De Leidsche begrooting
voor 1939
Toestand van Indië bevredigend
AKKERTJES
LEIPSCH DAGBLAD - Derde Blad
Vrijdag 24 Februari 1939
Vierde dag
Antwoord van B. en W,
De voorzitter
Hen&dorp
Replieken
Voortzetting replieken
Men werkt er met groote
opgewektheid
———^^—11 lit' ii
WETHOUDER VAN STRALEN.
Wethouder VAN STRALEN vervolgt zijn
afgebroken rede.
Juist om de verarming over de gansche
linie is hij voor behoud van de schoolkin
dervoeding tijdens de vacanties. alleen om
een paar duizend gulden te besparen voor
gesteld. In vele gevallen ziet hij in af
schaffing een gevaar en wel voor de aller
armsten, daar de inkomsten daar voor het
allernoodzakelijkste zelf onvoldoende zijn.
Met eenige cijfers licht spr. dit toe Hoe
op andere wijze hierin is te voorzien, heeft
wethouder Tepe ook niet kunnen aantoo-
nen. Er is gesproken over moreele en gees
telijke herbewapening, doch spr. vreest, dal
dit in de practijk nog niet mee zal vallen.
Wordt de offervaardigheid algemeen vaar
dig over ons volk. dan zal heel wat kun
nen geschieden, doch uit ervaring weet spr.
dat dit juist niet meevalt, spr. verwijst
naar de opbrengst van enkele collecten.
Laat ons echter hopen, dat het beroep der
Koningin baat zal geven,
kon niet worden verkregen, zoodat de wer-
te werk. bijna het dubbele van vroeger.
Een billijker steunaftrek is gevraagd, doch
kon niet worden verkregen, zoodra de wer
kers slechts weinig voordeel hebben geno
ten. In het kort zet spr. dan uiteen hoe
hoe bij fraude bij den steun gehandeld
wordt en hoe het gaat met den steun van
werkloozen. die zich van elders hier ves
tigen om dit aantal gering te houden. Het
streven is de samenwerking tuschen beide
steun-lichamen wordt verbeterd.. Spr. be
antwoordt vervolgens eenige opmerkingen
van den heer Snel en mevr. Braggaar, ver
zekerend. dat zoover gegaan wordt als kan,
maar dat men aan vaste regelen is ge
bonden. De spaar-regeling sluit z.i. de
armsten. die het het meest noodig hebben,
uit daar zij niet kunnen sparen, terwijl
het sparen door anderen onbillijkheden
schept ten aanzien van hen, voor wie het
niet geschied. Daarom oordeelt hij deze re
geling nog altijd onsympathiek.
Over werkverruiming en werkverschaf
fing wordt zeer verschillende geoordeeld.
Verweten is zelfs het college zoo weinig te
doen aan werkverschaffing als gevolg van
de weinige sympathie van spr. als wethou
der (zie de rede van den heer Knibbel. De
meeste werkverschaffingsobjecten liggen op
het platteland, in de steden wordt het moei
lijker, en in verhouding staat Lelden er
dan ook niet zoo slecht voor als beweerd.
Spr. geeft een lijst van werken, in werkver
schaffing sinds 1931 uitgevoerd, waaruit
blijkt, dat er toch nog wel iets is gedaan en
voorts, dat de mogelijkheden uitgeput ra
ken. Dat blijkt uit het werkprogram van
het college en uit het weinige, uit den raad
genoemd.
De mogelijkheid van deelneming aan de
centrale werkverschaffing wil spr. in aan
sluiting met zijn voorgangers, niet bevorde
ren om de gezinnen niet uit elkaar te ruk
ken.
Principieel wijst spr. voor zich werkschaf-
fing af doch niettemin aanvaardt hij het
voor zekere werken en dan voor alle arbei
ders, niet alleen voor de arbeiders uit de
groep, daarvoor bij uitstek geschikt. Werk
verschaffing mag geen gewoonte worden,
gelet op het gevaar, dat dan alles in werk
verschaffing zal worden gegeven. Zie het
loon-verschil voor de arbeiders, vooral de
vak-arbeiders, ook al is de regeering ietwat
soepeler geworden.
