Onthulling gedenksteen Hugo de Groot - Oefenwedstrijd Bondselftal
79ste JaargangLEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad
De Sprong in het
Leven
FEUILLETON
DE „BISMARCK" Duitschl^nd's grootste slagschip liep te Ham
burg in tegenwoordigheid van Hitler van stapel. De oorlogsbodem
welke 35.000 ton meet, op het moment van de tewaterlating.
DE ONTHULLING VAN EEN GEDENKSTEEN VAN HUGO
DE GROOT in de Hollandsche Kerk te Londen. V.r.n.l. de
Lord Mayor, sir George Rankin, de graaf van Athlone, minis
ter Patijn, lord Halifax en de bisschop van Londen.
HET NIEUW OPGERICHTE 2e REGIMENT HUZAREN-MOTOR
RIJDERS betrok zijn garnizoen te 's-Hertogenbosch. Het défilé
voor de autoriteiten voor het stadhuis.
DE BEKENDE AMERIKAANSCHE FILMACTEUR SPENCER
TRACY met zijn vrouw en hun 5-jarig dochtertje. Zij bezoch
ten de studio tijdens de opnamen van Tracy's nieuwe film „I take
this woman".
DE OEFENWEDSTRIJD VAN HET NEDERLANDSCH BONDSELFTAL
TEGEN WATFORD OP HET SPARTA-TERREIN TE ROTTERDAM.
Een aanval op het Engelsche doel. De Engelschen wonnen met 4—1.
DE NIEUWE BURGEMEESTER VAN NIJKERK de heer
Z. Bruins Slot, is gisteren geïnstalleerd. Den burgemeester en
zijn echtgenoote werden bij het verlaten van het stationsge
bouw bloemen aangeboden.
DE DROMMEDARIS TE ENKHUIZEN heeft zwaar te lijden
gehad van de laatste strenge vostperiode. Een groot stuk van den
buitenmuur heeft losgelaten. Het monumentale bouwwerk zal nu
gerestaureerd worden.
Oorspronkelijke Nederlandsche roman
door
FELICIA CORDEA.
17)
Hoezoo veranderd?" En meteen kreeg
Je een kleur, want het schoot haar te bin
ten, dat ze destijds, op het landgoed ge-
entwoord had, dat ze ln dit soort wagens
et graag reed. Ze haastte zich te
zeggen:
„Dat was natuurlijk maar plagerij. Ik
•ond hem toen al een schoonheid. Maar
moest toch mijn liguur redden. Is het
u" eigen ontwerp?"
..Niet heelemaal, maar lk heb wel aan
gegeven hoe lk hem hebben wilde. Indien
u wilt leeren chauffeeren, kan ik U wel
eens een paar lessen geven."
„O, ik zou vreeselijk graag leeren chauf
feren, maar ik zou nooit den moed heb-
Jen net met dezen wagen te doen. Stel je
'nor, dat ik er een ongeluk mee had. Ik
Z(>u niet weten, wat ik moest beginnen."
..Ik heb in de garage nog een oude
staan We zouden het daarmee
«unnen doen."
„Maar ik kan toch onmogelijk zooveel
'an Uw tijd ln beslag nemen!"
Hij lachte vergenoegd.
„Dat is dan afgesproken!"
„Ik heb nog heelemaal niets afgespro
ken!"
„Kleine meisjes, juffrouw Elvira, moe
ten niet altUd voor zichzelf willen beslis
sen. Daarvoor zün wij mannen er nu een
maal."
Elvi bloosde.
„Om eerlijk te zUn, zou ik werkelijk wel
heel graag leeren rijden. Als ik Angela in
haar karretje zie, ben ik altijd een beetje
jaloersch."
„Nou ziet U, we spreken straks wel af,
wanneer!"
„Maar ik ben erg dom en onhandig!"
„Daarvan ben ik vast overtuigd. Dat ziet
men op het eerste gezicht."
Elvi stak het puntje van haar tong naar
hem uit.
,3aby," plaagde Verschuur. „En dat wil
voor zichzelf beslissen!"
„Hoe denkt U over een kopje koffie aan
den waterkant, juffrouw Elvira?" Infor
meerde hij, nadat hü zijn wagen ln Meer-
rust gestald had.
„O, daar heb ik beslist ergen trek in!"
antwoordde Elvi. Ze streek haar man
teltje glad. Verschuur keek haar even,
met onverholen bewondering aan.
„Wat een chic persoontje! Die lange,
rechte lijnen en die rustige houding,"
dacht hu. HU vatte haar arm en liep met
haar naar een tafeltje aan den waterkant
en koos een zonnig plekje uit. Ook Irene
was chic, zonder twijfel, maar altijd was
dit vermengd met iets onbeschrijfelijk
uitdagends. Irene maakte den indruk van
een gebak, waar suiker en versieringen te
dik op waren aangebracht. Het absolute
tegendeel van dit jonge meisje, dat zelfs
in haar scherts terughoudend was. Wat zou
er schuilen achter dat masker van koel
heid? HU keek even oplettend naar haar
gezichtje, dat ze naax het water ge
keerd hield. Merkwaardig, die donkere
oogen bU al die blondheid. Haar mond
was klein, maar de lippen vol en rood.
