THEE doel je goed! Paus Pius XI overleden De ellende der Spaansche vluchtelingen LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 10 Februari 1939 Derde Blad No. 24196 Hoe zij Frankrijk bereikten 79sie Jaargang In den ouderdom van 81 jaren Conclave op 28 Februari Maak zelf een hoeslmiddelfjd voor Uw kinderen LUCHTVAART Henshaw verbetert Clouston's record tllN/T IN UITWIN Heette het aanvankelijk gistermiddag nog, dat de toestand van Paus Pius XI niet ernstig was, tegen den avond verergerde de situatie zienderoogen. Herhaaldelijk trad hartzwakte in, waar door de Paus bewusteloos werd en de griep bleek in longont steking te zijn overgegaan, terwijl bovendien voor niercomplica ties werd gevreesd. Hij was niet meer in staat te spreken. Men vreesde dan ook het ergste en hedenmorgen 4.51 uur Ned. Tijd kwam het einde. Paus Pius XI had zijn taak volbracht. Aan het sterfbed van den Paus waren sarnteóR. dt- Ratti, alsmede verscheidene hooge geestelijken en professor Aminta Hllani. de lijfarts, die hem in zijn laatste «ogenblikken bijstand hebben verleend. De Paus heeft tot het einde toe zijn volkomen helderheid van geest be waard. Hoewel de laatste woorden, welke hü sprak, niet duidelijk verstaanbaar wa ren, meent men dat zij luidden„wede, rrede o Jezus". Het was den Paus niet meer mogelijk mede te doen aan de gebeden der stervenden. Slechts aan de beweging der lippen kon men zien, dat hij de gebeden volgde. Zijn oogen stonden helder en duidelijk, uitgezon derd, wanneer een nieuwe hartaanval hem kwelde. Op het laatste oogenblik bief hij de hand op om den laatsten zegen te geven. Toen liet hij de hand vallen en sloten zich zijn oogen voor het laatst. Toen de dood intrad, was zijn gelaat bleek, maar met zeer zuivere en verheven trekken. In het Vaticaan is afgekondigd, dat een volkomen stilzwijgen in acht genomen moet worden. De poorten van Vaticaan stad zijn gesloten. Alle vreemdelingen hebben de omgeving van het Vaticaan moeten verlaten. Het bestuur over de ker kelijke zaken is thans in handen van den kardinaal-secretaris mgr. Pacelli en van een commissie van kerkelijke hoogwaardlg- heidsbekleeders, die door den Paus kort voor zijn dood benoemd waren. Twee wachters met den getrokken sabel naar den grond gericht staan voor de deur van de sterfkamer. Kort na het overlijden werden de veertig in Rome aanwezige kar dinalen tot de sterfkamer toegelaten, waar zij een voor een neerknielden en den Paus de hand kusten. De prefect der cerenomien. mgr. Respighi kleedde den Paus daarop in zijn pontificaal gewaad. Het balsemen van het stoffelijk overschot zal eenigen tijd in beslag nemen en waarschijnlijk zal het twee dagen duren alvorens het publiek in de Sint Pieter den Paus zijn eerbied kan betoonen. In Desio een stadje tusschen Milaan cn de Lombardische vlakte was Francesco Ratti directeur van een kleine weverij, toen hem zijn vrouw Theresia geb. Gaill den 31sten Mei 1857 den vierden zoon schonk, die daags daarna bij het doopsel de namen Ambroslus Damianus Achilles ontving. In het stadje Desio ontving Achille Ratti Zijn eerste onderwijs op de dorpsschool. Op tienjarigen leeftijd bezorgde zijn oom Don Damiano Ratti hem een plaats op het seminarie te Milaan. Hier voltooide hij zijn gymnasiale studies met goed gevolg, ging dan over naar het Lyceum te Monza en Milaan, om in dezelfde stad aan het staats lyceum zijn eindexamen te doen. In 1879 zette hij zijn priesterstudies voort aan het Lombardisch