Het bezoek van president Lebrun aan Londen - Ongeluk bij sloopen van brug LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad De Sprong in het Leven 80sie Jaargang FEUILLETON BIJ HET SLOOPEN VAN DE i' OUDE DAIMBRUG TE UTRECHT brak de drijvende bok, welke het bovenstuk van de brug moest ophijschen, doormidden en stortte op een huis. Een vrouw werd gewond. DE ONTVANGST VAN DEN FRANSCHEN PRESIDENT EN MEVROUW LEBRUN op het Londensehe stadhuis. President Lebrun beantwoordt de welkomstrede van den Lord Mayor. N aast hem de Lord Mayor en mevr. Le brun. Rechts (v.l.n.r.) zitten de echtgenoote van den Lord Mayor, de Hertog en de Hertogin v. Kent, de aartsbisschop vCanterbury, en Neville Chamberlain. DE FRANSCHE MINISTER VAN BUITENLANDSCHE ZAKEN GEORGES BONNET en mevrouw Braconnier in den officieeien stoet op weg naar de Guildhall, waar president Lebrun ontvangen werd. DE GOUVERNEUR-G ENERAAL VAN NED. INDIK open de in de residentie Banjoemas op Java de zeer belangrijke Serajoe-bevloeiïngswerken. Het 500 meter lange slipkanaa! een onderdeel van deze werken. EEN WAARSCHUWIN G TIJDENS HET SPEL. Op de bin nenplaats van een jongensschool in Merthyr (Eng.) zijn ver- keersteekens aangebracht welke de jeugd laten zien waar zij op straat op letten moeten. DE OPENING VAN DE SERAJOE-BEVLOEIïNGSWERKEN door den Gouvernei.r-Generaal. De aankomst van den Landvoogd, eerbiedig ontvangen door een eerewacht. PRESIDENT LEBRUN EN ZIJN ECHTGENOOTE OP WEG NAAR HET ILONDENSCHE STADHUIS VOOR DE OFFICIEELE ONT VANGST. DE KOETS ONDERWEG IN FLEETSTREET. Oorspronkelijke Nederlandsche roman door FELICIA CORDEA. 46) ..Ja, ze vliegt. In één van die kleine toe stelletjes, weet U. Ze maken een drukte als een dolgeworden koffiemolen, maar ze gaan werkelijk de lucht ln. Ik heb er ook eens in gevlogen. Als passagier natuurlijk en waar achtig, wij kwaimen omhoog. Ja, zoo is het! En bovendien.... jaziet U, die waar schuwing moet ik U geven, omdat U toch weten moet, wat U op den hals haalt deze jonge dame is eenigszins eigenwijs. Als ze zich iets in het hoofd haalt, dan kan niennnd haar van haar voornemen afbren gen. Tenminste ik kan het niet. Misschien kunt U het!" „En weet je, waarom ik het geleerd heb? Om met jou van de eene stad naar de andere te vliegen, als je je contracten na komen moet." „Maar kindje, ik heb geen contracten meer na te komen. Mijn laatste contract is mijn huwelijkscontract en daarna gaan we in Engeland wonen. Ik heb toch een huis gekocht. Kijk eens, dit is het." Angela wierp een blik op de foto. „Ja, het is een heerlijk huis en ik zal heel gelukkig zijn, daarin te mogen wonen. Maar niet voordat ik je heb kunnen bewijzen, dat ik er wel degelijk trotsch op zal wezen de vrouw van een buikspreker te zijn. Die voldoening mag je me niet ontnemen, Reggie." „Maar lieveling, je vader en ik zijn het er over eens „Reggie! Ga je met, vader trouwen of met mij? Ik geloof toch. dat ik zelf ook nog een woordje mee te spreken heb." „Zie je wel, daar heb je het! Zei ik het niet! Daar begint het al," zei Furné triom fantelijk. Carrington schaterde. „Wat wil je dan, lieveling?" „Een jaar met jou als buikspreker door de wereld vagebondeeren. Ik heb je reeds bij onze eerste ontmoeting gezegd, hoe heerlijk ik dat zou vinden. En dan ga ik graag met jou in dat mooie huis wonen." „Geef het op, Carrington! Ze zet het toch door!" En zoo kwam het, dat