STADSNIEUWS
Het probleem: Tram of Bus
79ste Jaargang
WOENSDAG 11 JANUARI 1939
No. 24170
HET VOORNAAMSTE NIEUWS
VAN HEDEN
De Bilt
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Directeur der N.Z.H. zegt
Vooralsnog is omzetting van het
bedrijf in Leiden niet te verwachten
Verzakkingen naast
Stadhuisbouw
Dit nummer bestaat uit DRIE bladen
EERSTE BLAD
verwacht
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DER ADVERTENTIES:
30 ets. per regel voor advertenties uit Leiden en plaatsen waar
agentschappen van ons Blad gevestigd zijn. Voor alle andere
advertenties 35 ets. per regel. Voor zakenadvertentles belangrijk
lager tarief. Kleine advertenties uitsluitend bij vooruitbetaling
Woensdags en Zaterdags 50 ets. bij maximum aantal woorden
van 30. - Incasso volgens postrecht. Voor opzending van brieven
10 ets. porto te betalen. - Verplicht bewijsnummer 5 ets.
Bureau Noordeindaplein Telefoonnummers voor
Directie en Administratie 2500 Redactie 1507.
Postcheque- en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden en gemeenten, waar agentschappen gevestigd sljn:
per 3 maanden t. 235
per week f. 0.18
Franco per post f. 2.35 per 3 maanden portokosten.
(voor binnenland f. 0.80 per 3 mnd.)
„De vraag, of een tram of een bus in
het algemeen voor het stadsverkeer te
prefeeren is, is zoo oud als de bus
zelf. Het is lang niet altijd eenvoudig
hier direct het voordeeligste te kiezen
en vooral gevaarlijk op dit punt te ge
neraliseeren. Het is niet alleen een
kwestie van het zoeken naar een op
lossing voor het heden, doch ook voor
de toekomst. Men heeft hier niet alleen
te doen met een verkeersvraagstuk,
maar tevens met een economisch, tech
nisch en zelfs psychologisch probleem."
Aldus sprak ir. N. A. Imelman, directeur van
het Gemeentelijk Autobusbedrijf te
Utrecht in een voordracht, welke hij het
vorige jaar hield voor de leden der Ned.
Ver. voor Tramwegen en Autotransport
diensten in het R-A.I.-g-ebouw te Amster
dam.
Voor de beantwoording van het vraag
stuk, ald-us ir. Imelman verder, zijn de
grootte en de aard van de stad van over
wegend belang.
Hier nu zijn wij, waar wij wezen wilden:
HOE STAAT HET IN ONZE STAD
MET HET VRAAGSTUK:
TRAM OF BUS?
Wanneer wij deze kwestie allereerst be
zien uit verkeersoogpunt en in het licht der
plaatselijke situatie, dan zijn er ongetwij
feld tal van overwegingen, welke ons aan
bussen de voorkeur doen geven boven
trams.
Immers:
bussen zijn niet gebonden aan rails
of bovenbouw, waardoor een veel
grootere beweeglijkheid wordt ver
kregen ten opzichte van het overige
wegverkeer, hetgeen in de smalle
Leidsche straten van groot belang is;
passagiers worden in hoofdzaak in-
en uitgelaten aan de trottoirs; er is
dus geen oponthoud voor het overige
verkeer en de zoo hinderlijke vlucht
heuvels kunnen grootendeels ver
vallen;
bussen hebben een aanzienlijk
grootere remsnelheid, hetgeen dc
verkeersveiligheid ten goede komt en
veroorzaken minder lawaai.
De hier opgesomde voordeelen zijn zuiver
Van verkeerstechnischen aard en op onze
nauwe binnenstad voor 100 °/o van toepas
sing.
In de gemeente Utrecht, waar wij naar
een en ander een onderzoek hebben inge
steld en waar het geheele locale trambe
drijf onder leiding van ir. Imelman voor
noemd is omgezet in een busbedrijf, gelden
deze voordeelen in minstens even sterke
mate.
Een andere zijde van het vraag
stuk is evenwel de bedrijfs-economi-
söhe.
Hoe is het daarmede in Utrecht ge
steld?
