De recordvlucht van Henshatv - Nederlandsche zwemsters naar Italië 79s!e Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad De Sprong in het Leven FEUILLETON DE VOLTOOIING VAN HET MOTORSCHIP „ORANJE", bij de Nederlandsche Scheepsbouwmaatschappij te Amsterdam voor rekening van de Mij. „Nederland" gebouwd. DE MOTOR-KUILSCHOKKER „MAASSLDIS 14" welke Woens dagochtend op den Nieuwen Waterweg in aanvaring is gekomen met een vlot met palen en hierbij is gekapseisd, werd door van der Tak's Bergingsmaatschappij gelicht DE AANKOMST VAN DEN RECORDVLIEGER HENSHAW TE GRAVE- SEND, NADAT HIJ HET RECORD ENGELAND-KAAPSTAD-ENGELAND HAD VERBETERD. UITGEPUT WORDT HIJ UIT HET TOESTEL GETILD. IN HET VONDELPARK te DE PALESTIN A-CONFERENTIE IN LONDEN. De Engelsche Amsterdam zijn Jongelui bezig minister van Koloniën (rechts) in gesprek met Arabische gedele- met den aanleg der dahlia-ten- toonstelling „Kleurenpracht 3". geerden. V.l.n.r. Nun Said, Fuad Hamzeh en All Maher Pasha. NEDERL. ZWEMSTERS NAAR ITALIË. Boven I. van Feggelen en Jopie Waalberg (rechts). Onder: mevr. de Dood en Hie van Veen (rechts) bij hun vertrek uit Amsterdam. TE AARDSWOUD (gem. Hoogwoud) is een middel- eeuwsche looipot ontdekt op een boerderij. De pot, welke 75 jaar geleden door een boer was gevonden, was al dien tijd in gebruik als bewaarplaats voor zand. DE OUDE KERK. TE DELFT WERD KORT GELEDEN GESLOTEN DAAR MEN VOOR INSTORTING VREESDE. Nu heeft men het gedeelte, dat geen gevaar oplevert, met houten schotten afgesloten, zoo dat de diensten hierin binnenkort hervat kunnen worden. Het andere gedeelte zal worden gerestaureerd. Een interieurfoto van de oude kerk. Oorspronkelijke Nederlandsche roman door FELICIA CORDEA. 12) rt„"Sorry' Al-5 Ik geweten had, dat zich in 'ets breekbaars bevond, had ik het voorzichtiger behandeld. U had er een waarschuwing bij moeten zetten. Maar het jas een waar genoegen voor me. Goe den dag". ^.Tot ziens", antwoordde de jongeling en ?°os voor Angela's rug, hoffelijk, maar ook bewonderend 0e jongeman volgde Angela's bewegingen Pï bet water, maar toen zij zich aan zijn P'iKken dreigde te onttreken, nam hij* een aoen besluit en zwom haar achterna. "Zoo, daar ben ik weer", deelde hij haar opgewekt mede. H'i scheen het blijkbaar als vanzelfspre kend te beschouwen, dat zij zich over dit e't evenzeer zou verheugen als hij. ,,Nu, aan zelfvertrouwen ontbreekt het Jem niet", dacht Angela, maar al had het Pear het leven gekost, ze had niet onvrien delijk tegen hem kunnen zijn. Er lag iets *o°. goedmoedigs en ridderlijks over zijn gezicht. De blik van zijn oogen was open hartig en schalks en zijn tanden waren werkelijk prachtig. Zijn ledematen, ten minste voor zoover die boven het water uitstaken, waren regelmatig, krachtig en gebruind. Zijn stem had een prettigen klank en zijn houding was niettegen staande de vrijmoedigheid, waarmee hij haar naderde, terughoudend. Angela be sefte, dat ze slechts één woord behoefde te spreken en hij zou hoffelijk afscheid van haar nemen en haar verder met rust laten. Dit laatste gaf den doorslag. Op dit oogenblik weerklonken eenlge korte scherpe hoornsignalen over het water. „Wat is er?" vroeg de zwemmer naast Angela, die als Engelschman deze signalen niet begreep. „De badwachter in den toren waarschuwt een waaghals, die te ver naar buiten ge zwommen is. Men moet hier namelijk heel voorzichtig zijn. Er staat dikwijls een ster ke trek naar zee toe". Doch reeds weerklonken de hoornsigna len opnieuw, ditmaal sterker en dringerder dan tevoren. „Dat ls geen waarschuwing meer", riep Angela verontrust uit. „Iemand verkeert in nood. Juist. Daar! Ziet U? Een kind. Kijk, nu steekt het de armen omhoog". Een blik, de Engelschman zag het, wierp zich met kracht in de golven en zwom weg. Angela vlak achter hem aan. Ze waren reeds vrij ver in zee geweest en waren zoodoende als eersten bij het zinkende lichaam van den jongen, die te ver van den kant weggezwommen was en bereikten hem zelfs voordat de roeiboot met den strandwachter hem had kunnen bereiken. Van twee kanten vatten zij den jongen en hielden hem boven water, totdat