>1 Duitsche actie tegen Nederland Ernstig tekort aan koffie in het Derde Rijk LEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad Vrijdag 13 Januari 1939 Luchtaanvallen 'W Naar aanleiding van hei vinden van kogelgaatjes in Duitsche gebouwen RECHTZAKEN Zilveren jubileum van den heer J. v. d. Marei met Brandbommen De invoer uit Brazilië ernstig gestagneerd Deviezenkwesties en het verdubbelde verbruik Zooals wij gisteren in een deel van onze oplaag hebben kunnen melden, heeft de Duitsche gezant zich tot de Nederlandsche regeering gewend in verband met het feit dat er kogelgaat jes ontdekt zijn in Duitsche gebouwen te Amsterdam en Den Ilaag. Het A.N.P. meldt thans dat minister Patijn naar aanleiding hiervan zijn leedwezen heeft uitgesproken en een onderzoek heeft toegezegd. Intiisschen neemt de actie der Duitsche pers tegen Nederland nog ln felheid toe, waarbij in menig opzicht op ontzaggelijke wijze wordt overdreven. De Joden krijgen de schuld. De „Deutsche diplomatische politische Korrespondenz" schrijft: „Het wereldijodendom schijnt in zijn strijd tegen het nationaal-socialLstische Duitschland, welke het op het gebied en op kosten van andere landen pleegt te voeren, een nieuw gevechtsveld te hebben gezocht. Nadat deze vernietigende „macht" erin is geslaagd na een laffen moord ook een propaganda-veldtocht in de geheele wereld te ontketenen tegen het derde rijk, waarbij een New-Yorksch blad ongestraft tot nieuwe moorden waagde aan te sporen, zijn op Nederlandsoh grondgebied schoten gelost tegen exterritoriaal gebied. Er be staat geen twijfel omtrent herkomst en doel van deze schoten. Terwijl in vooraanstaande buitenland- sche kringen wordt gepoogd om een nor male oplossing te vinden voor het Joodsche vraagstuk in midden Europa, zijn andere krachten aan het werk om een conflict in acuten vorm te verwekken. Indien nu door hen, die aan de touwtjes trekken, blijkbaar Nederland is uitgekozen als terrein voor hun actie en misdadige bedoelingen, dan zal hiervan een zekere toegeeflijkheid je gens de Joodsche aanmatiging en provo catie de reden zijn. Blijkbaar is in ver band met gebeurtenissen dezer dagen de indruk gewekt, dat men bij toonaangeven de Nederlandsche kringen niet volledig re kening behoefde te houden met den ern- stigen wil, in het belang van de verhou dingen tusscnen de verschillende mogend heden, krachtig en duidelijk op te treden tegen alle storende Joodsche kuiperijen. Veeleer kon de meer.ing ontstaan, dat pro vocaties, zelfs van te voren aangekondigde, niet zouden stuiten op krachtigen afweer, doch beoordeeld zouden worden met begrip voor de gevoelens van den provocateur. Be halve andere teekenen van een bepaalde sympathie zal ook de bekende terugtocht van Rotterdam voor de Joodsche terreur niet zonder resultaat gebleven, zijn. Thans moet men in Nederland de nieuwe waarschuwingsschoten hebben gehoord. Zij duiden eenerzijds erop. dat Nederland blijkbaar geschikt wordt geacht om als strijdperk te dienen voor een ras zonder wortel tegen een staat, welke met Neder land betrekkingen van goede nabuurschap onderhoudt Anderzijds hoopt men op deze wijze de goede betrekkingen tusschen beide staten te verstoren en hierdoor het eigen front, dat tot nu toe op het Europeesche vasteland nog niet goed vasten voet kon krijgen, te verbreeden. De Nederlandsche autoriteiten zullen een daad. welke erop gericht is de zoo nadruk kelijk beschermde neutraliteit afbreuk te doen, niet zonder meer voorbij kunnen gaan. Men zal niet kunnen nalaten ernstig er over te