Chamberlain vonnist Hitler's optreden ssiïrs- CUtwfoz LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 18 Maart 1939 Vierde Blad No. 24227 De Engelsche premier voelt zich bedrogen 80ste Jaargang Hoe kan er nog vertrouwen zijn in Duitsche verklaringen GEMENGD NIEUWS Vrachtauto door trein vermorzeld M KARSOTE LAND- EN TUINBOUW Bestrijding van mond- en klauwzeer Minister-president Chamberlain heeft gisteravond te Birmingham zijn met spanning tegemoet geziene redevoering gehouden, waarin hij de Duitsche overweldiging van Tsjecho-Slowakije fel laakte en verklaarde dat hoewel hij zijn land niet door nieuwe vage toe zeggingen wilde binden, er geen groo- tere fout kon worden gemaakt dan dat men zou veronderstellen dat Engeland niet zijn uiterste krachten zou in spannen om weerstand te bieden aan iedere uitdaging welke ooit zou wor den gedaan en dat hij, naar zijn mec- ning, daarbij den steun en de sympa thie had van zijn eigen landgenooten niet alleen, maar van de geheele Brit- sche imperium en van alle andere naties, die den vrede hoog schatten, doch de vrijheid nog hooger. Chamberlain begon, tot groote hilariteit van zijn auditorium, dat hem met een langdurig en bijzonder hartelijk apiplaus begroette, zijn redevoering met enkele geestige opmerkingen naar aanleiding van het feit, dat hij heden zeventig Jaar wordt, terwijl hij tegelijkertijd den wensch uit sprak, nog eenige jaren in dezelfde goede gezondheid te mogen leven, om den staat naar beste vermogen te dienen, wanneer dat gewenscht mocht zijn. Vervolgens ging hij inmiddellijk over tot het eigenlijke onderwerp van zijn rede. namelijk „de geweldige gebeurtenissen, die deze week in Europa hebben plaats gegre pen". „Een ding is zeker, aldus Chamber- Iain: de openbare meening in de wereld heeft een zwaarder schok ge kregen dan haar ooit was toegebracht, zelfs door het huidige regime in Duitschland. Wat de gevolgen kunnen zijn van deze diepe beroering der gemoederen der menschen, kan nog niet worden voor speld, maar ik ben er zeker van, dat zij verstrekkend moeten zijn in hun resultaten voor de toekomst". „Er vonden, zoo ging Chamberlain dan voort, debatten plaats in het Lagerhuis op den dag, waarop de Duitschers Tsjecho- Sknvakije binnentrokken en wij allen, in het bijzonder de regeering, waren ten achter bij de feiten, omdat de berichten, waarover wij beschikten, slechts van ge deeltelijken aard waren, terwijl vele ervan niet officieel waren. Noodzakelijkerwijze vloeide daaruit voort, dat ik, sprekende namens de regeering, met alle verantwoordelijkheid, die aan die positie verbonden is, verplicht was, mij te beperken tot een al te gereserveerde, voorzichtige uiteenzetting en dat die eenigszins koele verklaring, tot misver stand aanleiding heeft gegeven en som mige lieden heeft doen denken, dat, omdat ik rustig sprak en weinig uitdrukking gaf aan mijn gevoel, mijn medeministers en ik geen sterke gevoelens hadden in deze Ik hoop die onjuistheid nu weg te ne men. Maar voordien wil ik iets zeggen over de redeneering, die uit deze gebeurtenissen zich ontwikkeld heeft. Het denkbeeld is uitgesproken, dat de be zetting van Tsjecho-Slowakije het recht- streeksche gevolg is geweest van de bezoe ken, die ik den vorigen herfst aan Duitsch land heb gebracht en dat, aangezien het re sultaat der recente gebeurtenissen geweest is een verscheuren van de regeling, die te München tot stand was gebracht, hierdoor bewezen is, dat deze bezoeken geheel ver keerd waren. Gezegd is verder, dat, aangezien dit een persoonlijke politiek van den eersten mi nister was, de blaam voor het lot van Tsjecho-Slowakije op zijn schouders moet rusten. Dat is een volkomen onverdedig bare conclusie. Ik ben den vorigen herfst naar Duitschland gegaan op de eerste en belangrijkste plaats, omdat dat mij, in