Wellicht zal echter een oplossing door de
regeering eerlang worden gevonden, men is
reeds daarmede doende. Spr. zou het zeer
hard toejuichen, want de werkverschaffing
van thans haalt de arbeiders niet uit de
werkloosheidssfeer.
Of in den omtrek van Leiden Leidsche
werkloozen te plaatsen zijn, is in onderzoek
en wellicht zullen een 500—600 zoo onder
dak zijn te brengen, 's Avonds zullen zij dan
weer thuis zijn.
Werken voor steun heeft bij den minister
weinig sympathie, daar hij de voorkeur
geeft aan werkverschaffing.
Boor werkverruiming zal men de arbei
ders hier niet kunnen plaatsen, dit kan
alleen door krachtige medewerking van
het rijk en daarom betreurt spr. dat inzake
het overwegvraagstuk geen schot komt.
Eerst na de reorganisatie van het Werk
fonds is een beslissing te verwachten, het
geen nog wel eenigen tijd zal duren.
Door de herscholing bij de firma Zaal
berg is veel bereikt. 76 arbeiders namen
deel. waardoor groote bedragen zijn bezui
nigd. In die richting zullen B en W. dili
gent blijven. Spr. hoopt 100 jeugdige werk
loozen in de textiel te kunnen overbren
gen. Ook de avond-textiel-srhool aan de
Ambachtsschool zal spoedig kunnen be
ginnen.
(Reeds geplaatst in een deel onzer
vorige oplaag).
Trouwens, hij zegt toe, dat het college
ni::s zal nalaten om zooveel mogelijk ar-
be'ders als mogelijk is aan werk te helpen.
DE ONREGELMATIGHEDEN IN DE
CENTRALE WERKPLAATS.
Tenslotte de onregelmatigheden in de
centrale werkplaats voor jeugdige werkloo
zen.
Gebleken is. dat de leider van die werk-
pl?ats in verschillend opzicht is te kort ge
schoten.
Op grond van een naar aanleiding van
verkregen mededeelingen ingesteld onder
zoek, werd den leider o.m. ten laste gelegd,
dat hij materialen van de centrale werk
plaats ten eigen behoeve heeft gebruikt en
zelfs t?n behoeve van derden, voorts, dat
hii werkmeesters cn isugditc werkloozen in
tijd van de centrale werkplaats arbeid heeft
do:n verrichten ten eigen bate, verder, dat
hij heeft toegestaan, dat oud materiaal
werd verkocht en de opbrengst werd ver
deeld onder eenige werkmeesters, vervol
gens, dat hij heeft toegestaan, dat door een
werkmeester in de werkplaats na bezetten
tijd werd gewerkt voor privé-doeleinden
waarbij materiaal, gereedschappen en
stroom van de werkplaats werden gebruikt
en tenslotte, dat hij, ondanks hem ver
strekte instructies om via de bestekken van
Gemeentewerken in te koopen, buiten die
bestekken om en te duur inkocht en ook
overigens niet doelmatig bij die inkoopen te
werk ging.
De sub-commissie voor de centrale werk
plaats en de werkobjecten van de door B.
cn W. ingestelde Commissie voor Ontwikke
ling en Ontspanning van Werkloozen. welke
met het beheer van de centrale werkplaats
is belast en den leider benoemt en ontslaat,
heeft den leider met betrekking tot het
geen hem ten laste werd gelegd gehoord. Zij
achtte zijn verdediging zwak en onbevre
digend, zoodat zij van oordeel was. dat de
leider niet als zoodanig kon worden ge
handhaafd. Aan den anderen kant achtte
zij de tekortkomingen van den leider niet
zóó ernstig, dat zij tqt ontslag op staanden
voet moest overgaan' en zij besloot in haar
vergadering van 16 December j.l. den leider,
mede om het hem mogelijk te maken een
werkkring in het vrije bedrijf te zoeken en
gelet ook op het overigens verdienstelijke
werk, dat door den leider bij den bouw van
de centrale werkplaats is verricht, in de ge
legenheid te stellen ontslag te nemen in
gaande 1 Maart a.s.
De leider maakte van die gelegenheid ge
bruik.
