BINNENLAND
LEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad
Donderdag 2 Maart 1939
Spaansche vluchtelingen worden
in ons land niet toegelaten
Financiering van invaliditeits- en Ned. Christ. Landarbeidersbond
ouderdoms-verzekering
Opleiding van tandartsen
De kwestie der
tandheelkundigen
Jhr. von Bönninghausen neemt
afscheid van Ootmarsum
Korte hongerstaking in
vluchtelingenkamp te
Hoek van Holland
MINISTER ROMME INSTALLEERT DE
COMMISSIE VAN ADVIES.
De minister van Sociale Zaken. prof. mr.
C P. M. Romme heeft gisteren te 's-Gra-
venhage de Commissie van Advies inzake
de financiering van Invaliditeits- en Ouder-
domsverzekering geinstalleerd met een rede
waarin hij er 00 wees, dat de regeering zich
thans heeft te beraden over de vraag welke
regeling na 31 December 1940 datum
waarop de thans geldende regeling eindigt,
zal zijn te bevorderen.
Van verschillende zijden zijn tegen de
thans geldende regeling ernstige bezwaren
Ingebracht, Er wordt in de bestaande re
geling een bedreiging gezien voor de rech
ten der verzekerden. Daartegenover werd
van andere zijde handhaving van de in
1935 tot stand gebrachte regeling bepleit.
Afgezien van meer principieele overwe
gingen kan als vaststaande worden aange
nomen. dat hervatting van het oorspron
kelijke stelsel der annuiteiten-betaling
voor den Staat een aanzienlijke verhooging
van lasten zal medebrengen, waarvan het
gewicht onder de gegeven tijdsomstandig
heden nog te zwaarder moet drukken. Al
dus rijst dan ook wel de vraag of wellicht
een oplossing zou zijn te vinden in dezer
voege dat aan den eenen kant zooveel mo
gelijk waarborg wordt gegeven voor de
rechten en belangen der verzekerden, doch
aan den anderen kant rekening wordt ge
houden met de oogenblikkelijke draag
kracht der gemeenschap.
Tot zoover wat betreft de financiering
van de door de overheid op zich genomen
geldelijke verplichtingen, Dezelfde meer
principieele motieven, welke met betrek
king tot de financiering van deze verplich
tingen bijdragen tot een bepaalde opvat
ting omtrent de meest gewenschte rege
ling. doen zich ook gelden met betrekking
tot den financieelen opzet in zijn geheel
van de verplichte invaliditeits- en ouder-
domsverzekering.
Is het gewenscht voor deze verzekering,
als geheel beschouwd, te behouden het
oorspronkelijke stelsel van dekking van
verzekeringsaanspraken met de aanzien
lijke kapitaalsvorming tot welke dat stel
sel leidt, of verdiend voorkeur een stelsel,
waarbij deze kapitaalsvorming hetzij ge
heel of zoo goed als geheel wegvalt, hetzij
tot een meer bescheiden omvang blijft be
perkt?
Over deze beide vraagpunten, derhalve
vooreerst het vraagpunt van de financie
ring der overheidsverplichtingen en daar
nevens het vraagpunt van de financiering
der verplichte invaliditeits- en ouderdoms-
verzekering in het algemeen, zal de regee
ring gaarne het oordeel van de commissie
vernemen. In het Koninklijk Besluit tot
instelling der commissie is de redactie van
de opdracht met opzet ruim geformuleerd.
De commissie kan derhalve in haar on
derzoek en beraadslaging al datgene be
trekken, dat naar haar oordeel voor de
zaak, waarom het gaat, van beteekenis
wordt geacht.
De voorzitter der commissie, prof. Ver-
rijn Stuart beantwoordde 's ministers rede.
HET ZILVEREN JUBILEUM.
Vandaag en morgen viert de Ned. Chr.
Landarbeidersbond in een tweetal bijeen
komsten te Utrecht zijn zilveren jubileum.
Hedenmiddag werd in het gebouw voor
Chr. Soc Belangen te Utrecht een buiten
gewone algemeene vergadering gehouden
waarin de bondsvoorzitter, de heer R Sle
mons van Utrecht een gedachtenisrede
hield getiteld: „Gedenken en danken".
De voorzitter opende de vergadering met
het doen zingen van Ps. 75 vers 1, het lezen
van Ps. 145 en gebed. Hierna hield hij de
herdenkingsrede.
