De voetbalwedstrijd Nederland-Hongarije - Felle brand te Sappemeer LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad De Sprong in het Leven 79sfe Jaargang FEUILLETON HET MOTORTANKSCHIP „TIBIA" gebouwd voor de Kon. Shell-groep. liep van de werf der Ned. Scheepsbouw Maatschappij met goed gevolg te water. Mevr. D. Goedkoop-Everts verricht de tewaterlating. HOES HOES HEIL HOES. Aldus zingend trekt de jeugd van Ulestraten (Limburg) op den eersten Zondag in de Vasten langs de huizen der notabelen, waar met gulle hand lekkernijen worden uitgestrooid. BRAND IN DE STROOKARTON- EN PAPIERFABRIEK v.h. W. A. SCHOLTEN TE SAPPEMEER, Het oude gedeelte van de fabriek ging Zaterdagavond in vlammen op. Met veel moeite kon het nieuwe gedeelte behouden blijven. EEN FRAAIE FONTEIN voor het Ned. paviljoen op de we reldtentoonstelling te New York. Deze door prof. Rosse en den heer Speer ontworpen fontein bestaat uit 254 koperen buizen. Het geheel zal in een kristallen omhulsel worden geplaatst. DE VOETBALWEDSTRIJD NEDERLAND-HONGARIJE WELKE DOOR DE ORANJEPLOEG MET 3—2 WERD GEWONNEN. Een aanval op het Hongaarsche doel. Links: v. d. Veen en rechts de Harder. DE FRANSCHE MINISTER VAN ONDERWIJS bracht ook een bezoek aan Marken en Volendam. De minister en zijn echtgenoote temidden van Volendammer kinderen. HET NEDERLANDSCHE DOEL DOORBOORD IN DEN VOETBALWED STRIJD NEDERLAND—HONGARIJE. GYETVAY WEET DOOR DE NEDERLANDSCHE VERDEDIGING HEEN TE DRINGEN EN BRENGT DEN STAND OP 2—2. Oorspronkelijke Nederlandsche roman door FELICIA CORDEA. 15) 'Meren voet op een pedaal geplant, 2 5tuurknuppel stevig in haar handen S™d' deed Angela een poging om rï. vlieSen- Onmogelijk! Totaal, absoluut onmogelijk! (ABBela begreep er niets van. Ze deed wn precies wat haar gezegd was! Waar jrjjrde het ding dan naar, vroeg ze zich uihopig af, toen ze de acrobatische be dingen bemerkte, waarmee het toestel "«r pogingen om rechtuit te vliegen, be- «woordde. Jtoor haar zat de piloot en schudde mee- ™hg het hoofd over zooveel onhandigheid '"ofschoon Angela er zich hevig aan er- l'me, was ze hem toch dankbaar, dat hij rat en het toestel plus inzittenden voor snellen, maar zekeren dood bewaarde, he koptelefoon riep hij haar toe Jïechtuit vliegen. Maak maar geen "«ten voorloopig." Jawel," dacht Angeal spinnijdig. „Jij «Whet maar!" Ze probeerde het eene pedaal, toen het andere, daarna allebei tegelijk, plus stuur- knuppel en kwam tot de overtuiging, dat een sportvliegtuig het meest ongezeggelijk vervoermiddel was. dat er bestond Geen enkele beweging deed het ding onafhanke lijk, nergens luisterde het naar. Door alles liet het zich beïnvloeden, behalve door Angela's wanhopige pogingen en het ge droeg zich alsof het tipsy was, enkel en alleen omdat ze haar best deed om recht uit te vliegen. Een half uur hield zij deze pogingen vol en zag ze den horizon zenuwachtig op en neer deinen, terwijl de stem van den pilot-instructeur haar in de ooren gonsde en zijn aanwijzingen haar steeds meer ver warden. Soms, als zij een bijzonder onhan dige stuurbeweging maakte, die Vliet-Lans dadelijk moest verbeteren, om kwade ge volgen te voorkomen, kreeg zij een harden stoot tegen een hand of een voet, omdat haar stuurinrichting vast met de zijne ver bonden was. Toen Angela na een half uur weer vas ten grond onder haar voeten had, geloofde ze niet, dat ze ooit rechtuit zou leeren vliegen. Toen Risotta haar naar huls gereden had, wachtte Furné haar op. Hij keek naar haar gezicht en haar oogen. Hij was tevre den Het harde was eruit verdwenen en had plaats gemaakt voor een uitdrukking van ergernis over het mislukken van haar eerste poging, terwijl er scherpe lichtjes van vastberadenheid in flikkerden. „Zoo'n ding. Paps, dat ze een sportvlieg tuig noemen, is het meest ongezeggelijke dat men zich voorstellen kan Een auto is een kinderwagen er bij vergeleken. En de instructeur vond me zonder twijfel het meest onhandige wezen, dat er op twee beenen rondloopt." De tweede les werd wederom aan niets anders besteed dan aan rechtuit vliegen. Rechtuit vliegen en nog eens rechtuit vliegen! Let op den horizon! Stuurknuppel rustig! Aan het eind