Hitler's rede te Wilhelmshaven Indrukken van Hitler's rede LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 3 April 1939 Derde Blad No. 24240 Omsingeling zal niet worden geduld 80sfe Jaargang Streven naar uitbreiding der economische betrekkingen Maaltijd wqrdt GEMENGD NIEUWS Clandestiene handel in goud en zilver In Engeland In Frankrijk In Amerika In Duitschland Treinontsporing te Delft Nadat in het raadthuis te Wïl'helmshaven laan Hi tier de eereburgerbrief was overhan digd, begaf de rijkskanselier zich naar het raadhuisplein, waar hij, na een korte toe spraak van den gouwleider en rijksbestuur der Roever, het woord nam voor het uit spreken van zijn redevoering. Volgens het niet-oflicieele verslag, dat DNB. van de rede gaf, begon Hitler zijn rede met een overzicht van de gebeurtenis sen sedert het si uiten van den vrede. Hu herinnerde er aan, dat „honderddui zenden in dien oorlog niet gevallen zijn door vijandelijke wapenen, maar door de honger- blokkade, die nog maanden lang is voort gezet om het Duitsdhe volk nog meer te kunnen afpersen. De krijgsgevangenen mochten niet te rug- keer en, de Duitsche koloniën zijn geroofd, die bezittingen van Duitschland in het bui tenland in beslag genomen, de Duitsche handelsschepen weggelokt, voor een deel afgeperst. Daarbij kwam een financieels uitplundering, zooals de wereld nog niet had gezien. De Volkenbond zelf is niet geworden tot een instrument van een rechtvaardige poli tiek van overeenstemming, maar tot de garant voor het gemeenste dictaat, dat imjenschen ooit uitgedacht hebben. De alge- mJeene verblinding heeft verschrikkelijke vormen aangenomen. 'De ontwapening die DuditschLand geheel alleen ten uitvoer heeft gelegd, is door de anderen niet ln acht genomen Integendeel, zij hebben verder bewapend. Men heeft een groot volk door woordbreuk zijn recht ont nomen en zijn bestaan practisch onmogelijk gemaakt. Zoolang het dictaat van Versailles op het Duitsche volk drukte, was het in feite gedoemd om ten gronde te gaan. Hitier sprak vervolgens over den weder opbouw van Duitschland sedert 30 Januari 1933, waarna hij orn. zeide: ,Ik ben er niet, en het Duitsche volk is door de voorzienig heid niet geschaipen. om een wet, die Engel- schen of Fransohen past, gehoorzaam op te volgen, maar om Duitschlands levens recht te vertegenwoordigen. Wij zijn niet meer afhankelijk van de genade of onge nade der andere staten of van hun staats lieden. Wanneer thans een Engelsch staats man meent, „dat men alle problemen moet bespreken, dat men ze door vrij moedige besprekingen en onderhande lingen moet oplossen, wijl dat toch kan," dan zou ik dezen staatsman slechts willen zeggen: daarvoor was vóór onzen tijd vijftien jaar lang gele genheid. Wij zijn tot de overtuiging gekomen, dat wij noch in de binnen- landsche, noch in de buitenlandsche politiek van ons volk ook maar het ge ringste zouden hebben bereikt, wan neer wij nog vijftien jaren gewacht hadden tot deze belachelijke instelling van Genève er toe zou zijn gekomen, om door redevoeringen de problemen op te lossen. Wij zouden waarschijnlijk voor altijd hebben kunnen wachten. Wanneer de wereld thans zegt, dat men de volkeren moet indeelen in deugdzame naties en in naties, die niet deugdzaam zijn, en tot de deugdzame naties behooren ln de eerste plaats de Engelschen en de Franschen en tot de niet deugdzame be hooren de Duitschers en de Italianen, dan kunnen wij slechts zeggen: De beoordeeling of een volk deugd zaam is of niet, kan