Polen in het gedrang
BUITENLAND
LEID5CH DAGBLAD - Eerste Blad
Woensdag 29 Maart 1939
Een Duitsche
waarschuwing
Congres van het kamp
der nationale eenheid
Algemeene Toestand
Frankrijk en Italië
De val van Madrid
NED. VER. TER BEHARTIGING VAN DE
BELANGEN DER JONGE MEISJES.
Wat de afdeeling Leiden bereiken wil
De Leidsche afdeeling der Ned. Ver. ter
behartiging van de Belangen der Jonge
Meisjes, heeft een bijeenkomst gehouden,
waar de film ..Lichtende Bakens" werd
vertoond, waarin een deel van het werk
der vereeniging aanschouwelijk wordt voor
gesteld.
Tevoren heette de presidente mevr. H.
RozemondTjaden, de aanwezigen wel
kom. Spr. zeide dankbaar te zijn voor een
zoo groot aantal belangstellenden.
Deze avond werd georganiseerd tot ken
nismaking met het werk. dat gedaan wórdt
De Nederlandsche vereeniging Is aangeslo
ten by de Federation Internationale des
Amies de la jeune Fllle. Deze vereeniging
ziet als haar opdracht, gegrond op "het
Evangelie, zich de belangen aan te trekken
van elk jong meisje, dat raad of leiding
noodig heeft, afgezien van ras. godsdienst,
stand enz. Dit werk is zoo veelomvattend,
dat het onmogelijk is er een volledig beeld
van te geven.
Daar is het ledenhulpwerk. Meisjes van
buiten gekomen, ontvangen een bezoek; de
bedoeling is contact met haar te zoeken en
haar bekend te maken met het vereni
gingsleven van de plaats harer inwoning.
Behalve om den weg te wijzen en in de
eenzaamheid van steun te zijn. dient dit
werk ook. en vooral, om terrein te ver
kennen. Wij moeten trachten daardoor te
zien, welk soort nieuw werk noodig is en
daar tevens de richtlijnen voor te vinden.
Want wij bemerken een dikwijls onbewuste
behoefte aan levensvulling. Er is momen
teel een groep van vrouwen, die door stu
die en gedachtenwisseling tot nieuwe
richtlijnen tracht te komen. Samenwerking
moet worden gezocht.
De burgemeester zeide bij de opening
van de tentoonstelling „Maak zelf", dat er
een groot aantal-jonge meisjes in de fa
brieken verstoken blijft van huishoudelijke
opleiding. Dit wijst op een leemte en mis
schien ligt hier voor onze vereeniging een
taak. Willen wij hier beginnen, dan is het
belangrijk, dat wij contact hebben met
het fabrieksmeisje en haar leven kennen.
Wij hebben haar nood dikwijls niet diep
genoeg gevoeld. Wij moeten den nood
confronteeren met de Christelijke op
dracht; voorbereiding op den leven/strijd.
De achtergrond is. dat het allergrootste
maar ook het allerkleinste wat gedaan
wordt van onschatbare beteekenis kan
zijn. dat ook de eenvoudigste medemensch
cmdelooze waarde heeft. Zonder dezen
achtergrond verliest ook het grootste werk
eijr. waarde. Nog altijd is bemoeienis met
de naaste een van de beste middelen om
in evenwicht te blijven in de stormen, die
over de wereld losbarsten.
Vrouwen zyn noodig, die dit werk mee-
dragen. Komt er een maatschappelijke i
werkster, dan kan zij alleen vruchtbaar ar-
beiden, wanneer een kring van vrouwen dit
werk geestelijk steunt; voorts zijn krachten
noodig voor het ledenhulpwerk. Geld. tijd
en kracht zijn noodig. Ook de geringste
medewerking kan gewaardeerd worden.
Dit werk is een deel van onze schuld te
genover onzen naaste, waarvan wij ons
niet goedkoop mogen afmaken; het is al
leen te betalen door den inzet van ons
zelf.
Vrijdag 14 April 's avonds om 8 uur zal
ten huize van nievr. BoschBaarslag.
Rijnsburgerweg 2, een instuif worden ge
houden. waar de meisjes thee en gezellig
heid zullen vinden en waar ieder welkom is.
OPGRAVINGEN OP MARI.