van het tweede half uur begon ze het leuk te vinden en het leek haar dat het kistje ze begon reeds in de gebruike lijke termen te denken een heel, heel klein beetje gezeggelijker werd. Toen ze na de tweede les op den grond stond zwoer ze zichzelf, dat ze het den derden keer zou klaarspelen. Rechtuit vliegen zou ze, al ging het ding ook op zijn kop staan. „O Paps, ik krijg het wel klein. Als dat toestelletje zich voorstelt dat het mij de baas is, dan vergist het zich. Je dochter, Mr. Furné leert vliegen!" Het derde half uur vloog ze rechtuit. Angela genoot. Angela was trotsch. Angela vloog rechtuit en hield den horizon opzijn plaats, alsof ze haar heele leven lang niets anders gedaan had, dan horizons op hun plaats te houden. „Rechtuit vliegen, Paps," schepte ze bij haar thuiskomst op, „niets aan! Ken je zoo! Maar wat we nu gaan doen, dat is moeilijk! Nu moet ik bochten leeren maken." Furné hield zijn hart vast. Figuurlijk natuurlijk. Bij een bocht kon je wel eens doodvallen, geloofde hij. Maar hij hield zich goed. Hij maakte grapjes met zijn dochter over bochten Want hij had de uitdrukking in het gezicht van zijn kind gezien. En hij was tevreden. xm. Totulescu-Avarides belde Elvi in den loop van de week op en maakte voor den Za terdag een afspraak met haar. Hij zou twee plaatsen in den Princesse-schouwburg bespreken en later met haar in het House of Lords soupeeren. Maar ofschoon Elvi de uitnoodiging aangenomen had, voelde ze toch langzaam een lichten twijfel omtrent de juistheid van haar besluit in zich op komen. Ze troostte zich echter met de ge dachte, dat ze te allen tijde Mr. Furné in den arm kon nemen. Ze overwoog zelfs of zij er niet beter aan deed nu reeds naar hem toe te gaan en hem van de gebeurte nissen op de hoogte te brengen. Ze deed het echter niet. Voorloopig wist zij immers nog niet wat Totulescu van haar wilde. Voordat zij een besluit had kunnen ne men, belde Verschuur haar op. Hoe ze zich ook over dit feit verheugde, het beteekende toch een kleine streep door haar rekening. Ze zou het veel prettiger gevonden hebben, als Verschuur eerst teruggekomen was. wanneer zij zelf reeds meer houvast in de aangelegenheid gehad had. Maar toch was ze blij, toen ze zijn warme, diepe stem hoorde. „Hoe staat het ermee, Elvi? Heb je het al dien tijd zonder mij kunnen uithouden?" „O. bijna niet. Ik was van verlangen naar mijnheer Theodoor Verschuur werkelijk op sterven na dood," spotte ze, maar ze was toch blij, dat hij haar kleur niet kon zien „Zoo." lachte hij „wacht daar nog even mee. wil je. Ik zou je voor dien tijd graag eerst even terug willen zien. Hoe staat het met het chauffeeren? Zullen we nu eens beginnen?" „Wel Ja, waarom niet. Dat moesten we maar eens doen." „Je gaat het liefst niet door de week uit, als ik het wel heb. Wil je dan Zaterdag middag voor me vrijhouden?" „Alright! Ik verheug me er erg op, mijn heer Theodoor H. Verschuur." „Ik kom je om drie uur halen, Elvi." Verschuur kwam stipt op tijd, maar dit keer in de oude Bulck, die ondertusschen nog best gezien mocht worden. Hij reed haar naar de Kievit, legde haar het gebruik van versnellingen, koppelingen en pedalen uit en bracht haar de eerste beginselen van de edele chauffeerkunst bij. Elvi bemerkte tot haar verrassing, dat het vrij moeilijk was, met iedere hand en iederen voet gelijktijdig een andere bezig heid te moeten verrichten. Na een uur vond hij, dat het voor den eersten keer genoeg geweest was en stelde haar voor te gaan theedrinken. „En hoe maakt Parijs het," informeerde Elvi. „Je zult het niet willen gelooven, maar ik ben er nooit geweest. Voordat mijn ouders stierven, was ik te jong voor een reisje naar Parijs en toen ik eenmaal in het pensionaat kwam, was er natuurlijk geen sprake meer van. Ik denk. dat ik me eens bij een reisgezelschap zal aansluiten. In de Kerstdagen of zooiets." „Nooit bijzonder aardig, dat reizen met een reisgezelschap. Vraag je vriendin An gela maar eens of ze meegaat, dan zal ik jullie er wel brengen Ik ken Parijs door en door. Hoe lang krijg je verlof met Kerst mis?" (Nadruk verboden)., (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 5