Spr. ving zijn rede aan met het wijzen
op het gewenschte van stilstaan bij een
mijlpaal en het opmaken van de balans.
Het kan den mensch leeren Inzien zijn nie
tigheid en het vergeefsche van zijn zwoe
gen. als God daaraan Zijn zegen onthoudt
25 Febr. j.l. was het een kwarteeuw gele
den dat in een bijeenkomst in het Militair
Tehuis te Groningen de Ned. Bond van
Chr. Landbouw-, tuinbouw- en zulvelarbei-
ders opgericht werd. de latere Ned. Chr.
Landarbeidersbond. In deze 25 jaren ligt
een periode van inspannenden arbeid en
opofferingen, van moeiten en zorgen, van
strijd maar ook van veel zegen. De bond
is geworden tot een gezonde, sterke en in
vloedrijke organisatie. Bij de oprichting
traden 11 vereenigingen toe met 519 leden
en reeds in het eerste jaar scheen het of
de ondergang nabij was, want het leden
tal daalde tot 332. Spr. wees er op hoe de
Chr. landarbeiders in Oost-Groningen zich
reeds omstreeks 1900 hebben beziggehouden
met pogingen tot organisatie. In 1903
kwam een tweetal plaatselijke vereenigin
gen in het Oldambt. Toen men een uitge
werkt plan had ging het langzamerhand
in de goede richting en spr. bracht in dit
verband hulde aan den heer K. Kruithof
te Utrecht in die jaren secretaris van het
Chr. Nat. Vakverbond, die tal van spreek
beurten voor den bond vervulde. 15 Jan.
1915 verscheen het eerste nummer van het
vakblad. Op verschillende plaatsen werd
verbinding gezocht, n.l. met de zuivelarbei-
ders in Friesland, de veenarbeiders in
Drenthe, de arbeiders in de bloembollen-
bedrijven, enz. Zoo steeg het ledental op
31 Dec 1915 tot 897. Elk jaar bracht winst
en 31 Dec. 1918 telde de bond 3432 leden,
waartoe het besluit om aan den bond een
werkloozenkas te verbinden mede niet
vreemd was. De slechter wordende toestan
den in de bedrijven brachten echter weer
een sterken terugloop van het ledental en in
1923 werd het laagtepunt bereikt van 4573.
Daarna ging het weer geleidelijk omhoog
en na een jaar bedroeg het ledental 5000.
In 1930 was het geklommen tot 10.000 en
zoo kwam in 1933 het hoogtepunt met
27.000 leden. De strengere bepalingen bij
de uitvoering der werkloozenverzekerlng
eenerzijds en de voorschriften in verband
met de steunregeling voor kleine boeren
anderzijds brachten weer een langzame da
ling en thans heeft de bond rond 25.000
«leden, georganiseerd In ruim 700 afdeelln-
gen. Groote opofferingen hebben de pro
pagandisten zich getroost, maar gezien het
aantal Prot. Chr. arbeiders betrokken bij
agrarische bedrijven ligt er nog een wijd
perspectief open.
Spr. stond vervolgens stil bij de verbe
terde positie der arbeiders in de land- en
tuinbouwbedrijven in de laatste 25 jaar.
De staatscommissie van 1906 die een on
derzoek moest Instellen naar den economl-
schen toestand der landarbeiders gaf een
zeer somber rapport van chaotische toe
standen, vrouwen- en kinderarbeid en een
economisch zeer afhankelijke positie. Een
hechte, goed gefundeerde organisatie heeft
mede daaraan een eind gemaakt en spr.
bracht hulde aan mannen als Talma, Slo-
temaker de Bruine en Smeenk voor wat zij
aan voorlichting hebben gegeven. Spreker
gaf een overzicht van de gemaakte vorde
ringen in het afsluiten van collectieve con
tracten etc., waarbij hij zijn betoog met
cijfers illustreerde. Thans zijn er 360 con
tracten omvattend 25 000 werkgevers en
80.000 werknemers Ook is van groote be
teekenis de ziekteverzorging, ongevallen-,
Invaliditeits- en ouderdomsverzorging.
Mlllioenen zijn uit de werkloozenkas uitge
keerd, en veel nood mocht gelenigd.