wat een bijna wanhopige toestand leek te zijn. toescheen, de eenige kans te bieden tot het afwenden van een Europeeschen oorlog. Ik mag u er aan herinneren, dat, toen de eerste aankondiging kwam, dat ik naar Duitschland ging. geen stem opging, om critiek uit te oefenen. Iedereen juichte die poging toe, doch eerst later, toen bleek, dat de resultaten der uiteindelijke regeling minder waren dan de verwachtingen van sommigen, die de feiten niet volledig op hun waarde schatten, begon de aanval en zelfs toen werd nog geen afkeuring uitge sproken over het bezoek, maar over de ter men der regeling. Ik heb nooit ontkend, dat de voorwaar den. die ik in staat was te München te ver krijgen. niet zoo waren als ik zelf gewenscht zon hebben, maar, gelijk ik toen uiteen- Z"tte, had ik niet met een nieuw probleem te doen. Het ging hier om iets, dat steeds b' tam had sedert het verdrag van Ver sailles, een probleem, dat lang geleden had behooren te worden opgelost, wanneer slechts de staatslieden der laatste 20 jaar een breeder en meer verlicht inzicht hadden g»had in hun plichten. Het was geworden als een lang verwaarloosde ziekte, en een chirurgische opreratie was noodig. om het leven van den patiënt te redden. Tenslotte verd het eerste en meest rechtstreeksche joel van het bezoek bereikt: de vrede in Europa werd gered en zonder deze bezoekeji zouden thans honderdduizenden gezinnen rouw dragen voor het bloed der Europee- sche mannen Werkelijk, ik behoef mijn bezoeken aan Duitschland van den vorigen herfst niet te verdedigen, want wat was het alternatief? Chamberlain. Niets, wat wij, wat Frankrijk, of wat Rus land zouden hebben kunnen doen, zou bij mogelijkheid Tsjecho-Slowakije hebben kunnen redden van een invasie en van ver nietiging en, zelfs wanneer wij ten oorlog waren getrokken en tenslotte de zege be vochten hadden, zouden wij nooit Tsjecho- Slowakije weer hebben kunnen vormen, zooals het door het verdrag van Versailles was gesticht. Ik had nog een tweede doel, toen ik naar München ging, namelijk de politiek te be vorderen, die ik steeds gevoerd heb van het oogenblik af, waarop ik mijn tegenwoordige positie bekleed, de politiek, die soms ge noemd wordt een „Europeesche bevrediging" ofschoon ik zelf niet meen, dat dit een zeer gelukkige term is. of een woord, dat nauw keurig de bedoeling omschrijft. Wilde die politiek slagen, dan was het van essentieel belang, dat geen mogendheid er naar zou streven de algemeene overheer- sching te verkrijgen van Europa, maar dat een ieder zich ermede tevreden zou stellen, redelijke faciliteiten te verkrijgen voor de ontwikkeling van zijn eigen hulpbronnen, zijn eigen aandeel te verzekeren in den in ternationalen handel en de levensvoorwaar den van zijn eigen volk te verbeteren. En ik had den indruk, dat, ofschoon die ont moeting wel een botsing zou kunnen be- teekenen van de belangen tusschen de ver schillende staten, het niettemin door toe passing van onderlingen goeden wil, van begrip voor wat de grenzen waren van de begeerten van anderen mogelijk moest zijn, alle verschillen tot een oplossing te bren gen door besprekingen en zonder conflict. Toen ik naar München ging, hoopte ik door persoonlijk contact er achter te komen, wat Hitier voor den geest stond en of het waarschijnlijk was, dat hij tot samenwer king bereid zou zijn. De sfeer, waarin onze besprekingen ge voerd werden, was niet zeer gunstig, omdat wij midden in een acute crisis zaten. Desalniettemin had ik toch in de tus- schenpoozen tusschen de officieele bespre kingen eenige gelegenheden, om met hem te spreken en zijn opvattingen te vernemen en ik dacht, dat de resultaten niet geheel onbevredigd waren. Toen ik terugkeerde na mijn tweede bezoek, deelde ik het Lagerhuis de be sprekingen mede. die ik met Hitler bad gevoerd, waarover