®LoAM\ In dezen GRIEP- tijd Ons Kort Verhaal LEfDSCH DAGBLAD - Derde Blad Zaterdag 4 Maart 1939 De opkomst en ontwikkeling van Alphen aan den Rijn in den loop der 20 ste eeuw Dan kon-ie d'r niet in! ooT'-Vc VISSCHERIJ-BERICHTEN Zegenrijk werk van verschillende burgemeesters MARKIEZEN ROLLUIKE N /-> staat Gij èlk oogenblik aan besmetting bloot. Neem daarom eiken avond een 'AKKERTJE'! Daarmede voorkomt Gij dat de infectie doorzet, want AKKERTJES"zijn échte GRIEP-besü-ijders. die een GRIEP in weinige dagen verdrijvenf Hier is het antwoord! De heer D. ten Cate Brouwer te Alphen aan den Rijn schrijft ons: Wanneer heden door Zijne Excellentie den Commissaris der Koningin van Zuid-Holland het nieuwe fraaie Raad- huls der gemeente Alphen a. d. Rijn officieel geopend zal zijn, zullen onge twijfeld vele Alphenaren en oud-Alphe- naren met hun gedachten een oogen blik verwijlen bij de ontwikkeling van deze gemeente, haren bloei en opkomst in den loop dezer eeuw. De heer D. ten Cate Brouwer. Groote veranderingen Welk een verandering heeft deze ge meente. die op 1 Januari 1900 4793 inwo ners telde en sindsdien tot een kleine stad uitgroeide, ondergaan! Alphen a. d. Rijn met zijn thans fraaie woonwijken het Bur gemeester Visserpark. het Hazeveld. het in wording zijnde Boschpark, was toen slechts een schaarsch bebouwde strook langs den Rijn ter lengte van circa 9 K.M. De land weg naar het station en de Hoflaan waren de eenige aftakkingen op den Rijksstraat weg. De fraaie, dicht bebouwde Stations straat was toentertijd een smalle, dikwijls modderige grindweg, die langs weiland en polderslootjes naar het station voerde. De fraaie Wilhelminastraat en Emmalaan van thans, was toen een smalle straat beplant met zware populieren. Aan de westzijde, thans geheel bebouwd, stonden slechts enkele perceelen. Overal weiland en vee. Een pittoresk boerderijtje van den heer Gerrit Verwoerd, gelegen aan de westzijde, van het einde van de tegenwoordige Wil helminastraat, gaf de geheele omgeving een landelijk karakter. Het oude Tolhuis, gelegen bij de Scheeps timmerwerf van den heer Jan Berk, zullen vele oud-Alphenaren zich met mij nog goed herinneren, evenals de postwagen, die eiken avond om circa 9 uur het Tolhuis passeerde, nadat de Postiljon met een stoot op zijn hoorn, de tolboomen had doen openen Aan de oostzijde van de Wilhelminastraat en Emmalaan lagen de gronden, zoo waar devol voor de vele kleine industrieele be drijven. welke er toentertijd reeds waren. Deze gronden waren daarom voor de in dustrie zoo waardevol, omdat zij gelegen waren aan den Rijn, en de verzending van alle goederen, in tegenstelling met thans, uitsluitend per water geschiedde. Talrijk waren de beurtvaartdiensten, die regelma tig hier hunne vrachten kwamen ophalen. Er waren beurtschippers en stoombooton dernemingen, die een geregelden dienst onderhielden met bijna alle belangrijke plaatsen in ons land. Zoo kon men weke lijks zelfs zonder overladen expedieeren naar Vüssingen, Groningen, Leeuwarden, Nijmegen, Helmond, om maar een paar ver wijderde deelen van ons land te noemen, terwijl bijv. op Amsterdam, Rotterdam, den Haag, Gouda en Leiden meermalen per week gelegenheid tot verzending was. Deze verzending per water was goedkoop en vlug. De goederen werden aan de fa briek opgeladen, iedere dienst had zijn eigen vlag en wanneer men iets voor dezen dienst had, hing men de vlag uit. Gemak kelijker kon het toen