college te Rome. waar hij op 20 December 1879 in de St. Janscathedraal de priesterwijding ontving. Dj den loop van 1882 bekroonde hij zijn studies te Rome, eerst met een doctoraat in de theologie, daarna in het kerkelijk recht en tenslotte in de philosophic. Reeds ditzelfde jaar werd de jonge pries ter aan het St. Petrus-Seminarie te Milaan aangesteld als professor in de gewijde wel sprekendheid en dogmatiek. Na aldus 30 jaren in Milaan gewerkt te hebben, roept de geleerde Jezuiet, Franz Enrle, prefect der Vatikaansche bibliotheek en later kardinaal, hem naar Rome als vice-prefect der Vaticana, en den 1 Sept. 1914 volgt dr. AchiUe Ratti hem op als Prefect der Vaticana. Hiermee scheen zijn wetenschappelijke loopbaan in rustigen en zekeren tred haar hoogtepunt bereikt te hebben. Kort voor het einde van den Europee- schen oorlog komt er een verrassende wen- fling. De geleerde krijgt een diplomatieke zending. Den 19 Juli 1919, werd hij tot pauselijk nuntius in Polen benoemd. Den 28 Oct. ™gt zijn bisschopswijding te Warschau boor den aartsbisschop dier stad, den late ien kardinaal Kakowski. Hoezeer zijn werkzaamheid en onpartij- mgheid wordt gewaardeerd, blijkt wel daar mt, dat hij in 1920 voorzitter wordt van ?e geallieerde commissie in Hoog-Silezië, terwijl zijn werk in dezen door beide par tijen wordt geprezen. In Februari 1921 sterft de aartsbisschop van Milaan en op 13 Juni 1921 wordt mgr. fMu tot kardinaal verheven en benoemd °j aartsbisschop van Milaan. .Maar ook hier mocht hij nauwelijks zijn Arbeid beginnen. In Januari 1922 sterlt *°ns Benedictus XV en begin Februari ,v kardinaal Ratti naar Rome ter ver valing van zijn stemplicht in het Con- fliaaf. Na de 14e stemming, is kardinaal i°t Paus gekozen. Op de vraag van ben kardinaal-voorzitter, welken naam hij „Pkbht te voeren, is het weldoordachte pi'woord: „Onder het pontificaat van "us lx zette ik mijn eerste schreden op "in priesterlijke loopbaan, onder Pius X werd ik naar Rome geroepen, Pius is een naam van vrede. Wijl ik mijn krachten wijden aan de pacificatie der wereld. ï„Faan "lijn voorganger Benedictus XV geheel gegeven heeft, kies ik den aam P;u.s' Na eenige oogenblikken liet bf krachtig op volgen: „Ik verklaar p cnug voor de leden van het kardinalen college, dat Ik alle rechten der Kerk en van den H. Stoel zal verdedigen". Zijn pontificaat valt in een periode der wereldgeschiedenis, waarin de menschheid geheel ontwricht schijnt. De geestelijke, staatkundige, sociale en economische grond slagen, waarop de wereld tot dan toe rustte zijn ineengestort en overal breken zich geweldige omwentelingen baan. De overleden Paus in vol ornaat. Met een breeden blik heeft hij de noo- den van den tijd overzien, en hij vat de oplossing van dat probleem samen in de grootsche gedachte, welke in zijn eerste wereldzendbrief (encycliek Ubi Arcano van 23 Dec. 1922) tot uiting komt en zijn ver dere werkzaamheid steeds beheerscht: Pax Christi in regno Chrlsti (de vrede van Christus in het rijk van Christus). Voor den opbouw van het inwendig leven der Kerk, geelt de Paus zijn richtlijnen voor de goede vorming der geestelijkheid in het apostolisch schrijven „Officiorum omnium" (1922) en ln de encycliek van 1935 over het priesterschap, voor de lee- ken dringt hij aan op een degelijke gods dienstkennis in het Motu proprio „Orbem catholicum" van 1923 en een goede opvoe ding ln de beroemd geworden encycliek over de opvoeding (1929). Voor den