De Leidsche begrooting voor 1939 Toestand van Indië bevredigend AKKERTJES LEIPSCH DAGBLAD - Derde Blad Vrijdag 24 Februari 1939 Vierde dag Antwoord van B. en W, De voorzitter Hen&dorp Replieken Voortzetting replieken Men werkt er met groote opgewektheid ———^^—11 lit' ii WETHOUDER VAN STRALEN. Wethouder VAN STRALEN vervolgt zijn afgebroken rede. Juist om de verarming over de gansche linie is hij voor behoud van de schoolkin dervoeding tijdens de vacanties. alleen om een paar duizend gulden te besparen voor gesteld. In vele gevallen ziet hij in af schaffing een gevaar en wel voor de aller armsten, daar de inkomsten daar voor het allernoodzakelijkste zelf onvoldoende zijn. Met eenige cijfers licht spr. dit toe Hoe op andere wijze hierin is te voorzien, heeft wethouder Tepe ook niet kunnen aantoo- nen. Er is gesproken over moreele en gees telijke herbewapening, doch spr. vreest, dal dit in de practijk nog niet mee zal vallen. Wordt de offervaardigheid algemeen vaar dig over ons volk. dan zal heel wat kun nen geschieden, doch uit ervaring weet spr. dat dit juist niet meevalt, spr. verwijst naar de opbrengst van enkele collecten. Laat ons echter hopen, dat het beroep der Koningin baat zal geven, kon niet worden verkregen, zoodat de wer- te werk. bijna het dubbele van vroeger. Een billijker steunaftrek is gevraagd, doch kon niet worden verkregen, zoodra de wer kers slechts weinig voordeel hebben geno ten. In het kort zet spr. dan uiteen hoe hoe bij fraude bij den steun gehandeld wordt en hoe het gaat met den steun van werkloozen. die zich van elders hier ves tigen om dit aantal gering te houden. Het streven is de samenwerking tuschen beide steun-lichamen wordt verbeterd.. Spr. be antwoordt vervolgens eenige opmerkingen van den heer Snel en mevr. Braggaar, ver zekerend. dat zoover gegaan wordt als kan, maar dat men aan vaste regelen is ge bonden. De spaar-regeling sluit z.i. de armsten. die het het meest noodig hebben, uit daar zij niet kunnen sparen, terwijl het sparen door anderen onbillijkheden schept ten aanzien van hen, voor wie het niet geschied. Daarom oordeelt hij deze re geling nog altijd onsympathiek. Over werkverruiming en werkverschaf fing wordt zeer verschillende geoordeeld. Verweten is zelfs het college zoo weinig te doen aan werkverschaffing als gevolg van de weinige sympathie van spr. als wethou der (zie de rede van den heer Knibbel. De meeste werkverschaffingsobjecten liggen op het platteland, in de steden wordt het moei lijker, en in verhouding staat Lelden er dan ook niet zoo slecht voor als beweerd. Spr. geeft een lijst van werken, in werkver schaffing sinds 1931 uitgevoerd, waaruit blijkt, dat er toch nog wel iets is gedaan en voorts, dat de mogelijkheden uitgeput ra ken. Dat blijkt uit het werkprogram van het college en uit het weinige, uit den raad genoemd. De mogelijkheid van deelneming aan de centrale werkverschaffing wil spr. in aan sluiting met zijn voorgangers, niet bevorde ren om de gezinnen niet uit elkaar te ruk ken. Principieel wijst spr. voor zich werkschaf- fing af doch niettemin aanvaardt hij het voor zekere werken en dan voor alle arbei ders, niet alleen voor de arbeiders uit de groep, daarvoor bij uitstek geschikt. Werk verschaffing mag geen gewoonte worden, gelet op het gevaar, dat dan alles in werk verschaffing zal worden gegeven. Zie het loon-verschil voor de arbeiders, vooral de vak-arbeiders, ook al is de regeering ietwat soepeler geworden. Wellicht zal echter een oplossing door de regeering