een sterveling nauwelijks uitspreken, dat moet men Onzen Lieven Heer overlaten. Misschien zal nu een Britsch staatsman mij zeggen: God heeft het oordeel reeds uitgesproken, want Hij heeft den deugdza- raen naties een vierde deel der wereld ge schonken en den niet deugdzamen heeft Hij alles ontnomen. Het is nu maar de vraag, met welke middelen de deugdzame naties zich dit vierde gedeelte der wereld verworven heb ben. En dan moet ik zeggen, dat zijn geen deugdzame methoden geweest. Driehonderd jaren lang heeft dit Enge land als een ondeugdzame natie gehan deld, om nu op zijn ouden dag over deugd te spreken. Twintig jaar geleden was de kwestie der deugd voor de Britsche staats lieden niet volkomen opgehelderd, althans in zooverre zij naar willekeur omgingen met vreemden eigendom. Men achtte het toen nog voor vereenig- baar met deugd, dat men heele koloniën veroverde eenvoudig omdat men de macht had. Toen wij nationaal-socialisten aan de macht kwamen, trachtte ik ieder probleem door besprekingen op te lossen en ik heb bij ieder probleem aanbiedingen gedaan. Maar zij zijn afgewezen. Er is in het geheel geen twijfel aan, dat leder volk belangen heeft, die heilig zijn, omdat zij identiek zijn met zijn leven en zijn levensweg. Wanneer thans een Britsch staatsman eischt, dat ieder probleem, dat te midden van de Duitsche levensbelangen en de levenssfeer van ons volk ligt, eerst met Engeland moet worden besproken, dan kan ik evengoed eischen dat ieder Britsch probleem eerst met ons besproken moet worden. Eén ding zou ik hier willen verkla ren: het Duitsche volk van thans, het Duitsche rijk van tegenwoordig, zijn niet bereid, levensbelangen prijs te geven. Zij zijn ook niet bereid, werkloos te staan tegenover opkomende gevaren. Toen indertijd de geallieerden zon der rekening te houden met doelmatig heid, met recht met historische tradi tie of ook slechts met het verstand, de landkaart van Europa wijzigden, had den wij niet de macht, dat te verhin deren. Maar wanneer zij van het tegenwoor dige Duitschland verwachten, dat het trawantenstaten, welker eenige taak is, tegen Duitschland in het spel ge bracht te worden, geduldig laat rijpen tot den dag, waarop dit netwerk dicht getrokken moet worden, dan verwisselt men het tegenwoordige Duitschland met het Duitschland van voor den oorlog. Wie zich reeds bereid verklaart, om voor deze groote mogendheden de kastanjes uit het vuur te halen, moet erop bedacht zijn, dat hij zich daarbij de vingers verbrandt. Wij voeden werkelijk geen haat tegen het Tsjechische volk. Wij hebben eeuwen lang met elkander geleefd. Wij zouden niets tegen een onafhan- kelijken Tsjechischen staat gehad heb ben, wanneer deze niet ten eerste Duit schers had onderdrukt en ten tweede het instrument gevormd had voor een komenden aanval tegen Duitschland. Deze staat had zijn innerlijke levens kracht verloren. Ik heb weer vereenigd. wat door ge schiedenis en aardrijkskundige ligging volgens alle regelen van het verstand vereenigd moest worden! Het Tsjechi sche volk zal meer vrijheid hebben dan de onderdrukte volkeren der deugdzame naties! Ik ben er van overtuigd, dat ik den vrede daarmede een grooten dienst heb bewezen en ik heb in de overtui ging daarvan ook besloten, om den komenden partijdag den naam te ge ven van partijdag van den vrede. Want Duitschland denkt er niet aan, in het wilde weg andere volkeren aan te val len. Wat wij willen doen is onze economi sche betrekkingen uitbreiden. Daar heb ben wij