opbouw der christelijke familie verschijnt in 1930 de encycliek „Casti Con- nubil", terwijl in de encycliek „Quadrage- simo anno" van 1931 de grondlijnen wor den gegeven voor een economischen, so cialen en staatkundigen heropbouw der maatschappij. Zijn aandacht gaat evenwel niet alleen uit naar eigen kring, er leven nog mil- lioenen menschen buiten Europa en de verdere beschaafde wereld, die het Chris tendom nog niet kennen en voor wier zie len hij zich ook verantwoordelijk voelt. Daarom tracht hij overal belangstelling te wekken voor het missiewerk: het groote missiecongres in Rome 1922 en 1936, de missietentoonstelling in het Vatikaan (1925) die als eèn blijvende tentoonstel ling ln 1927 werd ondergebracht in het missiemuseum van het Lateraansche pa leis. Hierop verschijnt in 1926 de encycliek „Rerum Ecclesiae" die we als de grondwet voor de verdere ontwikkeling der missie activiteit kunnen beschouwen. In hetzelfde jaar komt reeds een groote gedachte, ln genoemde missie-encycliek neergelegd, dat n.l. de Kerk in de missie landen steeds meer zelfstandig zal moeten worden en, waar mogelijk, moet worden toevertrouwd aan de inlandsche geestelijk heid ter plaatse, tot uitvoer: de Paus wijdt in 1926 de eerste zes Chineesche bisschop pen, in 1927 den eersten Japansehen, in 1930 den eersten Ethiopischen en in 1933 den eersten Annamitischen, terwijl ieder jaar opnieuw talrijke gebieden, die eerst aan de buitenlandsche missionarissen wa ren toevertrouwd, aan de inlandsche gees telijkheid overgaan. Met recht mag Paus Pius XI dan ook de Missiepaus genoemd worden. Kenmerkend voor dit pontificaat is ook de groote belangstelling voor het Oosten, de encycliek „Rerum Arientalium" van 1928 is er een bewijs van, terwijl in datzelfde jaar de encycliek Mortalium Animos" aandringt op vereeniging van het afgescheiden Oosten met de Moederkerk. Om die vereeniging sereen en ernstig voor te bereiden, wordt het Institute Oriëntale, het Collegio Etiopico en het Russicum op gericht, terwijl in verschillende landen een vereeniging tot hereeniging der kerken ontstaat. Het verlangen naar vrede komt wel dui delijk tot uitdrukking in hetgeen de Paus deed voor de arme vervolgde Armeniërs, de hulpactie voor het verhongerde Rus land, die evenwel door tegenwerking moest gestaakt worden, de steun aan het zwaar geteisterde Smyrna en Palestina enz. Vrede sprak ook uit de pogingen van het Vatikaan. om in de landen, die na den wereldoorlog de grootste staatkundige ver anderingen ondergingen, de vrijheid en de rechten der Kerk te verzekeren. Zoo ont staan er van 1922 tot 1933 elf concordaten, waarvan het verdrag van Lateranen met het daarbij behoorend concordaat, dat de oplossing brengt der Romeinsche kwestie, wel tot de voornaamste behoort. De belangstelling, welke paus Pius XI toonde voor een opbloei van wetenschap pelijk leven, blijkt uit de oprichting van verschillende katholieke universiteiten (o.a. Nijmegen), terwijl speciaal voor de geestelijken in Rome nieuwe studiecentra worden gevormd. De oude liefde van den bibliothecaris blijkt uit de uitbreiding der Vatikaansche bibliotheek. Zijn belangstelling voor alle gebieden der wetenschap spreekt boven dien sterk uit de talrijke toespraken tot de meest verscheiden internationale congres sen, die den laatsten tijd in Rome werden gehouden, evenals uit de nieuwe ordening van de Pauselijke Academie van weten schappen. Juist voor de herdenking van het verdrag van Lateranen