Open ing nieuw gede elte Die iconess \enhuis te Rot terdam - Nieuw raadhuis LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad 79s»e Jaargang - FEUILLETON Het Blauwe Teeken r- 1Btfc- t f HET FRAAIE NIEUWE RAADHUIS VAN AXEL (ZEEUWSCH VLAANDE REN), OFFICIEEL GEOPEND. De burgemeester en de architect temidden der Zeeuwsche boerinnetjes in den ingang van het gebouw. DE HERTOG EN DE HERTOGIN VAN WIND SOR KWAMEN UIT ANTIBES TE PARUS AAN. Op het perron van het Gare de Lyon. TE ZAANDAM traden in het huwe lijk de bekende regenboogzeiler Leen de Wit en de danseres Miek de Goeje. HET NIEUWE GEDEELTE VAN HET NED. HERV. DIACONESSENHUIS AAN DEN WESTERSINGEL TE ROTTERDAM GEOPEND. Tijdens de ope ningsrede van burgemeester Oud. Links de vertegenwoordiger van H.M. de Koningin, baron van Lynden. HET „CIRCUS MILITAIR". Wat men in Indië met gewone legerpaarden kan bereiken heb ben inheemsche militairen met een twintigtal paarden van het dept. der Mobiele Artillerie te Tjimahi laten zien. De militairen hebben in hun vrijen tijd de hier getoonde aardige resul taten weten te behalen. KINGSLEY WOOD de Britsche minister van Luchtvaart achter een machinegeweer in een bom bardementsvliegtuig tijdens een bezoek aan een vliegtuigfabriek. DE RALLYE NAAR MONTE CARLO. Een foto van de aan komst aan de controle van het Nederlandsche team Ton-van der Hoek, dat de 6de plaats in het algemeen klassement bezette. De roman van een uitgestootene door HUGO BETTAUER. 48) Beiden zwegen, elk in zijn eigen gedach- wj1 verdiept, tot Carlo het meisje met smeekende oogen aankeek en zijn in nerlijke besluiteloosheid onder woorden bracht: Wat moet lk nu doen? Wat u mij daar jvrteld hebt, heeft een diepen indruk op ?je .gemaakt. Het doet me aarzelen, miss -'lel opent nieuwe perspectieven, ongetwijfeld, maar het brengt me ook ge- Ha v,iVan clen weS. dien ik. althans in ge- oacnten. reeds had uitgestippeld en die jjjjl de beste leek. Moet ik hier. blijven en njijn leven wijden aan een zaak, die mij gisteren nog vreemd was, maar mij nu niep heeft aangegrepen? Of zal ik Zater- aan boord gaan van de „La Gloire", ai deze moeilijke, afschuwelijke problemen nilteuen en daarheen terugkeeren, waar ik "'et behoef te vechten, omdat niemand het m'J lastig maakt? het knappe, vriendelijke gezichtje twi tr"k zwarte nieisje kwam een blt- O. ik weet wel, dat men den neger en zijn afstammelingen in Europa geen kwaad doet. Maar is dat, omdat men hun zooveel aahting toedraagt? Geen sprake van! Al leen, omdat hij in zijn zeldzaamheid een curiositeit is! Brengt u eens tienduizend negers naar Weenen of naar Berlijn, dan zal plotseling alle haat zich tegen hen koeren en er ontstaat eenzelfde, uit den meest bekrompen gezichtshoek beschouwd negerprobleem als hier. Eigenlijk is het dus niet meer of minder dan een laffe vlucht, wanneer u er toe besluit naar Europa terug te keeren! Carlo kromp ineen onder deze beschul diging, maar opnieuw nam hij de hand van het meisje in de zijne. Miss Jane, weest u toch niet zoo hard in uw oordeel, bedenk toch, dat alles zoo nieuw voor mij is en vergeet niet, dat ik dit land, waar ik niets dan teleurstellingen heb beleefd, haat uit den grond van mijn hart. Zelfs mijn liefde heeft men hier met voeten getreden! In enkele woorden vertelt Carlo haar nu ook de geschiedenis met Lisl, van wie hij oprecht had gehouden, voor wie hij alles had willen opofferen en die hem in zijn bitteren nood als een bedelaar van de deur had gewezen. Jane knikte zwijgend, streelde zijn hand. zei: „Arme jongen!" en wendde zich daar na met een ruk naar het venster, waardoor de voorsteden van Atlanta reeds te zien waren. Even voordat de trein onder de overkapping van het station stil hield, namen zij afscheid van elkaar. Jane liet het toe, dat hi.i haar hand telkens weer drukte en terwiji zij hem open en eerlijk aanzag, zei ze: Denkt u over alles, wat ik u verteld heb nog maar eens na, mr. Zeiler. U moet tenslotte met u zelf daarover in het reine komen. En als u morgen nog niet op weg bent naar Charleston om u op de „La Gloire" in te schepen, dan verwacht ik u om zes uur bij ons aan het souper. Ik zou blij zijn u terug te zien, omdat ik nog veel, heel veel met u te bespreken