Voordracht van prof. dr. G. Dossin
uit Luik.
Op uitnoodiging van het Voor-Aziatisch
Gezelschap „Ex Oriente Lux" en het Oos-
tersch Genootschap in Nederland heeft gis
teravond prof. dr. G. Dossin, hoogleeraar
aan de universiteit te Luik, in het Rijks
prentenkabinet alhier een voordracht over
bovengenoemd onderwerp gehouden.
Aan deze voordracht is het volgende ont
leend:
De heuvels van Tell-Harïri. welke de ruïnes
van de oude stad Mari dekken, zijn niet
ver van den Euphraat gelegen, 11 K.M. ten
N.W. van Abou-Kemal. een kleine Syrische
stad aan de grens van Irak.
Sedert den winter 19331934 heeft André
Parrot, adjunct-conservator aan het Louvre
te Parijs, er de opgravingen geleid, die tot
overvloedige en afwisselende vondsten heb
ben geleid. De werkzaamheden zijn tot nu
toe op drie plaatsen in de ruïne verricht.
Op de eerste plek hebben zij een tempel
van de godin Istar te voorschijn gebracht
en een stadswijk, welke teruggaat tot on
geveer 3000 jaar v. Chr.
Op de tweede plek heeft de heer Parrot
een uitgestrekt paleis gevonden van meer
dan 2' i H.A. oppervlakte, het grootste en
best bewaarde, dat wij kennen uit de dagen
van 2000 jaar v. Chr.
De derde opgegraven plek heeft aan den dag
gebracht de resten van een ziqqarat of te-
rassentoren, omringd door tempels en gods
dienstige gebouwen.
Een rijpe oogst van beelden of beeldjes,
aardewerk, voorwerpen in goud of in een
schelp is er gevonden. Onder de ontdekkin
gen moet men speciale aandacht schenken
aan schilderingen, welke een aantal kamers
van het paleis versieren en die op het
oogenblik de oudst bekende getuigen van
schilderkunst zijn.
In den loop van de blootlegging van het
paleis heeft de heer Parrot een epigrafische
ontdekking gedaan, welke als een van de
belangrijkste van de laatste jaren kan gel
den. Hij heeft in verschillende kamers dui
zenden klei-tabletten gevonden, die de ar
chieven van de koningen uitmaken, die in
Mari hebben geregeerd in de 19e eeuw v.
Chr. Zij bevatten brieven, welke de konin
gen van Babylon, steden in Mesopotamië en
Noord-Syrië alsmede de gezanten van de
koningen van Mari naar het paleis zonden.
Deze brieven zijn gericht aan Iasma-Adad,
die in Mari regeerde als vice-koning in op
dracht van zijn vader, den machtigen As-
svrisov>en koning Samai-Adad I, ofwel aan
Zimrilim die erin slaacde den Assvrischen
i"- -incer te verjagen en zelf op ..de troon
z' ler vaderen" te klimmen.
Naast deze diplomatieke brieven heeft
men handelscorrespondentie gevonden, wel
ke ons nauwkeurig inlicht niet alleen over
0v odmJn^tratie van het koninkrijk Mari.
rr~~~ nt#er de po'itieke en commerci-
6"'" "">r'"'"n<Ten, w»lke in verschillende
5 - -n het oude nabije Oosten in die
Q ^schten.
Te archaeologische en epigrafische ont
dekkingen van Mari stellen ons in staat de
geschiedenis van Mari te reconstrueeren,
De „Deutsche Diplomatisch-t*olitische
i Korrespondenz" wijdt een beschouwing aan
de anti-Duitsche voorvallen, die sedert
eenigen tijd in Polen, en wel in alle dee-
len van dat land, in de meest verschillende
I vormen- plegen voor te komen.
..Wanneer in de Duitsche pers", zoo
schrijft de Korrespondenz o.m., „van de
gebeurtenissen weinig ophef is gemaakt,
dan zal wel niemand aannemen, dat zij
hier over het hoofd zijn gezien, of geen
belang Inboezemen.
Motief voor deze Duitsche reserve
waren veeleer uitsluitend de wensch
en de hoop, dat deze ontsporingen het
gevolg waren van een voorbijgaande
golf van chauvinisme, die spoedig weer
door verstand en door de herinnering
aan de oude, nog volstrekt actueele
richtlijnen van maarschalk Pilsudski
teruggedrongen zou kunnen worden.