morgen zou de Paus alle hooge Italiaansche prelaten in audiëntie ontvangen, waarvoor reeds 200 Italiaansche bisschoppen en 40 kardinalen waren ge arriveerd is de Paus heengegaan. Het stervan van den Paus. Kardinaal Pacelli heeft het overlijden van den Paus officieel vastgesteld. Hij na derde het doodsbed van den Paus, waar van het gelaat werd onthuld. Driemaal riep de kardinaal den overledene bij zijn naam en telkens stiet hij met een kleinen zilveren hamer tegen zijn slaap. Vervolgens richtte hij zich tot de aanwezigen en riep uit: „de Paus is waarlijk dood". Daarna knielde hij neer, om het „de profundis" voor te bidden. Vervolgens overhandigde een kamerheer aan kardinaal Pacelli den visschersring en het wapen van den Paus. De staatssecreta ris maakte vervolgens een acte op van het overlijden en van de overhandiging van den ring en las deze aan alle aanwezigen voor. Daarna verliet hij de sterfkamer, waar alleen eenige geestelijken, in gebed verzonken, achterbleven. Kardinaal Pacelli begaf zich vervolgens naar een zijkamer, waar hij zich ontdeed van den schouder mantel, welken hij tot dusver droeg, hier mede te kennen gevende, dat hij het be stuur der kerk ad interim op zich nam. De kardinaal teekende de acte van overlijden en gaf bevel den zwaren klok van den St. Pieter te luiden om den geloovigen mede- deeling te doen van het overlijden van den Paus. Op het luiden der zware klokken van den St. Pieter namen alle kerken van Rome het luiden over. De St. Pieter be gon te luiden om 6.45 uur. Vanmiddag wordt het stoffelijk overschot van den Paus overgebracht naar de troon zaal. Naar Reuter verneemt, zullen de kardinalen der Katholieke Kerk op 28 Februari in een conclave bijeenkomen, om den nieuwen Paus te kiezen. De autoriteiten van het Vaticaan hebben terstond Mussolini van het overlijden in kennis gesteld, die daarop onverwijld koning Victor Emmanuel op de hoogte stelde. Ruim een kwart liter komt U op drie kwartjes. Hier is een nieuw recept tegen hoest, verkoudheid, kinkhoest en bronchitis, dat onze lezeressen zelf kunnen klaarmaken. Koop bij Uw apotheker of drogist een 30 grams-fleschje Vervus (dubbel gecon centreerd), dat tegen den vastgestelden prijs van 75 cent verkocht wordt. Ver meng het thuis met een kwart liter heet water en een eetlepel suiker of stroop. Goed doorroeren tot het geheel is opgelost. Dosis: voor kinderen van 3 tot 8 jaar: een theelepel; voor kinderen van 8 tot 12 jaar: een dessertlepel; voor volwassenen: een eetlepel. Na de voornaamste maaltijden en voor het naar bed gaan. Dit middeltje is zeer gemakkelijk te maken en zoo'n flinke fiesch medicijn is zeer voordeelig. Knip dit recept uit en bewaar het goed. 8161 (Ingez. Med.) NAAR DE KAAP EN TERUG BINNEN 5\<t DAG. Henshaw is gistermiddag om 13.51 G.M.T. te Gravesend geland. Hij heeft de terugreis van Kaapstad volbracht in 27 uur en 41 minuten. De heenreis had 39 Vz uur geduurd. Over zijn terugreis had Clouston 33 uur gedaan. Henshaw's prestatie is des te kraniger om dat hij alleen vloog. Clouston was vergezeld van mevrouw Kirby Green. Bij zijn aankomst op Gravesend moest de 24-jarige vlieger uit zijn toestel gedragen wor den. Hij had een neusbloeding gekregen, zoo dat zijn gezicht met bloed bedekt was. Hij was zóó uitgeput, dat hij niet kon staan. Het record voor de heen- en terugreis heeft hij met 1 dag. 6 uur en 45 minuten verbeterd en gebracht op 4 dagen. 