denken of de grootmoedigheid en toegeeflijkheid, welke tot nu toe in acht werden genomen jegeas de vernietigende pogingen van den Joodschen invloed, ook dan nog verantwoord is, wanneer hierdoor, zooals thans het geval is geweest, de in Ne derland geaccrediteerde vertegenwoordiger van het Duitsche rijk gevaar loopt. Want de zorg van Nederland voor zijn veiligheid is niet in de laatste plaats een onderpand voor het voortbestaan van de oude betrek kingen vol vertrouwen". Ook de overige Duitsche bladen schrij ven, dat de „aanslagen" welke op Neder- landschen bodem tegen officieele Duitsche vertegenwoordigers zijn gepleegd en waar omtrent de Duitsche regeering te 's-Gra- venhage heeft geprotesteerd, invloed kun nen uitoefenen op de DuitschNederland sche betrekkingen. Het „Berliner Tageblatt" merkt o.a. op, dat men het als van zelf sprekend moet beschouwen, dat de Nederlandsche regee ring zich niet zal onttrekken aan den plicht, rekening te houden met het Duit sche protest. Wat zij verder zal doen om den invloed van die kringen te breken, door wie dergelijke misdaden worden uit gedacht, aangemoedigd en geënsceneerd, is haar eigen zaak. Zij moet z.ich er wel van bewust zijn, hoe gevaarlijk dit drijven van deze kringen, wanneer men ze verder duldt ieder oogenblik kan worden voor de inter nationale betrekkingen van het land. boulevards der hoofdstad ostentatief zijn rijtuig laat stilhouden, om van eenige Joodsche collectanten het door den heer Colijn zoo warm aanbevolen Joodsche in signe te koopen? Het is dezelfde „neutraliteit", welke aan leiding gaf tot het verbod van den Rotter- damschen voetbalwedstrijd, die zooals be kend met medeweten en goedkeuring der regeering werd afgelast. Thans verschijnen er berichten, dat de Nederlandsche Bank 500 millioen gulden goud naar Engeiand en Amerika heeft verscheept. Dat is ten slotte het recht van ieder land. Merkwaar dig wordt dit bericht evenwel dan, wan neer men het in verband brengt met een naar het heet dreigend „gevaar van Duitschland". Merkwaardig daarom, omdat de Fuehrer dikwijls genoeg de onaantast baarheid van het Nederlandsche gebied heeft onderstreept. Een antwoord heeft men, als men de taal van de Nederlandsche pers beluistert, die in haar algemeene strekking nog op- hitsender is dan de Joodsche pers van Amerika, Principieel wordt Duitschland dagelijks belasterd en alle positieve mede- deelingen worden van een vraagteeken voorzien. Dat is de „objectiviteit der vrije pers", der democratie, die trotsch op deze persvrijheid boogt, maar maar er tegelij kertijd b.v. verzwijgt, dat over goudver schepingen slechts met officieele toestem ming der regeering mag worden bericht. Deze goudverschepingen dienen natuurlijk, zooals thans officieel wordt medegedeeld, tot „waarborg voor de ieverismiddelenver- zorging in geval van gevaar". Bij deze mo tiveering zal de laatste rooker glunder aan zijn pijp trekken, immers weet ook hij, dat Nederlands binnenlandsche voorraden zoo groot zijn, dat het ook als de situatie ern stig zou worden, nog zou kunnen expor teeren. Nederland heeft nu eenmaal zijn oudel ijn prijsgegeven." Vrouwenbataljons! Voortgaande houdt de,.B. Z. am Mittag" zich bezig met de maatregelen der Neder landsche regeering, om onze kust in staat van verdediging te brengen. „Zcefront?" vraagt het blad. „dus ver dediging tegen Engeland? Neen, want te gelijkertijd levert Engeland aan Nederland 20 motortorpedobooten. waarvan de snel heid geheim wordt gehouden. Tegen wie HAAGSCHE RECHTBANK. Rijwieldiefstal. Terzake diefstal