Polen in het gedrang BUITENLAND LEID5CH DAGBLAD - Eerste Blad Woensdag 29 Maart 1939 Een Duitsche waarschuwing Congres van het kamp der nationale eenheid Algemeene Toestand Frankrijk en Italië De val van Madrid NED. VER. TER BEHARTIGING VAN DE BELANGEN DER JONGE MEISJES. Wat de afdeeling Leiden bereiken wil De Leidsche afdeeling der Ned. Ver. ter behartiging van de Belangen der Jonge Meisjes, heeft een bijeenkomst gehouden, waar de film ..Lichtende Bakens" werd vertoond, waarin een deel van het werk der vereeniging aanschouwelijk wordt voor gesteld. Tevoren heette de presidente mevr. H. RozemondTjaden, de aanwezigen wel kom. Spr. zeide dankbaar te zijn voor een zoo groot aantal belangstellenden. Deze avond werd georganiseerd tot ken nismaking met het werk. dat gedaan wórdt De Nederlandsche vereeniging Is aangeslo ten by de Federation Internationale des Amies de la jeune Fllle. Deze vereeniging ziet als haar opdracht, gegrond op "het Evangelie, zich de belangen aan te trekken van elk jong meisje, dat raad of leiding noodig heeft, afgezien van ras. godsdienst, stand enz. Dit werk is zoo veelomvattend, dat het onmogelijk is er een volledig beeld van te geven. Daar is het ledenhulpwerk. Meisjes van buiten gekomen, ontvangen een bezoek; de bedoeling is contact met haar te zoeken en haar bekend te maken met het vereni gingsleven van de plaats harer inwoning. Behalve om den weg te wijzen en in de eenzaamheid van steun te zijn. dient dit werk ook. en vooral, om terrein te ver kennen. Wij moeten trachten daardoor te zien, welk soort nieuw werk noodig is en daar tevens de richtlijnen voor te vinden. Want wij bemerken een dikwijls onbewuste behoefte aan levensvulling. Er is momen teel een groep van vrouwen, die door stu die en gedachtenwisseling tot nieuwe richtlijnen tracht te komen. Samenwerking moet worden gezocht. De burgemeester zeide bij de opening van de tentoonstelling „Maak zelf", dat er een groot aantal-jonge meisjes in de fa brieken verstoken blijft van huishoudelijke opleiding. Dit wijst op een leemte en mis schien ligt hier voor onze vereeniging een taak. Willen wij hier beginnen, dan is het belangrijk, dat wij contact hebben met het fabrieksmeisje en haar leven kennen. Wij hebben haar nood dikwijls niet diep genoeg gevoeld. Wij moeten den nood confronteeren met de Christelijke op dracht; voorbereiding op den leven/strijd. De achtergrond is. dat het allergrootste maar ook het allerkleinste wat gedaan wordt van onschatbare beteekenis kan zijn. dat ook de eenvoudigste medemensch cmdelooze waarde heeft. Zonder dezen achtergrond verliest ook het grootste werk eijr. waarde. Nog altijd is bemoeienis met de naaste een van de beste middelen om in evenwicht te blijven in de stormen, die over de wereld losbarsten. Vrouwen zyn noodig, die dit werk mee- dragen. Komt er een maatschappelijke i werkster, dan kan zij alleen vruchtbaar ar- beiden, wanneer een kring van vrouwen dit werk geestelijk steunt; voorts zijn krachten noodig voor het ledenhulpwerk. Geld. tijd en kracht zijn noodig. Ook de geringste medewerking kan gewaardeerd worden. Dit werk is een deel van onze schuld te genover onzen naaste, waarvan wij ons niet goedkoop mogen afmaken; het is al leen te betalen door den inzet van ons zelf. Vrijdag 14 April 's avonds om 8 uur zal ten huize van nievr. BoschBaarslag. Rijnsburgerweg 2, een instuif worden ge houden. waar de meisjes thee en gezellig heid zullen vinden en waar ieder welkom is. OPGRAVINGEN OP MARI. Voordracht van prof. dr. G. Dossin uit Luik. Op uitnoodiging van het Voor-Aziatisch Gezelschap „Ex Oriente Lux" en het