Helaas, aldus de Korrespondenz, zijn
de Duitsche verwachtingen niet in
vervulling gegaan. Veeleer schijnt, als
of tot verheugenis van degenen, die
belang hebben bij een verstoring van
de Duitsch-Poolsche verhouding, den
opruiers tegen alles, wat Duitsch is,
geen halt meer toegeroepen wordt en
alsof men op goede vertrouwelijke be
trekkingen met het Duitsche volk in
derdaad niet meer denzelfden prijs
stelt als vroeger."
De Korrespondenz herinnert er vervol
gens aan, dat ..Hitler, ongeacht de door
Versailles bijzonder belaste betrekkingen
tusschen de Duitsche en de Poolsche natie
er consequent bij het Duitsche volk aan
gewerkt heeft, dat door Duitschland een
zelfstandige en sterke Poolsche nabuur
natie beschouwd zou worden als een nood
zakelijkheid in den zin van een stabiele
oide in het Oosten van Europa, en dat het
derhalve gewenscht en vereischt is, dat
met dezen staat in vriendschappelijke be
trekkingen geleefd wordt. Wanneer men
van Poolschen kant op de gedachte mocht
komen, dat een overeenkomstig standpunt
tegenover het Duitsche volk niet in de
zelfde mate vereischt zou zijn, met andere
woorden, dat het niet noodig is, rekening
te houden met de levensrechten en de eer
van het Duitsche volk, dan zou dat even
betreurenswaardig voor de toekomstige
harmonische ontwikkeling in de Europee-
sche ruimte als zeker ook schadelijk voor
de Poolsche natie zelf zijn."
„Het is inderdaad bekrompen, wan
neer men in zekere Poolsche steden
gelooft," zoo vervolgt de Korrespon
denz, „dat het volkomen in orde is,
Duitschers smadelijk te bejegenen of
te vervolgen, hetgeen niets anders kan
bettekenen dan een uitspraak ten gun
ste van den geest van Versailles, want
ten slotte is nu eenmaal wederzijdsche
achting voorwaarde voor vriendschap
pelijke internationale betrekkingen.
De verantwoordelijke factoren in
Polen zullen zeker ook niet de bijzon
der aardrijkskundige ligging van hun
staat over het hoofd zien, die de tot
dusverre door Warschau gevolgde po
litiek voorschreef, om onafhankelijk
en dus ook zonder spanningen te stre
ven naar het behoud van een ver
standhouding van goede nabuurschap
naar alle kanten.
Polen moet zelf weten, welke succes
sen de tot dusverre gevolgde lijn van
zijn politiek gebracht heeft en in wel
ke mate zijn onafhankelijkheid en zijn
reputatie in de wereld daarbij gegroeid
zijn. Het lijkt twijfelachtig, of een ver
laten van deze lijn een gunstige uit
werking zou kunnen hebben, ook al
sturen vreemde sireneklanken in een
andere richting."
Op het congres der voorzitters van de
afdeelingen van het kamp der nationale
eenheid heeft generaal Skwarczynski een
redevoering gehouden over den internatio
nalen toestand en de houding der Poolsche
openbare meening. Niemand ter wereld
kan nauwkeurig den loop der Europeesohe
gebeurtenissen, die zich thans bij onze
grenzen afspeleh, vooruitzien, doch allen
in Polen en elders, die het gebrek aan po
litiek en economisch evenwicht ter wereld
zagen en het feit, dat deze stand van za
ken voortduurde, zonder dat men er het
einde van zag, waren er van overtuigd, dat
kritieke gebeurtenissen en vérgaande wij
zigingen moesten komen.
Daarom heeft de hoogste chef van het
leger, maarschalk Smigly Rydz, een beroep
op eenheid gedaan onder de leuze van na
tionale verdediging. De woorden van
Smigly Rydz, in November j.l. uitgespro
ken, in herinnering brengend, dat het volk
zijn waakzaamheid niet kan prijsgeven,
verklaarde de genei-aal, dat iedere burger
deze woorden, die de richtlijn van de Pool
sche politiek en voorbereiding vormen,
moet onthouden.
