Bezoek Deensche zwemsters - Minister Steenberghe op de Leipziger Messe SOiie Jaargang LEfDSCH DAGBLAD Tweede Blad De Sprong in het Leven 'Mmt FEUILLETON HET S.S. „NIJKERK" LIEP VOOR WALSOORDEN, doordat het voor een ander schip uitweek om een aanvaring te voorkomen, uit het roer en kwam op een zandplaat vast te zitten. Sleepbooten hebben het schip weer vlot getrokken. TE POORTERSHAVEN liggen langs den oever van den Nieuwen Waterweg de overblijfselen van het gezonken Grieksche s.s. „Chryssi", dat in opdracht van den Rijkswaterstaat is verwijderd. SIR NEVILLE BLAND, Engelsche gezant in Nederland, maakte met zijn dochter een frissche wandeling langs het strand te Scheveningen. DE UIT ONGEVEER 1300 DATEERENDE NED. HERVORMDE KERK TE SCHERPENZEEL, welke in zeer bouwvalligen staat verkeert, zal ge» heel gerestaureerd worden. Een foto van een gedeelte van het gebouw, waaraan men al druk bezig is. DE NOORSCHE KONINKLIJKE FAMILIE WOONDE DE JAARLUKSCHE SKI-WEDSTRIJDEN TE HOLMENKOLLEN NABIJ OSLO BIJ. Van rechts naar links ziet men: kroonprins Olaf, kroon prinses Martha, de beide prinsesjes, Ragnhild en Astrid en daarachter koning Haakon. MINISTER STEENBERGHE IN DUITSCH- LAND. De minister (links) bij zijn bezoek aan de Lëlpziger Mésse. Rechts van hem de Nederlandsche gezant in Berlijn. DE VERMAARDE DEENSCHE ZWEMSTERS Inge Sörensen (links) en Ragnhild Hveger (rechts) bij aankomst aan het Cen traal Station te Amsterdam. In het midden mevr. Brumsma, eere lid der jubileerende Amsterdamsche Dames Zwemclub. Oorspronkelijke Nederlandsche roman door FELICIA CORDEA. 35) Reginald Lloyd.... Howard Carrlngtoni Angela wlschte haar oogen af, maar de 'etters wilden niet duidelijker worden. Zou 25 nu maar niet even eerlijk uithuilen. Even haar hart uitsnikken om den man, ■Hen ze zelf" van zich af had geduwd, en huur wien ze toch onophoudelijk verlangd JjM? Angela snikte. Eerlijk en onorowun- "en, veegde haar oogen af en las den brief I'S eens. Toen snikte ze opnieuw. Daarna begon ze het boek te lezen. Het j-trste, wat ze zag, waren een paar Inlei dende woorden van de uitgevers: Toen wij het manuscript van dit boek aannamen, was de schrijver voor ons een onbekende. Daarna ontvingen wij de tee- raningen, die in het boek zijn opgeno men. Zooals het met ons het geval ge- ®eest is, zullen deze teekeningen ook aan 'elen van zijn lezers verraden, dat schrij- 'er reeds lang een bekend figuur in onze artisten wereld is, al is hij er tot nu toe ook onder een geheel anderen naam en 'n een geheel ander vak werkzaam ge veest. Wij allen hebben reeds met hem gela chen, werden door hem ontroerd, maar voor alles, hebben wij hem gewaardeerd als een kunstenaar met een diep, menschelljk ge voel. Deze eigenschap heeft hij ook als schrij ver bewezen. De uitgevers. Angela legde het boek niet neer, voordat zij het uitgelezen had. O, die uitgever had gelijk gehad! Uit „The Laughing Sorrow" sprak niet alleen scherpe menschenkennis, maar ook diepe menschenliefde. De man, die het geschre ven had, zag de groote en kleine fouten van zijn medemenschen, zette er puntige sar castische lichtjes bij en.... bleef toch al tijd menschenvriend. Dat was het, wat het boek zoo buitengewoon aantrekkelijk maak te. Uit dit boek was de mensch Lloyd voor haar opgerezen, zooals zij gehoopt had, dat hij zou zijn en zooals ze reeds gevoeld had, dat hij in werkelijkheid was. Nu had hij het haar bewezen. Wat had zij zich feitelijk aangematigd, hem zulk een boodschap te sturen, omdat hij toevallig variété-artist was?! Alleen op den mensch, den man, die achter dien ar tist schuilde, kwam het aan. En Lloyd was een goed mensch. Dat had ze ook tijdens de beide korte keeren, dat ze samen geweest waren, gevoeld. O, hoe had ze ooit zoo onrechtvaardig te gen hem kunnen zijn? Beleedigd door iets, wat nooit een beleediging zijn konzelfs, indien hij niet van plan geweest was haar op de hoogte te brengen van zijn beroep. Bovendienze geloofde allang niet meer, dat hij dit niet van plan geweest was. Hij had er eenvoudig geen gelegenheid toe ge had. Hoe dikwijls was zij niet reeds naar haar schrijftafel toegegaan, om hem te schrijven dat ze een domoor geweest was en dat ze zich over de domme boodschap, die ze hem toen gestuurd