Oos- tersch Genootschap in Nederland heeft gis teravond prof. dr. G. Dossin, hoogleeraar aan de universiteit te Luik, in het Rijks prentenkabinet alhier een voordracht over bovengenoemd onderwerp gehouden. Aan deze voordracht is het volgende ont leend: De heuvels van Tell-Harïri. welke de ruïnes van de oude stad Mari dekken, zijn niet ver van den Euphraat gelegen, 11 K.M. ten N.W. van Abou-Kemal. een kleine Syrische stad aan de grens van Irak. Sedert den winter 19331934 heeft André Parrot, adjunct-conservator aan het Louvre te Parijs, er de opgravingen geleid, die tot overvloedige en afwisselende vondsten heb ben geleid. De werkzaamheden zijn tot nu toe op drie plaatsen in de ruïne verricht. Op de eerste plek hebben zij een tempel van de godin Istar te voorschijn gebracht en een stadswijk, welke teruggaat tot on geveer 3000 jaar v. Chr. Op de tweede plek heeft de heer Parrot een uitgestrekt paleis gevonden van meer dan 2' i H.A. oppervlakte, het grootste en best bewaarde, dat wij kennen uit de dagen van 2000 jaar v. Chr. De derde opgegraven plek heeft aan den dag gebracht de resten van een ziqqarat of te- rassentoren, omringd door tempels en gods dienstige gebouwen. Een rijpe oogst van beelden of beeldjes, aardewerk, voorwerpen in goud of in een schelp is er gevonden. Onder de ontdekkin gen moet men speciale aandacht schenken aan schilderingen, welke een aantal kamers van het paleis versieren en die op het oogenblik de oudst bekende getuigen van schilderkunst zijn. In den loop van de blootlegging van het paleis heeft de heer Parrot een epigrafische ontdekking gedaan, welke als een van de belangrijkste van de laatste jaren kan gel den. Hij heeft in verschillende kamers dui zenden klei-tabletten gevonden, die de ar chieven van de koningen uitmaken, die in Mari hebben geregeerd in de 19e eeuw v. Chr. Zij bevatten brieven, welke de konin gen van Babylon, steden in Mesopotamië en Noord-Syrië alsmede de gezanten van de koningen van Mari naar het paleis zonden. Deze brieven zijn gericht aan Iasma-Adad, die in Mari regeerde als vice-koning in op dracht van zijn vader, den machtigen As- svrisov>en koning Samai-Adad I, ofwel aan Zimrilim die erin slaacde den Assvrischen i"- -incer te verjagen en zelf op ..de troon z' ler vaderen" te klimmen. Naast deze diplomatieke brieven heeft men handelscorrespondentie gevonden, wel ke ons nauwkeurig inlicht niet alleen over 0v odmJn^tratie van het koninkrijk Mari. rr~~~ nt#er de po'itieke en commerci- 6"'" "">r'"'"n<Ten, w»lke in verschillende 5 - -n het oude nabije Oosten in die Q ^schten. Te archaeologische en epigrafische ont dekkingen van Mari stellen ons in staat de geschiedenis van Mari te reconstrueeren, De „Deutsche Diplomatisch-t*olitische i Korrespondenz" wijdt een beschouwing aan de anti-Duitsche voorvallen, die sedert eenigen tijd in Polen, en wel in alle dee- len van dat land, in de meest verschillende I vormen- plegen voor te komen. ..Wanneer in de Duitsche pers", zoo schrijft de Korrespondenz o.m., „van de gebeurtenissen weinig ophef is gemaakt, dan zal wel niemand aannemen, dat zij hier over het hoofd zijn gezien, of geen belang Inboezemen. Motief voor deze Duitsche reserve waren veeleer uitsluitend de wensch en de hoop, dat deze ontsporingen het gevolg waren van een voorbijgaande golf van chauvinisme, die spoedig weer door verstand en door de herinnering aan de oude, nog volstrekt actueele richtlijnen van maarschalk Pilsudski teruggedrongen zou kunnen worden. Helaas, aldus de Korrespondenz, zijn de Duitsche verwachtingen niet in vervulling gegaan. Veeleer schijnt, als of tot