van drie rijwielen te Leiden gepleegd, heeft terecht gestaan R. L. uit Lelden. De Officier had tegen L. tien maanden gevangenisstraf geëischt. De Rechtbank heeft in deze zaak nog geen vonnis gewe zen, doch de behandeling der zaak was te rug verwezen naar den Rechter-commissa- ris. Vrijspraak. Nabij den Deyl te Wassenaar had B. ten B. een ernstige autobotsing veroorzaakt; hij reed tegen een stilstaande auto. De Officier had f. 10 boete subs. 10 dagen hechtenis geëischt, beneven intrekken van het rijbewijs voor den tijd van een jaar. De Rechtbank heeft verdachte echter vrijgesproken. Een aanrijding. Op de Beeklaan te Alkemade had J G. v. d, B. uit die gemeente een aanrijding veroorzaakt, waarvoor hij terecht heeft gestaan. De Officier van Justitie had tegen hem deswege f. 20 boete subs. 10 dagen hechte nis geëischt. De Rechtbank heeft v. d. B. veroordeeld tot f. 10 boete subs. 10 dagen hechtenis. Konijnen gestolen. De tuindersknecht B. T. uit Leidschen- dam zou zich aan diefstal van vier konij- wil Nederland zich dan bewapenen en ver dedigen? Tegen Engeland zeker niet, want Engeland laat niet voor de aardigheid 400 officieren in de Nederlandsche taal onder richten en Nederland leidt bij de alom ge roemde gemoedelijkheid der Nederlandsche moisjes zeker niet als vermaak zelfs vrou- wenbataljons op. De internationale Joden zoo besluit het blad hebben, nadat Tsjecho-Siowa- kije is weggevallen. Nederland tot hun nieuwe operatiebasis tegen de autoritair geregeerde staten gemaakt Dat dit zoo is, bewijzen de aanslagen op de woningen van de Duitsche eonsujaire ambtenaren. Ne derland heeft alle reden, om zijn.marsch- richting te veranderen en aan deze opsto- kerij van vreemde elementen paal en perk te stellen. Wat de handelspolitiek betreft, is het als geen ander land op die staten aangewezen, welker producten het tegen woordig openlijk en in het geheim boycot en welker staatsvorm en leider het belee- digt. Wij, die belang hebben bij een fat soenlijke verhouding tot onzen nabuur en die deze zich opeenhoopende misgrepen reeds wegens hun politieke onhandigheid betreuren, kunnen slechts het hoofd schudden en vaststellen: kan niet verstaart, mijnheer." nen hebben schuldig gemaakt. Toen de tuinder v. d. K. aan de Tweemoientjeskade te Delft des morgens fn de schuur kwam. had hfj het viertal vermist. De bakkers knecht v. R. vertelde dat hij samen met verdachte in Leidschendam handelde in konijnen. Zoo waren zij ook bij v. d. K. gekomen, die zei dat hij geen konijnen te koop had. Toen was verdachte achter ge bleven, en later had getuige hem met de konijnen gezien. Door verdachte was be weerd, dat hij de konijnen had gekocht, doch later kwam hij hierop terug. Voordat de konijnen waren verkocht, was de poli tie ten tooneele verschenen, waarover de rechercheur van Boekhoven enkele mede- deelingen deed. Verdachte ontkende De Officier achtte dat T. wel degelijk de dader van den dief stal is, en vorderde tegen hem twee maan den gevangenisstraf. De verdediger pleitte vrijspraak, subs, clementie. HAARLEMSCHE RECHTBANK. Dronken autobestuurder. Voor de Haarlemsche Rechtbank stond in hoóger beroep terecht een 49-jarige aardappelenhandelaar uit Hillegom, die bij vonnis van den Kantonrechter te Haarlem was veroordeeld tot 3 weken hechtenis en 1 jaar intrekking van rijbewijs, omdat hij op 6 Sept. j.l. met zijn auto over den Hee- reweg te Heemstede heeft gereden terwijl hij zoodanig onder den invloed van ster ken drank verkeerde, dat hij op het kruis punt WagenwegZandvoortschelaan in