Intusschen is de Justitie in deze aange
legenheid gemengd en B. en W meenen,
dat er thans geen "aanleiding is dieper op
deze beschuldigingen in te gaan, doch dat
de uitslag van het Justitieel onderzoek
dient te worden afgewacht.
B. en W., die in grove trekken te voren
op de hoogte zijn gehouden, hebben zich in
details over de tekortkomingen van den
leider doen inlichten, toen van de zijde
van het Departement den eisch werd ge
steld. dat de leider onmiddelijk werd ge
schorst, welke eisch half Januari j.l. ter
kennis van B. en W. werd gebracht en
waarop onmiddellijk tot schorsing door de
Commissie werd overgegaan. B en W. be
treuren het. dat zij niet eerder over een
volledige kennis van de feiten beschikten,
aangezien zij van meening zijn, dat het
geen den leider werd ten laste gelegd, aan
de Commissie aanleiding had moeten geven
tot dadelijke schorsing van den leider te
besluiten. In dit opzicht kunnen zij zich
derhalve niet vereenigen met het beleid van
de Commissie.
Het College voegt hier nog aan toe. dat
het Departement van Sociale Zaken alleen
gestaan heeft op onmiddellijke schorsing
van den leider, doch heeft goedgevonden,
dat het ontslag eerst op 1 Maart a.s. ingaat
en dat aan den leider derhalve tot aan ge
noemden datum zijn loon wordt uitbetaald.
Aanmerkelijke financiëele schade heeft
de gemeente door de onregelmatigheden,
die den leider ten laste zijn gelegd, niet ge
leden.
De heer WILBRINK ontkent nog dat er
bouw-speculaties hebben plaats gehad door
ambtenaren van Gemeentewerken.
De VOORZITTER zegt namens de meer
derheid van B en W. dat het recht v»n pe
titie volmaakt erkend wordt, doch dat ge
waakt moet worden tegen overdrijving of
misbruik, de raad mag geen parlement
worden. Er zijn echter gevallen, waarin
petitie volledig op haar plaats zou zijn, zoo
de Leidsche belangen in het gedrang ko
men.
Veel waardeering voor het tastbare en
onschatbare goed van ons monarchaal stel
sel heeft hij van den heer v. Eek niet ge
hoord en dat betreurt spr. ten zeerste Dat
bevordert niet de eenheid van ons volk
Het verbod van optochten op Zondag
dient z.i. te worden gehandhaafd.
Den heer Wilmer geeft spr. dan nog een
uiteenzetting van het standpunt inzake
processen-verbaal der politie. Niet het aan
tal processen-verbaal is beslissend, doch
activiteit.
Van de beide trammaatschappijen is geen
medewerking te verwachten voor de ver
vanging van de tram door bussen.
Verkeers-agenten en -heuvels kunnen ob
stakels zijn. doch spr. oordeelt ze toch nut
tig en noodig waar ze gewenscht zijn.
Op het punt der luchtbescherming zal
het college gaarne medewerken, doch dit
eiseht grondig onderzoek, waarmede men
druk doende is. Zoo voor schuilplaatsen,
schuilloopgraven en lucht-afweer. Men zal
echter de ontwikkeling van het militair
vliegveld bij Valkenburg en de mogelijkheid
van een centraal vliegveld bij Leiderdorp,
wat het laatste betreft moeten afwachten.
De kwestie der maximum-snelheid is bij
de verkeers-commissie. Gelet op nadere wij
zigingen is deze aangelegenheid nog aan
gehouden. Inzake verhuren van gemeente
gebouwen aan alle partijen, handhaaft het
college in meerderheid zijn vroeger stand
punt. in overeenstemming met de houding
der regeering.
De heer Van Stralen sprak alleen voor
zichzelf, toen hij klaagde over de opbrengst
van collecten in verband met den oproep
van de Koningin tot geestelijke en mcreele
herbewapening, maar hem komt verkeerd
voor te rubliceeren, wat de bussen in di
verse wijken hebben opgebracht, als in
strijd met het doel en belang der zaak. In
zake den ooroep zelve is spr bezig maat
regelen te beramen om deze tot zijn recht
oe doen komen.