recht op en ik aanvaard daarbij van geen Europeeschen of buiten-Europee- schen staatsman, voorschriften. In ieder geval is het Duitsche rijk niet bereid, een intimidatie of ook slechts een omsingelingspolitiek op den duur te aanvaarden. Ik heb eens een overeenkomst met En geland gesloten: het vlootverdrag. Dit vlootverdrag is gegrondvest op den vurigen wensch, nooit tegen elkander ten oorlog te moeten trekken. Deze wensch kan ech ter slechts een wederzijdsche zijn. Wan neer in Engeland deze wensch niet meer bestaat, dan is de practische voorwaarde voor dit verdrag daarmede opgeheven Duitschland zal dat ook volkomen gelaten aanvaarden. Wij zijn zoo zeker van ons zelf, omdat wij sterk zijn en wij zijn sterk, omdat wij aaneengesloten zijn en in staat tot opbouw. Geen macht ter wereld zal ons, door welke phrase ook, ooit nog de wapens ontlokken. Moch werkelijk een volk met geweld zijn kracht willen meten met de onze. dan is het Duitsche volk ook daartoe te allen tijde in staat en ook bereid en vast besloten. Juist zooals wij, denken ook onze vrienden. Zoo denkt in het bijzonder die staat, waarmede wij ten nauwste verbonden zijn, en waarmede wij op- marcheeren, nu en onder alle omstan digheden, ook in de toekomst, voor altijd! Deze spil is het natuurlijkste instrument, dat op deze wereld bestaat. Het is een po litieke combinatie, die niet slechts haar ontstaan dankt aan het verstand, maar ook aan de gerechtigheid en daarbovenuit ook aan het idealisme. Ik geloof dat de tijd niet ver zal zijn, waarop zal kunnen blijken, dat de gemeen schap in wereldbeschouwing tusschen het fascistische Italië en het nationaal-socia- listisohe Duitschland toch altijd nog een andere is, dan die tusschen het democra tische Groot-Brittannië en het bolsjewis tische Rusland van Stalin. Voortgaande herdacht Hitier de bevrij ding van Spanje van het bolsjewisme, waarbij hij constateerde, hoe buitengewoon snel ook hier de wisseling van wereldbe schouwing der leveranciers van oorlogs materiaal aan den rooden kant gekomen is. Hitier besloot zijn redevoering met de vol gende woorden: ,,Wij hebben aan mil- lioenen van onze volksgenooten het groot ste geluk gegeven, den terugkeer in ons groote Duitsche rijk en ten tweede, wij hebben aan midden-Europa een groot ge luk gegeven n.l. den vrede, die beschermd wordt door de Duitsche macht en deze macht zal geen macht ter wereld meer breken. Dat zij onze gelofte." In tegenstelling met de verwachtingen, werd de redevoering, die 62 minuten heeft geduurd, niet door de radio uitgezonden. De transmissie op korte golf naar Amerika werd na enkele minuten, zonder opgave van reden, onderbroken. De rede werd op gramofoon- platen vastgelegd en deze werden in den loop van den avond door de rijkszenders afgedraaid. De redevoering werd onophoudelijk on derbroken door applaus en, telkens als Engeland werd genoemd, door afkeurende kreten. Voof°v bef9'5 9 j. Vof*en VJ l*aoeri" eef b De*e Of en 0P*et,efscfc r°e u\-.\t eve ^efQ be* b, Z w.yC.