eerlang worden gevonden, men is reeds daarmede doende. Spr. zou het zeer hard toejuichen, want de werkverschaffing van thans haalt de arbeiders niet uit de werkloosheidssfeer. Of in den omtrek van Leiden Leidsche werkloozen te plaatsen zijn, is in onderzoek en wellicht zullen een 500—600 zoo onder dak zijn te brengen, 's Avonds zullen zij dan weer thuis zijn. Werken voor steun heeft bij den minister weinig sympathie, daar hij de voorkeur geeft aan werkverschaffing. Boor werkverruiming zal men de arbei ders hier niet kunnen plaatsen, dit kan alleen door krachtige medewerking van het rijk en daarom betreurt spr. dat inzake het overwegvraagstuk geen schot komt. Eerst na de reorganisatie van het Werk fonds is een beslissing te verwachten, het geen nog wel eenigen tijd zal duren. Door de herscholing bij de firma Zaal berg is veel bereikt. 76 arbeiders namen deel. waardoor groote bedragen zijn bezui nigd. In die richting zullen B en W. dili gent blijven. Spr. hoopt 100 jeugdige werk loozen in de textiel te kunnen overbren gen. Ook de avond-textiel-srhool aan de Ambachtsschool zal spoedig kunnen be ginnen. (Reeds geplaatst in een deel onzer vorige oplaag). Trouwens, hij zegt toe, dat het college ni::s zal nalaten om zooveel mogelijk ar- be'ders als mogelijk is aan werk te helpen. DE ONREGELMATIGHEDEN IN DE CENTRALE WERKPLAATS. Tenslotte de onregelmatigheden in de centrale werkplaats voor jeugdige werkloo zen. Gebleken is. dat de leider van die werk- pl?ats in verschillend opzicht is te kort ge schoten. Op grond van een naar aanleiding van verkregen mededeelingen ingesteld onder zoek, werd den leider o.m. ten laste gelegd, dat hij materialen van de centrale werk plaats ten eigen behoeve heeft gebruikt en zelfs t?n behoeve van derden, voorts, dat hii werkmeesters cn isugditc werkloozen in tijd van de centrale werkplaats arbeid heeft do:n verrichten ten eigen bate, verder, dat hij heeft toegestaan, dat oud materiaal werd verkocht en de opbrengst werd ver deeld onder eenige werkmeesters, vervol gens, dat hij heeft toegestaan, dat door een werkmeester in de werkplaats na bezetten tijd werd gewerkt voor privé-doeleinden waarbij materiaal, gereedschappen en stroom van de werkplaats werden gebruikt en tenslotte, dat hij, ondanks hem ver strekte instructies om via de bestekken van Gemeentewerken in te koopen, buiten die bestekken om en te duur inkocht en ook overigens niet doelmatig bij die inkoopen te werk ging. De sub-commissie voor de centrale werk plaats en de werkobjecten van de door B. cn W. ingestelde Commissie voor Ontwikke ling en Ontspanning van Werkloozen. welke met het beheer van de centrale werkplaats is belast en den leider benoemt en ontslaat, heeft den leider met betrekking tot het geen hem ten laste werd gelegd gehoord. Zij achtte zijn verdediging zwak en onbevre digend, zoodat zij van oordeel was. dat de leider niet als zoodanig kon worden ge handhaafd. Aan den anderen kant achtte zij de tekortkomingen van den leider niet zóó ernstig, dat zij tqt ontslag op staanden voet moest overgaan' en zij besloot in haar vergadering van 16 December j.l. den leider, mede om het hem mogelijk te maken een werkkring in het vrije bedrijf te zoeken en gelet ook op het overigens verdienstelijke werk, dat door den leider bij den bouw van de centrale werkplaats is verricht, in de ge legenheid te stellen ontslag te nemen in gaande 1 Maart a.s. De leider maakte van die gelegenheid ge bruik. Intusschen is de Justitie in deze aange legenheid gemengd