De Poolsche openbare meening, welke
onze geo-politieke situatie kent, zou niet
door de laatste gebeurtenissen zijn verrast.
De voldongen feiten, in de laatste dagen
door de Duitschers in het leven geroepen,
welke wijzigingen brachten in de kaart van
Europa en den Europeeschen toestand,
hebben ons ongetwijfeld in een zeer moei
lijken politieken toestand gebracht. De
richtlijn der Poolsche politiek, gelegen
tusschen Oost en West. was en is ook van
daag nog dezelfde: de handhaving van den
vrede in dit deel der wereld.
Daarom streeft de Poolsche politiek
er naar goede betrekkingen met alle
buren te onderhouden. Deze vredelie
vende lijn heeft haar uitdrukking ge
vonden in de niet-aanvalsverdragen
met Duitschland en Rusland. Om haar
voort te zetten moeten wij deze ver
dragen eerbiedigen. Polen zou dus voor
geen enkele pressie moeten zwichten
en zich laten meesleepen in eenigen
aanval tegen onzen Oostelijken of Wes
telijken buur. Wij blijven vastberaden
en onafhankelijk op het terrein der
vredespolitiek. Toch zijn wij geen pa
cifisten in de kleinmoedige beteekenis
van dit begrip. Wij aanvaarden lede
ren strijd voor onze grenzen, de rech
ten op onafhankelijkheid van onze po
litiek of huishouding, voor de eer onzer
natie. Wij zullen strijden en zullen
weten te strijden voor de overwinning,
tot onzen laatsten ademtocht, onzen
laatsten bloeddruppel.
Iedere Pool weet het en de geheele we
reld moet het weten. Spr. constateert, dat
de natie eensgezind is en bezield door een
strijdvaardigen geest en dat ondanks den
storm bij de grenzen, het Poolsche volk
kalm is, misschien kalmer dan alle andere
volken in Europa en de wereld. Voor de
leden van het kamp der nationale eenheid
bestaat er slechts één taak: voort te gaan
met het werk. voort te gaan met den ar
beid der consolidatie van het realisme van
koelbloedigheid, volharding, voorbereiding.
Wij hebben geen enkele behoefte aan
een wijziging in de regeering. Wij hebben
groot vertrouwen in de persoon van den
president der republiek, evenals in de
persoon van den oppersten chef van het
leger, die vandaag meer dan ooit invloed
moet uitoefenen op onze regeering van na
tionale verdediging.
Deze richtlijnen van het kamp der na
tional e eenheid worden door het geheele
volk gedeeld.
Gemeld wordt, dat de Poolsche organisa
tie voor de luchtbescherming reeds een be
gin heeft gemaakt met de uitdeeling van
700.000 gasmaskers te Warschau.
De bijdragen voor het defensiefonds
stroomen binnen.
Men verneemt, dat speciale maatregelen
tot vermijding van anti-Duitsche betoogin
gen zijn genomen.
een nieuw licht te werpen op die van Baby-
Ion en de verdwenen beschavingen van
Mesopotamië en Noord-Syrië weer tot nieuw
leven te wekken, waarvoor wij tot op heden
geen enkel gegeven bezaten. En al die schit
terende resultaten, welke de expeditie in
Mari opleverden, beteekenen een groote ge
beurtenis in de annalen van de archaeologie
van het oude nabije Oosten.
DE LAATSTE DAGEN VAN EEN EILAND.
Filmvertooning Ned. Chr. Filmcentrale.
In de slechts matig bezette Stadsgehoor
zaal vond gisteravond vanwege de Ned. Chr.
Filmcentrale een vertooning plaats van „De
laatste dagen van een eiland".
Deze film, welke een aanschouwelijke
weergave is van het boek van K. Norel ..Aan
dood water", speelt op het eiland Urk en
brengt de inpoldering van de Zuiderzee in
beeld. In het eerste gedeelte van deze film
maken wij kennis met het groeiend verzet,
dat de Urker visschers tegen de droogleg
ging der Zuiderzee voeren en dat zich vooral
openbaart bij de totstandkoming van den
afsluitdijk. De zee is nu afgesloten. Zij voe
len zich in hun bestaan bedreigd.
