Jaarbeurs te Utrecht - Het a.s. bezoek Van president Lebrun aan Londen
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
De Sprong in het
Leven
80ste Jaargang
FEUILLETON
DE BLAUWBRUG OVER DEN AMSTEL IN DE HOOFDSTAD, WELKE GERESTAUREERD
WORDT, IS- VOOR DE HBLFT GEREED GEKOMEN. MEN HEEFT THANS HET TWEEDE
GEDEELTE ONDER HANDEN GENOMEN.
DE SCHALKWIJKSCHE WETERING,
die doorsneden wordt door het nieuwe AmsterdamRijnkanaal, bij
Vreeswijk, zal onder dit kanaal doorgeleid worden door een duiker
van 100 meter lengte, bestaande uit drie buizen van 1.50 meter
doorsnee. Het plaatsen van den
grooten duiker.
VERSIERING VAN LONDEN in verband met het
a.s. bezoek van president Lebrun. Op den achtergrond
de Big Ben.
GRATIS SCHEREN OP DE JAARBEURS TE UTRECHT. De
stand van electrische sche erapparaten stelt de bezoekers in de ge
legenheid een proef te nemen. Liefhebbers zijn er genoeg!
HET DEENSCHE KROONPRINSELIJKE PAAR
vertrok Maandag uit Londen naar Amerika. Voor het vertrek
van Waterloo-station.
MILITAIREN TE NAARDEN OEFENEN BEHALVE IN HET
GEWOON ZWEMMEN OOK IN HET GEKLEED ZWEMMEN.
EEN GROEP SPRINGT GEKLEED TE WATER.
DE ENGELBRECHT VAN NASSAU-KAZERNE TE ROOSENDAAL it
in gebruik genomen. Mevrouw van Aelst, echtgenoote van luit.-kolonel F.
van Aelst, commandant van het derde regiment infanterie, ontsluit het
groote hek.
Oorspronkelijke Nederlandsche roman
door
FELICIA CORDEA.
39)
Van het mooie Hollandsche meisje, dat
nij het eerste exemplaar van zijn boek ge-
tonden had, had hij taal noch teeken ont
ogen. En hij had er zoo vast op gere
gend.
Maar de dagen verstreken en Carrington
begon in te zien, dat hij niet veel hoop
neer had.
Nog twee voorstellingen in het „Alham-
Ba" en Reginald Lloyd de buikspreker zou
tot het verleden behooren.
Daarna kon Howard Carrington een
hieuw leven en een nieuw werk beginnen.
Nog een avond, dacht hij den volgenden
dag, toen hij in de kleedkamer zijn gezicht
Bet vaseline reinigde.
..Hier is een brief voor U, Mister Lloyd,
die U olijkbaar door heel Amerika gevolgd
ie. naar de vele adresveranderingen te
oordeelen, die erop staan."
Carrington stak zijn hand naar den brief
"it. Het was waarachtig een wonder, dat
deze brief hem nog bereikt had. Van het
oorspronkelijke adres was niets meer te
onderscheiden.
Maar waar kon de brief vandaan komen?
Dat was toch geen Amerikaansche post
zegel!
Carrington nam zijn monocle te hulp.
Een Hollandsche postzegel!
Een brief uit den Haag!
Het couvert vloog in stukken.
Een brief van Angela! Zes volle blad
zijden!
„Missis Beadle, kijk hier eens naar! Een
brief van haar! En wat een lange brief.
Wat denk je, dat ze me schrijft?"
Missis Beadle, in haar hoekje, meesmuil
de. Wat ter wereld ging haar dat aan?
Bovendien. wat een vraag! Wat kan
een meisje op zes bladzijden schrijven, wat
ze niet even goed in drie woorden had kun
nen zeggen!? Die mannen, die mannen!
Carrington las den brief reeds voor den
derden keer, toen Hamilton ongeduldig
klopte.
„Bent U nog altijd niet klaar, Mr.
Lloyd?"
„Neen. wacht nog even! Of nog beter
ga vooruit naar het hotel en bestel een
souper, maar het allerbeste, dat U krijgen
kunt. En laat een paar flesschen van de
weduwe op het ijs zetten."
„Is er iets bijzonders gebeurd?"
„Ik wil U vanavond tracteeren, maar zoo,
als U nog nooit tevoren getracteerd werd.
Want U moet mij een dienst bewijzen."
„Wat voor een dienst?"
„U moet met den manager van het Al-
hamtra spreken en van hem gedaan zien
te krijgen, dat hij mij morgen niet na,
maar voor de pauze laat optreden. Ik moet
dadelijk daarna vertrekken. Bovendien zou
ik graag willen, dat U voor morgenavond
een plaats voor mij bespreekt op een boot
naar Holland."
„U gaat toch niet naar Holland om zon-
der mij een nieuw contract te sluiten?"
„Mister Hamilton, nu ziet U, hoe men
zich soms in een mensch vergissen kan.