en B. en W meenen, dat er thans geen "aanleiding is dieper op deze beschuldigingen in te gaan, doch dat de uitslag van het Justitieel onderzoek dient te worden afgewacht. B. en W., die in grove trekken te voren op de hoogte zijn gehouden, hebben zich in details over de tekortkomingen van den leider doen inlichten, toen van de zijde van het Departement den eisch werd ge steld. dat de leider onmiddelijk werd ge schorst, welke eisch half Januari j.l. ter kennis van B. en W. werd gebracht en waarop onmiddellijk tot schorsing door de Commissie werd overgegaan. B en W. be treuren het. dat zij niet eerder over een volledige kennis van de feiten beschikten, aangezien zij van meening zijn, dat het geen den leider werd ten laste gelegd, aan de Commissie aanleiding had moeten geven tot dadelijke schorsing van den leider te besluiten. In dit opzicht kunnen zij zich derhalve niet vereenigen met het beleid van de Commissie. Het College voegt hier nog aan toe. dat het Departement van Sociale Zaken alleen gestaan heeft op onmiddellijke schorsing van den leider, doch heeft goedgevonden, dat het ontslag eerst op 1 Maart a.s. ingaat en dat aan den leider derhalve tot aan ge noemden datum zijn loon wordt uitbetaald. Aanmerkelijke financiëele schade heeft de gemeente door de onregelmatigheden, die den leider ten laste zijn gelegd, niet ge leden. De heer WILBRINK ontkent nog dat er bouw-speculaties hebben plaats gehad door ambtenaren van Gemeentewerken. De VOORZITTER zegt namens de meer derheid van B en W. dat het recht v»n pe titie volmaakt erkend wordt, doch dat ge waakt moet worden tegen overdrijving of misbruik, de raad mag geen parlement worden. Er zijn echter gevallen, waarin petitie volledig op haar plaats zou zijn, zoo de Leidsche belangen in het gedrang ko men. Veel waardeering voor het tastbare en onschatbare goed van ons monarchaal stel sel heeft hij van den heer v. Eek niet ge hoord en dat betreurt spr. ten zeerste Dat bevordert niet de eenheid van ons volk Het verbod van optochten op Zondag dient z.i. te worden gehandhaafd. Den heer Wilmer geeft spr. dan nog een uiteenzetting van het standpunt inzake processen-verbaal der politie. Niet het aan tal processen-verbaal is beslissend, doch activiteit. Van de beide trammaatschappijen is geen medewerking te verwachten voor de ver vanging van de tram door bussen. Verkeers-agenten en -heuvels kunnen ob stakels zijn. doch spr. oordeelt ze toch nut tig en noodig waar ze gewenscht zijn. Op het punt der luchtbescherming zal het college gaarne medewerken, doch dit eiseht grondig onderzoek, waarmede men druk doende is. Zoo voor schuilplaatsen, schuilloopgraven en lucht-afweer. Men zal echter de ontwikkeling van het militair vliegveld bij Valkenburg en de mogelijkheid van een centraal vliegveld bij Leiderdorp, wat het laatste betreft moeten afwachten. De kwestie der maximum-snelheid is bij de verkeers-commissie. Gelet op nadere wij zigingen is deze aangelegenheid nog aan gehouden. Inzake verhuren van gemeente gebouwen aan alle partijen, handhaaft het college in meerderheid zijn vroeger stand punt. in overeenstemming met de houding der regeering. De heer Van Stralen sprak alleen voor zichzelf, toen hij klaagde over de opbrengst van collecten in verband met den oproep van de Koningin tot geestelijke en mcreele herbewapening, maar hem komt verkeerd voor te rubliceeren, wat de bussen in di verse wijken hebben opgebracht, als in strijd met het doel en belang der zaak. In zake den ooroep zelve is spr