botsing is gekomen met een autobus der firma Sommeling uit den Haag. De offieier van justitie vroeg na getui genverhoor bevestiging van het vonnis van den Kantonrechter. De Rechtbank zal over 14 dagen vonnis wijzen. Ais raadslid van Bodeerraven. Wist U, dat bij de best uitgeruste brandweer niet in staat is alle branden tegelijk te blusschen en daarom de ge heele bevolking moet trachten in eigen huis zelf ieder begin van brand le blusschen EEN HARTELIJKE HULDIGING! Heden is het 25 jaar geleden dat het Chr. Hist, raadslid de heer J. v. d. Marei te Bo degraven na een spannenden verkiezings strijd als zoodanig werd geïnstalleerd. De heer v. d. Marei werd destijds gekozen in de liberale vacature Brunt, waarbij als tegencandidaat door de Lib. Kiesvereeniging was gesteld de heer J. J. Heusdens, Bij eer ste stemming kreeg de huidige jubilaris toen precies evenveel stemmen als zijn mededinger en werd als oudste verkozen verklaard. De raad besloot tot toelating, maar na protest vernietigden Ged. Staten het raadsbesluit. Bij de dan volgende nieuwe verkiezing werd de heer v. d Marei tenslotte gekozen met 1 stem meerderheid. Al spoedig nam hij een belangrijke plaats in den raad in en reeds in 1915 werd hij als opvolger van den heer W. Turkenburg als wethouder gekozen. De wethouders periode duurde tot 1924. toen de jubilaris wegens een conflict met den raad aftrad, om echter in 1926 opnieuw te worden ge kozen. De tweede periode duurde tot 1935 toen bij de nieuwe samenkomst van den raad. de heer v. d. Marei niet als wethouder werd herkozen. Nadere inlichtingen verstrekt de secretaris van de afd. Leiden der Ned. Ver. voor Luchtbescherming, de heer D. C. Kok, Rapenburg 9, Leiden. Tegen Slapeloosheid, Overspanning, Onrust en Zenuwachtigheid, gebruike men de Zenuwstillende en Zenuwsterkende Mijnhardt's Zenuwtabletten. Buisje 75 ct. 6771 (Ingez. Med.) Gevoelige slag voor de groote massa. Critiek op dr. Colijn. De „Berl. Zeitung am Mittag" schrijft: „ln het Westen van ons vaderland ligt Nederland, bekend door zijn goed smaken- nat, de kaassoorten, niet minder bekend echter door zijn verstandige houding in de we reldpolitiek. Deze verstandige houding bleek daaruit, dat dit volk zich aan het wereldgebeuren slechts indirect geïnteres seerd toonde, namelijk dan, als eigen Ne derlandsche belangen in het spel waren. Overigens hechtte dit lieflijke land waarde aan een onvoorwaardelijke politiek der on afhankelijkheid en neutraliteit. Zoo was het tot nu toe. Intusschen gebeuren er evenwel dingen, die met dit principe geenszins in overeen stemming te brengen zijn. Wat moet men b.v. er van zeggen, dal de minister-presi dent Colijn, misbruik makend van den officicelen radiozender, oproept tot een collont'- voo- lieden, aan wie dezelfde Co lijn het betreden van het lend en van zijn omvangrijke koloniën verbiedt? Of is het soms met de neutraliteit vereenigbaar, wanneer een hooggeplaatste persoonlijk heid van het hof op een van de drukste Onze Berlijnsche oorrespondent schrijft ons: Profeteeren is een ondankbaar welk en dat niet alleen, want blijkt men zich schro melijk vergist te hebben, dan kan het ook gevaarlijk blijken! Vooral in landen waar de dictatuur hoogtij viert, moet men uiterst voorzichtig zijn met het uiten van veronderstellingen en doet men verstan diger zich aan onomstootbaar vaststaande feiten te houden. Zoo frappeert het ons nadat wij den overgang van het oude in het nieuwe jaar ln ons eigen land gevierd hebben, waar zelfs in den barren wintertijd alles volop te krijgen