Op grond van de bedrijfsuitkomsten der
laatste tien jaar, in welk tijdvak de omzet
ting geleidelijk werd voltooid, kan het ant
woord niet anders luiden dan: uitermate
gunstig. Nadat sedert 1931 gedurig met
verlies was gewerkt, zijn naarmate de reor
ganisatie van tram- in busbedrijf voort
gang vond. de nadeelige exploitatiesaldi
gedurig verminderd en voor het jaar 1939
wordt voor het eerst weer een winst ge
raamd van f. 44.500.
Het ligt voor de hand. dat waar de alge-
meene verkeerssituatie te Utrecht in veler
lei opzicht overeenkomst vertoont met die
te Leiden, waar het gewone rij verkeer even
eens veel oponthoud ondervindt van de
trams, wij den directeur van de N.Z.H.T.M
den heer ir. W. J. Burgersdijk de vraag
hebben voorgelegd hoe de leiding dezer
maatschappij staat tegenover het vraag
stuk: tram of bus.
De meening van ir. Burgersdijk.
liep ten aanzien van de principieele zijde
van dit vraagstuk parallel met het stand
punt van ir. Imelman. Ook hij achtte de
kwestie tram of bus niet slechts een vraag
stuk voor het heden, maar vooral voor de
toekomst.
Mede onder invloed van de ontwikkeling
eer techniek beleeft het vervoer momenteel
een overgangstijdperk, een periode van
groote onzekerheid, hetgeen tengevolge
heeft, dat men er minder gemakkelijk dan
bijvoorbeeld 25 jaar geleden toe overgaat
om groote kapitalen in een vervoersonder
neming te steken. Een goede kwart-eeuw
geleden kon men met vrij groote zekerheid
aannemen, dat een nieuw aangelegde tram
lijn over vijf jaar zou rendeeren; nu ont
breekt die zekerheid ten eenenmale.
Het toenemend particulier vervoer speelt
hierbij een groote rol; waar het een open
vraag is of ook het openbare vervoer zich
in de toekomst in stijgende lijn zal bewe
gen, beheerscht voorzichtigheid bij de in-
vesteering van nieuwe kapitalen het alge-
meene financieel beleid van elke groote
vervoersonderneming.
De aanleg van een nieuwe tramlijn met
rails en bovenbouw, aanschaffing van rol
lend materiaal, enz., vordert groote som
men geld, waarvan de afschrijving over een
groot aantal jaren moet worden verdeeld,
zoodat de kapitaallasten gedurende een
langdurige periode de bedrijfsuitkomsten
drukken.
Busdiensten vragen aanzienlijk minder
kapitaal, doch eischen daarentegen ook een
snellere afschrijving.
Men ziet nu het algemeene verschijn
sel, aldus ir. Burgersdijk, dat overal
waar het onderhoud of de uitbreiding
van een bestaande tramlijn aanzien
lijke sommen vergt, de leiding van de
onderneming overweegt of onder
deze omstandigheden exploi
tatie met bussen niet de voorkeur ver
dient boven trams.
(Wij onderbreken hier even het onder
houd met ir. Burgersdijk door de aan-
teekening. dat zich deze omstandigheid
inderdaad ook in Utrecht heeft voorge
daan! Daar zouden in verband met uit
te voeren spoorwegwerken belangrijke be
dragen gemoeid zijn geweest met de om
legging van meerdere tramlijnen, terwijl
door uitbreiding der buitenwijken ver
lenging van verscheidene tramlijnen
noodzakelijk was geworden. Toen rees ook
in Utrecht de vraag, of het economisch
verantwoord was de benoodigde hooge be
dragen in deze tram werken te investee-
ren, hetgeen een kapitaalsuitgave gedu
rende de eerste tien jaar van bijna
f. 900.000 zou vragen, waaronder slechts
een bedrag van f. 100.000 voor nieuwe
wagens. - Red.).
In Haarlem, aldus vervolgde ir. Burgers
dijk, zijn in de laatste jaren vier tramlijnen
omgezet in buslijnen, doch dat is eveneens
geschied onder den drang der plaatselijke
omstandigheden. Er werden hier namelijk
diverse wegen geasfalteerd, zoodat wij
hooge onkosten kregen aan den onderbouw.