bezig maat regelen te beramen om deze tot zijn recht oe doen komen. Voor de replieken vraagt spr. de grootst mogelijke beknoptheid. op de aangevoerde motieven, die hij „ge legenheids-motieven" noemt, speciaal geput uit het verleden zijner partij. Waarbij ver geten is. dat veranderde omstandigheden veranderde houdingen wettigen Hij betreurt die weinige geneigdheid, daar het thans toch tijd is voor alle demo cratische partijen zich te vereenigen tegen de voorstanders der geweldsleer, voor wie slechte levensomstandigheden winst af werpen. De democratie is z.i. den strijd waard. Waarbij tevens tegen den funesten invloed van het kapitalisme in engeren zin dient te worden opgetreden, dat in andere landen reeds zooveel deed mislukken. Nogmaals dringt hij op samenwerking aan met de burgerlijke partijen. Die met de communisten wijst spr. af. daar zij geen democratie-voorstanders zijn. zie Rusland, en bovendien zou leiden tot afbraak der sociaal-democratie. Spr. oetreurt de uitlating van den heer Beekenkamp over de wensohelijkheid van een hoog peil van het debat, daar deze steun geeft aan de meening, dat dit In Leiden niet het geval zou zijn. Spr. betwist dit beslist, al zijn er natuurlijk wel eenige foutjes aan te wijzen. Spreken voor de pers en Tweede Kamertje-spelen waar dit noo dig is, oordeelt spr. juist goed inplaats van af te keuren, zoolang het gemeentebelang op den voorgrond staat en dat is altijd hier het geval. Gelet op wie het Plan van den Arbeid samenstelden, is het al te bedenkelijk te spreken van fantastisch, doch zeker over de schreef gaat de uitdrukking „een pa rade-plan", zooals de heer Knibbe bezigde. Het plan is toch hooge ernst van de S.D.A.P. en deze uitdrukking stelt het juist andersom voor. Spr. verdedigt vervolgens het plan op zich zelf nog eens krachtig, verwijzend naar Zweden. Toevlucht te nemen tot de Werkverschaffing noemt spr. ongerijmd. Welk plan stelt de regeering tegenover het plan van den arbeid? Zij heeft er geen en dat is zoo fnuikend, omdat er iets ge beuren moet; de toestand is onhoudbaar. Tot slot verdedigt spr. zijn voorstellen tegen de gemaakte opmerkingen, ze alle handhavend, behoudens het eerste gedeelte- van zijn voorstel over de arbeids- en clienstvoorwaarden. dat hij intrekt. In het 2de gedeelte brengt hij wijziging aan in den zin van den wethouder. De heer WILMER meent, dat niet is weer legd, dat onder 2 soc -dem. wethouders niet meer werken zijn uitgevoerd, doch minder, hetgeen hij op zich zelf begrijpelijk oor deelt, doch de S.D.A.P. als oppositie dacht er anders over! Er kan echter meer ge schieden met behulp van het Werkfonds of in Werkverschaffing, daaraan schenke men aandacht. Niet de tijden zijn ooi-zaak van de zwen king bij de Leidsche S.D.A.P.. doch het deelnemen aan het bestuur der gemeente. Laat men die fout erkennen. Ook is niet weerlegd zijn bewering, dat de verbeteringen in de steun-regellng in hoofdzaak door de regeering zijn aange bracht. f. 115.000 per jaar beteekent nog al iets, al is men er niet mee. De spaar-regeling blijft hij aanbevelen. Hij spreekt zich uit voor opheffing van de schoolkindervoeding in de vacanties, cm tenslotte zijn stem. nog even te motiveeren over diverse voorstellen. Nadat de heer BERGERS nog eens het Slachthuis heeft behandeld, spreekt hij zich uit voor behoud van schoolkindervoeding in de vacanties, daar het z.i. moeilijk is om terug te komen op gegeven voordeelen en speciaal aan de allerarmsten. De heer MANDERS heeft bezwaar tegen het laten