ls. wat een mensch voor zijn da- gelijksch onderhoud van noode heeft dat er in heel het Derde Rijk plotseling een tekort, aan koffie bestaat. Voor den bui tenstaander klinkt dat wellicht erg onbe langrijk. doch voor hem, die de zeden en gewoonten van onze Oostelijke buren eenigszins beter kent, is dat een sensatio- neele verrassing, want hij weet, dat de koffie in het Duitsche volksleven nagenoeg dezelfde plaats inneemt als het bier. Tij dens den arbeid en daartusschendoor drinkt men nu eenmaal koffie en ls de dagtaak volbracht, dan beloont men zijn noesten vijlt met eenige liters van het edele gerst#- Een soort vergif Warom? Dat weet, eigenlijk niemand, doch het is een feit, dat er in Duitschland opvallend weinig thee gedronken wordt en bestelt men die als vreemdeling, dan ver dient het aanbeveling, dat men den kellner zeer nadrukkelijk verzoekt ze zoo sterk mogelijk te serveeren, want anders krijgt men veelal water met een kleurtje. Het eenvoudige volk beschouwt thee als een soort vergif en het ls ook in onzen tijd geen zeldzaamheid, dat men allerlei ziek ten hoort toeschrijven aan het overmatig gebruik van thee! Een radicale wijziging. Bedriegen de voorteekencn niet, dan zal er thans ln dit volksgebruik een radicale wijziging plaats vinden. De ..Kaffcestuben" ln de Oostmark zoowel als de „Kondlto- relen" ln het overige Derde Rijk zullen aan den lijve gaan ondervinden, dat thee en cacao minstens evenzeer aanspraak kun nen maken op een vaste plaats in de volks gemeenschap als de totdusver zoo gepre fereerde „Kaffee" met of zonder „Sahne". Natuurlijk zal er eerst wel even gemopperd worden, niet hardop, want dat waagt in dit land geen sterveling, maar dan toch fluisterend Doch ook daar zal na ver loop van tijd wel weer een einde aan ko men, want wijlen Willem Rooyaards sloeg eens den spijker op den kop. toen hij zeide: „Een mensch went aan alles, zelfs aan roem!" v „Greuelmarchen". Dat het ditmaal niet om een „Greuel marchen" of ook maar om een loos ge rucht gaat. dat konden we vaststellen, toen we bij Hlnz en Küster binnenstapten, om er een half pondje koffie te halen. De win kelbediende. die ons als een vasten klant kent dat is van ingrijpend belang, want slechts „Dauerkunden" kunnen er od re kenen. dat ze ook bij een tijdelijke schaarschte van een bepaald levensmiddel Een gevoelige slag. Persoonlijk namen we deze wijziging in het dagelij ksch leven: niet erg tragisch op, maar voor de overgroote meerderheid van het Duitsche volk, dat tegenwoordig tach tig millioen zielen telt. lijkt het ons een ge voelige slag en derhalve zijn we te be- voegder plaatse gaan informeeren, wat de regeering ertoe genoopt heeft het nieuwe jaar met zulk een minder aangename ver rassing in te zetten? Men bracht het feit in verband met de algemeene verhooging van den levensstandaard van het Duitsche volk en met de vrij plotselinge uitbreiding van het Duitsche Rijk: „Het feit, dat er tegenwoordig in Groot- Duitschland veel meer gewerkt wordt dan in 1933. heeft er ongetwijfeld toe bijgedra gen, dat het verbruik van allerlei levens middelen enorm gestegen is. Wij beleefden dat enkele jaren geleden reeds met de bo ter, die sedertdien gerantsoeneerd moest worden en thans schijnt de koffie aan de beurt te zijn. Komt er dan nog bij, dat het om producten gaat, welke wij uit het bui tenland betrekken, dan kan zulk een snel toenemende aanvrage tot beperkende maatregelen dwingen. Wij moeten met onze deviezen nu eenmaal zeer zuinig omsprin gen en dat was ook de oorzaak, dat we omstreeks