Bovendien zaten wij hier met de moei
lijkheid. dat er twee verschillende spoor-
wijdtes bestonden, n.l. smal- en normaal-
spoor. zoodat combinatie van lijnen niet
mogelijk was. Teneinde deze mogelijkheid
te scheppen, moest het smalspoor warden
omgebouwd tot normaalspoor; er zou nieuw
rollend materiaal moeten worden aange
schaft: kortom practisch vrijwel een nieuwe
lijn moeten worden gebouwd.
Onder die omstandigheden hebben wij
de voorkeur gegeven aan bus-exploitatie,
doch voordeel heeft deze maatregel niet ge
bracht. Het vervoer is overal teruggeloo-
pen. Weliswaar valt den laatsten tijd weer
een stijging waar te nemen, maar ditzelfde
geldt voor de tramlijnen.
En de Leidsche stadslijn?
vroegen wij den heer Burgersdijk.
Economisch voordeel zou een even-
tueele omzetting van deze lijn ons zeker
niet brengen, luidde het antwoord. Niet
elke tramlijn komt daarvoor in aanmer
king; dit hangt van verschillende factoren
af, o.a. de gemiddelde bezetting, de fre
quentie, de lengte van de lijn, enz. Maar
nog afgezien daarvan. Wij staan in Leiden
niet voor de noodzakelijkheid van kostbare
uitbreidings- of onderhoudswerken, zoodat
een eventueele omschakeling hier in feite
kapitaalsvernietiging zou beteekenen. Im
mers het grootste deel van de lijn zou toch
intact moeten blijven voor het interlocale
verkeer en het voordeel zou dus uitsluitend
bestaan in het verminderd onderhoud van
het traject Hoogewoerdeinde Hooge Rijn
dijk. Tusschen haakjes opgemerkt: de N.Z.H
is zeer wel bereid om de stadslijn op den
Hooge Rijndijk door te trekken in de rich
ting van Leiderdorp, doch daartegen verzet
zich de eigenaar van den weg, in casu het
Rijk.
In den Noordwijkschen gemeenteraad
is eenigen tijd geleden gesproken over de
omzetting van de tramlijn LeidenNoord-
wijk in een busdienst. Bestaat dat voor
nemen inderdaad?
Daarover wordt wel gedacht. De ver
wezenlijking van. de ter zake bestaande
plannen is evenwel niet afhankelijk van
onze maatschappij, doch van de tot stand
koming van een bepaald onderdeel van het
Rijkswegenplan, waardoor ook al weer kost
bare wijzigingen in het traject zouden moe
ten worden aangebracht. De mogelijkheid
is niet uitgesloten, dat reeds in de naaste
toekomst gedurende een deel van jaar de
dienst op het baanvak Leiden-Noordwijk
met bussen zal worden onderhouden.
En de lijn naar Katwijk? luidde onze
laatste vraag.
Daar vertoont het verkeer weer een
geheel ander beeld dan op de Noordwij k-
sche lijn. Maar stel U voor, dat ook deze
lijn zou worden omgezet, dan zou dat tevens
inhouden, dat ook de werkplaats in Rijns
burg moet verdwijnen, want wij kunnen be
zwaarlijk alleen daarvoor een tramlijn en
de bovenleiding onderhouden. Ook dat zou
dus weer geld kosten en dat is in de laatste
plaats de bedoeling van deze reorganisaties.
Uit 'het bovenstaande blijkt overduidelijk,
dat, hoezeer zulks ook uit verkeersoogpunt
toejuiching zou verdienen, in het Leidsche
stadsbeeld de trams voorloopig nog niet
door bussen zullen worden vervangen. De
kans daarop zou grooter worden, wanneer
de gemeenteraad zou besluiten om bijvoor
beeld de geheele binnenstad te asfalteeren,
waardoor de N.Z.H. zich ook hier voor uit
gaven zij het dan in veel geringere mate
dan in Haarlem geplaatst zou zien. Wie
weet, zou dan de dienst in de stad met
bussen worden gereden, maar in dat geval
zou de NZ.H. weer gedwongen worden om
o.a. aan het einde der Korevaarstraat of het
begin van den Lammenschansweg over-
stap-perrons te maken, waar de passagiers
zouden moeten verwisselen van vervoer
middel om de reis naar Den Haag of tus-
schengelegen plaatsen te vervolgen.
Maar nogmaals: dat zijn toekomstover
wegingen.