deelnemen van Leidsche werk krachten buiten de stad. aan werken in werkverschaffing, daar dit den buitenge meenten ten goede zal komen. Eerst moe ten de Leidsche objecten zijn uitgeput. Hierna schorsing. volle melk chocolade UWEN WINKELIER OF IN ONZE VERKOOPFILIALEN EN DEPOTS 8961 (Ingez. Med.V l AVONDZITTING. De heer v. ECK gelooft niet veel succes te hebben gehad met zijn verzoek om me dewerking der Chr. partijen. Hij gaat in De heer BEEKENKAMP komt nog eens terug oo het Utrechtsche stelsel voor be- waarschoolonderwtjs. waarvan hii een begin van uitvoering hier gaarne zag toe gepast. Zijn betoog over het debat-peil was van algemeenen aard. sloeg niet op Iemand persoonlijk. Derde lid art. 8 der Grondwet beperkt zeer steil g het recht van den raad zich te begeven od paden buiten zijn be voegdheid! Het zoozeer geprezen plan van den arbeid vindt in eigen kring bestrijding, o.a. van den heer v. d. Tempel! Maar waarom is het Leidsche plan politiek zoo geheel in den steek gelaten? Blijkbaar is de partij satis- fait" Spr. wijst den aanval van wethouder Verwey od de a.r. fractie af, want als er één fractie is geweest, die steeds heeft geijverd voor een zuinig, zuiver financieel beheer, dan is het zeker de zijne geweest die nimmer de S.D.A.P. heeft beschuldigd van bankroetiers-politiek, spr. gaf voor beelden daarover. Wanneer zijn fractie tegen een voorstel was. was dit uit zuivere motleven, zooals ook bij den schoeisel- dienst, waarbij Ged. Staten de fractie zon der eenigen stap harerzijds in het gelijk hebben gesteld. Dat deze financiën nog zoo betrekkelijk gunstig zijn, is te danken aan de vroeger gevoerde politiek Legen de soc. dem. oppo- tities in! Een politiek van de nering naar de tering te zetten. De cijfers van den wet houder over uitvoering van werken toonen reeds achteruitgang bil vroeger, doch deze werken kunnen de oplossing niet brengen. De aanpassingspolitiek is heusch zoo slecht nog niet gebleken Wanneer men bezwaar had de gehuwden naar de centrale werkverschaffing te zen den waarom dar. niet gewerkt voor de ongehuwden? Spr. betreurt het prlncipieele verzet der soc. dem. tegen werkverschaffing ten zeerste Het 's z.i. gewenscht. dat de raad zich uitspreekt en hy dient een motie in waarbij hij het college, gehoord den wethouder van sociale zaken krachtig wordt aangedrongen zooveel mogelijk werk- ve-schaffing te Fevordcen meer dan in de afgeloopen 4 1a-m. vooral voer hoofden van groote gezinnen van oordeel, dat moreel werken beter is dan stempelen. De verklaring over de centrale werkplaats voor Jeugdige werkloozen schenkt spr. Onderhoud met mr. Jongejan. Met het Indié-vllegtuig der K.L.M. „Uil" is gistermiddag van een verblijf van ruim drie maanden in Nederlandsch-Indië op Schiphol teruggekeerd de voorzitter van den ondernemersraad voor Nederlandsch- Indië, mr. W. G. F. Jongejan. Hij heeft heel Java bezocht alsmede de belangrijkste streken van Sumatra. Zijn algemeen» indruk van den toestand in Nederiandsch-Indië was, dat er geen reden tot somberheid bestond, hoewel men een te rooskleurige voorstelling gaf als men beweerde, dat alles gunstig was. Op het ge bied der cultures kan men zich, al bevin den enkele daarvan zich in zorgelijken staat, in het algemeen eveneens hand haven. Opvallend en in frappante tegenstelling met Europa noemde mr. Jongejan echter de opgewektheid, waarmede iedereen in Indië aan het werk is. Indië is een jong land, waar tal van mogelijkheden bestaan, men ziet er de resultaten van zijn werk en de