niet. Welk een druk scheepvaartverkeer gaf dat alles. Want de Industrie was in dien tijd reeds van flinke beteekenis. De Industrieën. In het jaar 1905 telde men in de ge meente Alphen aan den Rijn 28 bedrijven, die naar mijn schatting werk gaven aan 400 arbeiders. Deze bedrijven, toentertijd nog van matigen omvang, waren onderver deeld in 3 scheepsbouwerijen, 1 steenfabriek 5 dakpannenfabrieken, 3 betonfabrieken en mozaiek vloertegelfabrieken, 1 kalkzand- steenfabriek, 3 bessensap- en jamfa'orie- ken, 1 lakfabriek. 2 olieslagerijen. 1 bri kettenfabriek, 1 klompenfabriek, 1 siga renfabriek, 1 houtzagerij, 1 houthandel, 1 masten- en zeilmakerij, 3 drukkerijen. Met uitzondering van de 3 laatstgenoemde druk kerijen en 1 steenfabriek, waren alle fa brieken gelegen aan de oostzijde var den Rijksstraatweg tusschen Rijn en dijk. Het zal wel niemand verwonderen, dat in die tijden deze gronden niet voor weinig geld te koop waren. Ik herinner mij. dat prij zen besteed werden van f 8.a f. 10. per M2. toen een ongekend hoogen prijs. Het sterk gevarieerde karakter van deze bedrijven bracht talrijke kooners uit alle deelen van ons land naar A'phen a. d. Rijn. De bouwmaterialen-industrie (betonfabrie ken, steenfabriek en dakpannenfabrieken) leverde hare producten door het geheele land. De bessensap- en Jamfabrleken be hoorden tot de best gerenommeerde be drijven in haar genre. De scheepsbouw- werven waren flink met orders voorzien. Het was dan ook niet te verwonderen, dat Alphen a. d. Rijn in het geheele land een groote vermaardheid verwierf. Alle voor waarden voor een krachtige, gezonde ont wikkeling waren voorhanden. De energie van burgemeester Visser In het jaar 1901 werd als opvolger van burgemeester van Dijk, die de ge meente bestuurd had van 1898 tot 1901, tot burgemeester benoemd de heer C. W. C. T. Visser. Aan deaen energieken burgemeester is het te danken, dat Alphen a. d. Rijn geworden is wat zij is. het belangrijkste centrum van de Rijnstreek, zoowel in economisch als in cultureel opzicht. Zijn bekwame handen, zijn onvermoeide geest vonden hier werk in overvloed. Op elk gebied was Alphen a. d. Rijn ten achter. Een gasfabriek was er niet. Alphen a. d. Rijn betrok het gas van een fabriek gelegen aan de lage zijde, welke fabriek aan een particuliere onderneming behoor de. Onder zijn bestuur werd de Alphensche Gasfabriek gesticht. Ook kwam het Water leidingbedrijf. Veel tegenstand is hierbij te overwinnen geweest, maar burgemeester Visser wist van geen wijken. Hij begreep, dat de beteekenis van zijn gemeente veel belangrijker en hare toekomst veel verder lag, dan de geest van velen bevroedde. Langzaam aan, dikwijls met geringe mid delen, die soms nog zeer moeilijk gevo teerd werden, bouwde hij aan de toekomst van Alphen a. d. Rijn. Welk een tegenstand was er bijv. te overwinnen, toen hij besloot den weg naar het station, dikwijls een modderig voetpad, te bestraten? Maar burgemeester Visser schuwde den strijd niet. Velen, die zich van hem afkeerden, deden dit meer door de stroefheid van zijn karakter, dan uit gebrek aan erkenning voor zijn werkkracht en helder inzicht. Ook zijn tegenstanders prezen zijn grooten ijver en vasten wil. In 1917 werd aangekocht de Huize ..Over- post" met vele HA. weiland De zetel van het gemeentebestuur werd in „Overpost" ondergebracht. In 1918 kwam de vereeniging met de ge meenten Aarlanderveen en Oudshoorn tot stand, niet in het minst ook