°°P\ M Q o\bV* VJ 2247 (Ingez. Med.) Naar Reuter meldt, heeft Hitier zijn rede gehouden voor een menigte, welke aan alle zijden was omringd door S. S - mannen. Het aantal van zijn toehoorders- werd officieel geschat op honderdduizend. Tijdens zijn rede stond Hitier achter een scherm van kogelvrij glas. Den buitenlandsehen journalisten was bevel gegeven, de plaats, waar de manifes tatie plaats vond. niet te verlaten vóór het einde van Hitler's rede. TWAALF ARKESTATIES. Voor twintig a dertig duizend gulden aan goud en zilver is gisterochtend bij een inval in een hotel te Amsterdam in beslag genomen. Op Amerlkaansche wijze drongen plotseling politiemannen en rechercheurs van den recherche-douanedienst, alsmede ambtenaren van den Rijkswaarborg de eet zaal van een hotel aan het Weespcirplein binnen, waar zij een vijftigtal clandestiene handelaren in goud en zilver verrasten. Na een scherpe controle, die geruimen tijd ln beslag nam, werden twaalf hunner gearresteerd, omdat zij op clandestiene wijze handel dreven, niet in het bezit wa ren van de wettelijk voorgeschreven re gisters en in vele gevallen in het bezit wa ren van ongekeurd goud, waarop geen in voerrecht, waarborgbelasting en keurloon waren betaald. De Crt. 7445 (Ingez. Med.) De rede van Hitler is te Lenden met de uiterste kalmte ontvangen. De voomaamEte indruk ervan is, dat zij voor bdnnenlandsch gebruiik was bestemd. De aanvallen tegen Engelland zullen, naar welingelichte poli tieke pensoonlijtóheden verklaren, niets ver anderen aan de defenedelime, welke Cham berlain voor het land heeft getrokken. Engeland blijft volkomen bereid, de on derhandelingen over de beperking der be wapening met de totalitaire «baten te her vatten en indien zulks in het voornemen van den „Fuehrer" ligt, zijn de Engelschen bereid, zich daarover te verheugen. Men merkt echter op, dat deze besprekingen in geen geval met kans op succes zonden kun nen worden gevoerd in een atmosfeer van Europeescihe spanning en dat Indien Berlijn dergelijke besprekingen wenscht, het zijn methodes van intimidatie van zijn buren moet opgeven. De Sunday Dispatch schrijft: „Hitier heeft ons meer gemystificeerd, maar niet minder verontrust gelaten dan tevoren". Hoewel het blad het feit toejuicht, dat Hitler er van heeft afgezien het Engelsch- Duitsohe vlootverdrag op te zeggen en dat de redevoering geen „verwoede oorlogslust" bevatte, welke was verwacht, geven andere bladen uitdrukking aan hun verrassing over de betrekkelijke reserve van Hitler's vuurwerk van woorden. De „People" zegt: „Hij roept uitdaging, wanneer niemand wordt bedreigt en pocht op de bereidheid van zijn volk tot oorlog, hoewel hij weet. dat, geen aanval in het voornemen ligt. Het is echter onbegrijpe lijk, dat een man, die zijn volk opnieuw machtig heeft gemaakt, zijn levenswerk zou vernietigen door zijn eigen weloverwogen daad". Beverley Bexter noemt in de Sunday Graphic de redevoering „het zwakke ant woord van Hitier aan Chamberlain". Hij verklaart, dat de redevoering zichtbaar be doeld ls voor binnenlandse!) gebruik. Zijn verklaringen waren niet voor hen, die vol ledig op de hoogte zijn. doch zijn beschul digingen en merkbaar gebrek aan verhou ding waren aileen voor de onrijpe geesten van waanzinnig gemaakte jongelui, die hem. aOs een God beschouwen. Sunday Express is van meening. dat de redevoering „getemperd" was en uitgespro ken werd in een buitengewone atmosfeer van mysterie, in het bijeonder met het oog op de verwarring ten aanzien van de maat regelen voor de radiouiltzendirg. In een commentaar uit Berlijn schrijft het „Journal" ten aanzien van het besluit van Hitier, het congres te Neurenberg, het „congres van den vrede" te noemen: dat is toch al te gek! De annexatie van Oos- tenryk, het Sudetenland, Bohemen, Mo- ravië en Slowakije. Hitier herhaalt het doodleuk, heeft Midden-Europa en den vrede een dienst bewezen! Overigens komt Hitier niet terug op hetgeen hij gedaan heeft. Hij zou willen, dat men het