verhoudingen zijn er minder gecompliceerd, zoodat er een vlottere manier van werken mogelijk is. Vandaar ook, dat men er vele dingen optimistischer bekijkt dan in Europa. Toch kent Indië zijn moeilijkheden. Als exportland ondergaat men den invloed van de huidige economische Inzinking en van de gesoannen internationale verhoudingen op politiek en economisch gebied, die o.a. tot uiting, komen ln de vele handelsbelem meringen. waaronder Indië heeft te lijden. Wat deze internationale verhoudingen betreft, wordt Indië natuurlijk in de eerste plaats geraakt door de spanningen in het Verre Oosten. Men voelt er de beteekenls van het Jaoansche vraagstuk veel dichter bij en dus ais belangrijker dan hier te lande en men maakt zich zorg om de ver dediging van het uitgestrekte eilandenrijk. Men vraagt zich af of het geheele Neder- landsche volk wel beseft, dat Neder landsch-Indië een integreerend deel is van liet grondgebied van het Koninkrijk der Nederlanden, welks verdediging opofferin gen van het geheele Nederlandsehe volk eischt en of men ln Nederland wel vol doende de noodzaak inziet om alle krach ten in te spannen. Niettemin houdt men zich niet alleen met defensiekwesties bezig, doch juist den iaatsten tijd toont het gouvernement ook activiteit op sociaal gebied. Dank zij over leg met alle belanghebbenden en een goede voorbereiding is thans een ongevallenver zekering zoo goed als tot stand gekomen, terwijl andere maatregelen als particuliere pensioenen en werkloosheidsverzekering in voorbereiding zijn. Mr. Jongejan gaf ais zijn meening te kennen, dat het gewenscht is, dat men voorloopig op dit gebied gematigdheid zal blijven betrachten. Wat de controle op het loonpeil betreft, waarover wel gesproken is, meende mr! Jongejan. dat van controle in den eigen lijken zin geen sprake is. De regeering is bezig met de voorbereiding van een budget onderzoek. ten einde na te gaan wat de beteekenls is van het loon als deel van het volksinkomen. Men moet afwachten wat hiervan het resultaat is. WIJ vroegen mr. Jongejan verder naar den stand ende mogelijkheden der in dustrialisatie ln Nederlandsch-Indië. Ook op dit gebied achtte hij tal van mogelijk heden aanwezig, die onderzocht dienen te worden alvoreas men conclusies trok. Men moest zich niet door vaste formules lel den. doch incidenteel dè gehleken moge lijkheden benutten. Daarbij waarschuwde spreker ten zeerste tegen het kweeken van of spreken over een belangentegenstelling tusschen Nederland en Nederlandsch-Indië. Hij achtte het ver keerd deze twee gebiedsdeelen tegenover elkaar te stellen alsof hier werkelijk van een botsing van belangen sprake was. Soortgelijke tegenstellingen vond men immers ook in Nederland zelf waar op het gebied der industrialisatie twee provincies, gewesten, of zelfs steden meenden dat hun belangen met elkaar ln botsing kwamen. Door Indië te beschouwen als een on deelbaar deel van het rijk en door een goede coördinatie zou ook door industria lisatie blijken, dat slechts het algemeen belang van het Koninkrijk der Nederlanden zou worden gediend. „Neem jij dit avondcosbuum maar Karei, ik ga toch niet zooveel meer uit!" SrüP/ De koorts daalt onmiddellijk. De besmetting wordt gestuit, De ziekte'duur wordt ingekort, Steeds goede resultaten met: Volgens recept van Apotheker Dumont AKKER-CACHETS Per koker van 13 stuks - 12 stuivers Per doos van 2 stuks - 2 stuivers 8959 (Tneez. Med.) voldoening door de afkeuring van het be leid van de comm.ssie, al is de wethouder daarvan voorzitter