassen, waar vreemdelingen zaten, hunkerend grabbel den naar in de modder gevallen suiker klontjes, of voor geld zongen en dansten; terwijl aristocratische vrouwen, met na men die eenmaal luisterrijk schitterden, vandaag een leven van voortdurenden smaad en bittere onteering leidden Schrikwekkend wraakgericht, dat hem evenwel niet zonder rechtvaardigheid toe scheen. Alleen waar bleef nu het geluk voor de millioenen „vernederden en beleedigden" van gisteren? Axel had een bezoek aan Starnow's school gebracht. En daar, in de negende klasse was hij getuige geworden van een onvergetelijk voorval. Het was de klasse, waar Igor Danilowitsj Joerjew les gaf. Starnow had het „bezoek" aan den klasse-leeraar voorgesteld, en toen was de les voortgegaan. De leerling Dosjkin dat was Grisja dien hij terstond herkend had, moest een rekenkundig vraagstuk oplossen. „Komaan," hielp Joerjew den jongen, „het is toch hoogst eenvoudig, nietwaar? Een „poed" brood, hoeveel zolotnik weegt dat? 'n Leerling uit de eerste klas weet al het antwoord! Kom „Een poed brood..." herhaalde de knaap, als in een droom. Toen eerst trof Axel het bleeke uitgeteerde hongergezicht van het kereltje, en zag hij datzelfde merkteeken van gruwelijke ellende ook bij de andere kinderen. Een poed brood „Jij hebt vanmorgen zeker niets gege ten?" vorschte Joerjew. „Nee, kameraad." „Dacht ik al. En je heb natuurlijk hon ger. Maar vadertje, geloof JIJ ln God?" „Ja, kameraad." „En Je gelooft ook. dat die God gebeden verhoort, nietwaar? Komaan, bid dan om brood! Bid er nü om! Als die God bestaat kan hij toch wel voor een kleinen hongerl- gen jongen, die om brood vraagt, een won der doen? Bid, zeg ik je!" Axel had toegeluisterd, en zag nu vol ontzetting wat er verder gebeurde. Met trillende hand maake de kleine Grisja een kruisteeken, sloot de oogen en bad. Doodelijke stilte in de klas. Eindelijk, de seconden leken Axel uren, sloeg het kind de oogen op. „Amen," sprak Joerjew spottend. „En waar is nu het brood, lieve Grisja? Er ligt nog niets, dan alleen een schrift en een boek op je bank. Ik zie geen brood; of zie jij het soms?" „Nee, kameraad „Welaan, dan heeft God je gebed niet verhoord. Ofben je eindelijk verstan dig geworden, en merk Je nu ook, dat er geen God bestaat?" Grisja zweeg. „Het is altijd moeilijk je ongelijk te er kennen, mijn duifje! Dat zul je in het leven nog moeten leeren. Maar, vraag nu eens je grooten kameraad Joerjew om brood!" „Kameraad heb jij dan brood?" „Ja. Grisja ik heb hier nog een stuk roggebrood Het is voor jou, als je bereid bent, je ongelijk te erkennen. Antwoordmij, Grisja, geloof je nog altijd in God?" „N nee, kameraad Toen was Axel opgesprongen, en had ont steld. zonder Joerjew te groeten, het lokaal verlaten. Dienzelfden middag, na schooltijd had hij bij een wandeling door het park ge zien, hoe een kleine jongen wanhopig schreiend zijn gezicht tegen een boom drukte Grisja?? Neen, het was Grisja niet het was zijn vriend, Paul Ermolow, Blijvende werkverruiming het doel. Ingediend is een wetsontwerp tot ver hooging van het crediet voor werkverrui ming met 30 millioen gulden. Aan de me morie van toelichting is het volgende ont leend: Uit het statistische materiaal betref fende het verloop der werkloosheid eener- zijds in het geheele land, anderzijds in de stedelijke centra, blijkt, dat in de laatste jaren de daling in de stedelijke centra ge ringer is dan in het overige deel des lands, terwijl ook het verschil tusschen zomer- en winterwerkloosheid in de steden minder te beteekenen heeft In vergelijking tot de overige werkloosheid is die in de steden derhalve zoowel hardnekkiger van aard als vooral ook constanter van omvang. Het