Zoo mocht de bond 25 Jaar mede op de
bres staan voor de belangen zijner leden.
Zijn streven is niet vruchteloos gebleken.
Daarom past het thans God te loven en
Hem eere te geven, waartoe spr. zijn ge
hoor opwekte Dan mag Gods zegen ook in
de toekomst, hoe donker ook. worden ver
wacht, want Zijn Hand is niet verkort.
Nadat enkele afgevaardigden woorden
van gelukwensch gesproken hadden werd
de bijeenkomst gesloten. Morgen vindt een
groote bijeenkomst plaats in Tivoli, waar
o.a. minister Slotermaker de Bruine en het
Tweede Kamerlid C. Smeenk spreken
zullen.
DE TENTOONSTELLING HET LEGER.
Standpunt van den Nijverheidsraad.
In den Nijverheidsraad is, naar men ons
meldt, naar aanleiding van de plannen, om
in Juli a.s. in het tentoonstellingsgebouw
Houtrust een tentoonstelling te organisee-
ren, nogmaals de aandacht gevestigd op
het euvel, dat tentoonstellingen, waarbij
op de deelneming van de Nederlandsche
industrie wordt gerekend, worden opgezet,
zonder dat daarover van te voren met de
georganiseerde nijverheid overleg wordt
gepleegd. In dit geval is zulks te meer te
betreuren, daar is gebleken, dat bij de Ne
derlandsche industrie voor deelneming
aan de expositie weinig belangstelling be
staat. omdat daaraan ernstige bezwaren
van technischen. financieelen en anderen
aard zijn verbonden. De raad is dan ook
tot de overtuiging gekomen, dat het be
lang van de industrtê medebrengt, dat de
tentoonstelling Het Léger niet doorgaat.
AANVULLING DER HOOGER-
ONDER WIJS WET.
Aan de memorie van antwoord inzake
het wetsontwerp tot aanvulling der hooger-
onderwijswet is het volgende ontleend:
Het academisch statuut heeft inderdaad
zooals eenige leden opmerken de mo
gelijkheid geopend om aan het practisch
tandheelkundig examen te doen vooraf
gaan een studie met als basis het gewone
candidaatsexamen in de medicijnen, ge
volgd door een doctoraal examen, dat de
faculteit alsdan bevoegd zou zijn af te
nemen. Van de gelegenheid om hiervan ge
bruik te maken is evenwel afgezien.
De regeling van de theoretische studie in
beginsel te laten zooals zij thans is. name
lijk een speciaal op de beoefening van de
tandheelkundige practijk gerichte studie,
scheen verkieslijk en omdat dit beter aan
de behoefte der practijk beantwoordde èn
omdat hierdoor een aanmerkelijke ver
hooging van de kosten van het medisch
onderwijs vermeden werd. De minister van
onderwijs. K. en W. heeft zich blijkens het
ingediende wetsontwerp hierbij aangesloten
overeenkomstig de voorstellen van curato
ren en de faculteit der geneeskunde.
Het ls den minister niet wel verklaar
baar. dat in het voorloopig verslag bezwaar
wordt gemaakt teven wat genoemd is een
monooolie. hetwelk Utrecht zou bezitten
van de geheele tandartsenopleiding.
Bij herhaling wordt immers met grooten
nadruk er op gewezen, dat er bij het hooger
onderwijs rolverdeeling moet zijn. dat
doublures van opleidingsmogelijkheid zoo
veel mogelijk moeten worden vermeden.
In het licht van deze beschouwing, die de
minister geheel deelt en ook altijd heeft ge
tracht te volgen, zou het. kwalijk verdedig -
haar ziin naast het tandheelkundig insti
tuut te Utrecht ook elders gelegenheid te
ODenen voor deze opleiding. In de eerste
Plaats zou dit tot zeer hooge kosten voeren.
Maar daarenboven zou het onvermijdelijk
er toe leiden, dat er nog meer toevoer van
studenten in de tandheelkunde zou komen.
Men vergete toch niet. dat reeds nu. blij
ken' het rapport over de toekomst der
academisch gegradueerden (commissie-
Limburg) van !936, ernstige overproductie
dreigt.
De minster zou het moeilijk kunnen ver
antwoorden met deze waarschuwende ge
gevens geen rekening te houden.
WIJZIGING VAN DE TARIEFWET.