Het laatste en ook meest sprekende
deel brengt de verfilming van de werken
aan den Noord-Oostpolder. Na deze inpol
dering komt er weer leven en vertier op Urk.
Maar Urk is Urk niet meer. Veel is veran
derd op het nieuwe Urk, waaraan de be
volking zich eerst, na veel moeite en over
gave, weet aan te passen.
De film, welke een duidelijk inzicht geeft
van het leven en de gewoonten van dit vls-
schersvolk, werd met groote belangstelling
gevolgd. Jammer was het, dat het geluid
meerdere malen te wenschen overliet, waar
door het moeilijk viel het verband altijd te
begrijpen.
Een gevarieerd bij programma ging aan
deze filmvertooning vooraf.
ACADEMISCHE EXAMENS.
Bevorderd tot doctor in de letteren en
wijsbegeerte, op proefschrift getiteld: „In
dices Antinoopolitani", de heer Ph. V. Pis-
torius. geboren te Rustenburg Transvaal).
Bevorderd tot doctor in de wis- en na
tuurkunde. op proefschrift getiteld: „De
thermo-electrische eigenschappen van me
talen bij zeer lage temperaturen", de heer
C J. Matthijs, geboren te Rotterdam. Ge
slaagd voor het candidaatsexamen rech
ten: mej. J. Ibelings (Den Haag); en de
heeren P, de Niet Scheveningendr. H.
Bolwin (Wassenaar); M. J. Nederlof. (Den
Haag); F. C. Kooyman (Overveen); voor
het candidaatsexamen wis- en natuurkun
de: letter L. de heer J. B. H. Kieikamp
'Sittard); letter H. de heer A. L. F. J. Maü-
renbrecher (Leiden); letter G. de heer ir.
W. M. Klazinga (Oss); letter A de heer
H G. Wassenberg (Roermond); idem voor
het doctoraal examen Indisch recht: de
heer N. E. H. van "Esveld Bloem end aal
voor het candidaatsexamen rechten: mej.
E. F. de Breuk (Haarlem) en de heer W.
M. Ver'oerne (Den Haag); voor het can
didaatsexamen Indisch recht: de heeren
H. L. Amweg (Leiden) en K. van Delft
(Leidschendam)
De Engelsche plannen zijn meer dan papieren
plannen en gaan verder dan raadplegingen.
Chamberlain heeft in het Britsche Lager
huis de volgende verklaring afgelegd:
..De regeering zet aetief het overleg
met andere regeeringen voort ten aan
zien van de problemen, die het ge
volg zijn van de recente gebeurtenissen.
Zoolang deze beraadslagingen voort
duren. zal het Lagerhuis begrijpen, dat
het van een essentieel belang is, dat
haar vertrouwelijk karakter wordt ge
ëerbiedigd.
Het Huis zal niet verwachten, dat ik
verklaringen afleg, die niet volledig kunnen
zijn voor wij beschikken over de definitieve
opvattingen der andere betrokken regee
ringen".
Deze verklaring werd afgelegd in ant
woord op een vraag van het labourlid
Greenwood.
Op de vraag, of de aan sommige mogend
heden voorgelegde verklaring raadpleging
ten doel had, dan wel of zij ook militaire
verplichtingen met zich mede bracht, ant
woordde Chamberlain:
„Uit de vroegere verklaringen zal men
begrepen hebben, dat wat de regeering
voor den geest staat een heel eind
verder gaat dan raadplegingen".
Chamberlain voegde hieraan toe, dat hij
op dit oogenblik geen verdere bijzonder
heden wenschte te geven:
,.Den anderen regeeringen is duidelijk ge
maakt, wat de Britsche regeering bereid is
te doen. De regeering is zich volkomen
bewust van het dringende dezer aange
legenheid en van de wenschelijkheid om
zoo spoedig mogelijk tot een conclusie te
komen Er is echter meer- dan één regeering
bii betrokken en de beslissing ls niet alleen
ee-- Engelsche beslissing".
In het Hoogerhuis heeft lord Plymouth
dezelfde materie behandeld In verband met
een motie-Davies, waarin de waarschijn
lijkheid werd uitgesproken, uitgebreide
verplichtingen te aanvaarden om iedere
verdere agressie te keeren.