Want dat is nu juist datgene, wat ik van
plan ben te doeni"
XXL
Nog was de dreunende slag van de
groote, antieke klok in de hal van Furné's
woning niet verklonken, of Verschuur's
auto stond reeds voor de deur stil.
Hij was met vrij veel vaart voorgereden
en hij remde op een manier, die beter bij
Angela Furné gepast zou hebben, dan bij
een bezadigd, zij het dan ook door een In
nerlijke onrust gekwelden ingenieur.
Hij sprong uit zijn wagen en belde op
een wijze, die het geheele huis op stelten
zette.
In de chambrée was het geluid van dit
bellen de oorzaak van een nieuwsgierig
uit het raam kijken van het mannelijke
deel van het personeel en van een totaal
verkeerd woord in een uiterst belangrijken
brief bij Elvi, die, na zich nog voor alle
zekerheid ervan te hebben overtuigd, dat
dit bellen veroorzaakt was door den eige
naar van de bewuste auto, ineengedoken
en diep blozend voor haar schrijfmachine
bleef zitten.
Dit bellen had verder op zijn geweten,
dat boven in het heiligdom van den grooten
Furné zelf. deze zich aan een geluidlooze
vroolijkheidsuitspatting schuldig maakte,
die zijn massale gestalte deed schudden
en die hem noodzaakte zijn oogen af te
wisschen.
Toen Verschuur door Appie, die op dit
onstuimige bellen kwam aanhollen, bin
nengelaten was, liep hij hem voorbij met
een haastig:
„Mr. Fumé verwacht me. Blijf jij maar
beneden
Appie trok zich, in zijn eer getast, in de
chambrée terug.
„Hét die meneer een haast om van zijn
vrouw af te komen. Hij hèt me waarachtig
bijna onder den voet te pletter geloopen."
„Nog jammer dat het niet gebeurd is,"
meende de boekhouder uit den grond van
zijn hart, „en als jij niet terstond je mond
houdt, zet ik je in een hoek. Als wij jou
niet een beetje opvoeden, groei je op voor
galg en rad en dat zou nog jammer zijn
van deze twee nuttige voorwerpen."
Terwijl in de chambrée deze paedagogi-
sche discussie plaats vond, had Verschuur
den afstand tusschen hemzelf en de oplos
sing van zijn particulier raadsel met drie
treden tegelijk overwonnen.
Toen hij Furné bereikte, was er bij dezen
geen spoor meer over van zijn kortstondige,
onadvocatorische emoties Furné had het
tijd gehad om heel advocatorisch een bij
de gelegenheid passend, schijnheilig gezicht
te zetten.
„Goegoedenmlddag. Furné!"
„Goedenmiddag Verschuur! Het komt me
voor. dat je buiten adem bent. Ga zitten, ga
zitten! Hier. steek een sigaar op en waar
deer haar. Ze komt regelrecht uit Havanna.
Misschien kalmeer je er van."
Verschuur wierp Furné een blik toe en
poogde tusschen de vlam van zijn aanste
ker en den eersten rook van de Havanna
door de uitdrukking op diens gezicht te
ontcijferen.
„Was het noodig, dat je me tot dit uur
moest laten wachten, voordat je me ten
minste een klein houvast gaf, Furné?"
„Neen! Neen! Dat is niet waar. Eén hou
vast heb ik je in ieder geval gegeven."
„Zoo! Welk?"
„Ik heb je toch gezegd, dat je doorzicht,
oordeels- en onderscheidingsvermogen
„O ja, als ik met niet vergis, heb je me
door de telefoon een ezel genoemd. Buiten
gewoon vriendelijk van je, overigens Zeg
je zulke dingen tegen al je cliënten?"
„Neen", lachte Furné, „dat zeg ik alleen
tegen de heerschappen, die daarvoor in
aanmerking komen. Bovendien kan ik je
tot je geruststelling mededeelen, dat ik
dadelijk daarna een even tastbaar als over
tuigend bewijs ontvangen heb, dat ik in
mijn meening over jou niet alleen sta."
Furné glunderde bij de herinnering aan
Elvi's hartstochtelijke gemoedsontlading
na het gedenkwaardige telefoongesprek.
„Hoe zit dat nu weer in elkaar?"
„Daarover, waarde vriend, zul je te ge
legener tijd wel de noodige inlichtingen
ontvangen."
„Nu Fumé, ik kan je zeggen, met jou is
het buitengewoon prettig samenwerken."
„Maar om nu op je vraag terug te komen,
waarom ik je door de telefoon niets wilde
mededeelen? Kerel, dat was bij jouw opge
wonden stemming, onmogelijk. A propos
waarom was je zoo opgewonden?"
„Me dunkt als jij bezoek van je vrouw
ontvangt
„Maar mensch, dan ben ik niet opgewon
den meer! Maar wat zeg je? Je hebt be
zoek van je vrouw ontvangen? En? Wat
wilde ze?"
.(Nadruk verboden)., (Wordt vervolgd).