Bil de^ 'V- "ergaderinp van de
,J"TTr?c"-,n A (in! flf* VPOvZ tt"€r 5-tf-
7-p-i m-or'c'1?4; r1,0 ren^Tale p.^dcG1^"" h^^ft
bes'o en wet^on+v^ry wi.iziprnn van de
tar efwt 1"3-' "r ric we1 00 het statistiek-
recht ir de afdcelingen te doen onderzoe
ken op Vrijdag 31 Maart om een uur.
(Van onzen parlementairen medewerker).
Na het Incident in de Kamer werd giste
ren zooals gemeld het initiatief-ont
werp der NBB. verworpen.
Eerst had de heer Woudenberg nog een
goed woord gedaan ten gunste van de af
schaffing der rijwielbelasting; daarna had
de heer de Geer nog eens in het licht ge
steld. dat de voorstellers geen voldoende
dekking aanwezen voor de tekorten die in
voering van hun denkbeelden zou opleve
ren: eindelijk verklaarde dr. Bierema dat
de liberalen zouden tegen stemmen, om
dat de Regeering bezig is met plannen
inzake de belasting op het motor-verkeer.
Tenslotte heeft de geheele Kamer, be
halve de 3 NS B.'ers, zich tegen het ont
werp verklaard.
DE TANDHEELKUNDIGEN.
Hoeveel malen zou in de laatste jaren in
het parlement al gedebatteerd zijn over de
tandheelkundigen?
Wij schatten het niet.
Thans wil de regeering pogen een „defi
nitief einde" aan deze zaak te maken en
wel aldus, dat aan bepaalde groepen van
tandtechnici. die niet de bevoegdheid heb
ben om de volledige tandprothese uit te
oefenen, als nog een kans zal worden ge
geven om die bevoegdheid te verwerven.
Daartoe bepaalt het ontwerp dat zijdie
toegelaten zijn geweest tot het afleggen
van het practisch examen volgens de wet
van 1929 doch er niet aan deejpamen of
er niet voor slaagden, nog éénmaal in de
gelegenheid worden gesteld om door een
examen van hun practische bekwaamheid
to, uitoefening der bevoegdheid van tand
heelkundige te deen blijken. Zij moeten
daartoe eerst deelnemen aan een voor
onderzoek. De geslaagden ontvangen een
diploma en mogen den titel „tandheel
kundige" voeren; hun bevoegdheden wor
den in het ontwerp omschreven; personen
beneden de 16 jaar mogen zii niet behan
delen.
Intusschen waren met dit ontwerp alle
verlangens nog geenszins voldaan.
Verschillende leden vroegen namelijk,
om in het ontwerp nog een andere groep
van tandtechicl op te nemen, een groep
(van 25 personen) die in 1913 al de tand
heelkunde uitoefenden, doch toen niet ziin
toegelaten tot examen. Ook de bepaling
inzake de 16 iaar gin? sommigen te ver:
zii wilden er 14 iaar van maken. Voorts
bleek dr Vos van mce-iing dat aa- het
'-obleem der tcnclt-ehni": noo't °en eind
zal komen, zoolan» er niet met kracht
wordt opgetreden tegen allerlei onbevoeg
den d.c zich in de laatste iaren voor tand
heelkundigen uitgeven. Maar Minister
Romme was optimistischer; hij zag wel
degelijk in dit ontwerp het einde van de
moeilijkheden. Maar hij maakte ernstig
bedenking om de groep tot het nieuwe
examen toegelatenen uit te breiden, want
daardoor meende hij zouden weer
nieuwe bezwaren rijzen.
Er is nog eenige strijd ontstaan over dit
denkbeeld, dat in een tweetal amendemen
ten van den heer van der Putt was neer
gelegd, doch tenslotte trok de voorsteller
ze in.
De Kamer heeft het wetsvoorstel goed
gekeurd. Eerst art. 1 (examen) met 60
tegen 19. daarna art. 4 1 bevoegdheid) met
52 tegen 22, eindelijk het ontwerp met al
gemeene stemmen op i na (mevr. de Vries-
Bruins).
STEUN AAN SPAANSCHE
VLUCHTELINGEN?