verheugenis van degenen, die belang hebben bij een verstoring van de Duitsch-Poolsche verhouding, den opruiers tegen alles, wat Duitsch is, geen halt meer toegeroepen wordt en alsof men op goede vertrouwelijke be trekkingen met het Duitsche volk in derdaad niet meer denzelfden prijs stelt als vroeger." De Korrespondenz herinnert er vervol gens aan, dat ..Hitler, ongeacht de door Versailles bijzonder belaste betrekkingen tusschen de Duitsche en de Poolsche natie er consequent bij het Duitsche volk aan gewerkt heeft, dat door Duitschland een zelfstandige en sterke Poolsche nabuur natie beschouwd zou worden als een nood zakelijkheid in den zin van een stabiele oide in het Oosten van Europa, en dat het derhalve gewenscht en vereischt is, dat met dezen staat in vriendschappelijke be trekkingen geleefd wordt. Wanneer men van Poolschen kant op de gedachte mocht komen, dat een overeenkomstig standpunt tegenover het Duitsche volk niet in de zelfde mate vereischt zou zijn, met andere woorden, dat het niet noodig is, rekening te houden met de levensrechten en de eer van het Duitsche volk, dan zou dat even betreurenswaardig voor de toekomstige harmonische ontwikkeling in de Europee- sche ruimte als zeker ook schadelijk voor de Poolsche natie zelf zijn." „Het is inderdaad bekrompen, wan neer men in zekere Poolsche steden gelooft," zoo vervolgt de Korrespon denz, „dat het volkomen in orde is, Duitschers smadelijk te bejegenen of te vervolgen, hetgeen niets anders kan bettekenen dan een uitspraak ten gun ste van den geest van Versailles, want ten slotte is nu eenmaal wederzijdsche achting voorwaarde voor vriendschap pelijke internationale betrekkingen. De verantwoordelijke factoren in Polen zullen zeker ook niet de bijzon der aardrijkskundige ligging van hun staat over het hoofd zien, die de tot dusverre door Warschau gevolgde po litiek voorschreef, om onafhankelijk en dus ook zonder spanningen te stre ven naar het behoud van een ver standhouding van goede nabuurschap naar alle kanten. Polen moet zelf weten, welke succes sen de tot dusverre gevolgde lijn van zijn politiek gebracht heeft en in wel ke mate zijn onafhankelijkheid en zijn reputatie in de wereld daarbij gegroeid zijn. Het lijkt twijfelachtig, of een ver laten van deze lijn een gunstige uit werking zou kunnen hebben, ook al sturen vreemde sireneklanken in een andere richting." Op het congres der voorzitters van de afdeelingen van het kamp der nationale eenheid heeft generaal Skwarczynski een redevoering gehouden over den internatio nalen toestand en de houding der Poolsche openbare meening. Niemand ter wereld kan nauwkeurig den loop der Europeesohe gebeurtenissen, die zich thans bij onze grenzen afspeleh, vooruitzien, doch allen in Polen en elders, die het gebrek aan po litiek en economisch evenwicht ter wereld zagen en het feit, dat deze stand van za ken voortduurde, zonder dat men er het einde van zag, waren er van overtuigd, dat kritieke gebeurtenissen en vérgaande wij zigingen moesten komen. Daarom heeft de hoogste chef van het leger, maarschalk Smigly Rydz, een beroep op eenheid gedaan onder de leuze van na tionale verdediging. De woorden van Smigly Rydz, in November j.l. uitgespro ken, in herinnering brengend, dat het volk zijn waakzaamheid niet kan prijsgeven, verklaarde de genei-aal, dat iedere burger deze woorden, die de richtlijn van de Pool sche politiek en voorbereiding vormen, moet onthouden. De Poolsche openbare meening, welke onze geo-politieke situatie kent, zou niet door de laatste gebeurtenissen zijn verrast. De voldongen feiten, in de laatste dagen door de Duitschers