dank zij zijn initiatief. Helaas heeft deze vereenigiijj voor de oude gemeente Alphen a. d. Rijn in financieel opzicht niet gegeven, wat men er van verwachtte. Thans was het oogenblik gekomen, waarnaar burgemeester Visser zoo zeer had verlangd. Alphen a. d. Rijn was nu een ge meente van 14.974 zielen met een opper vlakte van 6.045 H A. Deze groote gemeente stelde eischen op allerhand gebied. Het ge meentelijk grondbedrijf werd gesticht en spoedig werden zeer belangrijke complexen grond aangekocht. Dan is er sprake van een uitbreidingsplan, en al is dit plan ook eerst veel latr door den Raad vastgesteld, in groote trekken is het zijn werk. Ook de burgerij van Alphen a. d. Rijn zit niet stil. Op onderwijsgebied kan Alphen a. d. Rijn niet achterblijven. Een groep vooraanstaande mannen neemt in 1920 het initiatief tot stichting van een Chr. M.U.L.O. School en ln 1924 wordt de Chr. H.B.S. met 5-jarigen cursus geopend. De Ned. Herv. Kerk, ln 1919 een prooi der vlammen geworden, wordt in 1921-1922 her bouwd. Het politiewezen wordt gereorga niseerd, een commissaris wordt benoemd. Straten en pleinen worden aangelegd, nieuwe woonwijken gecreëerd. Burgemees ter Visser heeft zelfs het stoutmoedige plan opgevat een gemeentelijke electriciteits- centrale te stichten, die electriciteit zal leveren ook aan de omliggende gemeen ten. De Industrieën breiden zich uit, over dag, zoo overlegt hij, zullen zij electrische kracht afnemen. Helaas ls dit plan niet tot uitvoering gekomen. Men vindt het een te gewaagde onderneming. Hoe dankbaar zou men nu zijn, wanneer Alphen a. d. Rijn zijn eigen electriciteitscentrale had. Inmiddels groeide het bedrijfsleven. Kleine bedrijven ontwikkelden zich tot be langrijke industrieën. Den Middenstand gaat het goed. Fraaie winkelpanden zoo wel aan de hooge als aan de lage zijde wor den geopend. Het welvaartspeil bereikt langzamerhand een hoogepunt Burgemeester Visser voelt dat hij oud wordt en men laat het hem ook blijken. Maar hij verzet zich nog, totdat hij einde lijk in 1923 ontslag vraagt. Weinigen weten hoe zwaar hem dat besluit valt. Hij moet zijn levenswerk vaarwel zeggen. Hij weet echter, dat hij een gezonde krachtige ge meente aan zijn opvolger zal overdragen. Dat gaf hem vrede te gaan. De arbeid van dr, Levink. Zijn opvolger was dr, Lovink, de bekende staatsman. Feestelijk ingehaald door de ge heele burgerij, moest hij al soocdig erva ren, dat men te zijnen opzichte eenige reserve betrachtte. Een zoo uitgesproken politicus als dr. Lovink was, kon in den beginne geen genade vinden in de oogen van de geheele bevolking. Toch heeft dr. Lovink het vertrouwen, waaraan hem zoo veel gelegen was. later gevonden. Bij de teraardebestelling van zijn stoffelijk overschot op de oude be- vraeMaats is -niks onomstootelltk geble ken. Voornam»!!'!'- is deze ommekeer toe te schrijven aan de allengs groeiende waar deering voor de wijze, waarop hij zich van Vraagt thans prijs. MOLENSTEEG 27 - Tel. 1375 (na 6 uur 3247) 493 (Ingcz. Med.) zijn taak als burgemeester kweet. Als op volger van burgemeester Visser was deze niet gemakkelijk. Talloos waren de proble men. waarvoor hij kwam te staan en die nog op oplossing wachtten. Het uitbreidingsplan werd door den Raad vastgesteld. Uitgebreide aanleg van stra ten, pleinen en plantsoenen was daarvan het gevolg. Een nieuwe begraafplaats werd ontworpen, de kromme Aar genormali seerd. een nieuwe weg naar het station, de