10 uur en 15 minuten. DE POSTVLUCHTEN. De ..Zilverreiger" is gistermiddag om halfvier te Schiphol geland. ELSE WOHLGEMUTH f 7015 (Ingez. Med.) (Van onzen Parijschen correspondent) Juvisy is een klein plaatsje, ongeveer twintig kilometer bezuiden Parijs gelegen, doch hoe klein ook voor de Fransche spoorwegen, is het een zeer belangrijke plaats, daar het een der rangeerstations is voor de taliooze goederentreinen, die naar en van Parijs vertrekken. Een ge weldig spoorwegemplacement is er aange legd en achter het vrij kleine stationsge bouw strekken zich eindelooze perrons uit. Sinds verleden Vrijdag is een twintigtal treinen met Spaansche vluchtelingen, vrou wen, kinderen en oude menschen dit sta tion gepasseerd op weg naar een rustiger verblijfplaats dan de woelige Fransch- Spaansche grens. Ofschoon van verschil lende zijden protesten zijn opgegaan tegen het voornemen der regeering de Spaansche vluchtelingen over bijna alle Fransche de partementen te verdeelen, zijn de laatste dagen ruim 20.000 vluchtelingen Juvisy ge passeerd op weg naar de Westelijke cn Noordelijke departementen. Waarom deze protesten? Omdat men vrijwel algemeen van meening is, dat hoewel edelmoedigheid geboden is tegen over de onschuldige slachtoffers van den Spaanschen burgeroorlog het voor beide partijen, Frankrijk zoowel als de vluchte lingen, veel beter is, wanneer zoo spoedig het met den toestand in Spanje mogelijk is, al die dakloozen weer naar hun vader land terugkeeren. De goeden onder hen zullen van zelf sprekend weer naar huis terugverlangen en met de kwaden onder hen wil men in Frankrijk liefst zoo min mogelijk te maken hebben Daar zich zoo gemakkelijk kwade elementen ln die nog ordelooze en havelooze troep kunnen ver bergen, meent men, dat uiterste strengheid gepaard moet gaan aan groote edelmoedig heid en dat het veel beter geweest zou zijn, indien men die ongelukkigen geconcen treerd had op plaatsen, die dichter bij de Spaansche grens gelegen zijn en waar ge makkelijker toezicht uitgeoefend kan wor den. Bovendien kost het onderhoud van zoovele tienduizenden, die spoedig enkele honderdduizenden zullen zijn, enorm veel geld aan den Franschen staat volgens een uiterst krappe berekening 10 francs of 50 centen per dag en per hoofd en waar er tot nu toe geen sprake is van een internationale regeling en Frankrijk dus alleen die kosten dragen moet, is het te begrijpen, dat ook om deze reden zeer velen hopen, dat zoo spoedig mogelijk de vluch telingen naar Spanje zullen terugkeeren. Hoe dit ook zij, op het oogenblik passeeren de treinen met vluchtelingen Juvisy en we zijn eens op dat station gaan kijken, om dat daar de vluchtelingen worden geravi tailleerd. De eerste dagen hadden de roode gemeenteraden der omliggende gemeenten zich met die voedselvoorziening belast, doch toen al heel spoedig bleek, dat niet alleen voedsel werd uitgereikt, maar ook van de gelegenheid werd gebruik gemaakt om te demonstreeren en al wat dies meer zij, na men de politie-autoriteiten de bevoorrading zelf ter hand. Lange tafels, waarop toren hoog belegde boterhammen zijn opgesta peld. staan naast geweldige ketels dam pende koffie, republikeinsche garden en militaire koks zorgen voor een billijke ver deeling, maar och, erg hardhandig hoeven zij niet op te treden tegenover die ongeluk- digen, die eindeloos moe zijn en volslagen afgestompt door de ellende, die zij beleefd hebben. Haveloos zien ze er uit, al die vrou wen, dagenlang zijn zij niet uit de kleeren geweest en op een korte