in het leven geroepen, welke wijzigingen brachten in de kaart van Europa en den Europeeschen toestand, hebben ons ongetwijfeld in een zeer moei lijken politieken toestand gebracht. De richtlijn der Poolsche politiek, gelegen tusschen Oost en West. was en is ook van daag nog dezelfde: de handhaving van den vrede in dit deel der wereld. Daarom streeft de Poolsche politiek er naar goede betrekkingen met alle buren te onderhouden. Deze vredelie vende lijn heeft haar uitdrukking ge vonden in de niet-aanvalsverdragen met Duitschland en Rusland. Om haar voort te zetten moeten wij deze ver dragen eerbiedigen. Polen zou dus voor geen enkele pressie moeten zwichten en zich laten meesleepen in eenigen aanval tegen onzen Oostelijken of Wes telijken buur. Wij blijven vastberaden en onafhankelijk op het terrein der vredespolitiek. Toch zijn wij geen pa cifisten in de kleinmoedige beteekenis van dit begrip. Wij aanvaarden lede ren strijd voor onze grenzen, de rech ten op onafhankelijkheid van onze po litiek of huishouding, voor de eer onzer natie. Wij zullen strijden en zullen weten te strijden voor de overwinning, tot onzen laatsten ademtocht, onzen laatsten bloeddruppel. Iedere Pool weet het en de geheele we reld moet het weten. Spr. constateert, dat de natie eensgezind is en bezield door een strijdvaardigen geest en dat ondanks den storm bij de grenzen, het Poolsche volk kalm is, misschien kalmer dan alle andere volken in Europa en de wereld. Voor de leden van het kamp der nationale eenheid bestaat er slechts één taak: voort te gaan met het werk. voort te gaan met den ar beid der consolidatie van het realisme van koelbloedigheid, volharding, voorbereiding. Wij hebben geen enkele behoefte aan een wijziging in de regeering. Wij hebben groot vertrouwen in de persoon van den president der republiek, evenals in de persoon van den oppersten chef van het leger, die vandaag meer dan ooit invloed moet uitoefenen op onze regeering van na tionale verdediging. Deze richtlijnen van het kamp der na tional e eenheid worden door het geheele volk gedeeld. Gemeld wordt, dat de Poolsche organisa tie voor de luchtbescherming reeds een be gin heeft gemaakt met de uitdeeling van 700.000 gasmaskers te Warschau. De bijdragen voor het defensiefonds stroomen binnen. Men verneemt, dat speciale maatregelen tot vermijding van anti-Duitsche betoogin gen zijn genomen. een nieuw licht te werpen op die van Baby- Ion en de verdwenen beschavingen van Mesopotamië en Noord-Syrië weer tot nieuw leven te wekken, waarvoor wij tot op heden geen enkel gegeven bezaten. En al die schit terende resultaten, welke de expeditie in Mari opleverden, beteekenen een groote ge beurtenis in de annalen van de archaeologie van het oude nabije Oosten. DE LAATSTE DAGEN VAN EEN EILAND. Filmvertooning Ned. Chr. Filmcentrale. In de slechts matig bezette Stadsgehoor zaal vond gisteravond vanwege de Ned. Chr. Filmcentrale een vertooning plaats van „De laatste dagen van een eiland". Deze film, welke een aanschouwelijke weergave is van het boek van K. Norel ..Aan dood water", speelt op het eiland Urk en brengt de inpoldering van de Zuiderzee in beeld. In het eerste gedeelte van deze film maken wij kennis met het groeiend verzet, dat de Urker visschers tegen de droogleg ging der Zuiderzee voeren en dat zich vooral openbaart bij de totstandkoming van den afsluitdijk. De zee is nu afgesloten. Zij voe len zich in hun bestaan bedreigd. Het laatste en ook meest sprekende deel brengt de verfilming van de werken aan den Noord-Oostpolder. Na deze inpol dering komt er weer leven en vertier op Urk. Maar