Buitenweg, werd aangelegd. Met medewer king en steun van de gemeente komt het fraaie Alphensche Zwembad in de Aar tot stand. Veel aandacht werd door hem ge schonken aan de beplanting van straten en pleinen Ook het bestuur van dr. Lovink is voor Alphen a. d. Rijn zegenrijk geweest. De industrieele inzinking. Het spreekt vanzelf, dat de uitvoering van deze werken zeer groote eisohen stelde aan de financiën en dat de schuldenlast van de gemeente Alphen a, d. Rijn in den loop der jaren aanzienlijk steeg. Op 1 Januari 1939 was deze schuld gestegen tot niet minder dan f. 1.522.240, en veilig kan men aannemen, dat de schuldenlast in de toekomst nog veel meer zal toenemen. De uitgaven, benoodigd voor den bouw van het nieuwe Raadhuis, de inrichting er van, zijn openstaande rekeningen, die nog moeten worden vereffend. In 1932 teekende zich in de gemeente Alphen a. d. Rijn de eerste sporen af van de komende economische inzinking. Op de begrooting van dat jaar werd een bedrag van f. 30.000 gebracht voor ondersteuning van werkloozen. De moeilijke tijd voor Al phen ad. Rijn breekt aan De financieele zorgen van het gemeentebestuur worden grooter. De bedrijvigheid in handel en in dustrie neemt af. De fabrieken hebben ge brek aan orders, de concurrentie wordt hoe langer hoe vinniger. De werkeloosheid groeit met den dag. Van de 28 bedrijven, die in 1905 hier ge vestigd waren en van welke er meerderen tot zelfs in de na-oorlogsche jaren nog be hoorlijk rendeerden, zijn er in de oude ge meente Alphen nog slechts 14 overgeble ven, terwijl van de resteerende bedrijven er meerdere kampen om hun bestaan. Teneinde verkeerde gevolgtrekkin gen te voorkomen, merk ik hierbij op, dat het aantal industrieele bedrijven, dat thans te Alphen a. d. Rijn geves tigd is, veel en veel grooter is. De cij fers hierboven genoemd, hebben alleen maar betrekking op de oude gemeente Alphen, en geven slechts aan hoe in den loop der jaren de toestand in de gemeente zich gewijzigd heeft. Het optreden van burgemeester Colijn. Zoo was de positie, toen in 1933 de heer P. OolIJn als burgemeester optrad. Het was geen benijdenswaardige taak, die dezen bewindsman wachtte. De tijd van bloei en opgang was voorbij. Alphen a. d. Rijn was op den terugweg. Doordrongen van het feit, dat voor den rechtschapen mensch er geen grooter straf bestaat dan zijn tijd in ledigheid te moeten doorbrengen, richtte hij zijn volle aan dacht op de uitvoering van diverse werken in werkverschaffing. Niet alleen de werk loozen maar ook de gemeente was daar mede gediend. Allerhand verfraaiingen zijn daardoor tot stand gekomen, die onder normale om standigheden achterwege waren gebleven. De nieuwe begraafplaats, tot welker in richting onder zijn voorganger reeds was besloten, werd aangelegd, evenals het Boschpark en de Alphensche Ijsbaan, die de gemeente eveneens dankt aan zijn ini tiatief. De belangrijkste daad van burge meester Colijn is dc bouw van het nieuwe Raadhuis, dat heden zal wor den geopend. Hoezeer ik mij als Alphenaar ook over de totstandkoming van dit schoo- ne fraaie Raadhuis verheug, kan ik een gevoel van onbehaaglijkheid niet onderdrukken. De ernstige werkloosheid, de ongun stige toestand van industrie en mid denstand is als een sombere scha duw, die over dezen dag valt. Het aantal werkloozen bedraagt momen teel 576. Ik vraag mij af of al deze men- schen, zelfs als de tijden beter worden, in de thans hier bestaande