ik zeide. dat hij. met grooten ernst sprekende, herhaald had, wat hij reeds te Berchtesgaden gezegd had. namelijk dat dit de laat ste territoriale ambitie van hem in Europa was en dat hij niet den wensch had. om in het Duitsche rijk menschen op te nemen van andere rassen dan de Duitschers. En Hitier zelf bevestigde dit verslag van het gesprek in een rede voering in 't Sportpalast te Berlijn, toen, hij zeide: „Dit is de laatste territoriale eisch, dien ik in Europa heb te stellen." En even later zeide hij in dezelfde rede voering: „Ik verzekerde Chamberlain, en ik leg daar thans den nadruk op. dat, wanneer dit probleem is opgelost, Duitschland geen territoriale proble men meer heeft." Hitier voegde daaraan toe: „Ik zal niet meer geïnteresseerd zijn in den Tsjecho-Slowaakschen staat en ik kan garandceren, dat wij geen Tsjechen willen hebben." Vervolgens staat in de overeenkomst van Miinchen zelve, die de handteeke- ning draagt van Hitier. deze clausule: .De definitieve vaststelling der grenzen al Uitgevoerd worden door een inter nationale commissie." Tenslotte zeiden wij in de verklaring, die hij en ik tezamen onderteekeqden in München, dat iedere andere kwestie, die onze beide landen zou kunnen be treffen. behandeld zou worden door de methode van overleg. Met het oog op deze herhaalde verzeke ringen, die mij vrijwillig gegeven waren, achtte ik mij gerechtvaardigd, daarop de hoop te grondvesten, dat, wanneer eenmaal deze Tsjecho-Slowaaksche kwestie geregeld was, het mogelijk zou zijn, de politiek van bevrediging, die ik beschreven heb, verder te voeren. Desondanks echter was ik tegelijkertijd niet bereid, onze voorzorgsmaatregelen te laten verslappen, vóór ik er zeker van was. dat die politiek gevestigd was en aanvaard door anderen, en daarom werd na München ons defensieprogram inderdaad versneld (Toejuichingen). En het werd zoo ver uitgebreid, dat ver betering werd gebracht in zekere zwakheden die aan het licht waren getreden tijdens de crisis. Ik ben overtuigd, dat na München de groote meerderheid van het Britsche volk mijn hoop deelde en vurig wenschte, dat die politiek voortgezet zou worden. Vandaag echter deel ik haar teleur stelling en haar verontwaardiging, dat die hoop zoo moedwillig de bodem is ingeslagen. Hoe kunnen de gebeur tenissen, die deze week geschied zijn, in overeenstemming worden gebracht met die verzekeringen, welke ik heb voorgelezen? Als mede-onderteekenaar van de over eenkomst van München, had ik stellig het recht, wanneer Hitler van mee ning was, dat zij ongedaan gemaakt moest worden, op dat overleg, waar voor een bepaling is opgenomen in de Münchensche verklaring. In plaats daarvan heeft hij het recht in zijn eigen handen genomen. Nog vóór de Tsjechische president ge plaatst werd tegenover de eischen. waartegen hij niet bij machte was tegenstand te bieden, waren de Duit sche troepen in beweging gebracht. Volgens de gisteren te Praag uitgegeven proclamatie zijn Bohemen en Moravië in gelijfd in het Duitsche rijk. De niet- Dultsohe inwoners, die natuurlijk de Tsje chen omvatten, worden geplaatst onder een Duitschen protector in een Duitsch protectoraat. Zij worden onderworpen aan de politieke, de militaire, de economische behoeften van het Duitsche rijk. Men noemt hen een zelfbesturenden staat, maar Duitsohland belast zich met hun buitenlandsche politiek, hun douane rechten en accijnzen, hun bankmiddelen en met de uitrusting van de ontwapende Tsjechische strijdkrachten. Wat wellicht het meest onheilspellen de is, wij hooren weer van het ver schijnen van de Gestapo, gevolgd door het gebruikelijke verhaal van massa- arrestaties van op den voorgrond tre dende personen met gevolgen, die ons allen bekend zijn. Iedere man en vrouw in dit land. die zich het lot der Joden en politieke gevan