BINNENLAND LEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad Donderdag 2 Maart 1939 Spaansche vluchtelingen worden in ons land niet toegelaten Financiering van invaliditeits- en Ned. Christ. Landarbeidersbond ouderdoms-verzekering Opleiding van tandartsen De kwestie der tandheelkundigen Jhr. von Bönninghausen neemt afscheid van Ootmarsum Korte hongerstaking in vluchtelingenkamp te Hoek van Holland MINISTER ROMME INSTALLEERT DE COMMISSIE VAN ADVIES. De minister van Sociale Zaken. prof. mr. C P. M. Romme heeft gisteren te 's-Gra- venhage de Commissie van Advies inzake de financiering van Invaliditeits- en Ouder- domsverzekering geinstalleerd met een rede waarin hij er 00 wees, dat de regeering zich thans heeft te beraden over de vraag welke regeling na 31 December 1940 datum waarop de thans geldende regeling eindigt, zal zijn te bevorderen. Van verschillende zijden zijn tegen de thans geldende regeling ernstige bezwaren Ingebracht, Er wordt in de bestaande re geling een bedreiging gezien voor de rech ten der verzekerden. Daartegenover werd van andere zijde handhaving van de in 1935 tot stand gebrachte regeling bepleit. Afgezien van meer principieele overwe gingen kan als vaststaande worden aange nomen. dat hervatting van het oorspron kelijke stelsel der annuiteiten-betaling voor den Staat een aanzienlijke verhooging van lasten zal medebrengen, waarvan het gewicht onder de gegeven tijdsomstandig heden nog te zwaarder moet drukken. Al dus rijst dan ook wel de vraag of wellicht een oplossing zou zijn te vinden in dezer voege dat aan den eenen kant zooveel mo gelijk waarborg wordt gegeven voor de rechten en belangen der verzekerden, doch aan den anderen kant rekening wordt ge houden met de oogenblikkelijke draag kracht der gemeenschap. Tot zoover wat betreft de financiering van de door de overheid op zich genomen geldelijke verplichtingen, Dezelfde meer principieele motieven, welke met betrek king tot de financiering van deze verplich tingen bijdragen tot een bepaalde opvat ting omtrent de meest gewenschte rege ling. doen zich ook gelden met betrekking tot den financieelen opzet in zijn geheel van de verplichte invaliditeits- en ouder- domsverzekering. Is het gewenscht voor deze verzekering, als geheel beschouwd, te behouden het oorspronkelijke stelsel van dekking van verzekeringsaanspraken met de aanzien lijke kapitaalsvorming tot welke dat stel sel leidt, of verdiend voorkeur een stelsel, waarbij deze kapitaalsvorming hetzij ge heel of zoo goed als geheel wegvalt, hetzij tot een meer bescheiden omvang blijft be perkt? Over deze beide vraagpunten, derhalve vooreerst het vraagpunt van de financie ring der overheidsverplichtingen en daar nevens het vraagpunt van de financiering der verplichte invaliditeits- en ouderdoms- verzekering in het algemeen, zal de regee ring gaarne het oordeel van de commissie vernemen. In het Koninklijk Besluit tot instelling der commissie is de redactie van de opdracht met opzet ruim geformuleerd. De commissie kan derhalve in haar on derzoek en beraadslaging al datgene be trekken, dat naar haar oordeel voor de zaak, waarom het gaat, van beteekenis wordt geacht. De voorzitter der commissie, prof. Ver- rijn Stuart beantwoordde 's ministers rede. HET ZILVEREN JUBILEUM. Vandaag en morgen viert de Ned. Chr. Landarbeidersbond in een tweetal bijeen komsten te Utrecht zijn zilveren jubileum. Hedenmiddag werd in het gebouw voor Chr. Soc Belangen te Utrecht een buiten gewone algemeene vergadering gehouden waarin de bondsvoorzitter, de heer R Sle mons van Utrecht