Kerstmis niet voldoende sinaas appelen op de markt konden brengen. Daar kwam toen nog bij, dat ook het bevriende deel van Spanje ons niets kon leveren, daar het land in staat van oorlog verkeert. Het verdubbelde verbruik Men heeft berekend, dat er in het crisis jaar 1932 per persoon 16 kilogram koffie- boonen verbruikt werd, terwijl deze omzet in 1937 reeds tot 2,1 kilogram was geste gen. Zoodoende was de invoer uit Zuid- Amerika en speciaal uit Brazilië enorm ge stegen. Voor 1936 is de invoer met 155000 en voor 1937 met 178000 ton aangegeven en voor 1938 kan men op 2000000 ton rekenen. i zooal niet voorkomend dan toch redelijk I Men kan dus zeggen, dat het verbruik se- bediend worden keek eenigszins verle gen en gaf ten antwoord, dat men sedert Zaterdag IJ. op bevel van hoogerhand nog maar een „Viertelchen". dus de helft van een half pond. mag verkoopen. Wij deden, of we van den prins geen kwaad wisten en vroegen om naderen uitleg: „Ziet li. dat hangt ook alweer met de politiek samen. In Brazilië schijnt men ons niet vriend schappelijk gezind te zijn, want de vier goedkoope soorten, die we van daaruit steeds ontvingen, zijn plotseling uitgeble ven en men heeft ons meegedeeld, dat. we daar voorshands maar niet op moeten re kenen. Nu krijgen we alleen nog maar kof fie uit Centraal-Amerika, uit Mexico, Gua temala enz. Maar die is duurder en zoo doende zal er op den duur wel minder koffie en dus meer thee verlangd worden". Ter verduidelijking van deze leerzame uiteenzetting gaf men ons een papiertje. waaTop het volgende te lezen staat: „Thee is een kostelijke drank, opfrisschend en dert 1933 verdubbeld is. Brazilië nam voor de geleverde koffie- boonen Duitsche producten in ruil. Daar is thans, buiten onze schuld, een stagna tie in gekomen. Omstreeks Kerstmis was de omzet van koffie enorm en het logisch gevolg daarvan is de thans ingetreden re latieve schaarschte, welke een beperking noodzakelijk maakte. In de koffiebrande rijen beschikt men nog slechts over 75°'n van den anders gebruikelijken voorraad en we weten niet. of dit spoedig beter zal worden. Maar dat is ook zoo erg niet als het schijnt, want de theevoorraad is in elk op zicht voldoende en het volk moet dan ook daarvan maar eens het gebruik leeren kennen!" Zoo zien we dan met de vereischte neu traliteit ln Groot-Duitschland het histo risch oogenblik tegemoet, waarop men in de „Konditoreien" en „Kaffeehausern" niet langer hoort roepen „Ein Kannchen Kaf fee!" doch „een potje thee!" en wel zullen goed bekomend Wanneer thans de leve- i dan geen leedvermaak voelen Integendeel, rantie van koffie wat schaarsch geworden ls. dan raden we onzen klanten aan 's mid dags in plaats van de gebruikelijke koffie maar eens thee te drinken. Onze thee is van voortreffelijke kwaliteit. We verzoeken onze klandizie, rekening houdend met de tijdsomstandigheden, zich te beperken in het gebruik van kofie". we zullen ons verheugen over het feit dat het Duitsche volk eindelijk ook eens tot de ontdekking komt. dat het gebruik van thee op den duur minstens zoo bevorder lijk is voor de „volksgezondheid als het genot van koffie met of zonder room en koek! (Nadruk verboden). De heer J. v. d. Marei. Gisteravond kwam de C. H. Kiesvereeni ging te Bodegraven in een speciale huldi gingssamenkomst bijeen. Na opening en het uitbrengen der jaar verslagen volgde de verkiezing van een be stuurslid in de vacature ontstaan door het vertrek van den heer W. Noorlander, wien dank werd gebracht voor zijn werk. Gekozen werd de heer Y. de