genen in Oostenrijk herinnert, moet ver vuld zijn van een droevig voorgevoel. Wie zou zijn hart niet in sympathie voelen uit gaan naar dat trotsche. dappere volk. dat zoo plotseling is onderworpen aan deze bezoekingen, welks vrijheden worden ge kortwiekt en welks nationale onafhanke lijkheid verdwenen is. Wat is er geworden van de verzekerin gen: „Wij willen geen Tsjechen in het rijk?" Wat is hier voor rekening gehouden met dat beginsel van zelfbeschikking, hetwelk Hitier zoo heftig met mij beredeneerde in Berchtesgaden. toen hij mij vroeg om af scheiding van het Sudetenland van Tsje cho-Slowakije en de inlijving daarvan in het Duitsche rijk? Ik weet, dat ons verteld wordt, dat deze gebledsverovering noodig is geworden door ordeverstoringen in Tsjecho-Slowakije. Er wordt ons gezegd, dat de afkondiging van dit nieuwe Duitsche protectoraat, tegen den wil der inwoners in. onvermijdelijk is geworden door de wanordelijkheden, die den vrede en de veiligheid van hun mach tigen nabuur bedreigen Wanneer er wanordelijkheden waren, dan zijn die van buitenaf aangestookt. Kan iemand, buiten Duitschland, de ge dachte ernstig nemen, dat zij een gevaar konden vormen voor dat groote land en dat zij eenigerlei rechtvaardiging konden geven aan hetgeen gebeurd is? Komt de vraag niet onvermijdelijk in onzen geest op: Als het zoo gemakkelijk is. om goede redenen te vinden voor het negeeren van zoo plechtig en herhaaldelijk ge geven verzekeringen, welk vertrouwen kunnen wij dan stellen in eenigerlei andere verzekeringen van denzelfden kant? (Luide toejuichingen). Er is nog een andere reeks vragen, die niet minder onvermijdelijk in ons moet opkomen en in anderen, misschien zelfs in Duitschland Onder het huidige regime heeft Duitschland een reeks onaangename verrassingen aan de wereld bereid: het Rijnland, de „Ansluss" van Oostenrijk, de afscheiding van het Sudetenland. al deze gebeurtenissen vormden schokken voor de openbare meening tn de geheele wereld. Maar toch. hoezeer wij daarbij ook af zien van de methoden, die in elk van deze gevallen gebruikt zijn, viel er iets voor te zeggen, hetzij op grond van rasverwant schappen of van rechtvaardige eischen, waaraan te lang weerstand was geboden. De gebeurtenissen echter, die deze week o Onflcód®11'! voorkom! voel 0,o9"l 1239 (Ingez. Med.) zijn voorgevallen, schijnen, door hun vol ledig over het hoofd zien van de beginse len, die door de Duitsche regeering zelf waren vastgelegd, onder een andere cate gorie te vallen en moeten ons allen ons doen afvragen: „Is dit het einde van een oud avon tuur of het begin van een nieuw? Is dat de laatste aanval op een klei nen staat, of moet die gevolgd worden door andere? Is dit inderdaad een stap in de rich ting van een poging tot overheer- sching van de wereld door geweld? (langdurig applaus). Dit zijn ernstige, zwaar wegende vra gen. Er zal vanavond door mij geen ant woord op worden gegeven, maar ik ben er zeker van. dat zij ernstige overweging zullen eischen niet alleen van de naburen van Duitschland, maar van anderen, mis schien zelfs buiten de grenzen van Europa. Er zijn reeds aanwijzingen, dat het pro ces is begonnen en het ligt voor de hand, dat het waarschijnlijk ls, dat dit proces thans versneld zal worden. Wij zelf zullen ons natuurlijk het eerst wenden tot onze deelgenooten in het Britsche gemeenebest van volkeren en tot Frankrijk, waarmede wij zoo nauw verbonden zijn en ik twijfel er niet aan, dat ook anderen, die weten, dat wij niet gedesinteresseerd zijn, in Zuid-Oost-Europa den wensch zullen hebben, onzen raad en ons advies in te winnen. In Groot-Brittannië moeten wij allen den toestand opnieuw onder de oogen zien met dat gevoel van ver antwoordelijkheid, dat zijn ernst eischt. Niets moet hierbij uitgesloten worden, wat van belang is voor