Voor de replieken vraagt spr. de grootst
mogelijke beknoptheid.
op de aangevoerde motieven, die hij „ge
legenheids-motieven" noemt, speciaal geput
uit het verleden zijner partij. Waarbij ver
geten is. dat veranderde omstandigheden
veranderde houdingen wettigen
Hij betreurt die weinige geneigdheid,
daar het thans toch tijd is voor alle demo
cratische partijen zich te vereenigen tegen
de voorstanders der geweldsleer, voor wie
slechte levensomstandigheden winst af
werpen. De democratie is z.i. den strijd
waard. Waarbij tevens tegen den funesten
invloed van het kapitalisme in engeren zin
dient te worden opgetreden, dat in andere
landen reeds zooveel deed mislukken.
Nogmaals dringt hij op samenwerking
aan met de burgerlijke partijen. Die met de
communisten wijst spr. af. daar zij geen
democratie-voorstanders zijn. zie Rusland,
en bovendien zou leiden tot afbraak der
sociaal-democratie.
Spr. oetreurt de uitlating van den heer
Beekenkamp over de wensohelijkheid van
een hoog peil van het debat, daar deze
steun geeft aan de meening, dat dit In
Leiden niet het geval zou zijn. Spr. betwist
dit beslist, al zijn er natuurlijk wel eenige
foutjes aan te wijzen. Spreken voor de pers
en Tweede Kamertje-spelen waar dit noo
dig is, oordeelt spr. juist goed inplaats van
af te keuren, zoolang het gemeentebelang
op den voorgrond staat en dat is altijd hier
het geval.
Gelet op wie het Plan van den Arbeid
samenstelden, is het al te bedenkelijk te
spreken van fantastisch, doch zeker over
de schreef gaat de uitdrukking „een pa
rade-plan", zooals de heer Knibbe bezigde.
Het plan is toch hooge ernst van de
S.D.A.P. en deze uitdrukking stelt het juist
andersom voor. Spr. verdedigt vervolgens
het plan op zich zelf nog eens krachtig,
verwijzend naar Zweden. Toevlucht te
nemen tot de Werkverschaffing noemt spr.
ongerijmd.
Welk plan stelt de regeering tegenover
het plan van den arbeid? Zij heeft er geen
en dat is zoo fnuikend, omdat er iets ge
beuren moet; de toestand is onhoudbaar.
Tot slot verdedigt spr. zijn voorstellen
tegen de gemaakte opmerkingen, ze alle
handhavend, behoudens het eerste gedeelte-
van zijn voorstel over de arbeids- en
clienstvoorwaarden. dat hij intrekt. In het
2de gedeelte brengt hij wijziging aan in den
zin van den wethouder.
De heer WILMER meent, dat niet is weer
legd, dat onder 2 soc -dem. wethouders niet
meer werken zijn uitgevoerd, doch minder,
hetgeen hij op zich zelf begrijpelijk oor
deelt, doch de S.D.A.P. als oppositie dacht
er anders over! Er kan echter meer ge
schieden met behulp van het Werkfonds of
in Werkverschaffing, daaraan schenke men
aandacht.
Niet de tijden zijn ooi-zaak van de zwen
king bij de Leidsche S.D.A.P.. doch het
deelnemen aan het bestuur der gemeente.
Laat men die fout erkennen.
Ook is niet weerlegd zijn bewering, dat
de verbeteringen in de steun-regellng in
hoofdzaak door de regeering zijn aange
bracht. f. 115.000 per jaar beteekent nog al
iets, al is men er niet mee.
De spaar-regeling blijft hij aanbevelen.
Hij spreekt zich uit voor opheffing van de
schoolkindervoeding in de vacanties, cm
tenslotte zijn stem. nog even te motiveeren
over diverse voorstellen.
Nadat de heer BERGERS nog eens het
Slachthuis heeft behandeld, spreekt hij zich
uit voor behoud van schoolkindervoeding
in de vacanties, daar het z.i. moeilijk is om
terug te komen op gegeven voordeelen en
speciaal aan de allerarmsten.