industrieën kun nen worden opgenomen; ik geloof het niet. En zoo staat Alphen a. d. Rijn voor een probleem, dat ons aller aandacht vraagt. Een woord van opwekking! Doch niet alleen nieuwe industrieën vragen onze aandacht, ook de thans nog bestaande bedrijven mogen ln de belang stelling van het gemeentebestuur wel wor den aanbevolen. Met verlichting zoo moge lijk van vaste lasten, verlaging van tarie ven, het verloenen van faciliteiten op het een of ander gebied, kan men helpen Aan de burgerij en middenstand zou ik willen vragen, wanneer gij iets noodighebt. geeft aan het product dat op uw plaats vervaardigd wordt, de voorkeur. Het hemd is nader dan de rok. Mogen mijn woorden op den dag dat het nieuwe fraaie Raadhuis ln gebruik geno men wordt, de aandacht hebben van allen, die aan de verbetering van den economi- schen toestand in onze gemeente iets kun nen bijdragen. 422 tiugez Mea Door M. SIEMER. Tineke Is eon klein blondje van vier Ze gaat nog niet op de groote school, maar trouw komt ze eiken dag met moeder mee om Fransje te brengen. Tineke is een echt meisje. Nu al draagt ze haar katoenen Jurkje met de blauwe bloempjes op de coquette manier van een vrouw, die weet, dat ze een flatteuze japon aan heeft. Ook in haar bezorgdheid voor Fransje ls ze echt vrouwelijk. Als Frans, die een echte bengel is, om vier uur de schooldeur uitspringt en zijn moeder om den hals vliegt, ls het Tineke, die vraagt, of hij zijn bal wel heeft mee genomen, of zijn tol, of zijn boekje, of wat dan ook. En de manier, waarop ze naar hem toe liep, toen hij van het stoepje viel en hem ophielp was van een ras-echte moeder lijkheid. Helaas, moederliefde wordt niet altijd met erkentelijkheid beloond en Frans rea geert vaak op de zusterlijke bezorgdheid met een uit de grond van zijn hart ge meend: „Och, meid, zeur niet!" Ook thuis is Tineke een en al bezorgd heid voor de twee kleintjes: Miestje, die twee en Petertje, dia nog geen jaar is. Tineke's moeder ls nog jong. Ondanks de armoede en werkloosheid van haar man (al drie Jaar loopt ie zon der) kan ze het leven wel aan. „Och", zegt ze, „Ik heb nog nooit diep in de narigheid gezeten, of er kwam ook wel weer hulp opdagen. Soms van een kant, waar je het heelemaal niet van verwachtte. Maar de vorige week zaten we er toch wel heel krap voor. Toen had ik werkelijk geen kruimel eten meer In huis en mijn geld van de steun was op. Ik heb er tot nog toe altijd mee uitge- kund, maar mijn petroleumstel deed het niet meer. Dat moest gemaakt worden, anders kon ik niks meer koken. Weet je wat, zeg ik tegen mijn man. Ik ga naar moeder. Misschien heeft ze nog wat eten, of een paar dubbeltjes voor me, dan heb ik toch voor de kinders wat, an ders moeten die met een leege maag naar school. Mijn man was erg verdrietig de laatste weken. Och hij uit het niet zoo. maar ik merk het toch wel. Af en toe wordt-ie er helsch onder, dat-ie met een paar stevige knulsten aan zijn lijf nog niet voor vrouw en kinderen de kost kan verdienen. Ja, zegt-ie, ga maar! En vraag of ze je wat geven wil! Want de armoede staat voor de deur! En als die er in komt! Hij knikte veelzeggend met zijn hoofd. Kom Frans, zeg ik tegen hem. Kop op dong! We komen er wel weer uit! Als het soms wat laat wordt, breng jij de kinders dan vast naar bed! En ik weg. Gelukkig had mijn moeder nog wat: een beetje koude aardappelen en twee gebak ken botjes. Ik was de koning te rijk, toen ze me ook nog de helft