voldon gen feit begroef. De „Petit Parisien" wijst erop, dat de Fuehrer gezwegen heeft over de rede van Daladier en de verklaring van Chamber lain over de Fritsch-Fransche toezegging van steun aan Polen. Sedert langen tijd, aldus dit blad, is geen rede van Hitier zoo verward geweest. Volgens de „Epoque" schijnt de organi satie van de veiligheid op den goeden weg te zijn. De „Ordre" is van meening, dat de al- gemeene indruk van de rede in één woord kan worden samengevat: verwarring. Het derde rijk weet thans, dat een nieuwe daad van geweld onmiddellijk een oorlog zou uitlokken, een oorlog waarin het onver mijdelijk het onderspit zou moeten delven. De „Oeuvre" schrijft, dat naar de mee ning der diplomaten te Berlijn de rede het stempel van een afwachtende houding droeg. Welingelichte kringen zien in Hitler's redevoering weinig, waaraan men zich kan vasthouden, of dat geruststellend kan werken ten aanzien van de toekomst, met uitzondering misschien van de passage, waarin aangekondigd wordt dat de partij-1 dag in Neurenberg de partijdag van den vrede zal heeten. In vele Amerikaansche kringen echter wordt dit uitgelegd als een poging om de Engelschen en Franschen weer te sussen in een gevoel van veilig heid ten aanzien van Hitiers voornemens en welingelichte personen zeggen te geloo- ven, dat de Britsche en Fransche volken reeds te veel van dergelijke „Hitleriaan- sche wiegeliedjes" hebben gehoord om zich opnieuw te laten betrappen, terwijl zij in dommelen. De „New York Herald Tribune" schrijft: als men verband legt tusschen een zekere gereserveerdheid van Hitier en de Italiaan- sche zoetsappigheid van den dag tevoren, kan men slechts de nieuwe kracht van de democratische positie voelen. De „New York Times" is getroffen door het feit. dat de rede geen ultimatum aan Polen behelst, doch zoo voegt het blad er aan toe. het is nauwelijks noodig te zeg gen, dat in Oost-Europa nog steeds een toestand heerscht, die den druk onder vindt van woelingen en drama's. Het is nog veel te vroeg om te zeggen, dgt de crisis, die zich de vorige week zoo plotse ling ontwikkelde, definitief voorbij is. Toch is het duidelijk, dat er op zijn minst eenig uitstel is. De „Voelkischer Beobachter" schrijft, dat de rede van Hitier de dingen weer op hun juiste plaats heeft gebracht, tegenover leugens Ijzeren en dwingende waarheden gesteld heeft en getoond heeft, wie in Europa nog altijd de beste zenuwen heeft. De rede ademde het zelfvertrouwen en de kracht, die iederen Duitscher bezielen te midden van het opgewonden gedoe om hem heen. Degenen, die voor de nieuwe omsingelingspogingen verantwoordelijk zijn kunnen uit de rede duidelijk leeren. dat de actie haar psychologisch doel geheel gemist heeft. Daar Duitschland in geen enkele richting aanvalsneigingen heeft, zou Iedere staat, die zich aan de omsin gelingspolitiek dienstbaar zou maken, zich in een gevaarlijke zone begeven zonder eigen voordeel en ten bate van andere staten. Als Hitler, in afwijking van iedere gewoonte, reeds vijf maanden voor den partijdag aankondigt, dat die dag den naam „partijdag van den vrede" zal dra gen, dan ligt daarin een meeslepende wils uiting, waarbij anderen zich zouden moe ten aansluiten, in plaats van hun arbeid, die gevaarlijk ls voor den vrede, voort te zetten. WISSEL WERD TE VROEG OMGEZET. Op het stationsemplacement te Delft zijn in den nacht van Zaterdag op Zondag drie wagons van een goederentrein, komende uit Den Haag. door een fout in den wisselstand