Urk is Urk niet meer. Veel is veran derd op het nieuwe Urk, waaraan de be volking zich eerst, na veel moeite en over gave, weet aan te passen. De film, welke een duidelijk inzicht geeft van het leven en de gewoonten van dit vls- schersvolk, werd met groote belangstelling gevolgd. Jammer was het, dat het geluid meerdere malen te wenschen overliet, waar door het moeilijk viel het verband altijd te begrijpen. Een gevarieerd bij programma ging aan deze filmvertooning vooraf. ACADEMISCHE EXAMENS. Bevorderd tot doctor in de letteren en wijsbegeerte, op proefschrift getiteld: „In dices Antinoopolitani", de heer Ph. V. Pis- torius. geboren te Rustenburg Transvaal). Bevorderd tot doctor in de wis- en na tuurkunde. op proefschrift getiteld: „De thermo-electrische eigenschappen van me talen bij zeer lage temperaturen", de heer C J. Matthijs, geboren te Rotterdam. Ge slaagd voor het candidaatsexamen rech ten: mej. J. Ibelings (Den Haag); en de heeren P, de Niet Scheveningendr. H. Bolwin (Wassenaar); M. J. Nederlof. (Den Haag); F. C. Kooyman (Overveen); voor het candidaatsexamen wis- en natuurkun de: letter L. de heer J. B. H. Kieikamp 'Sittard); letter H. de heer A. L. F. J. Maü- renbrecher (Leiden); letter G. de heer ir. W. M. Klazinga (Oss); letter A de heer H G. Wassenberg (Roermond); idem voor het doctoraal examen Indisch recht: de heer N. E. H. van "Esveld Bloem end aal voor het candidaatsexamen rechten: mej. E. F. de Breuk (Haarlem) en de heer W. M. Ver'oerne (Den Haag); voor het can didaatsexamen Indisch recht: de heeren H. L. Amweg (Leiden) en K. van Delft (Leidschendam) De Engelsche plannen zijn meer dan papieren plannen en gaan verder dan raadplegingen. Chamberlain heeft in het Britsche Lager huis de volgende verklaring afgelegd: ..De regeering zet aetief het overleg met andere regeeringen voort ten aan zien van de problemen, die het ge volg zijn van de recente gebeurtenissen. Zoolang deze beraadslagingen voort duren. zal het Lagerhuis begrijpen, dat het van een essentieel belang is, dat haar vertrouwelijk karakter wordt ge ëerbiedigd. Het Huis zal niet verwachten, dat ik verklaringen afleg, die niet volledig kunnen zijn voor wij beschikken over de definitieve opvattingen der andere betrokken regee ringen". Deze verklaring werd afgelegd in ant woord op een vraag van het labourlid Greenwood. Op de vraag, of de aan sommige mogend heden voorgelegde verklaring raadpleging ten doel had, dan wel of zij ook militaire verplichtingen met zich mede bracht, ant woordde Chamberlain: „Uit de vroegere verklaringen zal men begrepen hebben, dat wat de regeering voor den geest staat een heel eind verder gaat dan raadplegingen". Chamberlain voegde hieraan toe, dat hij op dit oogenblik geen verdere bijzonder heden wenschte te geven: ,.Den anderen regeeringen is duidelijk ge maakt, wat de Britsche regeering bereid is te doen. De regeering is zich volkomen bewust van het dringende dezer aange legenheid en van de wenschelijkheid om zoo spoedig mogelijk tot een conclusie te komen Er is echter meer- dan één regeering bii betrokken en de beslissing ls niet alleen ee-- Engelsche beslissing". In het Hoogerhuis heeft lord Plymouth dezelfde materie behandeld In verband met een motie-Davies, waarin de waarschijn lijkheid werd uitgesproken, uitgebreide verplichtingen te aanvaarden om iedere verdere agressie te keeren. Lord Plymouth zeide. dat de regeering een begin gemaakt heeft met het raad plegen van zekere landen, teneinde het hoofd te bieden aan een toestand, waarin onafhankelijke staten onderworpen wor den aan een zoodanigen druk onder be dreiging