had, schaamde. Maar ze had het toch niet gedaan. Niet, omdat haar trots het niet toeliet. O, neen, zoo was An gela Furné niet. In haar was een sterk sportief en ridderlijk gevoel, dat haar nooit beletten zou een begaan onrecht te herstel len. Een andere gedachte had haar echter ge hinderd. Of hij er nog wel prijs op stelde, dat zij hem dit schreef! En voortdurend had zij gehoopt een teeken van hem te ontvangen, dat dit wel het geval was. Nu was dit teeken gekomen. Hij had haar zijn boek gezonden. En niet slechts zijn boek, maar het eerste exemplaar van zijn boek, dat men toch zeker alleen zendt aan de persoon, die. Angela bloosde diep bij deze gedachte. Wat hinderde het, dat zijn briefje kort en terughoudend was geweest? Hij had haar het eerste exemplaar van zijn boek gezon den. Een paar uur later vertrok van den Haag naar Amerika een brief, waarin Angela Furné een groot gedeelte van haar hart uit gestort had. Niet alles, natuurlijk, want er zijn altijd dingen, die men niet op papier zetten kan. Toch bevatte de brief heel veel uiterst belangrijke dingen, zooals bijvoorbeeld, dat ze dwaas geweest was, dat ze bovendien dom geweest was en dat ze zich dien avond belachelijk had aangesteld, dat ze buik spreken niet alleen Interessant, maar bo vendien erg mooi vond. En nog veel meer Intelligente opmerkingen. Deze brief bereikte Reginald Lloyd na tuurlijk niet meer in het Olympic Hotel in Washington, want zijn toumée ging door en de brief was nog op zijn zwerftocht, toen Lloyd reeds rustig in Londen was en avond aan avond ln de „Alhambra" stormen van succes oogstte. Het geweld, waarmede Irene de deur van Verschuurs kamer dichtwierp, was een zwakke afschijn van haar gevoelens. Het strakke, kleurlooze gezicht, de vast opeengeklemde lippen, de korte gejaagde ademhaling verrieden den storm, die in haar woedde. Met snelle, driftige passen liep ze het grindpad af, langs de Ingepakte stam rozen, tot ze de straat bereikt had. Ook daar vertraagde ze haar tred nog niet. Ze liep verder, langs de rustige, stille lanen van Zorgvliet, zonder erop te letten waar ze ging. Dit was de tweede keer, dat ze zijn huis op deze manier had moeten verlaten. Die toon! Die zekerheid, waarmee hij haar zijn laatste woorden in het gezicht geslingerd had. Dit kon ze niet slikken! Eruit gegooid had hij haar! Ja, gegooid! Duidelijker en directer dan wanneer hij haar bij haar kraag had gepakt en de deur uitgezet. Wat nu? Maar ze moest kalm zijn! Rustig! Zoo kon ze niet denken. En het was dringend noodzakelijk, dat ze nadacht, om er achter te komen wat er nu gedaan moest worden. Hoe stond de zaak nu feitelijk? Irene vertraagde haar stap, zag een bankje staan en ging erop zitten. Het huwelijk, dat ze indertijd zoo han dig tot stand gebracht had, was ineen ge stort. Door haar eigen schulddat stond vast. Op een verzoening met haar man, om weer tot een dragelijk naast elkaar leven te komen, had ze in werkelijkheid niet al te vast meer gerekend. Maar wel, om uit deze schipbreuk nog iets voor zichzelf te redden. De wet stond op de zijde van de vrouw, als haar gedrag door den beugel kon, dus ook in het geval, als haar man niet kon bewijzen, dat het niet door den beugel kon. Verschuur kon dit echter wel bewijzen, want hij was in het bezit van de ver- wenschte brieven. Toen Totulescu haar zijn plan uiteen zette om een poging te doen, deze bewijs stukken in handen te krijgen, had zij hem daartoe niets in den weg gelegd, ofschoon ze dadelijk het vage gevoel gehad had, dat dit niet de manier was om iets te bereiken. Maar zij had op dat oogenblik zoo gauw geen betere manier geweten. Hoe langer ze er echter over nadacht, hoe duidelijker het haar werd, dat de kans, die hij had, om met zijn plan te slagen, zeer gering was en dat hij boven dien bij een eventueele mislukking ervan, haar vooruitzichten ernstig zou moeten schaden. En toen dadelijk daarna kennissen haar, niet een voor de gelegenheid passend leed vermaak, verteld hadden, dat ze Verschuur in zijn auto gezien hadden in gezelschap van de zeer knappe, blonde secretaresse van Mr. Furné, werd ze zich dubbel be wust van het gevaar, dat in Tctulescu's plan schuilde. (Nadruk verboden), (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 5