is vooral met het oog op dit ver- totstandkoming der evenbedoelde wet niet schijnsel, dat voortzetting van de werk- te wachten, al zal die organisatie dan voor- zaamheden van het werkfonds 1934 voors-i looplg als rijksdienst moeten worden opge- hands noodzakelijk blijft. zet. De regeering moge in dit verband Hierin ligt dan ook de rechtvaardiging verwijzen naar het dezer dagen ver van het voorstel, om het ten behoeve van schijnende Koninklijk Besluit, houdende Teneinde tot een noodzakelijk vlot tere wijze van afdoening van zaken te komen en tevens een beter inzicht te verwerven in de kosten van beide mid delen van werkloosheidsbestrijding, heeft de regeering besloten, de nieuwe organisatie te ontwerpen als een staats bedrijf. Daarin zal gestreefd worden naar een werkwijze, welke met behoud van de noodige bewegingsvrijheid, aan de agrarische en nijverheidsbelangen, voor zooverre deze door de gestie van het bedrijf kunnen worden beïnvloed, volledig recht doet wedervaren. Aan de verwezenlijking van dit plan wordt met kracht gewerkt. Intuschen behoeft de functionneering van de organisatie, zooals deze is gedacht, op de het werkfonds toegestane crediet. dat in middels geheel geblokkeerd is, wederom met f. 30.000.000 te verhoogen. Werkverruimingsbedrijf. In aansluiting aan hetgeen reeds aan de Tweede Kamer werd medegedeeld, zullen, mede in verband met de voorgenomen, en inmiddels tot een begin van uitvoering ge brachte. karakter-verandering der oude werkverschaffing, de bemoeiingen der rijks overheid betreffende hetgeen thans nog tot de werkverschaffing behoort en met betrek king tot het Werkfonds in één organisatie worden samengetrokken. „Vadertje, wat is er?" kon Axel niet na laten te vragen. „Grisja..." was het eenig antwoord. „Grisja? Wat bedoel je Paul?" „Grisja is afvallig geworden! Heeft ge zondigd en God verraden. En dat alleen voor een stuk brood! Hij was toch wijs ge noeg, om te weten dat God zich niet laat bevelen, om op ieder oogenblik als een mensch dat wil een wonder te doen?" „Grisja was ziek van honger, kereltje, vergeet dat niet!" „Dacht U soms, dat ik geen honger lijd? Dat ik vanmorgen wèl geten had?" „Paul, je moet het Grisja vergeven. Hij is nog een kind, evengoed als jij, vergeet dat niet." „O, ik zelf zou het hem wel willen ver geven. Maar of God het hem vergeeft?" „Bid dan; ik bedoel dat niet zooals ka meraad Joerjew maar in vollen ernst: bid dpn, dat God den kleinen, hongerigen Grisja vergiffenis schenkt!" „U heeft gelijk. Ik zal voor Grisja bid den. Morgen neemt Joerjew hem mee naar het godloozencongres: daar kan hij wat leeren! Maar ik zal ook komen en voor hem bidden. Ik dank u, kameraad „Geen dank, vadertje..." „Weet u, kameraad, die Joerjew kan ge makkelijk een stuk brood weggeven, maar hij kan het immers zelf niet maken? Kan hij een graankorrel laten groeien, kan hij de zon laten schijnen? Kom ik ga naar huis tot ziens, kameraad!" „Tot ziens!" Met een schok keerde Axel's bewustzijn plotseling tot het heden terug. Een kleine man stond kuchend voor het spreekge stoelte: „Kameraden!" Het was de congresvoorzitter. „Ik had deze vergadering voor gesloten willen verklaren, toen één onzer bestuurs leden mij liet weten, dat er nog drie minu ten" hij keek op zijn zakhorloge „be schikbaar zijn voor een eventueelen laat- sten spreker. Is er nog iemand, die voor het laatst het woord verlangt? Zoo niet, dan „Ik, kameraad!" gilt het eensklaps, hoog boven een geroezemoes van stemmen uit. En dan krijgt Axel Paulsen uit Stockholm opnieuw iets te zien, dat nimmermeer uit zijn herinnering zal verdwijnen, en evenmin uit de herinnering van de duizenden, die hierbij tegenwoordig zijn. Op