Op het eind van den dag kwam nog in
behandeling de interpellatie van den lieer
Wijnkoop inzake de bereidhe.d der Regee
ring om steun (of toelating) te verleenen
aan Spaansche vluchtelingen en kinderen,
waarvan de interpellaht de wenschelljkheid
en menschelljkheid. naar zijn meening,
uiteenzette.
Minister Colljn heeft, zijnerzijds, van de
deelneming der Regeering in het lot dezer
vluchtelingen gewaagd Maar bij zag hier
geen plicht en geen taak voor ons land;
ten aanzien van afgelegen rijken staat,
volgens hem. de zaak van hulpverleening
anders dan met betrekking tot een aan
grenzend volk. Bovendien wees hij er op
dat uit Nederland evenals uit andere lan
den. een bijdrage is gezonden naar het
comité voor de Spaansche vluchtelingen te
Genève. Uitdrukkelijk verklaarde de Minis
ter. dat de Regeering geen Spaansche
vluchtelingen kan toelaten na de vele dui
zenden. die in den laatsten tijd reeds van
elders toegelaten zijn.
De heeren Wijnkoop en Albarda zeiden
zich door dit antwoord des Ministers zeer
teleurgesteld te gevoelen inzonderheid om
dat hij ook weigerde kinderen toe te laten
De heer Albarda verklaarde zich overtuigd
te houden, dat verscheidene Nederlanders
een Spaansch slachtoffertje van de ge
beurtenissen zouden willen opnemen Wij
hebben vroeger toch ook Oostenrijksche en
Hongaarsche kinderen opgenomen? vroeg
hij. Maar de minister hield voe^ bii stuk
en verklaarde nogmaais dat toelating niet
mogelijk is. Worden de omstandigheden
zoo. dat eventueel aan een zekere hulp-
verleening kan worden gedacht, dan zal dit
geschieden op dezelfde wijze als België
idat ook geen vluchtelingen toelaati het
heeft gedaan, namelijk door geld besch'k-
baar te stellen voor de inrichting van een
kinderkamp in Zu'd-Frankrlik. Maar een
'«'oft" dscomtrennt ciercl de Minister
n'et; het is alleen mogelijk dat deze zaak
later nog eens kan worden overwogen.
Aldus liep de interpellatie af en ging de 1
Kamer uiteen.
Mljnhardtjes xijn geen ronde, maar hartvormige cachets, gevuld met een combinatie van)
de allerbeste medicijnen, die met vereende krachten allerlei pijnen, alsmede griep en kou, spoedig'
de baas zijn Per stuk 5 ct. 12 stuks 50 ct. In vestdoosje 6 stuks 30 ct Fabrikant Mijn hordt - Zeist
277 (Ingea. Mod.)
„IK WIL IN MIJN EER HERSTELD
WORDEN".
Jhr. E. L. M. Th. J. von Bönning
hausen, thans oud-Burgemeester van
Ootmarsum heeft Dinsdag, den laat
sten dag, waarop hij hoofd der ge
meente was, degenen, die van hem
afscheid wilden nemen, daartoe in de
gelegenheid gesteld door een bijeen
komst te beleggen in hotel „Tubantia"
aldaar. Dat velen zich gedrongen ge
voelden deze gelegenheid, welke door
den scheidenden Burgemeester tevens
bedoeld was als een kleine uitdrukking
van zijn vriendschappelijke gevoelens
ten opzichte van Ootmarsum's ingeze
tenen, te benutten, bewezen de 2 volle
zalen van genoemd hotel.
Nadat jhr. von Bönninghausen een te
rugblik had geworpen op zijn 12 dienst
jaren, besprak hij de ontslagkwestie.
Ik gevoel veel voor militaire aangelegen
heden en ik ben, zeide hij, pro-Duitsch. Ik
juich veel zaken, welke ik in Duitschland
zag, toe en zou graag zien, dat wij hier
verschillende dingen zouden kunnen na
volgen. Verder niet! Ik heb mij daarover
uitgelaten op een vergadering van B en W.
en ook op een Jachtdlner. Maar ik heb ge
heime vijanden en die hebben de zaak over
dreven Zoo kwam het tot mijn ontslag,
maar ik twijfel er niet aan, of ik zou alle
tegen mij ingebrachte grieven en klachten
kunnen ontzenuwen. Tot drie maal toe heb
ik den Minister om afschriften van de
klachten gevraagd, maar ik heb geen ant
woord ontvangen, zoodat ik na mijn ont
slag nog niet met zekerheid kan zeggen
wat mij ten laste is gelegd.