Lord Plymouth zeide. dat de regeering
een begin gemaakt heeft met het raad
plegen van zekere landen, teneinde het
hoofd te bieden aan een toestand, waarin
onafhankelijke staten onderworpen wor
den aan een zoodanigen druk onder be
dreiging met geweld, dat zij verplicht zijn
hun onafhankelijkheid op te geven en
tevens om verzet te bieden tegen pogingen,
wanneer die ondernomen worden, om een
dergelijk optreden in practijk te brengen.
De Britsche regeering, aldus lord Ply
mouth heeft niet voorgesteld een confe
rentie tot dit doel te beleggen, omdat zij
er de voorkeur aan geeft, de raadplegingen
langs den gewonen diplomatieken weg uit
te voeren.
„Wanneer de staten bereid zouden zijn,
toe te treden tot een gedetailleerde com
binatie voor dat doel, zou een machinerie
van dien aard noodig kunnen blijken, maar
EEN UUR MUZIEK OP SCHOOL.
In de aula der Chr. H.B.S.
Weer waren gisteren de leerlingen der
Qhr. H.B.S. in de aula samengekomen. Het
karakter van dezeai middag verschilde ech
ter eenigseins vain dat var. den voorgaan-
den. Thans waren het geen uitvoerende
kunstenaars van naam. die optraden, maar
het schoolorkest onder leiding van den heer
Jac. Blitz, .terwijl verder enkele leden van
het orkestje de aandaoht vroegen voor een
solistische prestatie.
Nadat een der leeraren van de school,
de heer P. Brouwer, de aanwezigen een wel
kom had toegeroepen en gewezen had op
de groote vormende waarde van het zelf
musiceeren. werd overgegaan tot de uitvoe
ring van het programma.
Uitgevoerd werden o.a. het Menuet uit
de Londonsche Sympnonie van Haydn en het
Andante uit de le Symphonie van Beet
hoven, beide voor orkest. Een orgelconcert
van Handel ging in gereduceerde bezet
ting, terwijl twee leden van het orkset zeer
te waardeeren prestaties gaven ln een Bo
lero van Popp voor fluit en piano en in de
bekende Romance in F gr. t. van Beethoven
voor vlooi en piano.
Enkele leden van de Declamatieclub,
welke onder leiding staat van dr. van Ham,
zorgden voor een gepaste afwisseling door
het voordragen van enkele gedichten, waar
van de keuze bepaald was door de Lijdens
weken en het a.s. Paasehfeest.
De groote aandacht, waanmede een en
ander gevolgd werd en het hartelijk applaus
na de verschillende nummers bewezen vol
doende, dat deze middag in den smaak ls
gevallen.
Aan het slot richtte de heer Brouwer nog
ren woord van hartelljken dank tot den
heer Blitz voor de eminente wijze, waarop
hij ook dit Jaar weer het schoolorkest ge
leld heeft en sprak namens de orkestleden
de hoop uit. dat ze hem het volgend jaar
zullen terugvinden voor de dirigenten-las-
senaar.
Als bestuurslid van een te Rotterdam
opgerichte Ned. Ver. voor Leekenspel is
benoemd mej. Ruth, directrice van het
Leidsche Volkshuis.
ik moet ronduit zeggen, dat m.i. de in
stelling nu reeds van die machinerie niet
perse een stuwkracht zou zijn in de goede
richting.
Sprekende over den eisch betreffende
herstel van de vrijheid en onafhankelijk
heid van Tsjecho-Slowakije, zeide Ply
mouth: „Het is volkomen duidelijk, dat
een dergelijk herstel alleen tot stand ge
bracht zou kunnen worden door wapen
geweld en noch de Britsche regeering, noch
de staten, waarmede zij overleg pleegt,
hebben eenig voornemen ln die richting.
Het doel der gedachtenwisseling van de
Britsche regeering is zuivel- defensief."
„De Britsche regeering is altijd bereid
geweest in volledige oprechtheid en met
allen goeden wil leder Internationaal pro
bleem te bespreken, dat om regeling roept.