een gedachtenisrede hield getiteld: „Gedenken en danken". De voorzitter opende de vergadering met het doen zingen van Ps. 75 vers 1, het lezen van Ps. 145 en gebed. Hierna hield hij de herdenkingsrede. Spr. ving zijn rede aan met het wijzen op het gewenschte van stilstaan bij een mijlpaal en het opmaken van de balans. Het kan den mensch leeren Inzien zijn nie tigheid en het vergeefsche van zijn zwoe gen. als God daaraan Zijn zegen onthoudt 25 Febr. j.l. was het een kwarteeuw gele den dat in een bijeenkomst in het Militair Tehuis te Groningen de Ned. Bond van Chr. Landbouw-, tuinbouw- en zulvelarbei- ders opgericht werd. de latere Ned. Chr. Landarbeidersbond. In deze 25 jaren ligt een periode van inspannenden arbeid en opofferingen, van moeiten en zorgen, van strijd maar ook van veel zegen. De bond is geworden tot een gezonde, sterke en in vloedrijke organisatie. Bij de oprichting traden 11 vereenigingen toe met 519 leden en reeds in het eerste jaar scheen het of de ondergang nabij was, want het leden tal daalde tot 332. Spr. wees er op hoe de Chr. landarbeiders in Oost-Groningen zich reeds omstreeks 1900 hebben beziggehouden met pogingen tot organisatie. In 1903 kwam een tweetal plaatselijke vereenigin gen in het Oldambt. Toen men een uitge werkt plan had ging het langzamerhand in de goede richting en spr. bracht in dit verband hulde aan den heer K. Kruithof te Utrecht in die jaren secretaris van het Chr. Nat. Vakverbond, die tal van spreek beurten voor den bond vervulde. 15 Jan. 1915 verscheen het eerste nummer van het vakblad. Op verschillende plaatsen werd verbinding gezocht, n.l. met de zuivelarbei- ders in Friesland, de veenarbeiders in Drenthe, de arbeiders in de bloembollen- bedrijven, enz. Zoo steeg het ledental op 31 Dec 1915 tot 897. Elk jaar bracht winst en 31 Dec. 1918 telde de bond 3432 leden, waartoe het besluit om aan den bond een werkloozenkas te verbinden mede niet vreemd was. De slechter wordende toestan den in de bedrijven brachten echter weer een sterken terugloop van het ledental en in 1923 werd het laagtepunt bereikt van 4573. Daarna ging het weer geleidelijk omhoog en na een jaar bedroeg het ledental 5000. In 1930 was het geklommen tot 10.000 en zoo kwam in 1933 het hoogtepunt met 27.000 leden. De strengere bepalingen bij de uitvoering der werkloozenverzekerlng eenerzijds en de voorschriften in verband met de steunregeling voor kleine boeren anderzijds brachten weer een langzame da ling en thans heeft de bond rond 25.000 «leden, georganiseerd In ruim 700 afdeelln- gen. Groote opofferingen hebben de pro pagandisten zich getroost, maar gezien het aantal Prot. Chr. arbeiders betrokken bij agrarische bedrijven ligt er nog een wijd perspectief open. Spr. stond vervolgens stil bij de verbe terde positie der arbeiders in de land- en tuinbouwbedrijven in de laatste 25 jaar. De staatscommissie van 1906 die een on derzoek moest Instellen naar den economl- schen toestand der landarbeiders gaf een zeer somber rapport van chaotische toe standen, vrouwen- en kinderarbeid en een economisch zeer afhankelijke positie. Een hechte, goed gefundeerde organisatie heeft mede daaraan een eind gemaakt en spr. bracht hulde aan mannen als Talma, Slo- temaker de Bruine en Smeenk voor wat zij aan voorlichting hebben gegeven. Spreker gaf een overzicht van de gemaakte vorde ringen in het afsluiten van collectieve con tracten etc., waarbij hij zijn betoog met cijfers illustreerde. Thans zijn er 360 con tracten omvattend 25 000 werkgevers en 80.000 werknemers Ook is van groote be teekenis de