Vrijdag 10 Februari 1939 No. 51' LEIDSCH DAGBLAD ef en leed uit de Muizenwereld Hoe moeder een stoffenpaleis ontdekte en de heele familie mooie kleeren kreeg. ÏEINI laar Streep moest zijn ndeugendheid met den dood bekoopen. was doodstil in het kleine kamertje, oude Truitje zat te naaien. Ze wierp dik op de klok. Vijf minuten over ne en om negen uur was het haar Nog even draadjes knippen en dan ze naar huis. Ze werkte haastig door een nieuw bruin rokje voor Koosje. uitje'" klonk een stem van beneden. mevrouw!" riep Trui. Maar haar lenige vingers plukten en trokken nog want ze wilde alles nog heelemaal af ging de deur open en kwam moe tinnen. „Truitje, Tiuitje" zei ze „moet weer wegjagen? Jij bent nog eens een wetsche hoor!" :h mevrouw, ik had zoo graag dit rokje maal af gewild." ïe hoor. nu is het genoeg. Ik maak okje af en ruim alles wel op en jij vlug naar huis". dus pakte Trui nog een beetje na- terend haar boeltje bij elkaar en ver- Op de trap zei ze: „Mevrouw, er zit- lulzen op het naaikamertje. Zekertjes Ik heb ze hooren kriebelen met d'r lotjes." :h kom" zei moeder, ..we hebben toch toes! Dat kan haast niet." Maar moc- ïam zich toch voor, eens terdege uit jken, of er geen gaatjes in den vloer ks, als ik het kamertje opruim" dacht Maar Juist toen ze beneden was, er gebeld en kwam er visite. En het imertje werd vergeten... iebel. kriebel, krabbeldekrab.klonk 'aast de kachel. Dan een getrippel van ie pootjes, een sprongetje en jonge, jonge, dat is nog eens boffen!" moeder Muis, die op haar gemak aar achterpootjes was gaan zitten en net haar heldere kraaloogjes om zich keek. Dan deed ze een paar spron- s in de richting van een klein gaatje de kachel en riep: „Vader, kom eens n'" 'er een gekriebel, een licht gehijg en. ikke rolronde muizenvader met de grijze snorren wrong zijn lijf ook het gaatje. word haast te oud voor zulke ge- ijke tochten!" zuchtte hij. ch kom. je wordt te dik, man! Ik ver- je te veel met kaaskorstjes en krui- van room taartjes!" zei het pittige ïnvrouwtje. „Ja, dat is het, je wordt en te lui!" Vader muis sprak het niet tegen. Want er was geen tijd om een ruzietje op touw te zetten: er was haast bij het werk! „Brr!" mopperde hij nog tegen, „jij al tijd met je gevaarlijke ondernemingen! Ik ruik de kat!" „Och, welnee, die komt hier nooit! Vlug, help me eens eventjes! We hebben hier een kans... neemaar, schitterend!" „Wat voor een kans. ik zie nergens een korstje of kruimeltje!" .Hé. jij denkt ook altijd alleen maar aan eten'" zuchtte moeder muis. „Zie je dan niet wat een prachtige lapjes hier overal voor het grijpen liggen? Kijk, bruin, blauw, groen en dan aio beeldige gebloem de lap en dat stuk zij!" „Tja, dat is een vondst" zei vader, „nou vooruit dan maar!" Vlug gingen ze nu samen aan het werk. Het donkerbruine lapje rolden ze op tot een rolletje ter grootte van een dikke si gaar. „Hou vast hoor!" vinnigde moeder. „Ja, ja" en vader ging er zoolang op zit ten, tot moeder aan kwam sjouwen met een lang eind draad, dat zc er samen omheen bonden. .Nu die blauwe zei moeder ijve rig, „schitterend voor jurken voor de meis jes, ijzersterk en niet zoo besmettelijk!" „Ja, ja" zei vader, „maar ik bedenk me daar iets: zouden we niet beter doen met eerst die bruine rol in veiligheid te bren gen0 Binnen is binnen en als straks mis schien de kat komt „Ja, gelijk heb je. Gauw dan maar!" zei moeder. En ze rolden met vereende krach ten het gevaarte in de richting van het gaatje. Daar aangekomen, riep moeder: „Pssst, Streep! Streepje kom eens bij ;,-et luik! Vlug wat!" „Ja Moe?" piepte het van beneden. „Hier komt een groote rol stof. Kun je dié aanpakken?1 „Best Moe! Geeft u maar Moe!" riep Streep, het oudste zoontje. En toen do rol door het gat zakte hoorden ze hem ver heugd piepen: „Ha, daar krijg ik een pak van Het ging prachtig. De eene rol na de andere werd door het gat neergelaten en telkens vertelde moeder uitvoerig, wat ze ervan wou maken. „Van dat gebloemde zijtje maak ik een blouse vcor mezelf, met kopmouwen.en van die groengeruite stof kun jij een broek krijgen, als je wilt". „Alsjeblieft, vrouw" zei vader nederig, hoewel hij eigenlijk liever de bruine stof had gehad. Maar hij was een klein beetje angstig voor de kat, en wou dus vooral geen ruzietje op touw zetten, vanwege' het tijdverlies. Toen ze alles binnen hadden er lagen in het naaikamertje alleen nog maar en kele kleine pluisjes en rafeltjes, die de moeite van het meenemen niet waard wa ren! rolde moeder zorgvuldig de lange draden om haar pols en gebood vader, vlug een naald te zoeken, maar een beetje fijn, niet zoo'n pook! Want met moeder's naald was toch immers laatst een ongeluk gebeurd! „O ja, dat is waar ook" zei vader en hij had geluk- ze vonden nog twee prachtige fijne naalden en drie spelden op den grond. „Heb je ooit zulk boffen gezien?" jubelde moeder muis, toen ze moe, maar geluk kig den terugtocht aanvaardden.... De heele volgende week was het een ge weldige bedrijvigheid in de woning van vader en moeder Muis. Overal rolde je over de lappen en ae draden en op een mor gen had Streep zijn moeder verrast met iets buitengewoons: hij was midden in den nacht door het gat geklauterd en had in de naaiKamer een groot, rond ding gevon den, dat lag te blinken in de maneschijn. Het vreemde ding zat volgewikkeld met bruin garen. ..Prachtig, hè?" vroeg Streep trotsch, ter wijl hij net in zijn magere armen omhoog hield. „Ze noemen het een spoeltje" zei moeder „dat heb ik weieens gehoord. „Nu hebben we garen genoeg voor heeï ons verdere leven" zuchtte vader ontroeru, „wat een geluk, wat een geluk!" Het groote nieuws, dat de familie Muis zulk een onverwacht buitenkansje had ge had, verspreidde zich als een loopend vuurtje door de heele buurt en er waren wel muizenhuismoeders, die erg jaloersch. „Streep, kun je even een e-MfHi VAM LAl'.R rol stof aanpakken

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 15