Joode. Sprekende over de groslijst voor de Statenverkiezingen werd de candidatuur van den heer W. Boer spe ciaal aanbevolen. Naar de groepsvergade ring werden afgevaardigd de heeren v. d. Marei I. Hoogendoorn, Verlooij en J. Luu- ring. Daarmee waren de zaken ten einde en toen, na de pauze, de familie v. d. Mare] in haar geheel ter vergadering verscheen, kreeg deze bijeenkomst een heel ander karakter. Allereerst sprak 'de voorzitter, de heer W. J. van Muiswinkel die den jubilaris, den heer v. d. Marei, dankte voor het vele dat hij in het belang der gemeente allereerst, maar ook voor de kiesvereeniging gedaan heeft. Als huldeblijk werd hem een pla quette van jhr. mr. A. F. de Savomin Lohman aangeboden, vergezeld van het Bijbelsch Dagboek van ds. Straatsma. Ook mevr. v. d. Marei werd terecht in den dank betrokken: haar werden bloemen aange boden. Volgende spreker was de secretaris de heer Luuring. die de positie van den jubilaris in het bestuur der kiesvereeniging besprak. 19 van de 25 jaren maakte hij deel uit van het bestuur en meestal was hij haar voorzitter. Vervolgens werd de jubilaris toegesproken door den heer I. Hoogendoorn, die herin nerde aan de bijzondere manier, waarop de verkiezing van den jubilaris plaats had, maar bovendien stilstond bij de vruchtbare ambtsperiode als raadslid en wethouder. Bodegraven heeft veel vruchten van zijn werkkracht geplukt en belangrijke dingen als de totstandkoming van het stratenplan, de nieuwe Markt, de nieuwe begraafplaats dankt Bodegraven mede aan zijn werk kracht. Spr. besloot met den jubilaris en den zijnen Gods zegen toe te wenschen. Als mede-lid der vroedschap sprak de heer Ph. Jongeneel. die nederig erkende in polit ek opzicht slechts kweekeüng van den heer v. d. Marei te zijn en die hem dank bracht voor de samenwerking, waarbij hij den wensch uitsprak, dat de jubilaris het poli tieke leven nog niet vaarwel zal zeggen juist omdat in verschillende komen'de zaken het dringend noodig is, dat personen met veel ervaring daarover kunnen meespreken De heer A. Verlooij. oud-raadslid sprak hartelijke gelukwenschen uit. Hij kon die geven, in weerwil van het feit, dat hij als arbeider wel eèns tegenover den heer v d. Marei, die immers werkgever was stond. De beginselen hebben echter hen beiden steeds weer vereenigd Ook de heer W. Boer sprak als oud-raads- Iid woorden van hartelijke waardeering en dank. Hij uitte welgemeende wenschen voor een gelukkig familieleven en dat deze periode van 2 iaar voor den jubilax's steeds voldoening zal mogen geven. Tenslotte dankte de heer v. d. Marei de kiesvereeniging en de verschillende sprekers voor hun hartelijke woorden. Hij kende 3 oer.oden in zijn leven. De eerste was het werk in de Kiesvereeniging. de tweede het raadslidmaatschap destijds in Zwammer- dam. de derde de nu volle periode van 25 jaar als raadslid te Bodegraven. Mocht men gesproken hebben van „kweekeling-zijn" spr. beschouwde zichzelf als leering van wijlen den heer van Muiswinkel te Zwam- merdam. Tenslotte deelde spr. mede dat hij thans de tijd gekomen achtte om na deze PCT'0?? v.an 25 iaar het raadslidmaatschap te beëindigen, zoodat hu voornemens is zich straks bij de nieuwe candidaatstelling niet meer beschikbaar te stellen. Tenslotte werd de welgeslaagde samen komst besloten met het overbrengen van den dank on God met het lied k W 1 U o God mijn dank betalen", waarna de samen komst door den vice-voorzittcr den heer G. v. Dam Pzn. met dankgebed gesloten werd. 3—3

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 11