ziekteverzorging, ongevallen-, Invaliditeits- en ouderdomsverzorging. Mlllioenen zijn uit de werkloozenkas uitge keerd, en veel nood mocht gelenigd. Zoo mocht de bond 25 Jaar mede op de bres staan voor de belangen zijner leden. Zijn streven is niet vruchteloos gebleken. Daarom past het thans God te loven en Hem eere te geven, waartoe spr. zijn ge hoor opwekte Dan mag Gods zegen ook in de toekomst, hoe donker ook. worden ver wacht, want Zijn Hand is niet verkort. Nadat enkele afgevaardigden woorden van gelukwensch gesproken hadden werd de bijeenkomst gesloten. Morgen vindt een groote bijeenkomst plaats in Tivoli, waar o.a. minister Slotermaker de Bruine en het Tweede Kamerlid C. Smeenk spreken zullen. DE TENTOONSTELLING HET LEGER. Standpunt van den Nijverheidsraad. In den Nijverheidsraad is, naar men ons meldt, naar aanleiding van de plannen, om in Juli a.s. in het tentoonstellingsgebouw Houtrust een tentoonstelling te organisee- ren, nogmaals de aandacht gevestigd op het euvel, dat tentoonstellingen, waarbij op de deelneming van de Nederlandsche industrie wordt gerekend, worden opgezet, zonder dat daarover van te voren met de georganiseerde nijverheid overleg wordt gepleegd. In dit geval is zulks te meer te betreuren, daar is gebleken, dat bij de Ne derlandsche industrie voor deelneming aan de expositie weinig belangstelling be staat. omdat daaraan ernstige bezwaren van technischen. financieelen en anderen aard zijn verbonden. De raad is dan ook tot de overtuiging gekomen, dat het be lang van de industrtê medebrengt, dat de tentoonstelling Het Léger niet doorgaat. AANVULLING DER HOOGER- ONDER WIJS WET. Aan de memorie van antwoord inzake het wetsontwerp tot aanvulling der hooger- onderwijswet is het volgende ontleend: Het academisch statuut heeft inderdaad zooals eenige leden opmerken de mo gelijkheid geopend om aan het practisch tandheelkundig examen te doen vooraf gaan een studie met als basis het gewone candidaatsexamen in de medicijnen, ge volgd door een doctoraal examen, dat de faculteit alsdan bevoegd zou zijn af te nemen. Van de gelegenheid om hiervan ge bruik te maken is evenwel afgezien. De regeling van de theoretische studie in beginsel te laten zooals zij thans is. name lijk een speciaal op de beoefening van de tandheelkundige practijk gerichte studie, scheen verkieslijk en omdat dit beter aan de behoefte der practijk beantwoordde èn omdat hierdoor een aanmerkelijke ver hooging van de kosten van het medisch onderwijs vermeden werd. De minister van onderwijs. K. en W. heeft zich blijkens het ingediende wetsontwerp hierbij aangesloten overeenkomstig de voorstellen van curato ren en de faculteit der geneeskunde. Het ls den minister niet wel verklaar baar. dat in het voorloopig verslag bezwaar wordt gemaakt teven wat genoemd is een monooolie. hetwelk Utrecht zou bezitten van de geheele tandartsenopleiding. Bij herhaling wordt immers met grooten nadruk er op gewezen, dat er bij het hooger onderwijs rolverdeeling moet zijn. dat doublures van opleidingsmogelijkheid zoo veel mogelijk moeten worden vermeden. In het licht van deze beschouwing, die de minister geheel deelt en ook altijd heeft ge tracht te volgen, zou het. kwalijk verdedig - haar ziin naast het tandheelkundig insti tuut te Utrecht ook elders gelegenheid te ODenen voor deze opleiding. In de eerste Plaats zou dit tot zeer hooge kosten voeren. Maar daarenboven zou het onvermijdelijk er toe leiden, dat er nog meer toevoer van studenten in de tandheelkunde zou komen. Men vergete toch niet. dat reeds nu. blij ken' het rapport over de toekomst der academisch gegradueerden (commissie- Limburg) van !936, ernstige overproductie dreigt. De minster zou het moeilijk kunnen ver antwoorden met deze waarschuwende ge gevens geen rekening te houden. WIJZIGING VAN DE TARIEFWET. Bil de^ 'V- "ergaderinp van de ,J"TTr?c"-,n A (in! flf* VPOvZ tt"€r 5-tf- 7-p-i m-or'c'1?4; r1,0 ren^Tale p.