en hij hoopt, dat de Integriteit van het gemeentepersoneel bo ven iedere verdenking zal staan. De heer DE REEDE is door den wethou der van financiën niet bevredigd want hij hoorde slechts een oud geluid, dat in strijd was met de vroegere politiek der S.D.A.P.!? Ook nu. trots uitstel, is de begrooting slechts een raming, doch dat is niet erg Het gaat toch niet om Juiste cyfers doch over een globaal overzicht, ook in de toe komst en daarvan bemerkt men niets. Het putten uit den kap taalsdienst blijft spr. zeer gevaarlijk oordeelen. Deze dienst moet naar beneden, anders kan hU later wel eens te zwaar drukken Spr. wijst af het verwijt vroeger voor verlaging van tarieven te hebben geyverd, daarop is hij Integendeel nog trotsch. Voor stellen tot belastlngverhoog.ng waren on mogelijk het college heeft daartoe den pas afgesneden. Spr. moet z:ch afvragen hoe hij straks voor deze begrooting zal stemmen, hij vindt de gevolgde tact'ek n'et veilig, maar hii wil gaarne erkennen dat het college het beste meent ln het belang van de gemeente. De heer VAN WELDEN verdediet de uit lating van dr Horst over het bes uur van Schoolkindervoeding al kan ook hii waar deering hebben voor het werk van dit be stuur. Tegenover den heer Knibbe verdedigt hy het historische materialisme, waaraan hebzucht volkomen vreemd ls. Tegenover den heer v. Eek verdedigt spr, dat het communisme ln wezen democra tisch ls. De heer WILBRINK: u kunt nog beter ons bekeeren dan den ouden heer v. Eek. De heer VAN WELZEN: ook ln uw krin gen wordt gevoeld voor het socialisme. Prlncipieele redenen voor afwijzing van steun der communisten bestaan er niet voor de S.D.A.P.! Gelet op de dringende gevaren ls samenwerking meer eisch dan ooit. Zie ook naar Spanje. Mevrouw BRAGGAAR verdedigt het stre ven der SJJ.AP. tot verbetering ook op moreel gebied, zie onderwijs, volkshuisves ting enz De heer Knibbe was wel zeer er naast, toen hy sprak van louter materia lisme. De z.g spaarregeling is onmogelijk, zie de practyk. Spr. breekt vervolgens een lans voor het melk-gebrutk op'school en verdedigt be houd der schoolkindervoeding tijdens de vacanties. Waarom zou de bestaande com missie. waarin voortreffelyk werk wordt verricht, niet met dezelfde personen tot gemeente-commissie kunnen worden ge maakt? Zy berekent voorts aan de hand van gegevens van het bestuur, dat in de groote vacantie zeker 55 pet. heeft deel genomen, niet slechts 25 pet. 9 De heer SNEL herhaalt zijn diverse wen- schen inzake stempelen etc. en neemt niets terug van zyn critiek op den gang van zaken by den Stadhuisbouw, hoewel nu niemand onaangenaam wil zijn, het was critiek ln het belang der gemeente, ook financieel. Ook van werkverschaffing Mui' hy principieel tegenstander, anders zsi straks alles zoo plaats vinden. Zyn wensen over te werk stellen van Leidsche arbeiders bii verkoop van grond wil hy terugnemen, daar daaraan blijkbaar bezwaren voor oen inkoop zyn verbonden, genoegen nemen» met de toezegg neen van den wethouoer in dezen. Tenslotte verded gt hii nog eens bestnr ding der werkloosheid door het ultvoere voor groote werken waaraan deze rege ring nog altyd niet wil en bestrijdt hu o werkverschaffings-liefde van den n« Knibbe wien hy ook verder scherp,»»"' valt, om te eindigen met verweer tege hetgeen de heeren Eikerbout en Kwaak opmerkten. D- VOORZITTFR heeft nogmaals a*n gedrongen op korthe'd daar de repue totdusver zeer wödloopig waren. Hierna schorsing. j

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 10