De heer MANDERS heeft bezwaar tegen
het laten deelnemen van Leidsche werk
krachten buiten de stad. aan werken in
werkverschaffing, daar dit den buitenge
meenten ten goede zal komen. Eerst moe
ten de Leidsche objecten zijn uitgeput.
Hierna schorsing.
volle melk chocolade
UWEN WINKELIER OF IN ONZE VERKOOPFILIALEN EN DEPOTS
8961
(Ingez. Med.V l
AVONDZITTING.
De heer v. ECK gelooft niet veel succes
te hebben gehad met zijn verzoek om me
dewerking der Chr. partijen. Hij gaat in
De heer BEEKENKAMP komt nog eens
terug oo het Utrechtsche stelsel voor be-
waarschoolonderwtjs. waarvan hii een
begin van uitvoering hier gaarne zag toe
gepast.
Zijn betoog over het debat-peil was van
algemeenen aard. sloeg niet op Iemand
persoonlijk. Derde lid art. 8 der Grondwet
beperkt zeer steil g het recht van den raad
zich te begeven od paden buiten zijn be
voegdheid!
Het zoozeer geprezen plan van den arbeid
vindt in eigen kring bestrijding, o.a. van
den heer v. d. Tempel! Maar waarom is het
Leidsche plan politiek zoo geheel in den
steek gelaten? Blijkbaar is de partij satis-
fait"
Spr. wijst den aanval van wethouder
Verwey od de a.r. fractie af, want als er
één fractie is geweest, die steeds heeft
geijverd voor een zuinig, zuiver financieel
beheer, dan is het zeker de zijne geweest
die nimmer de S.D.A.P. heeft beschuldigd
van bankroetiers-politiek, spr. gaf voor
beelden daarover. Wanneer zijn fractie
tegen een voorstel was. was dit uit zuivere
motleven, zooals ook bij den schoeisel-
dienst, waarbij Ged. Staten de fractie zon
der eenigen stap harerzijds in het gelijk
hebben gesteld.
Dat deze financiën nog zoo betrekkelijk
gunstig zijn, is te danken aan de vroeger
gevoerde politiek Legen de soc. dem. oppo-
tities in! Een politiek van de nering naar
de tering te zetten. De cijfers van den wet
houder over uitvoering van werken toonen
reeds achteruitgang bil vroeger, doch deze
werken kunnen de oplossing niet brengen.
De aanpassingspolitiek is heusch zoo
slecht nog niet gebleken
Wanneer men bezwaar had de gehuwden
naar de centrale werkverschaffing te zen
den waarom dar. niet gewerkt voor de
ongehuwden? Spr. betreurt het prlncipieele
verzet der soc. dem. tegen werkverschaffing
ten zeerste Het 's z.i. gewenscht. dat de
raad zich uitspreekt en hy dient een motie
in waarbij hij het college, gehoord den
wethouder van sociale zaken krachtig
wordt aangedrongen zooveel mogelijk werk-
ve-schaffing te Fevordcen meer dan in de
afgeloopen 4 1a-m. vooral voer hoofden van
groote gezinnen van oordeel, dat moreel
werken beter is dan stempelen.
De verklaring over de centrale werkplaats
voor Jeugdige werkloozen schenkt spr.
Onderhoud met mr. Jongejan.
Met het Indié-vllegtuig der K.L.M. „Uil"
is gistermiddag van een verblijf van ruim
drie maanden in Nederlandsch-Indië op
Schiphol teruggekeerd de voorzitter van
den ondernemersraad voor Nederlandsch-
Indië, mr. W. G. F. Jongejan.
Hij heeft heel Java bezocht alsmede de
belangrijkste streken van Sumatra. Zijn
algemeen» indruk van den toestand in
Nederiandsch-Indië was, dat er geen reden
tot somberheid bestond, hoewel men een
te rooskleurige voorstelling gaf als men
beweerde, dat alles gunstig was. Op het ge
bied der cultures kan men zich, al bevin
den enkele daarvan zich in zorgelijken
staat, in het algemeen eveneens hand
haven.