van een half brood- Je gaf. Gewoon een feestmaal voor de kin deren morgen, denk ik. Maar toen ik thuis kwam en me sleu tel In het slot stak, wou de deur niet open. Ik duwen en draaien. Maar niks hoor! Geen verwikken, of verwegen aan! Ik bel zoo zacht als ik kan en me man komt open doen. Wat heb-ie nou?, zeg ik tegen hem. Waarom hel-je de knip op de deur ge daan? Ik niet, zegt Frans. Een van de kinderen misschien! Ze hebben straks ln het por taaltje gespeeld! De andere ochtend denk lk; ik moet er toch het mijne van hebben, van die knip en lk zeg tegen Frans en Tineke: Wie had er gisteren de knip op de deur gedaan? Nou, me kinders benne eerlijk als goud, daar nie van! Ze zee het direct! Ikke moe! Waarom Tineke? Was je bang? Nee moe. Maar vader zee gisteravond, dat de armoe voor de deur stond, toen u weg ging. Nou en daarom dee lk de knip er op! Dan kon-ie d'r lekker niet in!" Auteursrecht voorbehouden (Nadruk verboden.) TC# vie***' Y\»n 413 (Ingez. Med.) DE TREILVIS8CHERIJ. (Van onzen VisscherlJ-medewerker). De resultaten voor de loggers ztyn de afge- loopen week niet zoo gunstig geweest als de voorgaande week. De voornaamste reden hier van ls, dat het met de goede vlsscherij op de kust weer gedaan ls. Bovendien gaat de kwali teit van de schol, welke op de kust gevangen wordt hard achteruit, waardoor lagere prijzen betaald werden. Toch kunnen de besommingen van de gewone motorloggers nog niet slecht genoemd worden en de groote motorloggers maakten nog zeer bevredigende reizen. De eerste twee maanden van het jaar zijn voor de Katw. motorloggers heel wat beter ge weest dan ln 1938 de gemiddelde besomming bedroeg f. 872 tegen f. 730 ln Januari/Februari van 1938. De Katwyksche motorloggers maak ten in dezen ftjd totaal 309 reizen en besom- den f. 251.556 tegen 312 reizen en f. 211.799 in den overeenkomstigen tijd van 1938. Per 1 Maart waren de Denen weer present om zoo vlug mogelijk te profiteeren van het nieuwe maandcontingent ook de volgende dagen waren nog eenige van deze scheepjes aan de markt, Het Maartcontingent zal hiermede wel weer spoedig uitgeput zijn. De Deensche vlschmethode. de snorrevaadvisscherij, vindt hier meer en meer ingang. Zoo oefenen er thans ook van Katwijk reeds eenige schepen deze vlsscherij uit en eenlgen ttfd geleden werd er nog een geheel nieuw schip in de vaart ge bracht om deze vlsscherij uit te oefenen. De resultaten schijnen zeer bevredigend te zjjn. Den eersten tijd werd een Deensche visscher medegenomen om de nieuwe wijze van flsschen te leeren. De kwaliteit van de visch door deze scheepjes aangebracht is belangrijk beter dan die van de trellloggers; de reden hiervan is. dat de visch niet zooveel te lijden heeft in het net. De KatwiJkache vloot ondergaat deze maan den wel belangrijke veranderingen. Niet min der dan vier nieuwe schepen zijn ln aanbouw; twee motorharingschepen, die ln den winter de trellvisscheri) zullen uitoefenen en twee spe ciale motortrellers; terwijl naar wij vernemen Juist deze week nog een derde nieuwe motor- treller besteld werd. Het is een verbindend tee- ken. dat na een lange rustperiode thans weer voor het eerst in eenigszlns belangrijke mate nieuwe schepen worden aangebouwd. Voor het gehalte van de vloot is dit van groot belang. Verder wordt nog een flink aantal schepen gemoderniseerd. Zoo ls een twaalftal motor loggers op verschillende scheepswerven uitbe steed om verlengd te worden, terwijl verschil