heb. Wij wo nen Sunflowerstreet 72. Carlo nam, zooals hem was aangeraden, zijn Intrek in Hotel Montgommery, waar hij voor weinig geld een nette kamer kreeg en ging spoedig daarop naar bed. Den volgenden ochtend liet hij zich met het kantoor van de reederij in Charleston verbinden, waarbij hij vernam, dat de „La Gloire" tengevolge van een machinedefect niet reeds overmorgen Zaterdag, maar eerst den volgenden Donderdag het anker zou lichten. In ieder geval zou men tot Woens dag een hut voor hem reserveeren. Carlo slaakte een zucht van verlichting. Hij had dus nog tijd om te overleggen, wat hem te doen stond en wat het voornaamste was: hij zou Jane vandaag nog kunnen bezoeken. Zijn hart klopte onstuimig als hij aan haar dacht, hij verlangde naar haar en de uren tot den vooravond sche nen hem eindeloos. Toen hij om klokslag zes uur voor het betrekkelijk kleine huis met den verzorgden voortuin in de Sunflo werstreet stond, voelde hij zich bijna even opgewonden als destijds, nu reeds weer vele maanden geleden, voor het paleis van den rijken mister Ortner in New York. Jane stak hem haar beide handen toe en hij was verrukt, toen hij zag, hoe het meisje zich over zijn komst verheugde. Er hing in de woning een sfeer van vertrouwde, bur gerlijke behaaglijkheid. Jane's moeder zou met haar zwarte huid en haar witte haar dos nog slechts enkele maanden geleden een lachwekkenden indruk op hem hebben gemaakt; nu zag hij in haar slechts een lieve oude vrouw, die hem hartelijk be groette. De woonkamer van het kleine, uit een verdieping bestaande huis. was keurig ge meubileerd, in den salon stond een piano, een groote boekenkast onttrok een der muren vrijwel geheel aan het oog en Carlo constateerde bij zichzelf, dat menige ont wikkelde Europeaansche er een dergelijke omvangrijke bibliotheek zeker niet op nahield. Jane legde op de met zorg gedekte tafel een derde couvert en Carlo was verrukt over de gracieuze, lieftallige bewegingen, waarmee zij aan tafel serveerde. Het was het typisch souper van de Zuidelijke Sta ten: in ijs gekoelde rauwe tomaten, gevuld met geraspte kaas, gebakken oesters, een groote kalkoen met compote van bosch bessen en appeltaart met slagroom. Jane vermeed zorgvuldig een al te zwaar discours. Zij vroeg Carlo naar diens in drukken van Atlanta, was het met hem eens, dat waarschijnlijk elke Europeesche stad van tienduizend inwoners meer echte beschaving bood dan deze metropool met haar kwart millioen zielen, maar tevens maakte zij hem attent op verschillende mooie punten van de stad en in het bij zonder op het Centralpark, dat door zijn rijke, tropische flora een interessante be zienswaardigheid bood. En beiden vermoedden niet, dat meer dan vijfentwintig jaar geleden een Duit- sche professor en een weerloos, vervolgd mulatten meisje, die in Atlanta geen onderdak konden vinden, in ditzelfde Cen tralpark den nacht op een bank hadden doorgebracht Bij de koffie, welke op de door muskie tengaas beschermde veranda werd geser veerd, kwamen er drie nieuwe gasten, alle drie volbloed negers. Het waren Isidor Pope, hoogleeraar in de rechtswetenschap pen aan de negeruniversiteit van Atlanta, dr. Samuel Thompson, arts en leider van de chirurgische afdeellng van het zieken huis voor kleurlingen en Abel Crawford, hoofdredacteur van het dagblad „The Crisis". Jane bracht de heeren met een paar woorden van Zeller's avonturen op de hoogte en na een gesprek over de toestan den in Europa en Carlo's ervaringen in het kamp der houthakkers, waarvan hij een humoristische beschrijving gaf. riepen de drie negers bijna gelijktijdig uit: U blijft toch bij ons! Mannen als u kunnen wij hier gebruiken! Er ontspon zich nu een geanimeerd, vaak zelfs eenlgszins opgewonden gesprek, waarbij de drie heeren hun bruisend tem perament den vrijen teugel lieten. Carlo voelde zich temidden van deze ontwikkelde menschen volkomen thuis, het was hem een ware behoefte zijn geest en zijn ken nis te verrijken, maar aan den anderen kant verzette hij zich toch met zijn laat ste krachten tegen Jane en de drie man nen, die hem hun open armen toestaken om hem naar zich toe te trekken. (Nadruk verboden). (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 5