^dcG1^"" h^^ft bes'o en wet^on+v^ry wi.iziprnn van de tar efwt 1"3-' "r ric we1 00 het statistiek- recht ir de afdcelingen te doen onderzoe ken op Vrijdag 31 Maart om een uur. (Van onzen parlementairen medewerker). Na het Incident in de Kamer werd giste ren zooals gemeld het initiatief-ont werp der NBB. verworpen. Eerst had de heer Woudenberg nog een goed woord gedaan ten gunste van de af schaffing der rijwielbelasting; daarna had de heer de Geer nog eens in het licht ge steld. dat de voorstellers geen voldoende dekking aanwezen voor de tekorten die in voering van hun denkbeelden zou opleve ren: eindelijk verklaarde dr. Bierema dat de liberalen zouden tegen stemmen, om dat de Regeering bezig is met plannen inzake de belasting op het motor-verkeer. Tenslotte heeft de geheele Kamer, be halve de 3 NS B.'ers, zich tegen het ont werp verklaard. DE TANDHEELKUNDIGEN. Hoeveel malen zou in de laatste jaren in het parlement al gedebatteerd zijn over de tandheelkundigen? Wij schatten het niet. Thans wil de regeering pogen een „defi nitief einde" aan deze zaak te maken en wel aldus, dat aan bepaalde groepen van tandtechnici. die niet de bevoegdheid heb ben om de volledige tandprothese uit te oefenen, als nog een kans zal worden ge geven om die bevoegdheid te verwerven. Daartoe bepaalt het ontwerp dat zijdie toegelaten zijn geweest tot het afleggen van het practisch examen volgens de wet van 1929 doch er niet aan deejpamen of er niet voor slaagden, nog éénmaal in de gelegenheid worden gesteld om door een examen van hun practische bekwaamheid to, uitoefening der bevoegdheid van tand heelkundige te deen blijken. Zij moeten daartoe eerst deelnemen aan een voor onderzoek. De geslaagden ontvangen een diploma en mogen den titel „tandheel kundige" voeren; hun bevoegdheden wor den in het ontwerp omschreven; personen beneden de 16 jaar mogen zii niet behan delen. Intusschen waren met dit ontwerp alle verlangens nog geenszins voldaan. Verschillende leden vroegen namelijk, om in het ontwerp nog een andere groep van tandtechicl op te nemen, een groep (van 25 personen) die in 1913 al de tand heelkunde uitoefenden, doch toen niet ziin toegelaten tot examen. Ook de bepaling inzake de 16 iaar gin? sommigen te ver: zii wilden er 14 iaar van maken. Voorts bleek dr Vos van mce-iing dat aa- het '-obleem der tcnclt-ehni": noo't °en eind zal komen, zoolan» er niet met kracht wordt opgetreden tegen allerlei onbevoeg den d.c zich in de laatste iaren voor tand heelkundigen uitgeven. Maar Minister Romme was optimistischer; hij zag wel degelijk in dit ontwerp het einde van de moeilijkheden. Maar hij maakte ernstig bedenking om de groep tot het nieuwe examen toegelatenen uit te breiden, want daardoor meende hij zouden weer nieuwe bezwaren rijzen. Er is nog eenige strijd ontstaan over dit denkbeeld, dat in een tweetal amendemen ten van den heer van der Putt was neer gelegd, doch tenslotte trok de voorsteller ze in. De Kamer heeft het wetsvoorstel goed gekeurd. Eerst art. 1 (examen) met 60 tegen 19. daarna art. 4 1 bevoegdheid) met 52 tegen 22, eindelijk het ontwerp met al gemeene stemmen op i na (mevr. de Vries- Bruins). STEUN AAN SPAANSCHE VLUCHTELINGEN? Op het eind van den dag