Verschuur onderdrukte een glimlach. Hij
behoefde niet verder te vragen, wat er
achter die koele terughouding school. HU
verstond zeer goed de kunst, het geheim
schrift in een vrouwengelaat te lezen.
„Mooi, nietwaar, zoo'n late zomerdag
in een onvervalscht Hollandsch land
schap," vroeg hU.
„O, prachtig," beaamde Elvi volmondig.
„Voor mij gaat er werkehjk niets boven."
„Jammer, dat het vandaag te frisch is
om op het water te gaan. Hebt U eens op
het meer gevaren?"
„Nooit!" gaf ze toe.
Hij liet haar even alleen om een tafeltje
voor de lunch te bestellen. HU zocht er
een uit, dicht bU een raam, achter een
groep planten. Daar zouden ze rustig zit
ten. HU wilde eens ernstig met haar pra
ten. om wat meer over haarzelf te weten
te komen.
„U heeft een drukken werkkring bU Mr.
Furné, nietwaar?" vroeg hü, toen ze na
een korte wandeling aan hun tafel zaten
en de keilner met de hors d'oeuvre was
rondgegaan. „Is dat niet vrU ver
moeiend?"
„Ja," gaf ze eerhjk toe. „Vermoeiend is
het wel. Maar het ls een buitengewoon be
vredigend gevoel voor mij. dat een man,
zooals Mr. Furné genoegpn kan nemen met
mu'n werk. Bovendien is het leerrijk. Je
komt in aanraking met dingen, waar je
als meisje feitehjk geen flauw vermoeden
van hebt."
„Men zou er zün illusies bU kunnen
verliezen!"
„Maar men doet er veel ondervinding
op. En onwillekeurig tracht ik mijn den
ken en mUn oordeel ln dezelfde banen te
sturen als die van Mr. Furné. Het is zoo
iets als „wie met pek omgaat, wordt ermee
besmet." Maar in gunstigen zin natuur-
lUk. Laatst b.v. kwam lk onder het tikken
van een brief een zin tegen, waarin iets
me niet heelemaal in den haak leek. Ik
ben er mede naar Mr. Furné gestapt en
het bleek inderdaad, dat hü een kleine
fout gedicteerd had. Ik kan U verzekeren,
dat ik grenzenloos trotsch op mUn eigen
snuggerheid was."
Verschuur glimlachte en keek haar aan.
„Hebt U ook de brieven in de zaak Ver
schuur contra Verschuur geschreven?"
vroeg hy op den man af, zonder zün oogen
van haar gezicht af te wenden.
„Ja, alle!" antwoordde Elvi, zün blik
ontmoetend.
Een oogenbllk bleef het stil tusschen
hen. Een keilner kwam en nam de ge
bruikte borden weg.
„Ik heb mevrouw eens gezien," ging
Elvi voort. „Ik vind haar bijzonder knap."
„O .ia, knap ls ze. OngetwUfeld," zei hü
nadenkend.
Het gesprek stokte.
„Waarom zou hü erover beginnen?"
vroeg ze zich af. „Wil hij weten hoe ik
erover denk?"
„U weet natuurlyk ook over het bestaan
van die brieven?"
„NatuurlUk!"
Als hü er dan over spreken wil, zullen
we het vryuit doen dacht ze en zeide:
„Ik weet niet, of U er prijs op stelt mijn
oordeel te weten, omtrent Uw houding in
verband met deze bewü'zen."
„Zonder twijfel stel ik daar groot belang
in." Zün stem klonk dringender, dan hij
het zelf wist.
„Ik kan niet nalaten U er een klein
beetje om te bewonderen, vooral wanneer
men bedenkt, dat U veel eerder Uw doel
bereiken zou, indien U er wel gebruik van
maakte."
„Dat doet me plezier, Elvi! Waarachtig,
dat vind ik prettig."
Elvi besloot het gesprek een andere
wending te geven. De stemming werd te
vertrouwelijk door dit bespreken van zijn
persoonlüke aangelegenheden. Het maakte
haar verlegen.
„Heeft U dat landgoed, waar U me in-
dertüd zoo allerhartelükst uitgegooid
heeft, nog gekocht?"
Verschuur lachte hardop.
„Ja, ik heb het gekocht. Zullen we er
samen nog eens heengaan?"
„Groote hemel, neen! Die pünlijke her
innering
„Heeft juffrouw Elvira wel eens terug
gedacht aan den man, die haar daar zoo
allerhartelükst heeft uitgegooid, zooals zü
het belieft uit te drukken?"
„O ja, met een ergernis, die aan haat
grensde."
„In dat geval moeten we er beslist nog
eens heengaan. En wat die haat betreft,
die is nu wel een beetje verdwenen. Is het
niet, juffrouw Elvira?"
„Waarom ter wereld noemt münheer
Theodoor H. Verschuur mü altüd juffrouw
Elvira?"
(Nadruk verboden), (Wordt vervolgd).