het podium staat een knaap: taul Ermolow „Kameraden!" roept hij luid. Allen zien op. Zien daar een kindergelaat, bleek en lijdend, met alle kenteekenen van den hon ger. Doch zij zien nog iets anders. Een aetherisch-stralende gloed over dat uitge teerd kindergezicht, dat op dit oogenblik in verheven extase, terwijl het zonlicht het blonde haar omtoovert tot een aureool, Axel herinnert aan één derengelengestalten van den vromen schilder Fra Angelico. Vreemd ls dat: alle gezichten zien vra gend, zien verwachtend naar de twee don kere oogen van den kleinen Paul Ermolow. Het is zóó stil geworden, dat velen zich ademloos verbazen. Tusschen die menigte van gezichten zoeken Paul's oogen. totdat zij die van den schuwen Grisja hebben ge vonden: oogen vol hunkering en onuitspre kelijk verlangen naar een wonder „Kameraden! En dan klinkt in deze bijeenkomst van het revolutionnaire Moskou juichend dc triomfkreet: „Christus is opgestaan!" Hoogstens honderd onder de aanwezigen blijven verstomd over dit onverwacht slot woord. Doch de duizenden, die urenlang naar de bewijzen der godsontkenners heb nieuwe regelen betreffende de organisatie der werkloosheidsbestrijding voor zoover deze plaats vindt door middel van de uit voering van werken. Zooals daaruit zal blijken, zal deze aangelegenheid resortee- ren onder den minister van Sociale Zaken, terwijl voor de uitstippeling der groote lijnen de verschillende betrokken departe menten worden ingeschakeld ine en over leg, waarvan de leiding berust bij den mi nister-president. Door totstandkoming der meerbedoelde wet zalde Rijksdienst, met behoud overigens der ontworpen organisa tie, tot staatsbedrijf worden. Het ligt in de bedoeling, dat de nieuwe organisatie, in meerdere mate dan tot nog toe op dit terrein het geval kon zijn, voor zooveel mogelijk naar een vast werkplan haar arbeid zal verrichten. Gedacht is hierbij aan een jaarplan van naar hun aard gegroepeerde objecten en kosten, het welk bij het begrootingsontwerp van het bedrijf telken jare aan de goedkeuring der Staten-Generaal zal worden onderworpen en waardoor een algemeen inzicht in de voorgenomen werkzaamheid van het be drijf zal worden verkregen. Cultuur-technische werken. Wat betreft het terrein, hetwelk thans nog als „werkverschaffing" wordt aange duid. kan, mede aan de hand van het on derzoek. dat op den grondslag van het rap- port-Westhoff nader is ingesteld, en gelet op den stand der inmiddels getroffen voor bereidingen, een overzicht van de groepen van objecten, waarvan reeds thans rede lijkerwijze mag worden verwacht, dat zij in den loop van 1939 en 1940 in uitvoering zullen kunnen komen, worden verstrekt Volgens dit overzicht zijn de subsidies voor de loonen van deze opjecten als volgt: Ontginning f. 19.665.895.herontginning f. 4.838.820.verbeteren cultuurgrond f. 2.305.150 alg. cultuurtechnische wer ken f. 2.549.330.ontwatering f. 12.521.365, verruimen van de markt f 2.319.000 aan leg en verbetere bosch f. 5 986.515 aan leg en verbeteren wegen f. 10.321.765.rio leringswerken f. 1.179.690.landaanwin ning f. 3.585.050 grint-exploitatie 100.000 kubieke meter f. 278.090.ruilverkaveling f. 1.600 970.baggerwerk f. 255.280aan leg en verbetering kanalen f 2.617.210.in- polderingswerken f 1 442 760.bouwrijp maken van grond f. 107.920. Dijken, kaden en duinen afgraven en egaliseeren 150 h.a f. 2.025.640.Maas werken, ophoogen terreinen en inzaaien 150 h.a. bemesten en onderhouden 400 h.a. (in 1939 wordt 300 h.a cultuurgrond gewon nen) f. 880.000.diverse werkzaamheden f4.463.375.