Voorloopiz blijft in de Sleutelstad de
tram nog rijden
Voor de civiele kamer van de Haagsche
Rechtbank was gisteren opnieuw op de rol
geplaatst de procedure tusschen de firma's
Zandvoort en Feld tegen de gemeente Lei
den en de aanneemster van den onder
bouw van het stadhuis.
De advocaten van de gedaagden, mr.
Briët en mr. de Ranilz concludeerde thans
ln deze zaak terwijl op zijn verzoek aan
mr. Cosman als advocaat van eisohers, 14
dagen uitstel werd verleend.
EXAMENS.
Geslaagd voor het examen boekhouden
en aanverwante vakken, afgenomen door
de Vereeniging van Leeraren in de Han
delswetenschappen. de heeren J. A. Aal-
bersberg; J. van Beelen, Katwijk aan Zee;
W. Boterenbrood; N. Brandenburg; M. van
Egmond: J. J. Heemskerk: J. W. v. d.
Horst; J. J. Kallenberg: H. de Koning; W.
J. Oudshoorn; J. P. Rotteveel te Wasse
naar. vroeger te Sassenheim en Joh. de
Vos. Waar geen plaatsnaam is vermeld, ls
deze alhier.
Voorts slaagden voor het Federatie-exa
men boekhouden en aanverwante vakken
(Mercurius-diplomal de heeren J. H. Aai-
bersberg, W. Boterenbrood, N. Branden
burg, A. J. M. A. Genang te Leiden. J. J.
Kallenberg, W. J. Oudshoorn, J. P. Rotte
veel en Joh. de Vos. Allen zijn leerlingen
van den heer J. A. Jansen, Kamerlingh
Onneslaan 15, alhier.
Onze stadgenoot, de heer C. J. Fran
cken slaagde voor het examen boekhouden,
afgenomen door de Ver. van Leeraren en
Mercuriuc.
Geslaagd voor het examen Engelsche
Handelscorrespondentie, afgenomen door
de Vereen, van Leeraren in Handelsweten
schappen, de heer W. Blok, alhier, opge
leid door den heer J. C. Stafleu, Hooge
woerd 13, alhier.
Geslaagd voor het examen Engelsche
handelscorrespondentie mej. J. H. Wolters
(L.I.T.E.H.) en mej. R, van Deventer (V.
V. L.), beiden opgeleid door den heer N.
Spijker, alhier.
MIL IT AR IA.
De bij Koninklijk besluit van 29 Decem
ber jl. bij 6 R.V.A. tot officier van gezond
heid aangestelde vaandrig J. J. Pieterse, ls
heden door den .garnizoenscommandant
beëedigd.
DE MOEILIJKHEDEN BIJ DE
FIRMA BRUGMAN.
Het faillissement uitgesproken.
De Haagsche Arrondissements-rechtbank
heeft het faillissement uitgesproken der
Comm. Vennootschap onder firma J. Brug
man en Co., alhier, welk kantoor de vorige
week, gelijk wij meldden, zijn betalingen
heeft gestaakt.
Het op last der Justitie ingestelde poli
tioneel onderzoek is in vollen gang.
„GELOOF EN WETENSCHAP."
Prof. Dr. B. H. Molkenboer O.P.
over „Dante".
Op uitnoodiging van de vereeniging „Ge
loof en Wetenschap", afd. Leiden, sprak
pater prof. dr. B. H. Molkenboer O.P. gis
teravond in de bovenzaal van „In den
Vergulden Turk" over „Dante". Voor deze
lezing bleek groote belangstelling te be
staan en toen de voorzitter, de heer J. F.
X, Sanders de vergadering te half negen
op de gebruikelijke wijze opende, was de
zaal nagenoeg geheel bezet.
Prof. Molkenboer schetste Dante in zijn
werk als een probleem en een onopgeloste
vraag voor velen, die in den loop van den
tijd gepoogd hebben Dante te begrijpen,
doch hierbij telkens tot de conclusie kwa
men, dat deze groote dichter der middel
eeuwen zeer weinig had gezegd. En toch
heeft Dante's literatuur voor een ieder
een bijzondere aantrekkingskracht.. Men
wil meer van Dante weten, men wil dezen
grooten dichter, zijn werk en zijn leven
kennen. In verband met zijn onderwerp
weidde spr. voornamelijk uit over denhoo-
gen cultuurbloei der 13e eeuw.
