De Rallye naar Monte Carlo - Op de tijgerjacht in Zuid-Sumatra LEEDSCH DAGBLAD Tweede Blad 79sfe Jaargang FEUILLETON Het Blauwe Teelten DE GEMEENTE-SECRETARIS VAN MAARN - F. M. v. Panthaleon bar. v. Eek trad gisteren in het hu welijk met J. E. baronesse v. Haersolte. Het bruidspaar verlaat de St. Joriskerk te Amersfoort TIJGERJACHT PER AUTO OP ZUID-SUMATRA. De bekende tijgerjager en persfotograaf Denninghof Stelling trok er met een kleinen *wagen op uit naar de Lampongs. Boven tijger in den lichtbundel welke op be t aas, waarmee hij ge lokt was, gericht was. Onder twee neergelegde roofdieren op de auto gébonden. EEN „M1CIIELINE" een treinstel op rubberbanden wordt' met de ,,Champlain" naar Amerika gebracht. Dit laatste Fransche snufje op spoorweggebied zal op de wereldtentoonstelling te New York worden tentoongesteld DE SCHUTTING ROND DE NIEUWE KERK TE DELFT IS VER DWENEN. Voor het eerst na zeven jaar heeft men weer een on belemmerd uitzicht op het fraaie gebouw. Alleen de toren is nu nog door een steigerwerk omgeven. HOE KOM IK WEER IN MIJN WONING Dit probleem hebben de bewoners van den Oudezijds Achterburgwal te Amsterdam op te lossen, nu de straat in verband met werkzaamheden aan de rioleering geheel opgebroken is. DE NEDERLANDSCHE EQUIPES IN DE RALLYE MONTE CARLO die uit Athene zijn gestart, hadden reeds op weg naar hun start plaats door den sneeuwval met groote moeilijkheden te kampen. De équipes Cornelius-Buyze met D.K.W. en Gatsonides-Barendrecht met Ford op een besneeuwden weg in den Balkan. De roman van een uitgestootene door HUGO BETTAUER. 43) Het bleek echter al spoedig, dat Carlo zich niet tot dit primitieve onderwijs kon bepalen. Steeds weer smeekten hem de Tommies, Johannies, Washingtons en Lin- eolns aan het einde van de les hun toch iets over de wereld daarbuiten te vertel len, zoodat hij tenslotte vrijwel eiken avond zijn lees- en schrijfonderricht liet volgen door een populaire en gemakkelijk te be grijpen causerie over sociale Instellingen en de zeden en gewoonten der Europeesche volkeren. En het schonk hem een zeld zame voldoening, wanneer hij zag, hoe zijn auditorium in gespannen aandacht naar hem luisterde en hem vereerde. Waren dat nu werkelijk die luie, ruwe en onbetrouwbare schepsels, waarvoor de Amerikaan hen hield? Bij het dagelijksche werk. zoowel als bij het onderricht toon den zij ziCh zeer vlijtig, in de barakken der blanken kwamen minstens even zoo vaak kleine diefstallen voor als hier en tot een of ander ruwheidsexces was het. althans in Carlo's tegenwoordigheid, nog hooit gekomen. Zij roken anders, zij spra ken anders, zij waren ongetwijfeld naiever, lichtgelóoviger en ln hun doen en laten flegmatieker en onverschilliger dan de blanken, maar steeds weer en bij alle voor komende gelegenheden trad wel overdui delijk aan het licht, dat zich onder de kleurlingen procentsgewijze evenveel dom ooren, stellig minder gedegenereerden en een even groot of klein aantal slechten en goeden, heerschzuchtigen en deemoedigen, aanmatigenden en bescheidenen bevonden als onder de millloenen van andere men- schen van alle rassen. Sinds het begin van het nieuwe jaar leefde Carlo Zeiler nu geheel onder de kleurlingen in barak 55 Zijn verhouding tot de blanke kamera den van Nr. 43 was steeds slechter gewor den. Toen deze vernamen, dat hij zijn avonden doorbracht met het les geven aan de kleurlingen, kwam het tot openlijke vijandelijkheden en tenslotte was hij het zelf, die den „boss" verzocht hem bij de vijf-en-vijftigers te willen indeelen. De ..boss" bracht het verzoek over aan den ..super", deze bromde zoo iets van ge kleurde honden, die toch bij elkaar be hoorden en Carlo kon zijn boeltje pakken, waarna hij met gejuich door de halfbroers werd ontvangen. Nochtans kostte het Carlo heel wat moeite aan het samenleven met zijn nieuwe kameraden te wennen. Tot zijn bittere teleurstelling moest hij constatee- ren, dat hun zin voor reinheid veel, zoo niet alles te wenschen overliet. Zij vonden het al meer dan genoeg dat zij 's morgens hun handen ln een waschbak dompelden en hun gezicht wat nat maakten; het ge bruik van zeep scheen hun al evenzoo overbodig als het dagelijksph hanteeren van een tandenborstel en een nagelvijl. Bovendien was de nachtelijke uitwaseming in de slaapzaal zoo sterk, dat Carlo het er nauwelijks uithield. Wederom echter wist hij