lende van deze schepen van nieuwe en ster kere motoren voorzien worden. Nog enkele maanden en het nieuwe haring seizoen zal weer een aanvang nemen. Hoewel van de ultvaartregeling nog niets bekend is, kan men wel aannemen, dat deze weinig af zal wijken van de regeling 1938. Wellicht zal de beperking voor de zomermaanden nog iets verder worden doorgevoerd. Niettegenstaande de Maatjesvisscherij het vorig jaar belangrijk minder was dan in 1937 (100.000 kantjes) heeft het de grootste moeite gekost de prijzen eenigszlns op peil te houden. De beperking ge durende de eerste maanden zou zoodanig moe ten zijn, dat in ieder geval een loonende prijs verkregen werd. DE AFGELOOPEN WEEK TE UMÜffiEN. (Van onzen correspondent). Er kwamen deze week binnen 42 trawlers. 54 loggers en 9 kotters. En van de 54 kotters kwam Maandag een veertigtal aan den afslag en dat is te veel van het goede. De vangsten der trawlers zijn er niet beter op geworden. Het schijnt om de Noord nog al ruw geweest te zijn en daaraan ls het wel in hoofdzaak toe te schrijven, dat de meeste Noordbooten met 250 A 400 manden tevreden moesten zijn. En dat waren ze ook, want was de hoeveel heid klein, de prijs was groot en daardoor viel er over de besommingen niet te klagen. Er waren tal van booten, die de f. 3500 passeerden en wie zal daar wat van zeggen? Het ls wel merkwaardig, dat er nog steeds veel haring gevangen wordt. Ook deze week was er weer heel wat en dat het gauw kan, bewees de „Ewald". Die was Maandag met 1050 man den binnen, vertrok Dinsdag en Vrijdag lag de ..Ewald" weer aan den kant, ditmaal met 900 manden. Dat was de derde reis in twee weken en deze reizen leverden niet minder dan f. 9300 op. Dat ls dus in een tijd van één nor male Noordzeereis, waarin normaal ongeveer een derde deel van dit bedrag wordt besomd. Er gaan nu nog meer booten naar de haring- visscherij, zoodat we als de haring nog wat blijft, de volgende week nog heel wat kunnen verwachten. Maandag krijgen we de „Silvain al weer en de „Claesje" zal er dan ook wel weer zijn. Merkwaardig toch met die haring. De Zuider zee is uitgeput en nu zal de Noordzee er wel voor zorgen, dat we ln ons land in den schoon maaktijd van een „lekkere harde" kunnen smullen, die wei niet zoo lekker zal zijn ais de origineele, maar we moeten het er maar mee doen. De Deensche kotters hebben direct ruim schoots geprofiteerd van het nieuwe contingent- tijdvak. Ze hadden weer. als altyd lekkere visch en menige binnenlandsche handelaar heeft, dank zij deze kotters een lekker scnoi- letje of scharretje voor zijn klanten kunnen koopen. Nu de visch deze week zoo schreeuwend duur was, vooral de rondvisch braadschelviscn f. 15 k f. 16 per kist) is er aardig wat verdiend door die handelaren, die toen de visch goed koop was, flink wat Ingeslagen hebben en lat*"» invriezen. Er is deze week heel wat uit de Koel huizen gehaald en daarvoor werd goed geia gemaakt. 1. Standrecht is een buitengewone bank, de 'n geval van opstand of an ders bedreiging der regeering. rj*® spreekt zoowel over militairen als bur gers, wier vonnis alleen door den o?Pe bevelhebber bekracht gd behoeit warden. 2. Een obligatie geeft een vaste rente ter wijl de ullkeering od een aandeel hankelijk ls roo~ de w'n t 3 Doen alsof men loopt. Met de worden wel de bewegingen -e, L, doch men blijft op dezelfde plaats iw op de plaats maken. 2-3

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 10