met geweld, dat zij verplicht zijn hun onafhankelijkheid op te geven en tevens om verzet te bieden tegen pogingen, wanneer die ondernomen worden, om een dergelijk optreden in practijk te brengen. De Britsche regeering, aldus lord Ply mouth heeft niet voorgesteld een confe rentie tot dit doel te beleggen, omdat zij er de voorkeur aan geeft, de raadplegingen langs den gewonen diplomatieken weg uit te voeren. „Wanneer de staten bereid zouden zijn, toe te treden tot een gedetailleerde com binatie voor dat doel, zou een machinerie van dien aard noodig kunnen blijken, maar EEN UUR MUZIEK OP SCHOOL. In de aula der Chr. H.B.S. Weer waren gisteren de leerlingen der Qhr. H.B.S. in de aula samengekomen. Het karakter van dezeai middag verschilde ech ter eenigseins vain dat var. den voorgaan- den. Thans waren het geen uitvoerende kunstenaars van naam. die optraden, maar het schoolorkest onder leiding van den heer Jac. Blitz, .terwijl verder enkele leden van het orkestje de aandaoht vroegen voor een solistische prestatie. Nadat een der leeraren van de school, de heer P. Brouwer, de aanwezigen een wel kom had toegeroepen en gewezen had op de groote vormende waarde van het zelf musiceeren. werd overgegaan tot de uitvoe ring van het programma. Uitgevoerd werden o.a. het Menuet uit de Londonsche Sympnonie van Haydn en het Andante uit de le Symphonie van Beet hoven, beide voor orkest. Een orgelconcert van Handel ging in gereduceerde bezet ting, terwijl twee leden van het orkset zeer te waardeeren prestaties gaven ln een Bo lero van Popp voor fluit en piano en in de bekende Romance in F gr. t. van Beethoven voor vlooi en piano. Enkele leden van de Declamatieclub, welke onder leiding staat van dr. van Ham, zorgden voor een gepaste afwisseling door het voordragen van enkele gedichten, waar van de keuze bepaald was door de Lijdens weken en het a.s. Paasehfeest. De groote aandacht, waanmede een en ander gevolgd werd en het hartelijk applaus na de verschillende nummers bewezen vol doende, dat deze middag in den smaak ls gevallen. Aan het slot richtte de heer Brouwer nog ren woord van hartelljken dank tot den heer Blitz voor de eminente wijze, waarop hij ook dit Jaar weer het schoolorkest ge leld heeft en sprak namens de orkestleden de hoop uit. dat ze hem het volgend jaar zullen terugvinden voor de dirigenten-las- senaar. Als bestuurslid van een te Rotterdam opgerichte Ned. Ver. voor Leekenspel is benoemd mej. Ruth, directrice van het Leidsche Volkshuis. ik moet ronduit zeggen, dat m.i. de in stelling nu reeds van die machinerie niet perse een stuwkracht zou zijn in de goede richting. Sprekende over den eisch betreffende herstel van de vrijheid en onafhankelijk heid van Tsjecho-Slowakije, zeide Ply mouth: „Het is volkomen duidelijk, dat een dergelijk herstel alleen tot stand ge bracht zou kunnen worden door wapen geweld en noch de Britsche regeering, noch de staten, waarmede zij overleg pleegt, hebben eenig voornemen ln die richting. Het doel der gedachtenwisseling van de Britsche regeering is zuivel- defensief." „De Britsche regeering is altijd bereid geweest in volledige oprechtheid en met allen goeden wil leder Internationaal pro bleem te bespreken, dat om regeling roept. Zij blijft er van overtuigd, dat er geen pro- bleem is tusschen staten, dat niet zou kun nen worden geregeld door vriendschappe lijke, vreedzame besprekingen, wanneer er goede wil bestaat.. Zij ls ecfiter niet bereid, om te onderhandelen onder bedreiging met geweld. Evenmin ziet zij eenige reden in het oprichten van een organisme voor de regeling van geschillen, zoolang de