de nationale veiligheid. Elk aspect van ons nationale leven moet van dat gezichtspunt uit bezien worden. De regeering moet, zooals steeds, de voor naamste verantwoordelijkheid dragen en ik weet. dat ieder individu zijn eigen stand punt wenscht te herzien en opnieuw over wegen of hij alles gedaan heeft wat hij kon. om zijn diensten aan den staat aan te bieden. Ik geloof niet, dat er iemand is, die mijn ernst in twijfel wil trekken, als ik zeg, dat er bijna niets is, dat ik niet voor den vrede zou offeren, maar er is één ding dat ik moet uitzonderen en dat is de vrijheid, welke wij honderden jaren hebben genoten en welke wij nooit zullen opgeven. (Langdurige toe juichingen). Dat juist ik mij geroepen moet voelen, vandaag zoo'n verklaring af te leggen, geeft de maat aan van den omvang waarin deze gebeurtenissen het vertrouwen vernield hebben, dat het hoofd begon op te steken en dat, wanneer men het toegestaan had te groeien, dit jaar tot een heugelijk jaar zou hebben gemaakt wegens den terugkeer van geheel Europa tot het gezonde verstand en de stabiliteit. Nog slechts zes weken geleden maakte ik hier een toespeling op geruchten en ver denkingen, wélke, naar ik zeide. uit den weg moesten worden geruimd Ik wees er op dat iedere poging tot overheersching der wereld door geweld een poging was. waar tegen de democratieën tegenstand moesten bieden, maar ik voegde er aan toe, dat ik niet kon gelooven. dat een dergelijke uit daging in de bedoeling lag aangezien geen regeering, die de belangen van haar volk ter harte gingen, het voor zoo'n eisch kon bloot stellen aan de verschrikkingen van den modernen oorlog. Inderdaad, daar de lessen der ge schiedenis door een ieder gelezen kun nen worden, leek het ongeloofelijk, dat wij zoo'n uitdaging te zien zouden krij gen, maar ik gevoel mij gedwongen te herhalen, dat, hoewel ik niet bereid ben, dit land te binden door nieuwe, niet nader aangegeven verplichtingen, welke van kracht zouden zijn onder omstandigheden, die thans niet voor zien kunnen worden, toch geen grooter fout gemaakt zou kunnen worden, dan de veronderstelling, dat Groot-Brit tannië, omdat het gelooft, dat de oor log iets zinneloos en wreeds is, zoo zeer zijn ruggegraat verloren heeft, dat het niet tot het uiterste van zijn kracht zal deelnemen aan het weerstand bie den aan zoo'n uitdaging, wanneer die ooit gedaan zou worden". Zijn rede besluitende zeide Chamberlain: ..Ik ben er- van overtuigd, dat ik voor deze verklaring den steun, de sympathie en het vertrouwen van de mannen en vrouwen in mijn eigen land heb. maar dat ik óók de goedkeuring zal oogsten van het geheele Britsche rijk en van alle naties, die waarlijk den vrede op prijs stellen maar die de vrijheid op nog hooger waarde schatten (lulde toejuichingen). Het gehoor van Chamberlain dat bestond uit leden van een conservatie.e vereeni- ging. heeft met algemeene stemmen een resolutie aangenomen, waarin .onverzwakt vertrouwen wordt uitgesproken in Cham berlain's politiek". Op onbewaakten overweg bij Beilen. TWEE INZITTENDEN GEDOOD. Gistermiddag om half zes is te Wijs ter, gemeente Beilen, op den onbe waakten overweg van de spoorlijn Mep- pelGroningen een ledige vrachtauto, welke in de omgeving zand had ge lost, door een trein, welke op weg was van Meppel naar Groningen gegrepen. De beide inzittenden werden op slag gedood, terwijl de auto geheel werd vernield. Het uitzicht bij den overweg wordt be lemmerd door het voormalige stationnetje. Noch de trein, noch de auto had een groote snelheid. Niettemin had met een geweldi gen klap de botsing plaats en waren de ge volgen ontzettend. Stukken van de vracht auto en totaal versplinterde planken lagen over een afstand van honderd meter aan weerszijden van de spoorbaan verspreid. De chauffeur in een stuk van de cabine vond