Zij blijft er van overtuigd, dat er geen pro-
bleem is tusschen staten, dat niet zou kun
nen worden geregeld door vriendschappe
lijke, vreedzame besprekingen, wanneer er
goede wil bestaat.. Zij ls ecfiter niet bereid,
om te onderhandelen onder bedreiging met
geweld. Evenmin ziet zij eenige reden in
het oprichten van een organisme voor de
regeling van geschillen, zoolang de wereld
onder de bedreiging leeft van gewelddadig
optreden en nergens de wensch gehoord
wordt, gebruik te maken van een dergelijk
organisme.
De Britsche regeering houdt zich
thans niet bezig met theorie of met de
uitwerking van papieren plannen. Zij
is integendeel doende met de behande
ling van practische, concrete proble
men, die het onafhankelijke bestaan
raken van Europeesohe staten: pro
blemen, plotseling ontstaan door de
gebeurtenissen van de laatste paar
weken".
De motie-Davies werd teruggenomen.
Intusschen hebben een 34 conservatieve
Lagerhuis-leden, o.w. Eden. Duff Cooper.
Churchill. Amery en admiraal Keyes, een
motie ingediend, waarin zij wijzen op de
noodzakelijkheid, de onlangs door Halifax
uiteengezette buitenlandsche politiek
krachtig voort te zetten
en tot dit doel een nationale regeering
te vormen op dc breedst mogelijke
basis en uitgerust met volledige vol
machten ten aanzien van het men-
schelijk. financieel en industrieel po
tentieel van de natie, ten einde Groot-
Brittannië in zoo kort mogelijken tijd
een maximum aan militaire kracht te
schenken.
Door eera ander aantal aanhangers van
de regeering is het initiatief genomen voor
een amendement op deze motie, waarin
het volledige vertrouwen in de actie van
Chamberlain wordt uitgesproken.
De Italiaansche pers begint Frankrijk
tot spoed aan te manen.
Men verwondert zich er over. of veinst
verwondering, dat Frankrijk nog niet
heeft geantwoord op wat men noemt de
..toenadering tot Frankrijk", welke toe
nadering het karakter heeft van een
waarschuwing. Men geeft thans Frankrijk
den raad spoedig met Italië ln contact te
treden, aangezien dit land anders mis
schien een minder groote gematigdheid in
zijn eischen zou kunnen toonen.
De .Regime fascista" hoopt, dat Frank
rijk de noodzakelijkheid zal voelen toe te
geven aan de Italiaansche eischen, indien
men niet wil dat de eischen een punt van
verwijdering vormen
„La Stampa" schrijft, dat men met
Italië niet kan spotten en dat Frankrijk
den eersten stap moet doen. Voor het geval
dat Frankrijk zou weigeren te onderhan
delen en zou zeggen:
.Laten wij met de wapens een defini
tieve regeling tot stand brengen", schrijft
hetzelfde blad dat men ln dit geval rekent
op de kracht van de as Rome-Berlijn. Ver
der wijst het blad erop, dat de rede van
den Duce de bruggen tusschen beide lan
den niet heeft afgebroken.
Wellicht zal men hedenavond uit Dala-
dler's rede de Fransche zienswijze verne
men. Deze rede wordt om 8.05 Ned. Tijd
gehouden.
De Fransche pers is algemeen van oor
deel, dat Frankrijk niet kan onderhande
len over een „leeg dossier". De door Mus
solini naar voren gebrachte punten moe
ten langs diplomatieken weg besproken
worden.
De Kerillis sohrijft ln de „Epoque", dat
de democratieën ruim een half milliard
man kunnen stellen tegenover 120 mil-
lioen Duitschers en Italianen. Alles kan
nog gered worden.
De val van Madrid, die waarschijnlijk
spoedig zal worden gevolgd door de over
gave van Valencia en de rest van het z g-
republikeinsche Spanje men zie het 3e
Blad voor bijzonderheden vindt in
Duitschland en Italië natuurlijk een en
thousiasten weerklank In Italië wijst men
vol trots op het aandeel der Italianen bij
de overwinning van Franco.
Vanmorgen hebben de studenten te Rome
een vreugdebetooging gehouden voor de
Spaanrche ambassade. De gezant versch—n
op het balcon, bedankte de student-n en
zeide. dat het fascisme ln Spanje geze
gevierd heeft en er orde en beschaving ge
bracht heeft.
De Duitsche pers spreekt van: Madrid Is
het graf van het communisme geworden!
2—1