wereld onder de bedreiging leeft van gewelddadig optreden en nergens de wensch gehoord wordt, gebruik te maken van een dergelijk organisme. De Britsche regeering houdt zich thans niet bezig met theorie of met de uitwerking van papieren plannen. Zij is integendeel doende met de behande ling van practische, concrete proble men, die het onafhankelijke bestaan raken van Europeesohe staten: pro blemen, plotseling ontstaan door de gebeurtenissen van de laatste paar weken". De motie-Davies werd teruggenomen. Intusschen hebben een 34 conservatieve Lagerhuis-leden, o.w. Eden. Duff Cooper. Churchill. Amery en admiraal Keyes, een motie ingediend, waarin zij wijzen op de noodzakelijkheid, de onlangs door Halifax uiteengezette buitenlandsche politiek krachtig voort te zetten en tot dit doel een nationale regeering te vormen op dc breedst mogelijke basis en uitgerust met volledige vol machten ten aanzien van het men- schelijk. financieel en industrieel po tentieel van de natie, ten einde Groot- Brittannië in zoo kort mogelijken tijd een maximum aan militaire kracht te schenken. Door eera ander aantal aanhangers van de regeering is het initiatief genomen voor een amendement op deze motie, waarin het volledige vertrouwen in de actie van Chamberlain wordt uitgesproken. De Italiaansche pers begint Frankrijk tot spoed aan te manen. Men verwondert zich er over. of veinst verwondering, dat Frankrijk nog niet heeft geantwoord op wat men noemt de ..toenadering tot Frankrijk", welke toe nadering het karakter heeft van een waarschuwing. Men geeft thans Frankrijk den raad spoedig met Italië ln contact te treden, aangezien dit land anders mis schien een minder groote gematigdheid in zijn eischen zou kunnen toonen. De .Regime fascista" hoopt, dat Frank rijk de noodzakelijkheid zal voelen toe te geven aan de Italiaansche eischen, indien men niet wil dat de eischen een punt van verwijdering vormen „La Stampa" schrijft, dat men met Italië niet kan spotten en dat Frankrijk den eersten stap moet doen. Voor het geval dat Frankrijk zou weigeren te onderhan delen en zou zeggen: .Laten wij met de wapens een defini tieve regeling tot stand brengen", schrijft hetzelfde blad dat men ln dit geval rekent op de kracht van de as Rome-Berlijn. Ver der wijst het blad erop, dat de rede van den Duce de bruggen tusschen beide lan den niet heeft afgebroken. Wellicht zal men hedenavond uit Dala- dler's rede de Fransche zienswijze verne men. Deze rede wordt om 8.05 Ned. Tijd gehouden. De Fransche pers is algemeen van oor deel, dat Frankrijk niet kan onderhande len over een „leeg dossier". De door Mus solini naar voren gebrachte punten moe ten langs diplomatieken weg besproken worden. De Kerillis sohrijft ln de „Epoque", dat de democratieën ruim een half milliard man kunnen stellen tegenover 120 mil- lioen Duitschers en Italianen. Alles kan nog gered worden. De val van Madrid, die waarschijnlijk spoedig zal worden gevolgd door de over gave van Valencia en de rest van het z g- republikeinsche Spanje men zie het 3e Blad voor bijzonderheden vindt in Duitschland en Italië natuurlijk een en thousiasten weerklank In Italië wijst men vol trots op het aandeel der Italianen bij de overwinning van Franco. Vanmorgen hebben de studenten te Rome een vreugdebetooging gehouden voor de Spaanrche ambassade. De gezant versch—n op het balcon, bedankte de student-n en zeide. dat het fascisme ln Spanje geze gevierd heeft en er orde en beschaving ge bracht heeft. De Duitsche pers spreekt van: Madrid Is het graf van het communisme geworden! 2—1

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 2