men op het rechterperron van het station netje. een as met twee wielen lag enkele meters verder aan den linkerkantop zestig meter van den overweg trof men tusschen de sporen het lijk van het tweede slachtoffer. Van de auto werd de rest nog 150 meter meegesleurd. DOODELIJKE VAL. Gisteravond, omstreeks halfzeven, is de 54-jarige mevrouw C. AlthusiusVan Eyk, wonende Boompjes 113 te Rotterdam, in haar woning van de trap gevallen, waarbij zij haar schedel verbrijzelde. ZIJ was op slag dood. SCHIPPERSKNECHT VERONGELUKT. Gistermiddag om halfvijf was men te Heemstede aan de haven voor de firma Roest, veevoederhandelaar aldaar, aan het graan lossen uit het motorschip „on derneming 4", schipper J. Kreuk, van den vraohtbootdienst HillegomRotterdam. Tijdens de werkzaamheden kwam de 34- jarige schippersknecht J. M. uit Gouda, die een handlier bediende op het door sneeuw glad geworden ijzeren dek te vallen, waar bij hij met het hoofd in aanraking kwam met een ijzer voorwerp. Vermoedelijk heeft hij hierbij een nekwervel gebroken, met het gevolg, dat de dood onmiddellijk in trad Het slachtoffer laat een vrouw en twee kinderen achter. BUITENLANDSCH GEMENGD. EEN TREIN IN MEXICO ONTSPOORD. Op 10 KJM. afstand van Lagos in Mexico is een trein, welke van Ciudad Juarez kwam. ontspoord. Naar verluidt moeten vele reizigers zijn gedood of zwaar gewond. 1242 Zware verkoudheid onmiddellijk verlicht door in- haleeren van de bacteriën- doodende Karsote-dampen. F 0.70 en F 1.— per flacon.] (Ingez. Med.) Op de vragen van den heer Weitkamp betreffende den prijs van het reconvales centen serum tegen het mond- en kauw- zeer, waarvan de eerste luidde: Is het juist, dat sedert December 1937 door het serum-instituut in België zijn af geleverd 35.000 liter reconvalescenten serum als voorbehoedmiddel tegen mond en klauwzeer? Heeft de minister van Economische Za ken geantwoord, dat het hem niet bekend is, hoeveel reconvalescenten-serum in Belgiëë als voorbehoedmiddel tegen mond en klauwzeer is afgeleverd. Voorts zegt de minister, dat hem evenmin bekend is, hoe groot in België de kosten zijn, aan de aflevering daarvan verbonden. Wèl is hem. uit de van officieele Belgi sche zijde verstrekte gegevens, bekend, dat de kosten, welke de Belgische veehouder aan den behandelenden veearts betaalt voor reconvalescenten-serum tegen mond en klauwzeer, gemiddeld per volwassen rund 30 francs bedragen, hetgeen de gemiddelde serumdosis per volwassen rund op 200 c.c. stellende overeenkomt met een liter^prijs van 5-maal 30 francs, is 150 francs of ongeveer f. 9.50. De minister kan niet toezeggen, dat hij bevorderen zal, dat de prijs van het re convalescenten-serum tegen mond- en klauwzeer aanzienlijk wordt verminderd. In tusschen is hij bereid, de mogelijkheid eener bijzondere organisatie der serum winning in overweging te nemen en of zulks prijsverlaging van het serum tenge volge zou kunnen hebben. TULPENUITVOER NAAR AMERIKA. Momenteel worden geregeld uit het West- kmd tulpen naar de Vereenigde Staten gezonden. Deze exportverruiming biedt voor de Nederlandsche bloementeelt vele mogelijkheden. De Westlandsche tulpen worden in een vrij groot kwantum per HollandAmerika Lijn naar de VS. ver zonden en maken de reis in speciale con tainers. De bloemenexporteurs hebben de toe zegging gekregen, dat de bloemen slechts twee uur voor het vertrek der boot aan wezig behoeven te zijn, terwijl de tulpen bij aankomst in Amerika het eerst gelost zullen worden. Hierdoor wordt verkregen, jdat de bloemen zoo kort mogelijk ingeoakt blijven. Bij reeds eerder verzonden Droef- zendingen waren de bloemen meestal bij aankomst nog in uitstekenden staat. Vooral de sterkere soorten tulpen, als de Bartigon, worden voor dezen uitvoer ge bruikt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 13