In de zonnige Italiaansche bloemenstad
Florence, werd Dante in 1265 geboren.
Prol. Molkenboer verhaalde hierna over
Dantes liefde voor een meisje Beatrice ge
naamd, dat hij voor het eerst ziet als zij
negen jaar is. De jonge Dante doet dan
geen poging om haar nog eens te ontmoe
ten. Zijn karakter deed hem terugtrekken
in de stilte en mediteeren over Beatrice,
de volmaakte, de schoonste, de reinste van
allen. En niet voordat Beatrice 18 jaar is.
ontmoet Dante haar ten tweeden male. Hij
spreekt haar niet; hij ziet haar op een af
stand als zij in het wit gekleed tusschen
twee harer vriendinnen wandelt. Dante
ziet haar slechts aan en het is alsof zij
naar hem kijkt dan groet ze hem met
haar oogen en met een glimlach om haar
mond en deze groet ls het, die Dante
tot de uiterste grenzen der zaligheid
brengt. In zijn ziel ontvlamt een onuit-
bluschbaar liefdevuur. Hij eet, noch drinkt,
hij slaapt nauwelijks. En als hij bleek en
mager is geworden en zijn vrienden hem
vragen wat er met hem gebeurd is. dan
beantwoordt hij hun vragen met slechts
één enkel woord „amore" - „liefde!".
Hij schrijft verzen in een zoeten nieuwen
stijl, waarin de dichter met niets anders
bezig is dan met het meisje van zijn hart.
Zij is zoo rein, zegt hij, dat ieder die haar
ziét, ook al zou deze mensch de grootste
misdadiger of de grootste zondaar zijn.
hij in zijn gansche leven geen kwaad meer
zou kunnen doen.
Dantes liefde werd niet beantwoord. Be
atrice trouwt, met een ander, doch dit is
voor Dante, die inmiddels ook gehuwd is,
geen beletsel om voor haar een steeds
groeiende liefde en eerbied te koesteren.
Als hij haar nog éénmaal ontmoet, ge
raakt Dante bij het aanschouwen van haar
schoonheid in een matelooze verwarring,
hij weet zich geen houding te geven, doet
zich onhandig voor en dan is voor hem
misschien het meest pijnlijke oogenblik in
zijn leven aangebroken, dan spotlacht Be
atrice,
Maar Dantes liefde werd steeds grooter:
hij dicht over Beatrice en verheerlijkt
haar tot boven de hemelen.
Als Beatrice 25 jaar is sterft zij: „zij
wordt", zoo zegt Dante het, ..door den
Heer van alle leven weggehaald"; en als
de groote dichter voor de eerste maal na
haar dood de veder weer op het papier
zet, dan schrijft hij: „Hier begint het
nieuwe leven
Dit nieuwe leven is voor Dante een le
ven van oneindige smart en grenzeloos
verdriet. Hij tracht in zijn verzen door de
hemelwolken heen te dringen, naar Bea
trice, de vrouw, zooals God er aan de we
reld slechts één had geschonken en zooals
hij er niet wéér een zou doen geboren
worden Beatrice, hij wilde haar zien, haar
aanbidden. Florence is voor hem niet meer
het Florence van vroeger, de stad is dood
voor hem. Hij vraagt, zich af wat al de
toeristen en pelgrims daar nog komen zien,
nu Beatrice er niet meer is. En zelfs
schrijft hij in zijn gedichten dat hij het
aan de gezichten der vreemdelingen kan
zien, dat zij weten en begrijpen, dat Flo
rence, dat de aarde een groot verlies heeft
geleden.
Hij voelt zich nog niet begaafd genoeg
om nu over haar te schrijven zooals zij
het verdient, hij zal gaan studeeren en
zweert zichzelf: „als mijn studiën zijn vol
tooid dan zal ik over Beatrice dichten,
zooals nog nooit over een vrouw ls ge-
dicht".