ontspoord. De wagons kantelden en ver nielden een gedeelte van de rails en een ge deelte van de overkapping van den tunnel. Zware balken en glas kwamen in den tun nel terecht Een te Delft wonende student, die juist op dat oogento'rik passeerde, werd door een der balken aan het hoofd getroffen en moest zich onder geneeskundige behande ling stellen. De hoofdgeleider van den trein kreeg een zenuwschok en werd naar zlin. woonplaats, Rotterdam, vervoerd. Het onderzoek van de politie naar de oorzaak van de ontsporing heeft uitgewe zen, dat dit ongeluk aan onoplettendheid van den blokhuiswachter, die den wissel moest omzetten, te wijten is. De man had de opdracht om den wissel om te zetten na het voorbijrijden van den laatsten wagon. Hij heeft echter te vroeg den wissel omgezet en daardoor zijn de drie laatste wagons van den goederentrein op een zijspoor geraakt met het noodlottige gevolg. Gisterochtend was het opruimingswerk zoo ver gevorderd, dat de treinen weer op normale wijze konden loopen, dus over dub bel spoor. De toestand van den gewonden student is gunstig. Behalve een hoofdwond hebben zich geen andere verschijnselen als gevolg van dit ongeluk bij hem voorgedaan. De blokhuiswachter heeft zijn schuld aan dit ongeluk erkend. RANGEERDER ERNSTIG GEWOND. Zaterdagavond is de 46-jarige rangeerder J. B. op het stationsemplacement te Hilver sum. toen hij zijn wenk had verricht aan een naar Amersfoort vertretekenden trein, tegen een der rijtuigen opgeloopen van den trein, die uit Utrecht kwam en dien hij niet had opgemerkt. Hij is met zware hoofd, wonden, een gebroken schouderblad en ern stige inwendige kneuzingen naar het Dia- conessemhuis vervoerd. VERDRONKEN. Uit het Wil'helminakanaal nabij de zgn. betonnen brug onder de gemeente Dongen is opgehaald het lijk van den reeds eenige wieken vermisten G. van H., die op weg naar zijn werk in de gemeente Rijen te water geraakte en verdronk. BRAND TE OVERSCHIE. Zaterdagmorgen omstreeks kwart voor twaalf is vermoedelijk tengevolge van hooi- broei brand ontstaan in de boerderij Rein- noord aan den bovendijk te Overschie. toe- tehoorende aan den veehouder en veehan delaar J. Kroes. De brand liet zich in het begin zeer ern stig aanzien. De rieten daken van de schuur en de woning werden door het vuur ver nield. De brandweer rukte met de beide motorepuiten uit. Na een uur had zij den brand onder de knie. Het woonhuis bleef verder gespaard. De schuur is uitgebrand. VERKEERSONGELUK MET DOODELIJKEN AFLOOP. Vanmorgen omstreeks acht uur wilde de 59-jarige schipper A. Krijgsman uit Bleskensgraaf met zijn zoon per fiets den nieuwen rijksweg te Ridderkerk bij de kruising Lagedijk oversteken, toen hij door een personenauto uit Dordrecht werd ge grepen. De man was ops lag dood. De auto kantelde en kwam ongeveer dertig meter verder op het fietspad terecht. De bestuur der kreeg lichte verwondingen. De auto werd beschadigd. TENGEVOLGE VAN EEN TRAP VAN EEN PAARD OVERLEDEN. De zestienjarige landbouwerszoon J. K. te Rijsbergen 1N.B.1, die Zaterdag jl. een trap van een paard tegen het onder lichaam heeft gekregen is in net zieken huis te Breda aan de opgeloopen kwetsu ren overleden. BUITENLANDSCH GEMENGD. WEIDMANN TEEKENT CASSATIE AAN. Op aandrang van sin zijner adv "-ten heeft Weidmzr.n, d c zich o\egzen illusie maakt over het lot. dat hem wacht, hoewel hij eerst daarvan had willen afzien, toch cassatie aangeteekend tegen zijn dood vonnis.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 9