Opvallend en in frappante tegenstelling
met Europa noemde mr. Jongejan echter de
opgewektheid, waarmede iedereen in Indië
aan het werk is. Indië is een jong land,
waar tal van mogelijkheden bestaan, men
ziet er de resultaten van zijn werk en de
verhoudingen zijn er minder gecompliceerd,
zoodat er een vlottere manier van werken
mogelijk is. Vandaar ook, dat men er vele
dingen optimistischer bekijkt dan in
Europa.
Toch kent Indië zijn moeilijkheden. Als
exportland ondergaat men den invloed van
de huidige economische Inzinking en van
de gesoannen internationale verhoudingen
op politiek en economisch gebied, die o.a.
tot uiting, komen ln de vele handelsbelem
meringen. waaronder Indië heeft te lijden.
Wat deze internationale verhoudingen
betreft, wordt Indië natuurlijk in de eerste
plaats geraakt door de spanningen in het
Verre Oosten. Men voelt er de beteekenls
van het Jaoansche vraagstuk veel dichter
bij en dus ais belangrijker dan hier te
lande en men maakt zich zorg om de ver
dediging van het uitgestrekte eilandenrijk.
Men vraagt zich af of het geheele Neder-
landsche volk wel beseft, dat Neder
landsch-Indië een integreerend deel is van
liet grondgebied van het Koninkrijk der
Nederlanden, welks verdediging opofferin
gen van het geheele Nederlandsehe volk
eischt en of men ln Nederland wel vol
doende de noodzaak inziet om alle krach
ten in te spannen.
Niettemin houdt men zich niet alleen
met defensiekwesties bezig, doch juist den
iaatsten tijd toont het gouvernement ook
activiteit op sociaal gebied. Dank zij over
leg met alle belanghebbenden en een goede
voorbereiding is thans een ongevallenver
zekering zoo goed als tot stand gekomen,
terwijl andere maatregelen als particuliere
pensioenen en werkloosheidsverzekering in
voorbereiding zijn.
Mr. Jongejan gaf ais zijn meening te
kennen, dat het gewenscht is, dat men
voorloopig op dit gebied gematigdheid zal
blijven betrachten.
Wat de controle op het loonpeil betreft,
waarover wel gesproken is, meende mr!
Jongejan. dat van controle in den eigen
lijken zin geen sprake is. De regeering is
bezig met de voorbereiding van een budget
onderzoek. ten einde na te gaan wat de
beteekenls is van het loon als deel van het
volksinkomen. Men moet afwachten wat
hiervan het resultaat is.
WIJ vroegen mr. Jongejan verder naar
den stand ende mogelijkheden der in
dustrialisatie ln Nederlandsch-Indië. Ook
op dit gebied achtte hij tal van mogelijk
heden aanwezig, die onderzocht dienen te
worden alvoreas men conclusies trok. Men
moest zich niet door vaste formules lel
den. doch incidenteel dè gehleken moge
lijkheden benutten.
Daarbij waarschuwde spreker ten zeerste
tegen het kweeken van of spreken over een
belangentegenstelling tusschen Nederland
en Nederlandsch-Indië. Hij achtte het ver
keerd deze twee gebiedsdeelen tegenover
elkaar te stellen alsof hier werkelijk van
een botsing van belangen sprake was.
Soortgelijke tegenstellingen vond men
immers ook in Nederland zelf waar op het
gebied der industrialisatie twee provincies,
gewesten, of zelfs steden meenden dat hun
belangen met elkaar ln botsing kwamen.
Door Indië te beschouwen als een on
deelbaar deel van het rijk en door een
goede coördinatie zou ook door industria
lisatie blijken, dat slechts het algemeen
belang van het Koninkrijk der Nederlanden
zou worden gediend.
„Neem jij dit avondcosbuum maar Karei,
ik ga toch niet zooveel meer uit!"
SrüP/
De koorts daalt onmiddellijk.
De besmetting wordt gestuit,
De ziekte'duur wordt ingekort,
Steeds goede resultaten met:
Volgens recept van Apotheker Dumont
AKKER-CACHETS
Per koker van 13 stuks - 12 stuivers
Per doos van 2 stuks - 2 stuivers
8959 (Tneez. Med.)
voldoening door de afkeuring van het be
leid van de comm.ssie, al is de wethouder
daarvan voorzitter en hij hoopt, dat de
Integriteit van het gemeentepersoneel bo
ven iedere verdenking zal staan.