Vervolgens memoreerde jhr. von Bön
ninghausen, dat hij onmiddellijk een aan
klacht tegen de beide wethouders had
ingediend wegens lasterlijke aanklacht
waardoor zijn eer en goede naam waren
aangetast, en wat er met zijn klacht ge
schied was. Voorts wees hij er op. dat bij
het verhoor door den minister de beide
wethouders gelegenheid hadden gehad, na
het verhoor van den eenen, met elkaar
ruggespraak te houden, terwijl aan beiden
dezelfde vragen waren gesteld. Op het on
juiste hiervan was Z. Exc. door den ge
meentesecretaris nog attent gemaakt.
Na het verloop van deze historie welke
we dezer dagen reeds uitvoerig vermeld
hebben verder uiteengezet te hebben,
concludeerde de heer von Bönninghausen,
dat bij het onderzoek tegen hem elke
objectiviteit is verwaarloosd, dat hem geen
inzage werd verstrekt van de tegen hem
ingebrachte klachten en hem de mogelijk
heid zich te verdedigen is ontnomen. Daar
voor hem geen beroep open staat, heeft hij
H. M. de Koningin een audiëntie verzocht,
om gelegenheid te hebben zich over de be
handeling door den minister te beklagen
en zijn verdediging voor te dragen.
Ik moet het recht hebben mij te
verdedigen, aldus de scheidende Burge
meester en de aanwezigen verklaarden
het daarmede eens te zijn.
Het ontslag is mij verleend zonder
het predikaat „eervol" en dat trek ik
mij zeer aan, vervolgde jhr. von Bön
ninghausen. Kan ik nu straks nog wel
met opgeheven hoofd door Ootmar
sum's straten gaan?
Jawel! betuigde de vergadering
luid.
Verschillende personen spraken Jhr. von
Bönninghausen vervolgens toe.
De aanwezigen betuigden luid hun in
stemming met het voorstel van den heer
Schulte, oud-wethouder van Ootmarsum,
om aan H. M. de Koningin, de Eerste en de
Tweede Kamer het volgende telegram te
zenden:
.Burgers, arbeiders en boeren van de
gemeente Ootmarsum. in vergadering in
hotel Tubantia bijeen.
protesteeren tegen de onrechtvaardige
behandeling van den Burgemeester en ver
langen een nieuw en rechtvaardig onder-
Jhr, von Bönninghausen beantwoordde
dan de verschillende sprekers.
Hartelijk dankte hij voor het verzenden
der telegrammen, met het doel zijn actie
voor een rechtvaardige behandeling te
steunen.
Ik heb wel gesolliciteerd naar de nu
vacant gekomen Burgemeestersplaats van
Ootmarsum, aldus spr., maar in hoofdzaak
om op deze wijze Hare Majesteit te kennen
te geven, dat ik in mijn eer hersteld moet
worden. Ik moet een eervol ontslag hebben.
Daarvoor zal ik blijven vechten!
Naar wij vernemen heeft de Juridische
raadsman van jhr. von Bönninghausen,
mr. von Bönninghausen uit Olden-
zaal. oen minister van Binnenlandsche Za
ken gesommeerd bewijsmateriaal over te
leggen.
HULDIGING PROF. HALLO TE DELFT.
Prof. dr. ir. H. S. Hallo, hoogleeraar in
de electrotechnlek aan de Technische Hoo-
geschool te Delft, is gistermiddag op har
telijke wijze gehuldigd in verband met zijn
zilveren ambtsjubileum.
De jubilaris werd het eerst toegesproken
door den voorzitter van het college van
curatoren, ir. J. F. de Vogel, die erop wees,
dat het goed geweest is, dat prof. Hallo,
die aanvankelijk marine-officier zou wor
den, zijn gaven ten dienste van de T. H.
heeft gesteld.
Bij ongesteldheid van den rector-magni-
ficus sprak zijn waarnemer, prof. N. Kal,
die in het bijzonder de verdiensten van
prof. Hallo schetste voor den senaat.
Zijn beteekenis als docent werd ln het
licht gesteld door den voorzitter van de af-
deeling electrotechnlek, prof. ir. Baehler.