kwam nog in behandeling de interpellatie van den lieer Wijnkoop inzake de bereidhe.d der Regee ring om steun (of toelating) te verleenen aan Spaansche vluchtelingen en kinderen, waarvan de interpellaht de wenschelljkheid en menschelljkheid. naar zijn meening, uiteenzette. Minister Colljn heeft, zijnerzijds, van de deelneming der Regeering in het lot dezer vluchtelingen gewaagd Maar bij zag hier geen plicht en geen taak voor ons land; ten aanzien van afgelegen rijken staat, volgens hem. de zaak van hulpverleening anders dan met betrekking tot een aan grenzend volk. Bovendien wees hij er op dat uit Nederland evenals uit andere lan den. een bijdrage is gezonden naar het comité voor de Spaansche vluchtelingen te Genève. Uitdrukkelijk verklaarde de Minis ter. dat de Regeering geen Spaansche vluchtelingen kan toelaten na de vele dui zenden. die in den laatsten tijd reeds van elders toegelaten zijn. De heeren Wijnkoop en Albarda zeiden zich door dit antwoord des Ministers zeer teleurgesteld te gevoelen inzonderheid om dat hij ook weigerde kinderen toe te laten De heer Albarda verklaarde zich overtuigd te houden, dat verscheidene Nederlanders een Spaansch slachtoffertje van de ge beurtenissen zouden willen opnemen Wij hebben vroeger toch ook Oostenrijksche en Hongaarsche kinderen opgenomen? vroeg hij. Maar de minister hield voe^ bii stuk en verklaarde nogmaais dat toelating niet mogelijk is. Worden de omstandigheden zoo. dat eventueel aan een zekere hulp- verleening kan worden gedacht, dan zal dit geschieden op dezelfde wijze als België idat ook geen vluchtelingen toelaati het heeft gedaan, namelijk door geld besch'k- baar te stellen voor de inrichting van een kinderkamp in Zu'd-Frankrlik. Maar een '«'oft" dscomtrennt ciercl de Minister n'et; het is alleen mogelijk dat deze zaak later nog eens kan worden overwogen. Aldus liep de interpellatie af en ging de 1 Kamer uiteen. Mljnhardtjes xijn geen ronde, maar hartvormige cachets, gevuld met een combinatie van) de allerbeste medicijnen, die met vereende krachten allerlei pijnen, alsmede griep en kou, spoedig' de baas zijn Per stuk 5 ct. 12 stuks 50 ct. In vestdoosje 6 stuks 30 ct Fabrikant Mijn hordt - Zeist 277 (Ingea. Mod.) „IK WIL IN MIJN EER HERSTELD WORDEN". Jhr. E. L. M. Th. J. von Bönning hausen, thans oud-Burgemeester van Ootmarsum heeft Dinsdag, den laat sten dag, waarop hij hoofd der ge meente was, degenen, die van hem afscheid wilden nemen, daartoe in de gelegenheid gesteld door een bijeen komst te beleggen in hotel „Tubantia" aldaar. Dat velen zich gedrongen ge voelden deze gelegenheid, welke door den scheidenden Burgemeester tevens bedoeld was als een kleine uitdrukking van zijn vriendschappelijke gevoelens ten opzichte van Ootmarsum's ingeze tenen, te benutten, bewezen de 2 volle zalen van genoemd hotel. Nadat jhr. von Bönninghausen een te rugblik had geworpen op zijn 12 dienst jaren, besprak hij de ontslagkwestie. Ik gevoel veel voor militaire aangelegen heden en ik ben, zeide hij, pro-Duitsch. Ik juich veel zaken, welke ik in Duitschland zag, toe en zou graag zien, dat wij hier verschillende dingen zouden kunnen na volgen. Verder niet! Ik heb mij daarover uitgelaten op een vergadering van B en W. en ook op een Jachtdlner. Maar ik heb ge heime vijanden en die hebben de zaak over dreven Zoo kwam het tot mijn ontslag, maar ik twijfel er niet aan, of ik zou alle tegen mij ingebrachte grieven en klachten kunnen ontzenuwen. Tot drie maal toe heb ik den Minister om afschriften van de klachten gevraagd, maar ik heb geen ant woord