De heer DE REEDE is door den wethou
der van financiën niet bevredigd want hij
hoorde slechts een oud geluid, dat in strijd
was met de vroegere politiek der S.D.A.P.!?
Ook nu. trots uitstel, is de begrooting
slechts een raming, doch dat is niet erg
Het gaat toch niet om Juiste cyfers doch
over een globaal overzicht, ook in de toe
komst en daarvan bemerkt men niets.
Het putten uit den kap taalsdienst blijft
spr. zeer gevaarlijk oordeelen. Deze dienst
moet naar beneden, anders kan hU later
wel eens te zwaar drukken
Spr. wijst af het verwijt vroeger voor
verlaging van tarieven te hebben geyverd,
daarop is hij Integendeel nog trotsch. Voor
stellen tot belastlngverhoog.ng waren on
mogelijk het college heeft daartoe den pas
afgesneden.
Spr. moet z:ch afvragen hoe hij straks
voor deze begrooting zal stemmen, hij
vindt de gevolgde tact'ek n'et veilig, maar
hii wil gaarne erkennen dat het college
het beste meent ln het belang van de
gemeente.
De heer VAN WELDEN verdediet de uit
lating van dr Horst over het bes uur van
Schoolkindervoeding al kan ook hii waar
deering hebben voor het werk van dit be
stuur.
Tegenover den heer Knibbe verdedigt
hy het historische materialisme, waaraan
hebzucht volkomen vreemd ls.
Tegenover den heer v. Eek verdedigt spr,
dat het communisme ln wezen democra
tisch ls.
De heer WILBRINK: u kunt nog beter
ons bekeeren dan den ouden heer v. Eek.
De heer VAN WELZEN: ook ln uw krin
gen wordt gevoeld voor het socialisme.
Prlncipieele redenen voor afwijzing van
steun der communisten bestaan er niet
voor de S.D.A.P.! Gelet op de dringende
gevaren ls samenwerking meer eisch dan
ooit. Zie ook naar Spanje.
Mevrouw BRAGGAAR verdedigt het stre
ven der SJJ.AP. tot verbetering ook op
moreel gebied, zie onderwijs, volkshuisves
ting enz De heer Knibbe was wel zeer er
naast, toen hy sprak van louter materia
lisme.
De z.g spaarregeling is onmogelijk, zie
de practyk.
Spr. breekt vervolgens een lans voor het
melk-gebrutk op'school en verdedigt be
houd der schoolkindervoeding tijdens de
vacanties. Waarom zou de bestaande com
missie. waarin voortreffelyk werk wordt
verricht, niet met dezelfde personen tot
gemeente-commissie kunnen worden ge
maakt? Zy berekent voorts aan de hand
van gegevens van het bestuur, dat in de
groote vacantie zeker 55 pet. heeft deel
genomen, niet slechts 25 pet.
9
De heer SNEL herhaalt zijn diverse wen-
schen inzake stempelen etc. en neemt niets
terug van zyn critiek op den gang van
zaken by den Stadhuisbouw, hoewel nu
niemand onaangenaam wil zijn, het was
critiek ln het belang der gemeente, ook
financieel. Ook van werkverschaffing Mui'
hy principieel tegenstander, anders zsi
straks alles zoo plaats vinden. Zyn wensen
over te werk stellen van Leidsche arbeiders
bii verkoop van grond wil hy terugnemen,
daar daaraan blijkbaar bezwaren voor oen
inkoop zyn verbonden, genoegen nemen»
met de toezegg neen van den wethouoer
in dezen.
Tenslotte verded gt hii nog eens bestnr
ding der werkloosheid door het ultvoere
voor groote werken waaraan deze rege
ring nog altyd niet wil en bestrijdt hu o
werkverschaffings-liefde van den n«
Knibbe wien hy ook verder scherp,»»"'
valt, om te eindigen met verweer tege
hetgeen de heeren Eikerbout en
Kwaak opmerkten.
D- VOORZITTFR heeft nogmaals a*n
gedrongen op korthe'd daar de repue
totdusver zeer wödloopig waren.
Hierna schorsing. j