Mr. Hamilton nog dienzelfden avond een telegrafische ver lenging van zijn contract met Lloyd voor den tijd van een jaar ontving. xxm. In de straten, rondom het Haagsche stadhuis was het druk. Zeker, het was niet de eerste keer. dat het daar druk was, maar zulk een drukte had men er sedert men- schenheugenis niet meegemaakt. Om half elf verscheen de politie. Tien minuten later zond een agent een S.O.S. naar No. 22 uit. „Inspecteur, we zullen versterking moe ten hebben. De drukte is verbazend. We krijgen den doorgang niet vrij." „Nu, ik zal jullie nog vier man sturen." „Kunt U er niet acht of tien man mis sen? Er zijn drommen volk op de been!" „Goed! Ik zend ze dadelijk weg." Bevredigd ging de man naar zijn plaats terug en deelde zijn collega het resultaat mede. Dit was een reus van een kerel, met oogen zoo blauw als Neerlands vriendelijk bruisende Noordzee. „Nou. dit lolletje hebben we aan de pers te danken! Ook een manier van doen om op het laatste nippertje zoo'n drukte over dit huwelijk te maken in de couranten." „Die Mr. Furné zal wel uit zijn huid ge sprongen zijn, toen hij dat krantenbericht lasl" „Daar trekt de pers zich niets van aan! Die denkt er niet aan zich zoo'n sensatie te laten ontglippen. De dochter van Mr. Furné en een buiksprekerWat zeg jij ervan?" „Wat een lummel!" Verbaasd keek zijn makker hem aan, maar zag toen ook de slagersjongen, die zich met zijn bakfiets voor voor het stad huis geplant had, alsof de geheele wereld hem toebehoorde. Nadat hij met een paar hartelijke en zeer welgemeende woorden weggejaagd was, werd het gesprek hervat. „Doorloopen. alsjeblieft!" bromde een agent, die zich afvroeg waarom ze bij bos jes tegelijk moesten trouwen. „Als die mannen wisten, wat hun boven het hoofd hangt, zouden ze wel eens een keer of wat bedenken, voordat ze zoo brani hierheen stappen." verkondigde een col lega van hem en hij dacht aan zijn dik- heupige ega. „Dat wandelt maar naar het stadhuis, alsof het huwelijk een lolletje was. Goeie morgen! ik wensch je de frischte!" „O, kijk, daar heb je ze!" Inderdaad! Daar waren ze! Twee bruid jes en een even groot aantal bruide goms. De bruidjes stralend en jong als de lentemorgen zelf. De bruidegommen grin- nekend over het heele gezicht, in flagrante tegenstelling met de sombere gedachten van den agent. ,Ach, wat mooi." „Wat een "knappe jongens!" „Als ze ze straks maar niet met elkaar verwisselen!" De blonde agent gaf het op. Geen mensch dacht er meer aan, door te loo- pen. Iedereen wilde de twee stralende bruidjes straks weer uit het stadhuis zien komen. Toen later, na de zeer drukke lunch ln het huis van Furné, de twee bruidjes zich in Angela's kamer terug getrokken hadden, om zich voor de huwelijksreis, die haar in twee verschillende windrichtingen zou voe ren, gereed te maken, slaakte Angela Car rington plotseling een gilletje: „Zeg Elf, weet je wat ik van al het heer lijks en prettigs van deze bruidsdagen wel het zaligst vind?" ..Howard 'natuurlijk!" „Mis en nog eens mis! Dat ik Risotta, deze onooglijke, vervelende draak nu ein delijk eens kwijtraak. Ik zal haar vermaken aan den tuinman voor kruiwagen." „Ans. je bent niet wijs! Werkelijk niet! Laat haar nu vast opzenden naar Enge land. laat haar zoolang opbergen en ge bruik haar later als „Als wat?" „Als kinderwagen, natuurlijk!" EINDE.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 5