zijn afkeer en tegenzin te onderdruk ken door zijn vergelijking met kinderen voort te zetten. Zijn kinderen van nature niet eveneens onzindelijk? Huilen niet de meesten van hen, wanneer zij met water en zeep worden schoongeboend? Is het niet het voorbeeld van de volwassenen, dat tenslotte eerst op rijperen leeftijd op hen inwerkt en zouden zelfs de kinderen van de beste families niet vervuilen en verwaarloozen, wanneer men hen steeds aan zichzelf overliet? Na kort beraad hield Carlo een der eerst volgende avonden een voordracht over reinheid en lichaamsverzorging. Dat. wat de blanken ons steeds weer verwijten, is ons gebrek aan zindelijkheid, zei hij en helaas kunnen de meesten van ons zich dat verwijt aantrekken. Wij allen zijn doordrongen van den wensch ons te besehaven en te ontwikkelen en, in den besten zin. de blanken nabij te komen. Welnu, dan dienen wij ook van onder af aan. met de eenvoudigste dingen te begin nen en wel in de eerste plaats met de ver zorging van ons eigen lichaam. Jullie heb ben mij geld aangeboden voor dat beetje onderwijs, dat ik jullie kan geven en ik heb dat aanbod afgewezen. Nu echter kunnen jullie je goede bedoelingen toonen door van vandaag af te wedijveren, wie het zindelijkst is. De cantinehouder heeft zeep. hand- en tandenborstels Koopt deze goed- koope dingen bij hem, dan zullen wij van avond voor we gaan slapen en voortaan eiken ochtend een wedstrijd in het was- schen houden. Een reeds grijzende neger bromde wat en protesteerde tenslotte openlijk tegen dit voorstel: Wasschen doet zich alleen, wie vuil is en wij zijn niet vuil! De oude Benjamin werd echter spoedig overstemd, allen schreeuwden door elkaar, dat aan den wensch van den „professor" gevolg moest worden gegeven en een half uur later werd er op de slaapzaal zoo ge- noegelijk met water geplensd, dat deze bijna wegdreef. Proestend en snuivend go ten de mannen elkaar groote emmers water over den naakten rug. Houston haal de voor de geheele barak zeep en borstels en het was een gegorgel en gesnuif, dat de bewoners van de omliggende barakken kwamen toeioopen om te zien, wat er in nr. 55 aan de hand was. Van dat oogenblik af beschouwden de negers met den kostelijken humor en de dolle uitgelatenheid, die hun eigen is, het wasschen als een soort sport en Carlo con stateerde met voldoening, dat sindsdien de penetrante huid-uitwaseming van zijn medebewoners minder werd en in de eigen aardige lucht van nootmuscaat, azijn en kaneel veranderde, welke hem eens hoe lang leek dat al niet geleden! in het variété in St. Pauli te Hamburg was opge vallen. Het winterseizoen kenmerkte zich door een staag neervallende regen, die weken lang aanhield. Het was echter geen koele, verfrisschende regen, maar vuil. warm water, dat hemel en aarde scheen te be- heerschen. Uit den dampenden grond ste gen giftige nevelsluiers op, het werk werd weldra een dagelijks terugkeerende kwel ling, het aantal gevallen van typhus en malaria nam met den dag toe, honderden houthakkers moesten in Anniston ter ver pleging worden opgenomen en Carlo had al zijn wilskracht en energie noodig om vol te houden. In de meeste barakken werd nu bijna eiken Zaterdag het geheele weekloon in drank omgezet, omdat men daarmee hoopte de ziekten te kunnen voorkomen. Het kost te Carlo heel wat moeite zijn discipelen van het onzinnige van deze handelwijze, welke slechts tot gevolg had. dat men het zoo zwaar verdiende geld de directie van de maatschappij in den schoot wierp, te over tuigen, maar tenslotte gelukte hem dat toch, zoodat de cantlnehouders tot hun verbazing moesten constateeren, dat de kleurlingen in het algemeen en de bewo ners van barak 55 in het bijzonder, veel minder geld voo ralcohol uitgaven dan de blanken. In plaats daarvan echter kochten zij, op Carlo's advies, thee, suiker en citroe nen, waarvan zij zich op een houtvuur zelf warme dranken bereidden en inderdaad maakte de ziekte onder hen veel minder slachtoffers dan onder de andere hout hakkers. Tegen het eind van Februari hield de regen op om bijna onmiddellijk daarop plaats te maken voor een zomerscbe hitte. Steeds grootere boschcomplexen verdwe nen, terwijl nieuwe krachten reeds bezig waren de wortels der gevallen boomen te verwijderen en den grond rijp te doen wor den voor katoenzaad. (Nadruk verboden). (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 5