ontvangen, zoodat ik na mijn ont slag nog niet met zekerheid kan zeggen wat mij ten laste is gelegd. Vervolgens memoreerde jhr. von Bön ninghausen, dat hij onmiddellijk een aan klacht tegen de beide wethouders had ingediend wegens lasterlijke aanklacht waardoor zijn eer en goede naam waren aangetast, en wat er met zijn klacht ge schied was. Voorts wees hij er op. dat bij het verhoor door den minister de beide wethouders gelegenheid hadden gehad, na het verhoor van den eenen, met elkaar ruggespraak te houden, terwijl aan beiden dezelfde vragen waren gesteld. Op het on juiste hiervan was Z. Exc. door den ge meentesecretaris nog attent gemaakt. Na het verloop van deze historie welke we dezer dagen reeds uitvoerig vermeld hebben verder uiteengezet te hebben, concludeerde de heer von Bönninghausen, dat bij het onderzoek tegen hem elke objectiviteit is verwaarloosd, dat hem geen inzage werd verstrekt van de tegen hem ingebrachte klachten en hem de mogelijk heid zich te verdedigen is ontnomen. Daar voor hem geen beroep open staat, heeft hij H. M. de Koningin een audiëntie verzocht, om gelegenheid te hebben zich over de be handeling door den minister te beklagen en zijn verdediging voor te dragen. Ik moet het recht hebben mij te verdedigen, aldus de scheidende Burge meester en de aanwezigen verklaarden het daarmede eens te zijn. Het ontslag is mij verleend zonder het predikaat „eervol" en dat trek ik mij zeer aan, vervolgde jhr. von Bön ninghausen. Kan ik nu straks nog wel met opgeheven hoofd door Ootmar sum's straten gaan? Jawel! betuigde de vergadering luid. Verschillende personen spraken Jhr. von Bönninghausen vervolgens toe. De aanwezigen betuigden luid hun in stemming met het voorstel van den heer Schulte, oud-wethouder van Ootmarsum, om aan H. M. de Koningin, de Eerste en de Tweede Kamer het volgende telegram te zenden: .Burgers, arbeiders en boeren van de gemeente Ootmarsum. in vergadering in hotel Tubantia bijeen. protesteeren tegen de onrechtvaardige behandeling van den Burgemeester en ver langen een nieuw en rechtvaardig onder- Jhr, von Bönninghausen beantwoordde dan de verschillende sprekers. Hartelijk dankte hij voor het verzenden der telegrammen, met het doel zijn actie voor een rechtvaardige behandeling te steunen. Ik heb wel gesolliciteerd naar de nu vacant gekomen Burgemeestersplaats van Ootmarsum, aldus spr., maar in hoofdzaak om op deze wijze Hare Majesteit te kennen te geven, dat ik in mijn eer hersteld moet worden. Ik moet een eervol ontslag hebben. Daarvoor zal ik blijven vechten! Naar wij vernemen heeft de Juridische raadsman van jhr. von Bönninghausen, mr. von Bönninghausen uit Olden- zaal. oen minister van Binnenlandsche Za ken gesommeerd bewijsmateriaal over te leggen. HULDIGING PROF. HALLO TE DELFT. Prof. dr. ir. H. S. Hallo, hoogleeraar in de electrotechnlek aan de Technische Hoo- geschool te Delft, is gistermiddag op har telijke wijze gehuldigd in verband met zijn zilveren ambtsjubileum. De jubilaris werd het eerst toegesproken door den voorzitter van het college van curatoren, ir. J. F. de Vogel, die erop wees, dat het goed geweest is, dat prof. Hallo, die aanvankelijk marine-officier zou wor den, zijn gaven ten dienste van de T. H. heeft gesteld. Bij ongesteldheid van den rector-magni- ficus sprak zijn waarnemer, prof. N. Kal, die in het bijzonder de verdiensten van prof. Hallo schetste voor den senaat. Zijn beteekenis als docent werd ln het licht gesteld door den voorzitter van de af- deeling electrotechnlek, prof. ir. Baehler. Hij wees er speciaal op. dat prof. Hallo