Hij wees er speciaal op. dat prof. Hallo veel
bijdraagt tot de vorming van de electro-
technische ingenieurs, Uit naam van het
huldigingscomité bood spr. den jubilaris
een door dr. Brakels geschilderd portret
aan.
Vervolgens voerde ir. H. Lohr het woord
namens de vereeniging van directeuren van
electrische bedrijven ln Nederland en de
Kema. Uit naam van de Nederlandsche
eleetrotechnische industrie sprak ir. Otten
uit Eindhoven, die tevens de gelukwenschen
van de directie van Philips overbracht en
van de Delftsche Ingenieurs, die bij Philips
werkzaam zijn. Spr. deelde mede. dat prof.
Hallo namens deze ingenieurs het nieuwste
product van Philips zal worden aangebo
den, dat door hen werd uitgevonden. Wat
dit nieuwste product zal zijn, mocht spr.
nog niet mededeelen.
Hierna werden nog tal van andere toe
spraken gehouden.
VERSPREIDE BERICHTEN.
Bij Kon. Besluit is benoemd tot nota
ris binnen het arrondissement 's-Graven-
hage (vacature A. J. Tassemeijer)H. J.
Zweers. thans notaris te Veenendaal en is
aan F. J. Zweers voornoemd op zijn ver
zoek. met ingang van het tijdstip van in
diensttreding als notaris te 's-Gravenhage,
eervol ontslag verleend als notaris te Vee-
nendaaL
Verleden Vrijdag hebben zich moeilijk
heden voorgedaan tusschen de politie en
een der vluchtelingen in het kamp te Hoek
van Holland omtrent het ontvangen van
bezoek na bezetten tijd.
Toen de kampbewoners op dit punt hun
zin niet konden krijgen, hebben zij dien
avond niet willen eten. Den volgenden dag
hebben de menschen het verkeerde van
hun gedrag ingezien, mede omdat leden
van het comité voor de vluchtelingen hen
er op hebben gewezen, dat het uiten van
wenschen op deze wijze niet bevorderlijk
was voor het ingewilligd krijgen van ver
zoeken.
Dezen eenen avond vasten heeft de lie
den geen kwaad gedaan. Over het algemeen
wordt er door de kampbewoners zeer rijke
lijk gebruik gemaakt van de maaltijden.
De bestemming was spoedig weer hersteld
en Maandagavond heeft men in het kamp
een cabaretavond gegeven, die zeer goed
geslaagd is.
Licht geraakt en nerveus als de meeste
kampbewoners zijn, kan het gemakkelijk
voorkomen, dat zij in botsing komen met
de voorschriften die voor het kamD gelden
en waaraan zij zich ter wille van de goede
orde hebben te houden
Er zijn onder de kampbewoners natuur
lijk ook eenige elementen, die er revolutlon-
naire methodes van uiterst links op na
houden, waar hongerstakingen het gebrui
kelijke middel zijn tot het wekken van
agitatie. Hoewel eenige elementen Vrijdag
de bewoners hebben willen bewegen het
eten te laten staan zoo hebben zii toch den
volgenden dag het verkeerde van hun hou
ding Ingezien en sindsdien zijn de toestan
den ln het kamD naar ons wordt mede
gedeeld weer geheel normaal en laat de
stemming niet meer te wenschen over.
(Hbld.)
Uit Ned. Oóst-Indië
ROUS EN HEYMANS IN INDIË
AANGEKOMEN.
BATAVIA, 2 Maart. (Aneta). De sport-
vliegers Heymans en Rous zijn gistermid
dag. gerulmen tijd voor het verwachte
tijdstip, op het vliegveld Tjililitan gearri
veerd. Het gevolg was, dat slechts een ge
ring aantal personen daar aanwezig was
om beide heeren te verwelkomen.
De voorzitter van de Kon. Ned.-Indiscn
Vereeniging voor de luchtvaart, mr. Sa"°"
kuyl, sprak de vliegers toe. Zij waren zee
opgewekt en enthousiast over
verloop van den tocht, ondanks dat m
zooveel slecht weer had getroffen.
De heeren Rous en Heymans vioD
heden door naar Bandoeng.
Hier is het atitivooid
Los Angelos.
Albury.
2e lu't°nant, 1ste luitenant er
of bii de marine lu't'nant e
derde, tweede en eerste klasse.
2—3