rustpoos te Per- pignan na hebben sommigen in geen veer tien dagen op een bed gelegen. Ze zijn van huis weggevlucht en hebben meegenomen, wat ze in der haast konden verzamelen, nuttelooze dingen soms, een wekker, een paar gekleurde plaatjes, het eerste, wat ze maar grijpen konden en die we nu hier en daar tusschen wat kleeren in een oude karbies zien liggen. Waarom ze gevlucht zijn? We zoeken rechts en links naar iemand, die wat Fransch spreekt, maar de meesten zijn zelfs te moe om een antwoord te geven. Tot we eindelijk een ouden schoolmeester van een Catalaansch berg dorpje ontdekken, die ons iets vertelt van de verschrikking, die over zijn land is gegaan. Waarom hij gevlucht is en met hem alle bewoners van het dorp? In de eerste plaats, omdat ze bang waren, toen het gedonder van het geschut steeds dich ter en dichter naderde en ze in de verte de witte wolkjes zagen van de ontploffende granaten. Vervolgens omdat ze niets meer te eten hadden, daar de terugtrekkende troepen op alles beslag legden, op het brood, dat zooeven in de primitieve ovens gebakken was, op het meel, dat den vol genden dag gebruikt zou worden, op de enkele flesschen zuren wijn uit het eigen wijngaardje, op de enkele kilo's gedroogde boonen en erwten. Maar toch zouden de meesten nog gebleven zijn en al waren ze bevreesd, dat de verhalen, die de terug trekkende troepen deden over de wreed heid van den vijand, waar waren, ze waren toch te zeer gehecht aan het huis en het lapje eigen grond om zoo maar alles in den steek te laten. Ze hadden toch niets geen kwaad gedaan, van politiek wisten ze niets af in dat afgelegen bergdorpje en Barcelona liet hen even koud als Burgos, Doch toen kwamen op een kwaden dag vreemde troepen het dorp binnen, de res ten van een internationale brigade en de commandant kondigde aan. dat binnen drie uur het dorp ontruimd moest zijn: wie niet vrijwillig heenging, zou met geweld worden verdreven. Het werd het begin van een eindeloozen lijdensweg. Wie nog een wagen en een paard had. stapelde zijn schamele meubeltjes op ln het vehikel, dat al spoedig overladen was. Anderen trok ken handkarren voort of sjorden met kin derwagens en kruiwagens, opgejaagd door de onbarmhartige soldaten, die voor hun oogen stuksloegen, wat er van het huis raad achterblijven moest. En die stoet uit dat eene dorpje smolt al heel spoedig samen met een andere uit een tweede dorp en verderop met nog andere uit nog andere dorpen. Loopen moesten ze, steeds maar loopen den heelen dag door en den vol genden dag en nog vele andere dagen en 's nachts sliepen ze, waar een onderkomen te vinden was, in door de bewoners verlaten huizen, waar in elke kamer meer men schen op den vloer lagen uitgestrekt dan ze eigenlijk bevatten konden, in schuren, die nauwelijks beschutten tegen koude en wind of ook in de open lucht achter een beschermend rotsblok of in uitgedroogde greppels. Slapen kon men dat eigenlijk niet noemen, het was een wezenloos zich uit strekken, dat nauwelijks verkwikking bracht en waaruit men herhaaldelijk werd opgeschrikt door de laag vliegende toestel len der nationalistische luchtmacht. Of die vluchtende, civiele bevolking dan beschoten werd door de recht-sche piloten? Rechtstreeks niet, maar overal tusschen Naar gemeld wordt, heeft de bekende trage dienne van het Weensche Burgtheater. Else Wohlgemuth de hand aan zichzelf geslagen, nadat haar als geboren Jodin (zij was gehuwd met graaf Thun-Hohensteln) het