veel bijdraagt tot de vorming van de electro- technische ingenieurs, Uit naam van het huldigingscomité bood spr. den jubilaris een door dr. Brakels geschilderd portret aan. Vervolgens voerde ir. H. Lohr het woord namens de vereeniging van directeuren van electrische bedrijven ln Nederland en de Kema. Uit naam van de Nederlandsche eleetrotechnische industrie sprak ir. Otten uit Eindhoven, die tevens de gelukwenschen van de directie van Philips overbracht en van de Delftsche Ingenieurs, die bij Philips werkzaam zijn. Spr. deelde mede. dat prof. Hallo namens deze ingenieurs het nieuwste product van Philips zal worden aangebo den, dat door hen werd uitgevonden. Wat dit nieuwste product zal zijn, mocht spr. nog niet mededeelen. Hierna werden nog tal van andere toe spraken gehouden. VERSPREIDE BERICHTEN. Bij Kon. Besluit is benoemd tot nota ris binnen het arrondissement 's-Graven- hage (vacature A. J. Tassemeijer)H. J. Zweers. thans notaris te Veenendaal en is aan F. J. Zweers voornoemd op zijn ver zoek. met ingang van het tijdstip van in diensttreding als notaris te 's-Gravenhage, eervol ontslag verleend als notaris te Vee- nendaaL Verleden Vrijdag hebben zich moeilijk heden voorgedaan tusschen de politie en een der vluchtelingen in het kamp te Hoek van Holland omtrent het ontvangen van bezoek na bezetten tijd. Toen de kampbewoners op dit punt hun zin niet konden krijgen, hebben zij dien avond niet willen eten. Den volgenden dag hebben de menschen het verkeerde van hun gedrag ingezien, mede omdat leden van het comité voor de vluchtelingen hen er op hebben gewezen, dat het uiten van wenschen op deze wijze niet bevorderlijk was voor het ingewilligd krijgen van ver zoeken. Dezen eenen avond vasten heeft de lie den geen kwaad gedaan. Over het algemeen wordt er door de kampbewoners zeer rijke lijk gebruik gemaakt van de maaltijden. De bestemming was spoedig weer hersteld en Maandagavond heeft men in het kamp een cabaretavond gegeven, die zeer goed geslaagd is. Licht geraakt en nerveus als de meeste kampbewoners zijn, kan het gemakkelijk voorkomen, dat zij in botsing komen met de voorschriften die voor het kamD gelden en waaraan zij zich ter wille van de goede orde hebben te houden Er zijn onder de kampbewoners natuur lijk ook eenige elementen, die er revolutlon- naire methodes van uiterst links op na houden, waar hongerstakingen het gebrui kelijke middel zijn tot het wekken van agitatie. Hoewel eenige elementen Vrijdag de bewoners hebben willen bewegen het eten te laten staan zoo hebben zii toch den volgenden dag het verkeerde van hun hou ding Ingezien en sindsdien zijn de toestan den ln het kamD naar ons wordt mede gedeeld weer geheel normaal en laat de stemming niet meer te wenschen over. (Hbld.) Uit Ned. Oóst-Indië ROUS EN HEYMANS IN INDIË AANGEKOMEN. BATAVIA, 2 Maart. (Aneta). De sport- vliegers Heymans en Rous zijn gistermid dag. gerulmen tijd voor het verwachte tijdstip, op het vliegveld Tjililitan gearri veerd. Het gevolg was, dat slechts een ge ring aantal personen daar aanwezig was om beide heeren te verwelkomen. De voorzitter van de Kon. Ned.-Indiscn Vereeniging voor de luchtvaart, mr. Sa"°" kuyl, sprak de vliegers toe. Zij waren zee opgewekt en enthousiast over verloop van den tocht, ondanks dat m zooveel slecht weer had getroffen. De heeren Rous en Heymans vioD heden door naar Bandoeng. Hier is het atitivooid Los Angelos. Albury. 2e lu't°nant, 1ste luitenant er of bii de marine lu't'nant e derde, tweede en eerste klasse. 2—3

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 10