Dante doet ook aan politiek en dit is de
oorzaak dat hij, als aanhanger der Witten
in 1301 levenslang uit Florence wordt ver
bannen. Zijn zwerftocht door Italië begmt.
staan, hij beschrijft de ellende der balling
schap. zijn leed, zijn verdriet. Zijn leven is
chap, zijn leed. zijn verdriet. Zijn leven is
niet smetteloos meer en als hij reddmg
zoekt om uit zijn zondig leven te geraken,
dan richt hij zich tot Beatrice in den
hemel zij moet haar plaats in den hemel
verlaten en hem als een personificatie van
de goddelijke hulp van uit de verschrik
kingen der hel en het vagevuur ten hemel
opheffen en dan vervult Dante zijn eens
gedane belofte en hij schept zijn onsterfe
lijk meesterwerk „Divina Comoedia", „de
Goddelijke Comedie".
Een hartelijk applaus vormde de weiver-
diende belooning voor de niet groote aan
dacht gevolgde lezing.
Na de pauze zegde prof. Molkenboer nog
enkele van Dante's meesterwerken.
BINNENLAND.
De nationale collecte heeft ruim f. 473.000
opgebraeht (Binnenland, 3de Blad).
Het volgend jaar weer een bedrijfstelllng.
(Binnenland, 3de Blad).
25 jaar politiespeurkunst in Nederland.
(3de Blad).
Dc gemeente-begrooting 1938 van Noord-
wijk door de Kroon niet goedgekeurd.
(Laatste Berichten, le Blad).
AMSTERDAMSCHE BEURS.
Stille markt - Gedrukte stemming -
Lager koerspeil - Amerika lusteloos -
Beleggingsmarkt kalm.
BUITENLAND.
Chamberlain en Halifax te Parijs. Heden
morgen betraden zij den Italiaanschen
bodem (Buitenland, 3e Blad en Laatste
Berichten 1ste Blad).
De kwestie der Joodscbe emigratie (Buiten
land, 3de Blad).
Zeer sterk pessimisme in Amerika over den
„chaos" in Europa (3de Blad).
Antwoord van Perry aan Boedapest en
Warschau (3de Blad).
Eden prijst Roosevelt's rede (Buitenland,
3de Blad).
Opening van den Zweedschen Rijksdag.
(Laatste Berichten, 1ste Blad).
ZIE VOORTS LAATSTE BERICHTEN
EERSTE BLAD.
Voor Zeeland. Noordbrabant en
Limburg Zwaar bewolkt weer
met tijdelijke opklaring en waar
schijnlijk nog eenige regen. Zacht
weer. Meest matige Westelijke tot
Zuidelijke wind.
Voor de overige provincies: Zwaar
bewolkt weer met tijdelijke opkla
ring en waarschijnlijk eenige
regen. Zachter des nachts, overdag
weinig verandering in tempera
tuur. Meest matige Westelijke tot
Zuidelijke wind.
HANDELSREGISTER
KAMER VAN KOOPHANDEL.
Wijziging
Metsel- en betonbedrijf I. Mooten en C.
3. Kleinman. Timorstraat. 54 en 56, Leiden.
Overleden Vennoot: I. Mooten. d.d. 26 De
cember 1938.
NED. HEKV. KERK.
Verkiezing gemachtigden Kiescollege.
Bij de gisteren gehouden verkiezing van
gemachtigden voor het kiescollege der Ned.
Herv. Gemeente werden de periodiek af
tredende leden allen herkozen. Het waren
de hee en: P Barendse. W. A. Bodewes. J.
de Boer, M. Bol, A. van Borselen. F. Eiker
bout. A. L. L. Gathier J. Gijsman, M. Hey-
mans, M. Jansen. A. Knetsch, J. J. Labree,
D. Marck, C. Mechelse, R. van Mèygaar-
den, C. A. P. Minderhoud, W. Rensink, W.
Sierat, J. J. C. Snel, Y. Tymstra, L, M.
Valkenburg, H. M. Verhulst, A. de Vos,
Jac. Wilbrink en M. van 't Zelfde.
In de bestaande vacatures werd voorzien
door de verkiezi' g van de h"?ren F. A'e-
wIjl. Til. BavnP 'd. F. H. Kriek, J. J. If n-
dag, D. G. S. Pcelicjoe. F. L. Hl. du Fon,
D. van Teylingen, H. L. Tibben, E. J. Veld
huizen. K. H. van den Wijngaard en A.
Zaalberg.