optreden ver boden was. Tientallen Jaren was zij een van de meest op den voorgrond tredende figuren van het Ween sche Burgtheater. Haar glansrollen waren om. Schiller's „Maria Stuart" en Maeterlinks Mona Vanna". Men noemde haar de Sarah Bernhard van het Duitsche tooneel. Toen een jaar geleden haar 25-jarig jubileum bb het Burgtheater werd gevierd, verscheen de toen malige kanselier dr. Schuschnigg in haar wo ning om haar de gelukwenschen van het ge- heele land aan te bieden. Overeenkomstig haar wensch, is zy in het costuum van Maria Stuart begraven. die vrouwen en kinderen en oude menschen liepen ongedisciplineerde benden soldaten en milicienes mee. die hun laatste patronen afschoten op de voorbijrazende vliegtuigen, terwijl hier en daar nog mitrailleuses ston den opgesteld, die heele rafels de lucht ïn- paften. wanneer een toestel binnen hun bereik kwam En soms gebeurde dan het verschrikkelijke, dan zag men een klein donker voorwerp uit den buik van het toe stel vallen en enkele oogenblikken later spatte dat met helsche knal uiteen of een machinegeweer begon te ratelen en de dood stormde over hen heen met een snelheid van drie-, vierhonderd kilometer per uur. Verschrikkelijke oogenblikken waren dat en die zenuwspanning is voor velen te zwaar geweest; ze zijn krankzinnig geworden en als dollen heeft dat oude mannetje vrou wen zien wegrennen, die zich de kleeren van het lichaam rukten en gillende weglie pen. Waarheen? Een treurig, machteloos schouderophalen is het antwoord. Ze waren te moe. te afgestompt om zich nog met an deren te bemoeien. Zoo trok de karavaan der ellende steeds verder! De arme meubeltjes, die ze met zich meevoerden, werden dikwijls van de wa gens afgesmeten, omdat men brandhout noodig had, waarboven een tot dusver mee gevoerd en eindelijk geslacht schaap werd geroosterd en ook omdat men ruimte in die wagens noodig had om de gewonden en de zieken te vervoeren wien men bijna geen verpleging geven kon. Waar ze heen gingen? „Francia", dat was het beloofde land, maar hoe lang zou het nog duren, voordat ze het bereiken zouden? Geen mensch, die het wist. Ze liepen, ze strompelden vooruit, drongen tegen elkaar aan, want hoe dichter men de grens na derde, hoe Babylonischer de verwarring werd. Vrachtwagens, huifkarren, auto's, enkele afdeelingen van het gemotoriseerde leger schoven tergend langzaam achter elkaar voort, een eindelooze rij, geflankeerd door de duizenden, die te voet voortschui- felden en als beesten elkaar soms bevoch ten, wanneer onverhoopt een plaatsje vrij kwam op een dier voertuigen Door Gerone waren ze getrokken en door Figueras en ze hadden er geslapen op de straatkeien, omdat in geen enkel huis on derdak was te vinden. En nu waren ze eindelijk in Frankrijk, nauwelijs in staat te beseffen, dat tenminste het eTgste voor bij was. Ze lijken nog allen in een zekere angstpyschose te verkeeren. te vreezen, dat ze opnieuw opgetaagd zullen worden. En hoe dikwijls hoorden we niet herhalen, toen we met den ouden schoolmeester langs de trein wandelden, dat ze haar .nadre" kwijt waren of haar echtgenoot of haar zoon en dat ze absoluut niet wisten, waar en hoe ze die terug zouden vinden. Verschrik kelijk is het. een ber'rt "an onbeschrijfe lijke ellende zoo'n vluchtelingentrein, wraak roepend over degenen, die verant woordelijk zijn voor het leed een onschul dige burgerbevolking aangedaan. (Nadruk verboden)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 9