de boot kwam en hem meenam. Er stond een sterke trek en ze hadden moeite, het ondiepe water weer te berei ken. Dan waadden ze een weinig buiten adem naar het strand. „Hiermede hebben we onze koffie eerlijk verdiend", meende de jonge Engelschman en wees op het terrasje. Angela knikte energiek met het hoofd. Ze voelde zich werkelijk een beetje flauw. De kleine drenkeling had zich gedurende de eerste oogenblikken wanhopig aan haar vastgeklemd en haar eenlge seconden onder water getrokken. Ze wierp zich in een stoel en haar met gezel wenkte een kellner. „Twee koffie en those big round things", (groote ronde koeken). „Welke big round things?" vroeg de kellner. De Engelschman teekende met zijn vinger een volle maan op de tafel. Angela begreep hem. „Wafels", riep ze. „Yes Wafels. Tien stuks. Ik ben er dol op". De kellner verdween. „En nu tusschen ons, my dear young lady. Hoe kwam u erbij, met me mee te zwemmen. Waarom bleef u niet rustig en braaf, waar U was, in plaats me voor het feit te stellen misschien twee kinderen te moeten redden". Angela stond paf, maar ze had een ant woord klaar. „En U. mijnheer, hoe waagde U het, zich in een zuiver Hollandsche aangelegenheid te mengen. Wij Hollanders mogen wel een klein volk zijn. maar wij zijn in alle dingen groot, waarin een klein volk groot kan zijn. En wij zijn volkomen in staat onze eigen zaken op te knappen". Een oogenblik keken ze elkander streng aan en barstten toen tegelijkertijd In lachen uit. „Mooi is het hier! De zee? De zon, het strand en die aardige roode huisjes. De mooiste kust op de wereld en ik heb er heel wat gezien", zei de man. „Zoo, en waar bent U dan alzoo ge weest?" „U deed er beter aan Uw vraag om te keeren en te vragen waar ik niet geweest ben. Dat zou gemakkelijker te beantwoor den zijn". „Hebt U niets anders te doen, dan zoo over den aardbol rond te zwerven?" „No. niet veel. Het ls een deel van mijn werk". Wat zou hij wel kunnen zijn? Globetrotter alleen was hij, volgens zijn eigen bewering niet. Misschien schreef hij wel boeken over zijn reizen, of verzamelde hij stof voor romans. Angela vroeg het hem. „Als er een boek van U verschijnt, wilt U het mij dan laten weten?" Een oogenblik rustte zijn blik met een uitdrukking van uiterste verbazing op haar gezicht. Dan zei hij haastig: „Zeker wil ik dat doen. Wanneer er een uitkomt zal lk U een exemplaar ervan toe zenden. Maar daarvoor moet ik natuurlijk Uw adres weten." De kellner kwam en bracht het bestelde. De Engelschman verzocht hem om een stuk papier en een potlood. Angela schreef er haar naam en adres op. „Uw telefoonnummer ook. please". „Wilt U het boek dan door de telefoon zenden?" vroeg Angela naief. Maar ze schreef het erbij en gaf hem het papiertje. Hij probeerde haar naam op zijn eigen manier uit te spreken. Hoe grappig klonk dat! Angela sprak hem den naam voor en nu herhaalde hij hem terstond en daarbij goed. „Ik heet Lloyd, Reginald Lloyd." Een oogenblik nam hij scherp het gezicht van het meisje op om te zien, of de naam. haar ook iets zeide. Maar zij scheen hem nog nooit gehoord te hebben. „Woont U nu hier?" vroeg Angela. „Ja, voor een poosje. Aardige oude stad. Den Haag! Mag er graag zijn. Ik houd veel van Holland. Ik zou het graag willen opvouwen en In mijn vestjeszak steken, om het op mijn zwerftochten mee te nemen. Er ligt zoo iets rustigs en vredigs over Uw land." .Misschien te rustig als men er altijd leeft. Het moet wel heerlijk zijn, de wereld in te kunnen trekken." „U zwerft dus ook graag?" „En of!" antwoordde Angela energiek. „Niets voor Uw onderdanige dienares om haar heele leven in Den Haag door te brengen. Op een goeden dag ben ik weg." Waarom lichtte het plotseling in zijn oogen? Angela voelde een vreemde verwar ring. Bovendien was ze zich bewust van een eigenaardig onverklaarbaar gevoel. Ze stond op. „Ik moet nu naar huis. Wel bedankt voor de koffie en de wafels." Ze stak hem vriendschappelijk haar hand toe. „Maar zoudt U morgen niet terug willen komen? Ik zou U heel graagterug wil len zien." (Nadruk verboden). (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 5