—. In totaal aan loon f. 83.256.470.aan andere kosten f. 34.968.755.en f. 79.043.825,als subsidie voor de loonen. Werken op het gebied van nijverheid en verkeer. Wanneer de thans aangevraagde crediet- verhooging zal zijn gevoteerd, zal alleen voor het Werkfonds, met inbegrip van de apart staande bedragen voor de Amster- damsche-IJ-tunr.el plannen en het nieuwe Raadhuis in Amsterdam, een bedrag van bijna f. 212 millioen zijn uitgetrokken. Voor de blijvende werkverruiming hebben deze gelden slechts zeer geringe beteekenis. Met alle kracht moet er daarom naar worden gestreefd de uitgaven voor openbare wer- wachten is, het middel van finantieelen steun voor vestiging en verbetering van het industrieele en verkeersapparaat. bin nen de grenzen van het te besparen bedrag aan werkloozenzorg. De regeering heeft hierbij in het bij zonder op het oog opjecten, welke van groote beteekenis zijn voor de industri eele en verkeersontwikkeling van ons land, doch die wegens de bijzondere moeilijkheden van de periode, waarin een afzet moet worden opgebouwd, zonder financieele tegemoetkomingen van overheidswege niet tot stand komen Voorts heeft zij op het oog opjecten van industrievestiging en -verbetering - in sterk door werkloosheid getroffen gebieden. In de derde plaats denkt zij aan de oprichting van centrale werk- piaatsgebouwen voor industrieele klein bedrijven in de groote steden. Voor wat betreft de verbetering van het verkeers apparaat, heeft de regeering in het bijzonder op het oog den scheepsbouw, waar, blijkens ingestelde onderzoekin gen, door financieele medewerking van overheidswege verdere blijvende werk verruiming zal zijn te bereiken. Het is voor de regeering een reden tot groote voldoening, in aansluiting aan het voorgaande hier melding ervan te kunnen maken, dat een overeenkomstige gedach- tengang, als de zooeven medegedeelde, ook uit de bedrijfswereld zelve naar voren is gekomen en te harer kennis is gebracht. De regeering heeft in het samentreffen dezer gedachten te gereeder aanleiding ge vonden. met deze vertegenwoordigers van het bedrijfsleven in nader contact te tre den. teneinde tot een vorm van samenwer king te komen, waarin deze plannen nader kunnen worden geëffectueerd. Voor wat betreft de organisatie dezer ef- fectueering van de zijde van het rijk. ligt het in de bedoeling, haar te stellen in han den van het departement van Economische Zaken, dat in het centraal instituut voor industrialisatie beschikt over het apparaat ter beoordeeling van de op de eerste plaats aan de orde komende vraag welke projec ten wel en niet redelijke kans op blijvende werkverruiming bieden. Waar echter het werkverruimingsbedrijf weer meer geëigend is om bij de uitvoering van de projecten het rijk te vertegenwoordigen, en de rijks bemoeiing bij de uitvoering van een pro ject, wanneer tot financieele medewerking daaraan is besloten, derhalve door het be doelde bedrijf zal geschieden, zal tusschen dit bedrijf en het bovenbedoelde apparaat van Economische Zaken een personeele unie worden gelegd in dezer voege, dat een der leiders van het bedrijf in de leiding van meerbedoeld apparaat, voorzoover dit zich met de vraag van het al dan niet verleenen van financieele medewerking als hier be doeld zal bezig houden, zal worden gede legeerd. Krotopruiming. Zooals door den voorzitter van den Raad van ministers onlangs, bij de behandeling van de rijksbegrooting voor het loopende dienstjaar in de Eerste Kamer is medege deeld, wordt in overleg tusschen de depar tementen van Binnenlandsche Zaken en Sociale Zaken de vraag onder de oogen ge zien. of, en zoo ja hoe, de werkloosheidsbe strijding ook dienstbaar ware te maken aan de opruiming van krotten en aan de stich ting van nieuwe woningen. Dit overleg is met kracht ter hand genomen. De resul taten daarvan zullen zoo spoedig mogelijk gepubliceerd worden. Particuliere opjecten. Daarnaast zullen naar de meening der regeering ook voor uitvoering in aanmer king kunnen worden gebracht, in sterkere mate dan totnogtoe het geval was, bouw projecten van organisaties van algemeen maatschappelijk nut, wanneer daardoor werkgelegenheid wordt verkregen, welke anders achterwege zou blijven. De regeering denkt zich een sterkere sti muleering van de vervroegde totstandko ming dezer werken door dezen vorm van medewerking, dat allererst in uitzicht ge steld wordt subsidieering met een bedrag a fonds perdu van een deel der bouwkosten, ongeveer gelijkstaande met de bespaarde uitgaven op de werkloozenzorg. Gelijk bij de subsideering van produc tieve werken voor nijverheid en verkeer is het de bedoeling te bevorderen, dat ook aeze subsideering niet wordt gefinancierd uit den kapitaaldienst, doch uit het werk- loosheidssubsidiefonds, dat immers met een gelijk bedrag aan anders uit te keeren steungelden dientengevolge wordt ontlast. Teneinde te waarborgen, dat voor subsi die uitsluitend in aanmerking zullen ko men vereenigingen, welke zulks met het oog op het algemeen belang verdienen, zal in. voorkomende gevallen het oordeel worden ken meer en meer te doen plaats maken eevraaed van },et colIeBP van „rfprmtpprrie voor uitgaven, waaruit niet alleen tijdelijke provmcS waarbfnnen de or! werkverruiming resulteert, maar waardoor daarnaast vooral blijvende werkverruiming wordt verkregen Leidt dit streven, dat de regeering krachtig wil bevorderen, tot het verhoopte resultaat, dan mag worden aan genomen mede rekening houdende met het feit, dat een belangrijk gedeelte van het voormelde bedrag nog niet is verwerkt ben geluisterd rijzen op, als geëlectriseerd. onderzoek heeft der regeering de Onder die duizenden herkent Axel ook overtuiging gegeven, dat aan het arsenaal Grlsia Fr inhplpnri antwoordt hun koor van middelen, waarover zii fce-chikt om de met he? liturgisch antwoord 5an alle I ontwikkeling van het bedrijfsleven te bevor- ganisatie of haar hoofdwerkzaamheden ge legen is. Openbare werken. Tenslotte wenscht de regeering nog voor zieningen te treffen, welke de mogelijkheid openen om ten aanzien van het verleenen van financieelen steun bij de uitvoering dat voor het Werkfonds geruimen tijd zal van openbare werken niet te volstaan met kunnen worden volstaan. het verstrekken van leeningen uit de aan De overweging van een en ander is aan- het Werkfonds toegestane credieten, doch leiding geweest, om. in de lijn van het tevens zoo noodig ten beloope van het be- reeds eerder uitgevoerde onderzoek omtrent spaarde bedrag aan werkloozenzorg subsi- de mogelijkheid bij cultuur-technische wer- dies a fonds perdu toe te kennen, ken, eveneens te onderzoeken, of door ge bruik te maken van de gelden, bestemd voor de werkloozenzorg, ter subsidieering voor het tot stand brengen of verbeteren van kapitaalsgoederen op het gebied van nijverheid en verkeer, de werkgelegenheid niet alleen tijdelijk, doch ook blijvend zou kunnen worden verruimd eeuwen: ,,De Heer is waarlijk opgestaan!" (.Nadruk verboden). deren, behoort te worden toegevoegd, voor die gevallen waar de verkrijging van blij vende werkverruiming bij onderzoek van het betreffende project redelijkerwijze te ver- HET BOUWTERREIN' AAN DE MARNIXSTRAAT. Een lezer maakt dei autoriteiten er opmerk zaam op, dat bovengenoemd bouwland nog steeds als voetbalterrein gebruikt wordt, zeer tot ongenoegen van de bewoners uit de omge ving (Mauritsstraat en Mamixstraat) en tot schade van ruiten en tuinen. Hij verzoek drin gend scherper politietoezicht.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 13